Topic: Arsimont: 24 September 1984
Samenvatting
Wat? Moord op een politieagent
Wanneer? Maandag 24 september 1984, rond 9u15
Waar? In het voormalige gemeentehuis van Arsimont » Google Maps
Wie? Jean-Jacques Bruyr
Wapen: een revolver kaliber .22
Status: opgelost; de moordenaar werd eerst veroordeeld tot de doodstraf, daarna tot levenslange dwangarbeid
De moordenaar was een werkloze die de staat verantwoordelijk achtte voor het feit dat hij geen werk had. De agent, die de stempelkaarten afstempelde, was voor hem de belichaming van deze staat. Hij heeft de agent vermoord met 4 schoten. Het wapen had hij gekocht in een café in Charleroi.
Werkloze schiet politieman dood
Maandag omstreeks 9u15 is Jean-Jacques Bruyr, wonende rue d’Auvelais te Arsimont, het stempellokaal in het voormalige gemeentehuis van Arsimont binnen gestapt. Daar bevonden zich op dat ogenblik reeds vier werklozen. Bruyr is eveneens werkloos. Hij liet zijn kaart afstempelen en haalde toen plots een wapen boven.
Zonder één enkel woord te zeggen, vuurde Bruyr viermaal op politieman Jean-Claude Jammart (37 jaar) die belast was met het afstempelen van de werkloosheidskaarten. De politieman is gehuwd en woonde in de rue du Pont Saint-Maxence te Arsimont. Hij kreeg twee kogel in de hartstreek en is kort daarna in het plaatselijk ziekenhuis overleden.
De dader liet zijn wapen achter en verdween per motor. Toen de politie van Sambreville en rijkswachter van Jemeppe-sur-Sambre, van Tamines en van Fosses-lla-Ville de motor aantroffen nabij de woning van Bruyr, omsingelden zij het huis. Uit een telefoongesprek bleek echter dat Bruyr zich in de drankgelegenheid “Le Petit Mistral”te Auvelais bevond. De ordediensten omsingelden dan de herberg. De groep Diane werd verwittigd. Ten slotte kon Bruyr, die op dat ogenblik ongewapend was en overigens geen weerstand bood, in het café omstreeks het middaguur aangehouden worden.
Jean-Jacques Bruyr werd overgebracht naar de rijkswachtkazerne te Tamines voor ondervraging. Over het motief van zijn daad kon men maandag nog niets achterhalen, maaruit de eerste resultaten van het onderzoek blijkt dat de man wellicht geestesgestoord is. Hij werd uiteraard aangehouden.
Bron: Gazet van Antwerpen | 25 September 1984
Doder van Arsimont handelde uit work
Onderzoeksrechter Bovesse te Namen heeft dinsdag een bevel tot aanhouding afgeleverd tegen Jean-Jacques Bruyr (35), die maandagochtend in het stempellokaal van Arsimont wijkagent Claude Jeanmart doodschoot.
Tijdens zijn lange ondervraging heeft Bruyr uitgelegd, dat hij al vijf jaar lang stempelde na eerst in verscheidene firma's te hebben gewerkt, onder meer als programmeur. Hij koesterde wrok jegens de staat en een politieman vertegenwoordigt de staat, zo redeneerde hij. Hij kende Jeanmart niet speciaal en had hoe dan ook nooit enig incident met hem meegemaakt.
Maandagochtend zat Bruyr echt in de put. Hij had hooguit nog 300 fr. op zak. “Om er in n ogenblik van wanhoop een eind aan te maken”, trok hij naar het stempelkantoor en schoot de politieman neer. Deze laat te was amper een maand getrouwd en zijn vrouw verwacht een kindje.
De misdaad werd gepleegd met een revolver van kaliber .22, die Bruyr vier maanden geleden voor 4.500 fr. kocht in een herberg te Charleroi. Er zaten vijf patronen in, die allemaal werden afgevuurd. Een ervan bleef in de kamer steken, maar de andere vier troffen de politieman achtereenvolgens aan de pols, aan het sleutelbeen, in volle hart en aan het shouderblad. Het slachtoffer poogde nog te vluchten om zijn wapen te halen.
