Re: Overijse: 27 September
PARKET VAN DE PROCUREUR DES KONINGS
GERECHTELIJKE POLITIE
Afdeling : GBB 3
Bundel : 458 / 85 dd. 27.09.85
Ten laste van onbekenden.
Verdacht van moord om diefstal te vergemakkelijken
Op klacht van : Ambtshalve
VOORWERP : Verwittiging. Afstapping ter plaatse. Relaas der feiten. Opdrachten. Vaststellingen. Inbeslagnamen. Verzoek.
PROCES VERBAAL Nr. 20808
Naar aanleiding der taak voorgeschreven door de Heer Onderzoeksrechter MAHIEU
Toegezonden aan de Heer Onderzoeksrechter MAHIEU, Brussel 11 oktober 1985
Getekend, De Hoofdcommissaris voor gerechtelijke opdrachten.
PRO JUSTITIA
Ten jare negentienhonderdvijfentachtig, de zevenentwintigste der maand september, om 21.03 uur,
Wij, C.L., gerechtelijk officier, hulpofficier van de Procureur des Konings, van het arrondissement Brussel, worden door onze bestendige wachtdienst ervan op de hoogte gesteld dat een gewapende overval werd gepleegd op het warenhuis DELHAIZE te OVERIJSE. Bij deze hold – up zouden vijf mensen zijn omgekomen. De feiten zouden zich hebben voorgedaan omstreeks 20.30 uur. De bestendige wachtdienst werd op de hoogte gebracht door de dienst 906 te 20.58 uur en belast zich met het nemen van nadere bijzonderheden. Wijzelf vervoegen dadelijk onze bestendige wachtdienst. Bij onze aankomst meldt gerechtelijk inspecteur S., van de wachtdienst ons dat hij tevergeefs telefonisch contact heeft trachten op te nemen met het warenhuis zelf. Bij de Politie OVERIJSE konden volgende bijkomende inlichtingen worden bekomen.
De overval zou zijn gepleegd door drie of vier daders. Alvorens de winkelruimte binnen te gaan werd een jongen op de parking neergeschoten. In de winkel werden vervolgens twee klanten neergeschoten, kassa’s leeggeroofd en werd de adjunct directeur verplicht de brandkoffer te ledigen. Om hun vlucht te verzekeren namen de daders toen een persoon in gijzeling die ze nadien eveneens hebben neergeschoten. Ze namen de vlucht met een VW GOLF GTI van blauwe kleur, nummerplaat beginnend met “FPF…” in de richting van Oudergem. Eén der daders was drager van een donkere mantel, een hoed en had een zwarte doek voor het aangezicht. Een tweede dader zou kleiner zijn van gestalte en een donkere kledij dragen. Er werd geen staat van politiealarm afgekondigd. Politie OVERIJSE en de Rijkswacht zijn ter plaatse. De Heer Substituut Procureur des Konings SCHOOLMEESTERS werd verwittigd. Geven opdracht aan onze bestendige wachtdienst de gerechtelijk inspecteurs W. en M. op te roepen om zo vlug mogelijk de plaats der feiten te vervoegen. De Heer D.V., Eerst Aanwezend Commissaris Eerste Klasse, afdelingsoverste met weekdienst werd op de hoogte gebracht en zal zich naar onze wachtdienst begeven.
Vergezeld van gerechtelijk agent, D.M., begeven wij ons onmiddellijk ter plaatse. Wij blijven intussen permanent in radiocontact met onze bestendige wachtdienst. Deze meldt ons dat de Heer Substituut Procureur des Konings SCHOOLMEESTERS en de Heer Onderzoeksrechter MAHIEU met eigen middelen ter plaatse zullen gaan. Als wapendeskundige wordt de Heer STEVENS aangewezen en als Wetsdokter, de Heer TAHON. De gerechtelijk inspecteur W zal deze ten huize afhalen. Labo – operateur L., begeeft zich eveneens ter plaatse.
