51

Re: Gladio België

Om te beginnen, heel erg bedankt voor het artikel. Ik weet niet wie de auteur is, of beter gezegd ik kende hem alleen van zijn werk over de Beatles.

Het is inderdaad een aardige poging om dit topic te ondermijnen. Poging.

"Hij graaft in archieven en verzamelt ooggetuigenverslagen en concludeert dat de Belgische Stay Behind niets te maken had met het geweld dat België in de jaren tachtig overspoelde."

Om tot slot te zeggen:

"Dankzij de vrijgegeven archieven kan de historicus nu zeggen dat er geen verband is tussen de Belgische Stay Behind en het geweld van de jaren 1980. Maar archieven van civiele en militaire inlichtingendiensten kunnen worden gezuiverd."

Dit soort conclusies doet dan inderdaad mijn hersenen rammelen. Verder maakt hij dan nog een (on)handig onderscheid tussen het Amerikaanse en het Belgische Gladio (alsof wij Belgen überhaupt iets te zeggen hadden, of ben je vergeten dat de raketten hier al stonden terwijl onze ministers in Amerika het omgekeerde gingen bepleiten). (Of zogezegd gingen bepleiten om de sossen te sussen.) Klinkt natuurlijk heel erg stoer om dat onderscheid te maken.

Dus als je 't mij vraagt had Babusiaux in zijn "Communication de l’histoire" beter bij de Beatles gehouden want in deze heeft hij zijn eigen conclusies onderuit gehaald.

Gelukkig heb ik dat dus niet moeten doen want mij had je "verlies van de ratio" verweten. Het was een aardige poging wat mij betreft. Hij verzamelde ooggetuigenverslagen maar blijkbaar heeft hij dat net iets te weinig gedaan. Want er bestaan ooggetuigenverslagen die iets heel anders gezien en meegemaakt hebben.

52

Re: Gladio België

Een uitgebreid team van gekende historici ondersteunen samen met een heel team deskundigen de CWB. Ondermeer zij die met CegeSoma, op vraag van de Senaatscommissie Justitie, de moord op Julien Lahaut oplosten.

Het is tegenwoordig bon ton om te geloven in alternatieve feiten en daarbij de duidelijke en wetenschappelijke onderbouwde antwoorden compleet te negeren. Het is tegenwoordig bon ton om te - blijven - geloven en iedereen wijs maken dat de 'oplossing voor het dossier van de Bende van Nijvel' "gestolen" (zoals vermeende verkiezingsuitslagen) of nooit onderzocht geweest is.

En het is ook altijd - en ook hier - blijkbaar nodig omdat met veel bravoure en met ondersteuning van gelijkgestemden - en ondanks weerlegging met feiten en ondanks de afwezigheid van bewezen feiten en onderzoeksdaden die het tegendeel aantonen - te blijven verkondigen.

Onder het mom van vrije meningsuiting en het grote eigen gelijk op kap van veel mensen die nog helaas nog steeds wachten op een inhoudelijke waarheid waarvan het ondertussen inderdaad wel nog erg moeilijk wordt om de daders te straffen.

Nog on topic, voor hen die zich graag verder verdiepen en daarbij de ratio kunnen blijven behouden:

https://media.licdn.com/dms/image/D4E22AQFig5EKccp7QQ/feedshare-shrink_2048_1536/0/1705528595754?e=2147483647&v=beta&t=mNm7Fb2uQ6m9mvLWDrKhEXDR2onFH-5KEGcPOQHOisc

https://media.licdn.com/dms/image/D4E22AQGXKfuKLCnO0w/feedshare-shrink_2048_1536/0/1705528595994?e=2147483647&v=beta&t=LcXnfGBJpgzTSbpgsUsEYziOtT9h2dJg8uoYMLko32w

53

Re: Gladio België

Volgens Eddy Vos in het Humo-interview te lezen in Humo-editie van 6 februari 2024 blijft Gladio en Stay Behind een mogelijk motief voor de Bende van Nijvel:

Ik heb jarenlang onderzocht of in België iets soortgelijks aan de hand was, of de terreur van de Bende van Nijvel het werk was van dat geheime Stay Behind-netwerk."
HUMO: En?
Eddy Vos: "Ik blijf het een aanlokkelijke hypothese vinden.

