"Ik ben geen orakel"
Oplichterij of wetenschap? Danièle Zucker maakt in haar boek komaf met de grootste misverstanden rond profiling. En hekelt en passant onze naïviteit: ‘Onze wetten zijn niet aangepast aan de 21ste eeuw.’
In haar boek Profiling legt Danièle Zucker uit hoe pedofielen denken, wat de motieven zijn van een sadist en hoe een exhibitionist kan – en wellicht zal – evolueren naar een verkrachter. Al dertien jaar lang verdiept filosofe en doctor in de klinische psychologie Danièle Zucker zich in de meest duistere breinen.
Ze is er toevallig in gerold, vertelt ze. Vijftien jaar lang leidde ze het crisiscentrum en de psychiatrische spoeddienst van het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel. Ze kreeg er jaarlijks zo’n 5000 patiënten over de vloer, waaronder regelmatig slachtoffers van seksuele agressie. ‘In het begin wou ik hen niet zien. Want wat kon ik tegen hen zeggen? Wat hen was aangedaan was zo gruwelijk, ik voelde me machteloos. Ik besefte dat ik iets moest doen aan mijn vermijdingsgedrag, en zocht een psychotherapeutische manier om hen te helpen. Maar telkens justitie procedures begon in de zaak, merkte ik een zware terugval bij de patiënt. Toen heb ik politie en parket om een samenwerking gevraagd.’
Het vertrouwen groeide en Zucker werd aangesteld om zowel slachtoffers als daders van verkrachtingen aan expertises te onderwerpen. ‘Heel bizar dat ik blijkbaar niet aan specifieke vereisten moest voldoen om als expert op te treden. Maar zelf vond ik mijn universitair diploma in de psychologie niet voldoende. Wist ik veel wat iemand drijft om een dergelijke daad te stellen. Of welke processen leiden tot verkrachting.’
De zoektocht naar een kwalitatief hoogstaande opleiding verliep moeizaam. ‘Er zijn charlatans genoeg in de branche. Iedereen die een opleiding van twee dagen volgt, kan zich profiler noemen. Er zijn geen toelatingsvoorwaarden.’
Na een jaar aandringen was Roy Hazelwood, ex FBI-agent en grondlegger van de profiling-techniek in de VS, bereid haar een intensieve opleiding te geven. ‘De eerste week was vreselijk en traumatiserend. Ik hoorde de gruwelijkste verhalen, zag de meest afschrikwekkende foto’s.’
Vandaag staat Zucker nog altijd in nauw contact met Hazelwood. Samen met zijn teamleden vormt ze een netwerk dat internationale zaken analyseert.
Van de gruwel heeft ze al lang geen last meer. Gewenning? ‘Zo zou ik het niet noemen. Ik kan mijn gevoelens beheersen en afstand houden van de betrokkenen. Mij zal je nooit “ocharme” horen zeggen of denken. Dat zou mijn analytisch vermogen aantasten. Emoties zijn in mijn job niet op hun plaats. Ik denk ook niet van ‘s morgens vroeg tot ‘s nachts aan mijn dossiers.’
Is ze dan niet aan deze job begonnen vanuit een zin voor engagement? ‘Neen, ik moet eerlijk zijn, dit is geen humaan engagement. Ik zou even graag als kwantumfysicus werken. Het is het onderzoek dat mij boeit, de verschillende stukjes zoeken en de puzzel vormen. Ik wil zaken op een wetenschappelijke manier onderzoeken.’
Over de wetenschappelijke waarde van profiling, of de analyse van crimineel gedrag zoals het officieel heet, zijn de meningen verdeeld. Twee en een half jaar lang werkte Zucker fulltime aan het dossier van de Bende van Nijvel. Ze cashte er – al naargelang de bron – 29.000 of 56.000 euro voor. Christian De Valkeneer, toenmalig procureur des Konings in Charleroi, klasseerde haar 70-pagina’s tellende einddossier onder de term ‘intellectuele oplichterij’, ‘vooringenomen en zeer onvolledig’. Een harde klap, maar Zucker is de scepsis over haar vakgebied gewoon. ‘Mensen weten niet wat profiling is. Een paar weken geleden toonde een politiespeurder me enkele foto’s. “Kijk hier eens naar. Wel, wat denk je, jij bent toch profiler.” Maar ik ben geen orakel, geen Madame Soleil.’
De waas van magie
Ze schreef haar boek in de hoop een einde te maken aan de misverstanden rond en de miskenning van profiling. Series als Criminal Minds of Wire in the Blood helpen haar daar niet bij. ‘De waas van magie die op tv rond profilers hangt, stoort me. Sommige personages zien zelfs “flitsen” waardoor het lijkt alsof we meer te maken hebben met psychotische toestanden dan met een politieonderzoek. Laat me duidelijk zijn: profiling heeft absoluut niets met helderziendheid te maken. Profiling is gebaseerd op feiten en wetenschappelijke methodes.’