Bij onze aankomst aldaar te 21.30 uur stellen wij vast dat een grote menigte mensen aanwezig is op de parking van het warenhuis. De plaats toestand wordt er in stand gehouden door de plaatselijke Politie en Rijkswacht. Zijn aldaar aanwezig: De Heren V.D.B., T., L., en P van de Politie Overijse, leden van de plaatselijke brandweer; de Heren S., en O., van de Rijkswacht Tervuren, de Heren S. en V. van de Rijkswacht KORTENBERG;
De Heren T., S., L., B., M., J., D., en Majoor C., van de Rijkswacht LEUVEN. Bij Majoor C., en Kapitein D., van de Rijkswacht informeren wij ons dadelijk betreffende de huidige stand van het onderzoek. Er wordt ons medegedeeld dat één slachtoffer na de feiten overleefde en dat deze door een ziekenwagen van de dienst 900 werd overgebracht naar het hospitaal van ETTERBEEK, waar hij bij aankomst overleed. Het cliënteel en het personeel heeft kort na de feiten de winkelruimte verlaten. De Rijkswacht KORTENBERG, die de patrouille van de Rijkswacht TERVUREN bijstand verleende heeft daarna de plaats ontruimd en verrichte de eerste vaststellingen. De ooggetuigen en het personeel werd geïdentificeerd en de getuigenverhoren worden in de refter van het complex afgenomen door Rijkswacht en Politie. De eerste gegevens omtrent deze zaak werden door de Rijkswacht reeds via telex verspreid. Radiofonisch werden hun, in de omgeving patrouillerende voertuigen opdracht gegeven controles te verrichten ter opsporing van de daders. Nadere bijzonderheden betreffende de persoonsbeschrijving van de daders konden ons niet worden verstrekt, Het nadeel in speciën is vooralsnog onbekend.
RELAAS VAN DE FEITEN
Kapitein D. geeft ons volgend relaas van de feiten op basis van de verklaringen van de eerste getuigen.
Omstreeks 20.35 uur reed, via de inrit gelegen naast de Car Wash een voertuig VW GOLF GTI de parking op van het warenhuis in de richting van de parkingplaatsen gelegen naast de Coffee Shop. Het voertuig verplaatste zich met gedoofde koplichten en parkeerde zich op de middelste parkeerstrook loodrecht op de gemarkeerde stroken. Uit de wagen stapten drie mannen, gewapend met geweren en mogelijks een automatisch pistool. Of mogelijks een vierde persoon (bestuurder) in de wagen achterbleef kon niet worden gepreciseerd. De drie begaven zich dan via het voorziene pad langs de Coffee Shop naar de ingang van het warenhuis. Gekomen aan de parkeerruimte, ingesloten door de Coffee Shop, een winkelrij en een deel van de zijgevel van het warenhuiscomplex riep één van hen een jongen toe in de Franse taal: “Toi – là, descends !” Deze jongen was aan het fietsen op de vrije parkeerruimte. De jongen gehoorzaamde, liet zijn fiets vallen en enkele ogenblikken later werd er op de jongen gevuurd. Hij deed nog een paar passen en viel toen neer.
Een andere persoon die een boekenwinkel verliet werd eveneens neergeschoten toen hij in zijn wagen wou stappen.