Bruyr verkeerde helemaál niet in staat van dronkenschap. De rest van de voormiddag bracht hij door in een paar herbergen, waar hij enkel koffie dronk. Uiteindelijk werd hij aangehouden in een café recht tegenover het politiekantoor.
“Ik stond net op het punt me aan te geven”, zei Bruyr, die bekend staat om zijn opvliegendheid. Die was er vroeger al oorzaak van dat zijn vader en oom, die bij hem inwoonden, elders een onderkomen gingen zoeken.
Bron: Gazet van Antwerpen | 26 September 1984
Bruyr wil niet meewerken
De 36-jarige Jean-Jacques Bruyr, die beschuldigd wordt van moord op een met de stempelcontrole belaste politieman te Arsimont, liet op de eerste procesdag duidelijk blijken dat hij niet geneigd is tot medewerking. Bruyr weigert trouwens bijstand van een advocaat en kreeg er daarom een van ambtswege toegewezen.
Toen de voorzitter hem gisteren zijn naam en voornaam vroeg, antwoordde beklaagde: “Dat weet u toch al. Hoort dat soms bij het spektakel?” De vraag naar zijn beroep beantwoordde hij met “Nietsnut”. Bruyr bleef de hele tijd met de grootste onverschilligheid antwoorden.
Veel contact heeft Bruyr niet gehad met de hem toegewezen verdediger. Toen Mr. Gala in de assisenzaal toekwam, kon hij niet eens zeggen of zijn cliënt wel aanwezig zou zijn. Bruyr kwam uiteindelijk toch en zou de ganse zitting tonen hoe vrijgevochten hij wel was.
Uit de ondervraging bleek dat hij computeroperator was, maar in 1979 werkloos werd. Door zijn agressief karakter maakte hij ruzie met heel zijn familie. Hij leefde moederziel alleen, zonder vrienden.
Bruyr was geen drinker. De feiten van 24 september 1984 kunnen dan ook niet aan de drank toegeschreven worden. Hij heeft zijn slachtoffer koudweg afgemaakt zonder enige persoonlijke wrok. Hij zag in de agent een symbool van de staat die hem tot een uitzichtloze werkloosheid veroordeeld had.
Tijdens het onderzoek verklaarde Bruyr: “Ik heb hem gedood omdat hij alleszins meer verantwoordelijk was voor mijn toestand dan een ambteloze burger. Ik handelde in een moment van waanzin en wanhoop.” Op de zitting gisteren voegde hij eraan toe dat de psychiaters maar moesten zeggen waarom hij tot zijn daad gekomen was.
Alle politiemensen die na de moord op Claude Jeanmart waren tussengekomen, kwamen 's namiddags aan de beurt. Bruyr was na de feiten inderdaad spoorloos. De politie dacht aanvankelijk dat hij zich thuis had opgesloten, maar nadien bleek dat hij in verschillende herbergen dichtbij het politiecommissariaat voortdurend koffie had zitten drinken. De ontplooiing van de ordediensten moet toen vrij aanzienlijk geweest zijn, aangezien men zelfs hulp heeft gevraagd van de antiterrorisme-eenheid van Charleroi.
De woning van Bruyr werd een tijdlang met een verrekijker geobserveerd, maar vrij snel bleek dat alle inspanningen vergeefs waren geweest. Toen politieagenten in burger Bruyr in een café hadden teruggevonden, werd hij aangehouden. De dader liet zich echter niet zonder meer vatten. Een gebroken neus en diverse kneuzingen waren daarvan het gevolg.
Onderzoeksrechter Cumeliau, die het dossier kreeg toegewezen na het overlijden van onderzoeksrechter Bovesse, legde er vooral de nadruk op dat Bruyr weinig medewerking verleende tijdens het vooronderzoek.
Bron: Gazet van Antwerpen | 27 Mei 1986
Bruyr ook ontevreden over psychiater
Jean-Jacques Bruyr, die voor het Assisenhof van Namen terechtstaat wegens moord op een politieagent, viel gisteren verbaal de psychiater aan die even voordien getuigd had. Bruyr verweet de getuige dat hij iedereen met moeilijke woorden om de oren sloeg.