54

Re: Gladio België

Welke journalist, gewapend met Gladio kennis, kunnen we op Vos afsturen ? Aangezien hij zegt er jaren lang op gezocht te hebben moet hij toch behoorlijk wat Gladio kennis hebben ondertussen.

Maar eerlijk is eerlijk, Vos heeft ook dikwijls herhaald " Ze waren ons te slim af". Dat hij dat eerlijk toegeeft siert hem als mens. En dat hij het waagde een PV op te stellen ivm het verbranden van dossierstukken sierde hem eveneens.

55

Re: Gladio België

Notulen ministerraad 1990 bewijzen: premier Martens loog over Gladio

Op donderdag 15 november 1990 is er een ministerraad onder leiding van premier Martens. Niet verrassend gaat het deze keer opnieuw over Gladio. Het Belgische deel van Gladio werd in de jaren 50 opgestart, opgesplitst in twee verschillende organisaties: de SDRA8 voor de inlichtingendienst en de STC/MOB voor de staatsveiligheid.

Het netwerk werd publiek op woensdag 14 november 1990, toen de toenmalige minister van Defensie Guy Coëme het bestaan ervan officieel bevestigde. Dit gebeurde enkele maanden nadat premier Andreotti in Italië hetzelfde had gedaan.

Wilfried Martens zal tijdens een persconferentie op 9 oktober 1990 verklaren: “Ik ben al elf jaar premier, maar ik wist hoegenaamd niets van het bestaan in ons land van zo’n geheim netwerk.”

Uit de notulen van die raad midden november blijkt dat Martens een loopje met de waarheid nam.

Na de afhandeling van de agenda van die raad wordt door de regering zeer uitvoerig ingegaan op het bestaan van het network "SDRA-8", de zgn. "Gladio-affaire".

Martens geeft tijdens de ministerraad toe dat de toenmalige minister van Justitie Jean Gol, hem al in 1984 had uitgenodigd om een bezoek te brengen aan de Staatsveiligheid, die toen al haar "systemen" heeft getoond, o.m. het "Harpoon-systeem" dat ertoe diende om, in geval van bezetting van het land, ondermeer gecodeerde gegevens naar de regering in ballingschap door te zenden. Martens beweert toen de indruk te hebben gehad dat dit behoorde tot de normale taak van de Staatsveiligheid.

Martens had vervolgens contacten met de Nederlandse Minister-President Lubbers over dat systeem, die (nog) beter geïnformeerd was.

Minister Wathelet legt haarfijn uit wat dit “Harpoon-systeem” is van de VSSE en hoeveel mensen toegewezen zijn.

Minister Moureaux concludeert uit de uiteenzetting van Wathelet en Coëme dat 16 voltijdse personen en 10 auto’s ter beschikking van het geheime netwerk waren, waaruit volgens hem moet blijken dat deze personen iets anders hebben gedaan dan hun officiële opdracht laat vermoeden.

Er wordt door de regering wel overeengekomen omtrent de verstrekte informatie een strikte geheimhouding te bewaren.

Bron: T. Debels

Zelfde auteur:

Het Nederlandse kabinet spreekt alsnog grote waardering uit voor leden en nabestaanden van de Stay Behind-organisatie, een ultrageheime verzetsgroep die tijdens de Koude Oorlog klaarstond om het gewapend verzet te gaan vormen tegen de communisten. Het is voor het eerst dat de Nederlandse regering publiekelijk de organisatie prijst.

Nazaten van drie oud-leden van de organisatie uitten in 2017 in de Volkskrant hun frustratie over het gebrek aan openheid en erkenning van de regering. Het geheime werk van hun vaders had voor veel spanning en vragen gezorgd. Zij verenigden zich, verzochten om het openen van archieven en spraken in december met minister Ank Bijleveld van Defensie.

Demissionair premier Mark Rutte en Bijleveld spreken nu namens het kabinet ‘erkentelijkheid en grote waardering’ uit voor de oud-leden en hun nabestaanden. De brief is hier integraal te lezen.

‘Gedurende de vele jaren dat zij deel uitmaakten van de Stay Behind-organisatie hebben de leden zich, vanuit een hoge mate van vaderlandsliefde, voor een deel belangeloos en uiterst consciëntieus en professioneel op hun verantwoordelijke en moeilijke taak voorbereid in het belang van ons koninkrijk. Dit heeft in meerdere gezinnen aanzienlijke spanningen teweeggebracht en beperkingen opgelegd in de familie- en persoonlijke levenssfeer.

. De inzet verdient de allerhoogste waardering’, schrijven Bijleveld en Rutte. Het is voor het eerst dat de Nederlandse regering publiekelijk de Stay Behind-organisatie prijst.

De Volkskrant vandaag: "De verzetsorganisatie bestond uit een paar honderd burgers die tijdens de Koude Oorlog klaarstonden om als de Sovjet-Unie zouden binnenvallen het verzet te leiden. Een deel zou uitwijken naar Spanje, een ander deel zou in Nederland ondergronds gaan en een agentennetwerk aansturen. De coördinatie was in handen van Defensie, Algemene Zaken en de Binnenlandse Veiligheidsdienst, voorloper van de AIVD."

Leden mochten er niet over spreken, zelfs niet met hun echtgenoot. Ze hadden schuilnamen en leidden een dubbelleven. De groep was gespecialiseerd in psychologische oorlogsvoering, sabotage en liquidaties. Op tientallen plekken in Nederland waren wapens verstopt in ondergrondse opslagplaatsen.

Na het artikel meldden zich meer nazaten die dezelfde ervaring hadden. Defensie, Algemene Zaken en de inlichtingendiensten wilden echter geen openheid geven. Ook bleek een deel van het archief vernietigd en de rest tot staatsgeheim verklaard.

De Volkskrant: "Uiteindelijk ging een werkverband namens inmiddels acht oud-leden het gesprek aan met Tweede Kamerleden en Defensie. Dat heeft nu tot de eerste stap geleid. Verder is afgesproken dat er ‘nader archiefonderzoek’ zal volgen, een belangrijke wens van de nabestaanden. ‘Ons belangrijkste doel is het geopend krijgen van alle resterende overgebleven archieven, gericht op een volledige en integere geschiedschrijving waarin het werk van de agenten in alle facetten in beeld komt’, zegt Jansen op de Haar namens de werkgroep." Ook in België was een gelijkaardige organisatie actief.

56

Re: Gladio België

Eindelijk ... EINDELIJK nog eens iemand met gezag en inzicht die helemaal op dezelfde golflengte zit als ik. Uit de grond van mijn hart, bedankt voor dit artikel Thierry Debels. En natuurlijk ook bedankt Walter De Smedt.

Dossier Bende van Nijvel: voormalig magistraat verbindt WNP en Groep G aan NAVO en inlichtingendiensten om mysterie te verklaren

   Na de oorlog vroeg de chef van de Britse geheime diensten, Stewart Menzies, aan eerste minister Spaak om samen te werken.

Paul-Henri Spaak was voor en na de Tweede Wereldoorlog premier. Sir Stewart Graham Menzies (Londen, 30 januari 1890 – aldaar, 29 mei 1968) was het hoofd van MI6, de Britse geheime dienst, van 1939 tot 1952.

Spaak wou dat enkel indien ook de Amerikaanse diensten er in betrokken werden. Daaruit ontstond volgens Walter De Smedt het verdrag van Brussel en later wat wij nu de NAVO noemen.

In 1957 werd Spaak secretaris-generaal van de NAVO als opvolger van Lord Ismay en bleef dit tot 1961.

Walter De Smedt (Dendermonde, 1948) is een Belgisch ex-magistraat, columnist en schrijver.

De Smedt eind 2017 in Apache: “Deze verdragsorganisatie (NAVO) bestaat niet enkel uit een militair luik dat wij allen kennen omdat wij er als dienstplichtige deel van uitgemaakt hebben. Het andere facet, de aan elkaar verbonden Nationale Veiligheidsoverheden en Inlichtingendiensten zijn minder bekend maar even belangrijk.”

Hierin zit volgens hem de voornaamste reden dat de Belgische overheid de geheimhouding over het bestaan en de werking van aan de officiële diensten verbonden parallelle diensten niet kan bekennen. “Het verdrag houdt immers een overdracht van soevereiniteit in. En er zijn ook werkingsregels die de geheimhouding opleggen.”

Het zijn volgens De Smedt de inlichtingendiensten zelf die bepalen wat al of niet geheim is en als het over een bevriende dienst gaat speelt 'de derde regel' waardoor enkel de dienst van oorsprong het geheim kan declassificeren, de graad van geheimhouding kan opheffen.

“Bovendien is het verbreken van die geheimhouding strafbaar. Recentelijk werd er zelfs een wet gemaakt om lekken daarover te vermijden: zwaardere bestraffing en toepassing van bijzondere technieken om de lekken op te sporen.”

De Smedt verbindt die belangrijke informatie aan de Bende van Nijvel. “Stel je voor dat wat nu wordt vermoed officieel zou worden bevestigd. Dat leden van de groep G, een geheime organisatie binnen de rijkswacht samen werkten met extreem rechtse organisaties als de Westland New Post, en de acties binnen het kader van de NAVO gebeurden met als voorgehouden doel de veiligheidsdiensten in ons land te versterken.”

Voor deze piste waren er volgens De Smedt van bij het begin van het onderzoek ernstige aanwijzingen. Dat er gemanipuleerd werd en bepaalde onderzoeken niet behoorlijk werden gedaan was ook snel zichtbaar. Dat werd al duidelijk tijdens de eerste Bendecommissie.

De geschiedenis van Menzies en Spaak is overigens iets complexer dan summier voorgesteld door De Smedt. Er is ook de interferentie van Gladio.

De geschiedenis van de Belgische tak van het Gladio-netwerk begint in 1948 toen Eerste Minister Paul-Henri Spaak en Minister van Justitie Paul Struye de Staatsveiligheid toestemming gaven om met geallieerde inlichtingendiensten te praten over de organisatie van een clandestien stay-behind netwerk.

Deze onderhandelingen vonden voornamelijk plaats met Sir Stewart Menzies van de Britse SIS en vertegenwoordigers van de toen net opgerichte CIA. De expliciete doelstellingen van deze samenwerking werden geschetst in een topgeheime brief van Menzies aan Spaak:

Het huidige doel van [Engels-Belgische samenwerking tussen de speciale diensten] moet gericht zijn op twee hoofddoelen:

De verbetering van onze informatie over het onderwerp van Cominform en potentiële vijandelijke activiteiten voor zover deze onze twee landen betreffen.

De voorbereiding van geschikte inlichtingen- en actieorganisaties in geval van oorlog.

Sir Stewart Menzies, 27 januari 1949

De hoeveelheid invloed die in dit vroege stadium aan de CIA werd toegeschreven, varieert van bron tot bron. De CIA had nog geen volledige zeggenschap over het Office of Policy Coordination, dat tot 1952 de Amerikaanse geheime acties aanstuurde.

Tijdens de eerste onderhandelingen stelde Menzies voor om de VS buiten de organisatie te houden, maar Spaak maakte bezwaar tegen verdere ontwikkelingen die niet in een tripartite (België-Groot-Brittannië-Verenigde Staten) of multilaterale setting plaatsvonden.

In het eindverslag van parlementair onderzoek wordt weinig melding gemaakt van de betrokkenheid van de CIA, maar onderzoeksjournalist Walter de Bock wijst op basis van Pentagon-documenten op de belangrijke rol die de CIA al vroeg in de organisatie speelde en op de feitelijke controle tot 1968.

Ook kolonel Margot klaagt in een interne nota van 8 april 1959 over de invloed van de Amerikaanse inlichtingendiensten op de Belgische tak van het Gladio-netwerk.

Deze eerste onderhandelingen leidden tot een nauwere samenwerking tussen de geheime diensten van de drie landen onder de naam Tripartite Meeting België.

Na deze vergadering werd het Belgische stay-behind netwerk operationeel, maar het duurde tot 4 januari 1952 voordat de eerste formele instructies voor stay-behind operaties werden gegeven aan Ludovicus Caeymaex (Staatsveiligheid) en Generaal Etienne Baele.

De groeiende polarisatie tussen Oost en West en het besef van de noodzaak van continentale samenwerking leidde in 1949 tot de oprichting van het Comité Clandestin de l'Union Occidentale (C.C.U.O.), dat België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk en Groot-Brittannië omvatte.

Het C.C.U.O. legde de basis voor de vorming van de NAVO en coördineerde de verschillende stay-behind netwerken in de vijf lidstaten. De functies ervan werden in 1951 overgedragen aan het Clandestine Planning Committee (C.P.C.), een andere NAVO-organisatie, die in 1959 werd omgedoopt tot Coordination and Planning Committee.

Het C.P.C. werkte een plan uit voor de installatie van twee taakgroepen, één voor communicatie en één voor geheime netwerken, een structuur die werd weerspiegeld in het Allied Coordination Committee (A.C.C.) dat in 1958 werd opgericht om het C.P.C. van sommige van zijn taken te ontlasten.

Het A.C.C. bestond uit de leden van de C.C.U.O. plus de VS en coördineerde de stay-behind activiteiten, zoals was bepaald op de eerste bijeenkomst in april 1959 onder Frans toezicht:

Het A.C.C. is een regionaal comité van zes mogendheden voor het voeren van onderling overleg en het ontwikkelen van beleidsrichtlijnen over zaken van gemeenschappelijk belang met betrekking tot achterblijvers in de betrokken West-Europese landen.

Beginselverklaring, 29-30 april 1959

Deze in elkaar grijpende coördinatieorganisaties, zoals het C.P.C. en het A.C.C., hadden aanvankelijk hun hoofdkwartier in Parijs, maar verhuisden samen met SHAPE, het centrale hoofdkwartier van de NAVO, naar Bergen in België na de Franse terugtrekking uit de verenigde NAVO-commandostructuur in 1966.

Na de eerste zes landen werden Duitsland, Italië, Denemarken en Noorwegen lid van de A.C.C.. Hoewel alle landen lid waren van de NAVO, werd een officiële link tussen de A.C.C en de NAVO ontkend. De parlementaire commissie merkte op "... men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat er in de praktijk steeds nauwere betrekkingen ontstonden".

In de daaropvolgende decennia werden de stay-behind activiteiten voornamelijk gecoördineerd via A.C.C.-bijeenkomsten. Deze activiteiten bestonden officieel uit (multinationale) trainingsactiviteiten zoals infiltratie, parachutespringen en langeafstandscommunicatie, waarvan er minstens tussen 1972 en 1989 een groot aantal werden gehouden.

Door het geheimzinnige karakter van het netwerk, het milieu van de verschillende betrokken agenten en de Koude Oorlogsomgeving werden er beschuldigingen geuit dat het stay-behind netwerk in deze periode ook minstens onrechtstreeks betrokken was bij clandestiene acties op Belgische bodem.

De laatste gedocumenteerde vergadering van het A.C.C. vond plaats op 23 en 24 oktober 1990 onder leiding van generaal Van Calster, waar de deelnemers onder meer een inkrimping van het stay-behind netwerk bespraken in het licht van de veranderende internationale verhoudingen.

Dit was de bijeenkomst waar de Italiaanse president Giulio Andreotti naar verwees na de onthulling op 24 oktober 1990 van het bestaan van Gladio in Italië, een onthulling waar verschillende woordvoerders van andere regeringen op reageerden door te beweren dat elke stay-behind in hun eigen land verleden tijd was. Dit irriteerde Andreotti alleen maar en hij verklaarde aan de pers dat de laatste stay-behind bijeenkomst een paar dagen daarvoor nog in België had plaatsgevonden.

Na de ontmaskering van de Italiaanse tak en navraag door Italiaanse ambtenaren bij hun Belgische collega's, maakten minister van Defensie Guy Coëme en premier Wilfried Martens het bestaan van de Belgische tak van het Gladio-netwerk bekend tijdens een persbijeenkomst op 7 november 1990.

De regering besliste op 23 november 1990, enkele dagen na het voorstel voor een parlementair onderzoek, om het netwerk officieel te ontbinden.

Martens loog trouwens over Gladio. Dat hebben we al elders geschreven.

Eigenlijk heb ik na dit artikel niets meer te zeggen. Hier staat wat ik wou horen. Waarom, waarom in Godsnaam heeft men ons 40 jaar beetgenomen?  Lieve staatswees, beste vriendin, de waarheid staat HIER. Sorry voor mijn emotionele reactie. Jij hebt vanaf minuut 1 aangevoeld dat je een staatswees was. En je had gelijk. Je moeder had gelijk. Walter De Smedt had gelijk; Belgie alleen kan/kon niet bekennen. Nogmaals bedankt Thierry Debels en Walter De Smedt.

57

Re: Gladio België

De verslagen van de ministerraad van 1990 (Martens VIII) werden zonet vrijgegeven. Interessant is de vergadering van 9 november 1990. Informatie over Gladio doet de temperatuur tijdens de vergadering stijgen.

Op het einde van die raad wenst minister van Landsverdeding Guy Coëme (PS) het nog te hebben over de clandestiene "GLADIO-organisatie" die onlangs in Italië werd ontdekt. Coëme zegt ingelicht te zijn geweest door de Italiaanse regering dat het voorzitterschap van het genootschap een Belg zou zijn en dat er regelmatige vergaderingen in België zouden plaatshebben. En er zou volgens de minister “ook een betrokkenheid van de Staatsveiligheid zijn”.

Onmiddellijk na deze inlichtingen heeft Coëme contact opgenomen met premier Martens en minister Wathelet en hij stelt op de ministerraad “een vlugge actie” voor. Er is immers ook een mogelijke band met de Bende van Nijvel.

Volgens Coëme moet men vooreerst de lijst kunnen bekomen van mogelijke leden van de geheime dienst die dan vertrouwelijk moet blijven en vervolgens moet men nagaan of er geen verband bestaat tussen de activiteiten van die geheime dienst en Belgische gerechtelijke kringen.

Er is volgens Coëme wel een link naar de Algemene Inlichtingendiensten van de Strijdkrachten en Coëme wil die zelfs afschaffen.

Tobback reageert fel. Volgens hem bestaat er blijkbaar een groep bij de strijdkrachten, misschien ook bij de Staatsveiligheid en bij de Rijkswacht, de meent dat zij boven de regering staan en eventueel handelen tegen democratisch verkozen vertegenwoordlgers in. Op de ministerraad wordt beslist om open kaart te spelen.

Het Belgische deel van Gladio werd in de jaren 50 opgestart, opgesplitst in twee verschillende organisaties: de SDRA8 voor de inlichtingendienst en de STC/MOB voor de staatsveiligheid.

Het netwerk werd publiek op 14 november 1990, toen de toenmalige minister van Defensie Guy Coëme het bestaan ervan officieel bevestigde.

Of een Belg aan het hoofd stond van dit genootschap weet ik niet maar wat wel geweten is is dat een Belgisch diplomaat lid was van de Italiaanse P2 loge. Geen idee of het om dezelfde man gaat. Ik blijf zo veel mogelijk het italiaanse proces volgen.