Daarop gebood één der daders een man, die verkiezingsaffiches aan het plakken was voor het warenhuis, naderbij te komen. Zij namen deze persoon als gijzelaar mee in de winkelruimte. Toen zij het warenhuis binnen waren en zich in de ruimte achter de kassa’s bevonden riepen ze iedereen toe niet meer te bewegen en te gaan neerliggen. Aan de kassiersters werd het bevel gegeven hun kassaladen te openen en het voorhanden zijnde geld in een zak te stoppen. Bijna dadelijk na het binnenkomen werd de kassierster, die zich tussen de eerste en de tweede kassa bevond neergeschoten. Een klant die tussen de tweede en de derde kassa bevond werd eveneens neergeschoten. Eén der daders vatte post bij deze kassa’s. Een tweede vervolgde zijn weg richting het bureel van de directeur. Ondertussen werden schoten afgevuurd op bakken wijnflessen die zich links of rechts bevonden. Eén der daders liep naar de hoger gelegen bureelruimte (gelegen aan het einde van de kassarij). Op dat ogenblik waren een viertal personen in deze lokalen aanwezig waaronder de onder directeur van het bedrijf. Aan de hoofdkassierster werd geboden de brandkoffer te openen. Daarop werden drie personen opgesloten in de naastgelegen bureelruimte van de directeur. De onder directeur werd verplicht de tweede, ingebouwde koffer te openen, waaruit de pakken biljetten werden genomen en in een plastiek vuilniszak opgeborgen. Ondertussen was een tweede dader de bureelruimte binnengekomen. Hij begaf zich vooreerst naar het bureel van de directeur waar hij de draad van het telefoontoestel stuktrok en op het toestel zelf vuurde. Ook het toestel in het lokaal waar de brandkoffers zich bevonden werd stukgeschoten. Intussen hadden een zestal kassiersters het geld dat in hun kassalade zat in een plastiekzak geborgen. Deze zakken werden door één der daders opgehaald. Toen een kassierster last had met openen van haar kassa werd de kassa stukgeslagen. Na de overval verlieten de daders met hun gijzelaar terug de winkelruimte. Op het pad ter hoogte van de Coffee Shop schoten ze hun gijzelaar neer, gingen terug naar de wagen en stapten in. Toen één der daders bemerkte dat een persoon, die zich in de omgeving van de car – wash bevond hun nakeek vuurde deze nog in zijn richting. Met volle snelheid verdwenen ze toen in de richting van Sint Jesus Eik. Enkele kilometers verderop kunnen zij aldus een verkeersknooppunt bereiken van waaruit ze alle richtingen uitkunnen. Volgens de ooggetuigen spraken de daders Frans zonder enig hoorbaar accent.
ONDERZOEK
De aanwezige verantwoordelijke van het warenhuis DELHAIZE identificeert zich als:
G…….., J.P. ………………………..
De overleden slachtoffers identificeren zich als:
NOTTE Stefaan, ……………………
FINNE Leon, ………………………
VAN KILDONCK Rosa, ………………………
BUSIAU Jean Pierre, ……………………….
BENNEKENS Luc, ……………………….
Het gekwetste slachtoffer identificeert zich als:
M. J.P.
Van de Rijkswacht KORTENBERG vernemen wij dat op het ogenblik der feiten nog een groot aantal personen in de winkelruimte aanwezig was. Dit aantal wordt geschat op ca. 200 personeel inbegrepen. Een deel van de aanwezige personen heeft de zaak tijdens en na de overval via nooduitgangen uitgevend aan de achterzijde van het gebouw verlaten, de overige verlieten de zaak via de normale uitgang. Toen de Rijkswacht als eerste ter plaatse kwam heerste er een enorme paniekstemming en chaos zodat het niet denkbeeldig is dat de werkelijke plaats toestand (ligging hulzen e.d.) enigszins werd gewijzigd. Wij gaan dan over tot het verrichten van de nodige vaststellingen, bijgestaan door de gerechtelijk agent D.M. en labo-operateur L., die zorgt voor de nodige fotografische opnamen. Dr. TAHON, intussen ter plaatse gekomen met de gerechtelijk inspecteurs W en S., verricht eveneens zijn eerste vaststellingen.
De Onderzoeksrechter MAHIEU, zijn griffier en Substituut Procureur des Konings SCHOOLMEESTERS komen ter plaatse te 22.20 uur. Intussentijd heeft deskundige STEVENS samen met de Rijkswacht reeds een voorlopig onderzoek uitgevoerd met betrekking tot de gebruikte munitie en wapens. Aan de Heer Onderzoeksrechter MAHIEU wordt een kort relaas gegeven van de feiten waarop de taakverdeling wordt vastgelegd. Vooralsnog kunnen geen verdere bijzonderheden gegeven worden omtrent de daders. De getuigenverhoren verlopen moeizaam vermits de meeste personen erg onder de indruk van het gebeuren zijn.
