Overijse

27 September 1985: Het bloedbad aan het Delhaize-warenhuis van Overijse

Het is 20u27. Ze dragen dezelfde carnavalsmaskers en dezelfde lange, op legerjassen lijkende mantels en ze gebruiken dezelfde wapens, twee riotguns kaliber 12. Ze zijn met z’n drieën en de grootste onder hen roept bij de getuigen onweerstaanbaar de benaming ‘reus’ op. Ze spreken Frans en het zeer militair aandoend scenario van deze vijfde overval op een Delhaize-warenhuis in twee jaar tijd, verloopt op precies dezelfde wijze als de vier vorige.

Ze stappen uit een Golf GTI en openen direct het vuur op een klant die naar zijn wagen toe stapt. Nog maar eens een slachting. Men bekommert zich niet meer om de details. Getuigen zijn ten dode opgeschreven. Vooraleer het warenhuis binnen te dringen, pakken de moordenaars het gezin Noté aan, dat ze verrassen terwijl het zijn aankopen aan het inladen is. Stefaan Noté wordt op slag gedood. Misschien hadden de gangsters de bedoeling om net als in Eigenbrakel de veertienjarige jongen te gijzelen.

In Overijse staat een van de gangsters buiten het gebouw op de uitkijk. Deze wijziging in de door de moordenaars gevolgde tactiek, verklaren de onderzoekers achteraf door het feit dat de moordenaars redelijkerwijs mochten vrezen dat het in Eigenbrakel geslagen alarm zou leiden tot versterkte bewaking voor alle 31 Delhaize magazijnen in het Brusselse en dus ook in Overijse.

Ze maken zich dan wel veel illusies over de interventiemogelijkheden van de ordediensten in deze ten zuiden van de hoofdstad gelegen randgemeente, die deels hoort bij het gerechtelijke arrondissement van Waals Brabant en deels tot dat van Brussel. Gevolgd door een medeplichtige, gaat de reus de Delhaize binnen. Carnavalsmaskers op en riotguns in de aanslag. Aan de kassa’s ontstaat direct paniek. Er zijn veel vrouwen en kinderen aanwezig op dit spitsuur. De bij de kassa’s samengestroomde klanten moeten plat op de buik gaan liggen en de caissières moeten de geldlades openen.

Het Delhaize-warenhuis van Overijse.

Het Delhaize-warenhuis van Overijse.

Panische momenten

Een van hen, de 37-jarige Rosa van Kildonck, krijgt haar kassa niet makkelijk open. Op dat moment dat hij de trekker overhaalt, heeft de moordenaar de blik van een nazi die een weerstander fusilleert. De caissière wordt met een schot door het hoofd neergekogeld. De tweede boef maakt hiervan gebruik om zich naar het bureau van de beheerder te begeven. Daar eist hij dat de koffer wordt opengemaakt. Panische momenten.

Men heeft deze nooit geïdentificeerde man aan het verstand moeten brengen dat de beheerder de sleutel niet bij zich had, dat de sleutel in het bezit was van een personeelslid dat aangeduid was om over de veiligheid van het warenhuis te waken. De moordenaar neemt er genoegen mee het telefoontoestel met meerdere schoten te vernietigen en de getuigen in een belendend vertrek op te sluiten.

Pas nadat de bandieten aan boord van de Golf GTI gevlucht zijn, vindt men nog twee lijken op de Delhaize-parking. Dat van Jean-Pierre Busiau ligt niet ver van dat van Brusselaar Leon Finné, het 55-jarig gewezen kaderlid van de bank Copine. Die vrijdag kwam Leon Finné terug uit het Groothertogdom Luxemburg. Leon, die altijd gewapend was, was het die avond van de 27ste september 1985 niet. Die avond begaf Finné zich naar de boekhandel van de Delhaize in Overijse om er een krant te kopen.

In het onderzoeksdossier wordt vermeld, dat eerst twee schoten in zijn richting werden afgevuurd en dat zijn moordenaar dan naderbij kwam om het lichaam om te draaien en het met negen kogels in de nierstreek af te maken. Op de parking vond de rijkswacht tenslotte ook nog het lijk van Luc Bennekens, een man van eenendertig jaar die affiches aanplakte voor zijn vader, CVP-gemeenteraadslid van Overijse. Hij stond op het moment van de feiten op een ladder en werd waarschijnlijk afgemaakt omdat hij een te interessante getuige zou geweest zijn voor de onderzoekers.