Topic: Bank Copine
Bank Copine werd in 1944 opgericht en in 1982 komt de Belgische bank in zware moeilijkheden. De bank wordt in hetzelfde jaar overgenomen door Citybank. De tijdlijn van de bank ziet er als volgt uit (bron » www.combuysse.fgov.be):
Banque Copine et Cie: 29/08/1944 - 03/12/1957
Banque Copine, scs: 03/12/1957 - 13/04/1977
Banque Copine, sa: 13/04/1977 - 29/03/1983
29/03/1983: afgevoerd door herroeping ("radiée par révocation"), afstand van het belangrijkste deel van de deposito’s aan de Famibanque; de bank is niet meer in staat te functioneren volgens de reglementaire voorschriften.
Meer info over de affaires kan je hieronder lezen:
De Belgische bank Copine komt in 1982 in zware moeilijkheden wanneer blijkt dat een aantal kaderleden van de bank zwaar met de boekhouding hebben gesjoemeld en de bank met een gat zit van liefst 1 miljard frank (25 miljoen euro). Enkele bestuurders worden daarop aan de deur gezet. Een van hen is Léon Finné, op dat moment directeur van het kantoor aan de Louisalaan in Brussel.
Finné is een van de slachtoffers van de Bendeoverval op Delhaize in Overijse in september 1985. Getuigen zeggen dat Finné na zijn ontslag als directeur werkte als geldkoerier, regelmatig naar Zaïre reisde, daar grote sommen (zwart) geld ophaalde om ze nadien een veilig onderkomen te geven op geheime rekeningen in Luxemburg. Verscheidene bronnen zeggen dat president Mobutu van Zaïre gretig de kringen van de PSC rond Paul Vanden Boeynants financierde. Maar ook joodse PS- en PRL-kringen mochten rekenen op zijn gulle hand. "Iedereen die naar de ambassade van Zaïre in Brussel ging, rechts was en zei dat hij Mobutu heel erg sympathiek vond, kreeg geld. Ik weet het, want ik ben voor de jong-PSC zelf naar de ambassade gegaan", zegt een ingewijde van toen.
Speelde Finné ook bij de verdoken partij-financiering uit Zaïre een rol? Was Finné, die als directeur bij Copine ook zeer goed op de hoogte was van het vermogen van een flink deel van de Brusselse beau monde, op een of andere manier een bedreiging?
Finné werd op een dag geïntroduceerd bij baron De Bonvoisin, de penningmeester van de studiedienst CEPIC van de PSC van Vanden Boeynants. Volgens de baron had hij geen vertrouwen in Finné en heeft hij hem heel snel buiten gewerkt. Finné, die meestal gewapend rondliep, had goede contacten bij het Brusselse gerecht en de politie. Hij zou daarbij geregeld als informant hebben opgetreden. De maanden voor zijn dood zei hij aan een kennis van de gerechtelijke politie dat hij zich bedreigd voelde. Na zijn dood werd bij hem thuis ook ingebroken. (...)
De Banque Copine had zakelijke belangen met de Crédit Commercial en Financier (de firma van Richard Van Wijck) en met de verzekeringsmaatschappij North Europe. En een dochtermaatschappij van Banque Copine - het vastgoedkantoor Progime - verhuurde vanaf 1981 garageboxen en appartementen aan Bouhouche en Beijer, die weliswaar valse namen gebruikten en pas veel later in opspraak zullen komen.