OPDRACHTEN:
De Politie OVERIJSE zal instaan voor het verwittigen van de nabestaanden van de slachtoffers. Op dat ogenblik is dit reeds volbracht behalve voor de genaamde FINNE, waarvan geen onmiddellijke familie gekend is. Zij zal eveneens instaan voor het voertuig van deze laatste en de overbrenging van alle lijken naar de Wolstraat te Brussel, het mortuarium waar op 28.09.1985 te 13.00 uur de autopsie zal plaatshebben.
De Rijkswacht zal, bijgestaan door de wapendeskundige, de Heer STEVENS, alle nodige vaststellingen verrichten en instaan voor het verder verhoor van personeel en getuigen. De gerechtelijke Politie zal de technische beschrijving van de lijken doen, de fotografische opnamen en het zoeken naar vingersporen. De lijkschouwing op 28.09.1985 zal worden bijgewoond door leden van de gerechtelijke Politie.
VERDER ONDERZOEK:
Nadat labo – operateur L., zijn onderzoek op vingersporen in de bureelruimte heeft beëindigd verschaft de Heer G., onderdirecteur van het warenhuis, op verzoek van de Heer Onderzoeksrechter MAHIEU, ter plaatse uitleg over de feiten die zich hebben afgespeeld in de kantoorruimte. Uit de uitleg die wij krijgen blijkt dat de daders uiterst koelbloedig zijn tewerk gegaan in deze lokalen. Toen de dader aan G. beval de tweede brandkoffer te openen en deze antwoordde dat zulks onmogelijk was, maakte hij zich kwaad. Daarop legde G. uit dat hij enkel kon geopend worden met twee sleutels waarvan één zich bevond in het warenhuis en de andere in het bezit was van de bankinstelling en dat hij zich daarvan kon vergewissen aan de hand van de uitleg die aangebracht was op de koffer zelf. De dader las toen de instructie en hernam zijn kalmte. Wij stellen terzelfdertijd vast dat in de geopende brandkoffer op de tweede bovenste lade een vijftiental bankbiljetten van 1.000 bfr goed zichtbaar liggen. Deze bankbiljetten bleven onaangeroerd, niettegenstaande het feit dat ze duidelijk zichtbaar en los lagen. De gestolen bankbiljetten betreffen deze van 100 fr en 50 fr. Ook de muntstukken bleven nagenoeg onaangeroerd. Daartegenover werden alle bankbiljetten uit de kassa’s in de winkelruimte meegenomen wat erop wijst dat de daders valstrikbiljetten hebben willen vermijden. Anderzijds dient opgemerkt dat in de geopende brandkoffer geen bankbiljetten lagen.
Ondertussen worden wij eveneens op de hoogte gebracht van het feit dat te EIGENBRAKEL, dezelfde avond omstreeks 20.10 uur, eveneens een gewapende overval heeft plaatsgehad op een warenhuis DELHAIZE. Aldaar zouden drie mensen zijn omgekomen en één zwaar gekwetste gevallen. Volgens de eerste inlichtingen betreffende de modus operandi kan het om dezelfde daders gaan. Onze labo – operateur M. is ter plaatse. Als wapendeskundige werd de Heer DERY aldaar aangesteld. Teneinde over eerste vergelijkingspunten te beschikken neemt de Heer STEVENS rechtstreeks contact op met zijn collega in het warenhuis te EIGENBRAKEL. Ook qua gebruikte wapens en munitie zouden aanduidingen bestaan die erop wijzen dat dezelfde daders op beide plaatsen de feiten hebben gepleegd. Beide wapendeskundigen zullen na beëindiging van hun bevindingen de resultaten nauwkeurig vergelijken.
Het door de daders buitgemaakte bedrag is vooralsnog niet exact te bepalen doch de onder directeur schat dit momenteel op 250.000 bfr à 500.000,- bfr in contanten. Bovendien werden er door de daders een pak checks medegenomen waarop een stempel “DELHAIZE” is aangebracht en die dus niet voor inning door private personen in aanmerking komen. Het juiste bedrag zal later worden medegedeeld.
BESCHRIJVING VAN DE LIJKEN:
NOTTE Stefaan
Het lichaam ligt languit gestrekt aan het begin van de geplaveide, overdekte ruimte voor de ingang van het warenhuis op ca. 6 meter van de toegangsdeur. Het ligt in een hoek van 50° ten opzichte van de grondvaste plantenbak die de overdekte ruimte scheidt van de parking voor het warenhuis. Achterhoofd, linker schouder en linker bovenarm rusten tegen de betonnen, verhoogde stoep van de plantenbak. Het lichaam ligt op de rug, het hoofd naar rechts gedraaid, met de rechterslaap rustend op de asfalt. Aan het hoofd zijn geen uitwendig merkbare verwondingen. De jongen draagt een rode pullover met op de linkerzijde een geel, wit en blauw driehoekmotief in een streep uitlopend tot de rechterzijde. De pullover is naar boven opgeschoven tot ca. 8cm boven de navel. In de buikstreek van links naar rechts stellen we zichtbaar 8 schot ingangswonden vast, waarvan 6 zich op de linkerhelft bevinden. De rechter arm rust op de grond, de handpalm lichtjes opgeheven, de vingertoppen steunend op de grond. De linkerhand rust eveneens op de grond in een hoek van 90° liggend, de hand met samengetrokken vingers ter hoogte van de linker heup. Uit het linker gedeelte van de buik rustend op de grond puilen ingewanden. Op deze plaats is een plas bloed vermengd met buikholtevocht merkbaar. De jongen draagt een lange blauwe jeansbroek, waarvan de bovensluiting en de rits halfweg openstaan. Het rechterbeen ligt uitgestrekt in het verlengde van het lichaam, terwijl het linker been is opgetrokken in een hoek van 80°, de voet met de onderzijde rustend ter hoogte van het rechter kuitbeen. Het lijk voelt warm aan, er zijn geen livores aanwezig, noch lijkstijfheid.
FINNE Leon:
Het lichaam ligt op de tweede (vanaf het warenhuis gezien) parkeerstrook voor de winkelgalerij, zich bevindend tussen het warenhuis en de Coffee Shop. Het ligt in dezelfde richting van de wagen van het slachtoffer, die zich in der derde parkeerstrook bevindt. Het hoofd ligt in de richting van de daartegenover gelegen toegangsdeur tot de boekenwinkel. Het ligt op ca. 60 cm aan de linker zijde (bestuurderszijde) van de wagen. De persoon is gekleed met een lichtblauw hemd met korte mouwen en een donkerblauwe broek. De persoon ligt op zijn rug, het hoofd recht in het verlengde van het lichaam met het achterhoofd steunend op de grond, de kin lichtjes vooruit gestoken. Aan het hoofd zijn geen uitwendig zichtbare verwondingen. De linker arm ligt in een hoek van ca. 95° ten opzichte van het lichaam, lang uitgestrekt, met pols en hand gelegen onder het voorste koetswerk van de wagen. De rechterarm ligt naast het lichaam, opgetrokken in een hoek van 90°, de hand rustend aan de rechter onderrib. De benen liggen gestrekt in het verlengde van het lichaam, het rechter been boven het linker been. Van de rechter schouder tot aan de linkerdij is het overhemd doordrenkt met bloed en lichaamsvocht. Aan de linker flank van het lichaam heeft zich een bloedplas gevormd die loopt tot voor het linker voorwiel van de wagen en ook uitloopt langs de linkerarm tot aan de elleboog. Even voorbij het deurslot van het bestuurdersportier ligt op de grond de sleutel van de wagen FORD SIERRA toebehorend aan het slachtoffer. Vermoedelijk heeft het slachtoffer gepoogd in zijn wagen te stappen. Het lijk voelt warm aan, er zijn nog geen duidelijke livores merkbaar, noch lijkstijfheid.