“Ikzelf”, aldus Bruyr, “ben een eenvoudig man en de juryleden zijn eenvoudige mensen. Waarom maakt de getuige de zaken dan zo ingewikkeld?”, vroeg beklaagde. Bij het binnenkomen van de zaal had Bruyr potlood en papier gevraagd. Kennelijk is hij van plan zijn verdediging in eigen hand te nemen. Hij heeft een advocaat geweigerd en wordt bijgestaan door een van rechtswege aangewezen verdediger.
Psychiater Goffaux getuigde dat Bruyr niet had willen meewerken aan de tests, maar dat hij zich toch een goed beeld had kunnen vormen van beklaagde. "Bruyr speelt toneel,” zei Goffaux, “maar hij kan er op elk moment mee ophouden als hem dat zint. Hij is volkomen verantwoordelijk voor zijn daden en kan zeker niet in aanmerking komen voor de wet op het sociaal verweer. Toch wil dat ook niet zeggen dat Bruyr een toonbeeld van evenwicht is. Hij is cynisch, koppig, gesloten en agressief. Hij steekt zijn eigen tekortkomingen op de samenleving en voelt zich nutteloos. Hij heeft gedood om zich op de samenleving te wreken. Mogelijk was hij in een depressieve bui. Het kan ook een daad van zelfvernietiging geweest zijn of misschien handelde Bruyr in een moment waarop hij van alles genoeg had.”
Tot slot van de voormiddagzitting kwam de moeder van Bruyr aan het woord. Vier maanden voor de feiten had zij het gerecht gewaarschuwd, dat haar zoon gek werd en dat hij met een wapen speelde. Zij had gevraagd om op hem te letten. De rijkswacht van Sambreville ging niet op haar verzoek in, bij gebrek aan manschappen.
Dinsdagnamiddag werden de laatste getuigen gehoord. Een buur kwam vertellen dat de beklaagde in zijn tuin een geweer hanteerde zonder echt uit te kijken in welke richting werd gevuurd.
Onderzoeksrechter Hougardy kwam de verklaringen bevestigen van de moeder van de beklaagde: 15 dagen voor de feiten stak Jean-Jacques een pistool in elkaar om er zijn vader en oom mee te doden.
Bron: Gazet van Antwerpen | 28 Mei 1986
Bruyr veroordeeld tot de doodstraf
Voor het Assisenhof van Namen werd Jacques Bruyr woensdag veroordeeld tot de doodstraf. Hij werd vooraf schuldig bevonden aan moord. Het openbaar ministerie had levenslange dwangarbeid geëist.
De voorbije dagen, en ook woensdag, kon het Bruyr weinig schelen wat over hem werd gezegd in de rechtszaal van het Naamse Assisenhof waar hij terechtstaat voor die moord. Koud en cynisch reageerde hij telkens wanneer men hem iets vroeg. Volgens de advocaat van de burgerlijke partij is Bruyr vnl. het slachtoffer van zichzelf, een man, aldus pleiter, die voor zichzelf een verdedigingssysteem heeft opgezet dat hem belet zijn tegenspraken te zien. Hij heeft voor zijn daad een uitleg gegeven die langs geen kanten blijkt te kloppen met het dossier.
“Bruyr is een betreurenswaardige misdadiger.” Tenslotte vroeg de advocaat de juryleden ervoor te zorgen dat Bruyr in de toekomst geen nieuwe slachtoffers meer zou kunnen maken.
In dezelfde zin sprak ook de openbare aanklager die vnl. de nadruk legde op het egoïsme van beschuldigde en op het feit dat men hier wel degelijk te maken heeft met een moord. Ook hij vroeg de juryleden geen clementie te betonen ten overstaan van Bruyr opdat deze, zoals hij zelf reeds aankondigde, niet zou kunnen herbeginnen.
De advocaat van beschuldigde Jean Jacques Bruyr legde in zijn pleidooi vooral de nadruk op de onevenwichtigheid en de ontoerekenbaarheid van zijn cliënt. Pleiter herinnerde aan het feit dat een veertiental dagen voordat zijn cliënt de agent neerschoot, moeder Bruyr aan de gerechtelijke autoriteiten kwam vertellen dat haar zoon raar begon te doen en dat zij vreesde dat hij wel eens gevaarlijk kon worden.