Toch zegt zelfs Zucker (in tegenstelling tot sommige van haar collega’s) dat de analyse van crimineel gedrag geen wetenschap is. ‘Het is niet omdat we wetenschappelijke onderzoeksmethoden extrapoleren naar profiling, dat deze methode op slag de naam “wetenschap” waard is. Maar dat is geen reden om ze af te keuren. In justitie is er zelden sprake van exacte wetenschap. Het menselijk gedrag laat zich nu eenmaal niet in grafieken gieten.’
Zucker gaf haar boek de ondertitel “Hoe een dader zichzelf verraadt”. Is dat dan het geval bij elke dader? ‘Mensen laten meer sporen na op een crime scene dan je op het eerste gezicht zou denken. Er kunnen vingerafdrukken zijn, vezels, sperma, DNA, maar ook sporen van gedrag. Die analyseren wij om aan de hand daarvan een profiel op te stellen.’
Een profiler wordt pas ingeschakeld als de klassieke onderzoeksmethodes niet tot een opheldering hebben geleid, als er dus al sprake is van een zekere hopeloosheid. En dan moet Zucker een zo volledig mogelijk profiel opstellen van iemand die ze nog nooit gezien heeft en wellicht nooit te zien zal krijgen. ‘Profilers praten zelden met daders, ah ja meestal is er nog niet eens een verdachte in zicht, en we bewegen ons ook niet te midden van de actie. Om tot een profiel te komen, moet je stapels papieren lezen. Het relaas van de feiten, getuigenverklaringen, autopsiebeelden, verslagen van experts, de plaats delict, alles moeten we tot in het kleinste detail bestuderen. Ook het leven van de slachtoffers – alles wil ik weten. Dan volgt een deductieproces.’
Filmt de dader zichzelf tijdens de misdaad? Dat kan wijzen op narcisme, wat dan weer een aanwijzing kan bieden over de uiterlijke kenmerken van de dader. Breekt iemand in door met een snijbrander een metalen deur te bewerken? Dan kan de gebruikte techniek iets aangeven over zijn beroep of hobby. Ontvoert een man een meisje dat aan het liften was, dan betekent dat dat hij zijn slachtoffer selecteert op risicogedrag.
Al behoedt Zucker er zich voor conclusies te trekken op basis van slechts één of een paar kenmerken. ‘Elke aanwijzing moet passen in het totale plaatje.’
Jas met dubbele knopen
En dat gaat soms behoorlijk ver. Psychiater James Brussel stelde in de jaren 50 het eerste daderprofiel op: dat van de ‘Mad Bomber’, de Amerikaanse bommenlegger die brieven schreef om zijn terreurdaden in New York te ondersteunen. Hij concludeerde dat de dader een blanke man van een jaar of vijftig moest zijn. Een vrijgezel, want in die brieven toonde de bommenlegger zich erg achterdochtig en ‘paranoïde personen trouwen niet’. ‘De typografische elementen in zijn brieven bevestigen deze hypothese. Hoewel alle letters erg hoekig zijn gevormd, toont de letter W een uitgesproken ronding onderaan. Dat verwijst naar vrouwenborsten.’
Brussel besluit daaruit dat de dader seksueel onaangepast is, eerder introvert, niet geïnteresseerd in vrouwen, alleenwonend of samenwonend met een oudere vrouw die eventueel familie is. Brussel vermoedt ook dat de dader ziek is, want in zijn brieven maakt hij vaak allusie op pijn. Maar daar bleef het niet bij. In zijn profiel vertelde Brussel dat de dader op het moment van zijn arrestatie een jas zou dragen met een dubbele knopenrij. Omdat dat type jas in die tijd gedragen werd door mensen die erg opgezet waren met zichzelf, een karaktertrek die Brussel in de dader vermoedde. Hij vermeldde er nog bij dat de dader zijn jas dichtgeknoopt zal hebben bij de arrestatie.
Compleet met de haren getrokken, zegt u? Op basis van Brussels aanwijzingen klopte de politie aan bij een man die bekende de bommenlegger te zijn. Hij leed aan tbc, was een vrijgezel die met zijn twee oudere zussen samenwoonde, maar ha, op het moment dat de politie bij hem binnenviel, droeg hij een pyjama.
De politie gaf hem de tijd zich aan te kleden en even later verscheen hij in een jas met dubbele knopenrij, dichtgeknoopt.