VAN KILDONCK Rosa:
Het lichaam ligt tussen de eerste en de tweede kassaruimte, languit gestrekt met de voeten rustend op de gelijkgrondse lade van het kassameubel; de rechtervoet uiterst links in de onderlade van het meubel waarop de registratiekas staat; de linker voet in de onderlade van het meubel waarin de aankooptransportband zich bevindt. Het hoofd ligt op enkele centimeters aan de voet van het verbrede meubel waar ruimte is voorzien voor het inladen van aangekochte goederen. Het lichaam ligt op de rug, lichtjes schuin ten opzichte van de binnenlengteas van het kassameubel. De vrouw is gekleed in roze wekkledij; de handen liggen op het lichaam verborgen onder een na de feiten aangebrachte werkkledij van een collega kassierster. De benen zijn ontbloot tot enkele centimeters boven de knie. Het hoofd dat rechtop ligt en met het achterhoofd op de grond rust baadt in een zeer grote plas bloed waarin verscheidene bloedklonters voorkomen. Deze plas loopt van kassa 1 tot onder het inlaadmeubel van kassa 2. Een wonde is zichtbaar op de rechter wang. Het rechter oor is volledig bebloed. De schotwond (en) bevind (en) zich waarschijnlijk in de hals en het achterhoofd. Het lijk voelt nog tamelijk warm aan, er zijn geen livores onmiddellijk zichtbaar en de lijkstijfheid is nog niet ingetreden. Over de rest van het lichaam zijn geen uitwendige wonden zichtbaar.
BUSIAU Jean Pierre:
Het lichaam ligt op de rug, uitgestrekt evenwijdig met het derde kassameubel waartegen het met de linkerzijde van de romp leunt, de linker schouder lichtjes van de grond geheven. Het hoofd ligt voorbij het meubel waarop de registratiekas staat, lichtjes naar rechts overhellend en in de richting van de uitgang van het warenhuis. De persoon draagt een lichtblauw overhemd, dat volledig openstaat en waarvan de lange mouwen werden opgerold tot boven de ellebogen. De linkerarm in 90° geplooid over het lichaam, de onderarm rustend op de buik. De rechter arm ligt uitgestrekt in een hoek van 45° verwijderd van de romp. De vuist is half gebald. De persoon draagt verder een donkerblauwe jeansbroek. Het linkerbeen ligt in de hoogte met de voet rustend op een stel, type kassastoel. Het rechterbeen ligt schuin rechts in het verlengde van het lichaam. De benen liggen ten opzichte van elkaar in een hoek van 30°. In de positie waarin het lijk zich bevindt kunnen geen uitwendig zichtbare verwondingen worden vastgesteld. Het lijk voelt warm aan, er zijn nog geen zichtbare livores en de lijkstijfheid is nog niet ingetreden.
BENNEKENS Luc
Het slachtoffer leefde nog op het ogenblik dat de ziekenwagen van de dienst 900 ter plaatse kwam en werd overgebracht naar ETTERBEEK. Op de plaats waar het slachtoffer lag (op het pad van de ingesloten parking naar de parking gelegen achter de Coffee Shop) stellen we een bloedplas, veegsporen van bloed en verscheidene bloedvlekken in de richting van het warenhuis aan. Aan de muurkant liggen eveneens sporen van braaksel.
De getuigenverhoren verricht door de Rijkswacht worden afgesloten te 24.00 uur na verhoor van M., J.P., die na verzorging in het ziekenhuis Sint Luc terug ter plaatse is gekomen. De Rijkswacht meldt ons dat het getuigenverhoor geen bijkomende elementen elementen heeft opgeleverd ten nutte van het onderzoek.
Alle bijkomende elementen die nog aan het licht mochten komen tijdens het verder gedetailleerd uitvoeren van de vaststellingen zullen ons onverwijld worden ter kennis gebracht, dit op aandringen van de Heer Onderzoeksrechter MAHIEU die met betrekking tot deze zaak een optimale samenwerking wenst tussen de verschillende politiediensten.
Wij verlaten de plaats der feiten omstreeks 01.30 uur.
Bij onze aankomst op de bestendige wachtdienst te Brussel melden de gerechtelijk inspecteurs met dienst dat een coördinatievergadering deze nacht nog wordt belegd op het justitiepaleis te Nijvel. Herhaalde pogingen om terzake in telefonisch contact te komen met onze collega’s van Nijvel blijven zonder resultaat.
Voegen hierbij de twee situatieschetsen, opgemaakt door gerechtelijk agent D. M., ter aanduiding van de ligplaats der slachtoffers.
Het onderzoek wordt verdergezet.
Waarvan akte,
Getekend C.L.