De experten, aldus nog de advocaat, kwamen hier voor het Hof vertellen dat zij Bruyr verantwoordelijk achtten voor zijn daden, maar weten zij alles over hem die weigerde zich te onderwerpen aan de meeste proeven, zo vroeg hij zich af. Ten slotte vroeg hij de juryleden, gezien deze situatie, rekening te houden met de wet op het sociaal verweer die het mogelijk maakt Bruyr alsnog te interneren.
Na de replieken werden aan de jury 11 vragen gesteld betrekking hebbende op doodslag, het toebrengen van slagen en verwondingen met de dood tot gevolg zonder het inzicht te doden, de voorbedachtheid en de geestesgesteldheid van beschuldigde op het ogenblik van de feiten die hem eventueel de Controle over zijn daden ontnam.
Bron: Gazet van Antwerpen | 29 Mei 1986
Het laat Bruyr volkomen koud
Jean-Jacques Bruyr (37) uit Arsimont toont zich op zijn tweede proces al even nukkig als toen hij de eerste keer voor het assisenhof van Namen terechtstond. De moord op politieman Claude Jeanmart die hij op 24 september 1984 pleegde laat hem volkomen koud.
In mei van vorig jaar werd Bruyr door het Naamse Assisenhof tot de doodstraf veroordeeld, maar het vonnis werd wegens procedurefouten verbroken. De voorzitter van het hof was door de jury tijdens haar beraadslaging opgeroepen en had verzuimd zich te laten vergezellen door de burgerlijke partij en de beklaagde.
De zaak wordt nu overgedaan voor het Assisenhof van Luxemburg. Op 24 september 1984 ging de werkloze Bruyr naar het stempelbureel te Arsimont met de bedoeling om er de politieman die de kaarten afstempelde te doden.
Volgens Bruyr was de politieman de vertegenwoordiger van de staat en dus verantwoordelijk voor de materiële toestand waarin Bruyr zich bevond. Na rustig zijn beurt te hebben afgewacht, stapte Bruyr op de politieman toe - die dag was dat de 27-jarige jonggehuwde Claude Jeanmart - en schoot hem dood.
Tijdens zijn proces te Namen had Bruyr al deining veroorzaakt door zijn nukkige en on onverschillige houding. Ook gisteren was dat zo. Bruyr weigerde op te staan, zei enkel “dat hij niets te verklaren heeft en alles al tijdens het onderzoek heeft meegedeeld” en peuterde de ganse dag met een tandenstoker tussen zijn tanden.
Ook tijdens de voorlezing van de acte van beschuldiging wenste Bruyr geen commentaar te geven. De voorzitter mocht het ganse verhaal doen. Het liet Bruyr volkomen koud.
Bron: Gazet van Antwerpen | 13 Januari 1987
Bruyr schuldig aan moord
Na bijna anderhalf uur beraadslaging heeft de jury van het Assisenhof van Luxemburg Jean-Jacques Bruyr schuldig bevonden aan moord op een rijkswachter in het stempellokaal te Arsimont. Bruyr reageerde in het geheel niet op deze uitspraak.
Tijdens de voormiddagzitting had openbaar aanklager Visart gesteld dat Bruyr een koele doder is, die met de precisie van een technicus te werk gaat. De voorbedachtheid is bewezen en waanzin uitgesloten, zo besloot de aanklager zijn pleidooi. Na de uitspraak van de jury eiste hij levenslange dwangarbeid.
De verdedigers betwijfelden de toerekeningsvatbaarheid van hun cliënt en bestreden de thesis van de psychiaters dat Bruyr gezond was. Ze hebben Bruyr nooit onderzocht, verklaarden de advocaten die erop wezen dat hun cliënt in 1972 het slachtoffer was van een zwaar ongeval. Daardoor was volgens hen Bruyr een psychopaat geworden die dringend verzorgd moet worden.
Bron: Gazet van Antwerpen | 15 Januari 1987