Zucker benadrukt ook dat profiling nooit een bewijs oplevert. ‘Wij bieden de speurders hypotheses en gaan na welke hypothese het meest plausibel is. Op basis van onze onderzoeksmethode kan je de groep verdachten beperken, nieuwe pistes ontdekken, bijkomende onderzoeksdaden vragen. Maar we kunnen ons vergissen. Zoals ook DNA-onderzoek op zich ook geen sluitend bewijs is, mag een profiel niet de enige aanwijzing zijn in een zaak.’
Bewijzen niet noodzakelijk
In een opvallende passage in haar boek pleit Zucker ervoor het concept bewijs te versoepelen en uit te breiden. Ze vindt niet dat onweerlegbare bewijzen een absolute noodzaak zijn om tot een veroordeling te komen. Net zoals is gebeurd in de zaak-Leopold Storme en de parachutemoord, kan voor haar een reeks consistente vermoedens voldoende zijn voor een beschuldiging. ‘Een gewaagde uitspraak, ik weet het. Maar er moet iets gebeuren. De naïviteit van de samenleving is onhoudbaar, onze wetten zijn niet aangepast aan de 21ste eeuw. We staan nog altijd machteloos. Daders weten steeds beter hoe ze sporen moeten uitwissen, waardoor harde bewijzen steeds moeilijker te vinden zijn. Zeker in verkrachtingsdossiers is het nog altijd het woord van het slachtoffer tegen het woord van de vermeende dader.’
Verkrachtingsdossiers, het is haar stokpaardje. Eerder deed ze een uitvoerige studie naar honderd verkrachtingsdossiers, uit de periode 2001 tot 2007. Uiteindelijk hebben er maar vier tot een veroordeling door een Belgische strafrechter geleid. In slechts één geval heeft de dader een effectieve celstraf opgelopen.
Toen ze dat kwam vertellen in de Senaat, was het huis te klein. ‘België is het enige land waarin bijna geen enkel dossier met een voor het slachtoffer onbekende dader opgelost wordt. Bovendien kampen we nog altijd met vreselijke vooroordelen; het was maar een doktersspelletje, een misverstand of een triest gevolg van te veel alcohol. De kans dat de dader in de cel belandt, is zo goed als nihil. De kans dat hij nog meer verkrachtingen pleegt, is bijna een zekerheid.’
Een alternatief voor de huidige aanpak ziet Zucker in wat de Amerikanen ‘parallelle bewijzen’ noemen. ‘De onderzoeksresultaten van profiling leveren een reeks concrete voorbeelden van wat dat zoal kan zijn. Als men bij een verdachte die de feiten ontkent, merkt dat er sprake is van eerdere zedenfeiten – zoals exhibitionisme of voyeurisme – is dat een niet te onderschatten aanwijzing. Als daar nog bijkomt dat men ook handboeien vindt tijdens de huiszoeking, of gewelddadige porno, moet men daar gebruik van kunnen maken om tot een veroordeling te komen.’
Lachen met exhibitionisten
Ze maakt zich druk in het feit dat mensen vandaag lachen met exhibitionisme. ‘Weet wel dat de helft van de exhibitionisten psychopaten zijn en dat meer dan vijftig procent van hen pedofiel is. Onze onderzoeken wijzen uit dat in een groep van 210 verkrachters 68 procent zich al schuldig had gemaakt aan voyeurisme. Wat hoor ik nu onlangs, bij het Hof van Cassatie komt een zaak voor van een man die seks had met een vrouw en dat – zonder haar medeweten – filmde. Dat is geen zedenfeit, oordeelde de rechter. Hij dacht misschien dat die man daar geen kwade bedoelingen mee had, maar dat is naïef. Er is een zeer grote correlatie tussen dit soort zedenfeiten en veel ernstiger feiten.’
Wat is er eigenlijk gebeurd met Zuckers conclusies rond de Bende van Nijvel? Het blad Paris-Match kon zonder haar medeweten haar dossier inkijken en las dat volgens haar de bende geleid werd door een psychopaat, dat de leden tussen 18 en 45 jaar zouden zijn geweest en werkten als mecanicien, lasser, of kok. De ‘comfortzone’ van de moordenaars situeerde ze in een straal van 2,5 kilometer rond Elsene. En hun motieven zouden zeker niet politiek zijn. ‘Maar de speurders staan niet open voor mijn pistes. Ze blijven zoeken in extreem-rechtse kringen. Ach, dat frustreert me niet. Ik heb mijn werk gedaan en al mijn hypotheses zijn bevestigd door de Amerikaanse profile-top. Het is erg voor de familie van de slachtoffers. Maar ik heb een gerust geweten.’
Bron: De Standaard | 7 December 2013
Meer over haar onderzoek naar de Bende van Nijvel lees je hier » Forum
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube