Anja Vanrobaeys (Vooruit) vraagt oprichting Taskforce voor onderzoek naar de Bende van Nijvel

Federaal Vooruit parlementslid Anja Vanrobaeys vroeg in de commissie Justitie vandaag de oprichting van een taskforce voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel. 40 jaar na de overvallen van de Bende van Nijvel en nadat het onderzoek werd afgesloten door het federaal parket, verkreeg één van de slachtoffers bijkomend onderzoek. “Choquerend”, stelt federaal parlementslid Anja Vanrobaeys.

“Opnieuw is het, dankzij de enorme veerkracht van één van de slachtoffers, dat dit nu eindelijk wordt onderzocht. De waarheid achterhalen in dit dossier is essentieel, met alle mogelijke middelen. Een taskforce van historici en criminologen kan daarbij helpen”, aldus Vanrobaeys. Minister Verlinden liet weten dat ze de oprichting van een taskforce bekijkt.

28 doden

De Bende van Nijvel maakte 28 dodelijke slachtoffers, bij verschillende overvallen, inbraken en moorden. Ze sloegen verschillende keren toe in de periode 1982-1983. Hun zwaarste overval was die in de Delhaize in Aalst. Bijna 40 jaar na de bloedige overvallen van de Bende van Nijvel blijven slachtoffers en nabestaanden strijden om de waarheid te achterhalen. Het federaal parket liet vorig jaar weten dat het onderzoek na 40 jaar zou worden stopgezet. De minister bevestigde toen dat het parket al het mogelijke had gedaan.

Toch verkreeg één van de slachtoffers bijkomend onderzoek naar een auto die mogelijk van één van de daders is. Een verdachte nummerplaat, genoteerd door twee broers vlak voor de aanslag in Aalst, werd immers nooit nagetrokken. Ze werd vlak na de aanslag doorgegeven, maar de getuigen werden nooit ondervraagd. Eén van de nummerplaten werd wel getraceerd en bleek op naam te staan van een firma, maar de speurders hebben de firma nooit gecontacteerd of uitgezocht wie er toen mogelijk met de auto reed.

Schandvlek

“Choquerend”, stelt federaal parlementslid Anja Vanrobaeys. “Dit dossier is de grootste schandvlek in de geschiedenis van justitie. Opnieuw is het, dankzij de enorme veerkracht van één van de slachtoffers, dat dit nu eindelijk wordt onderzocht. Dat kan niet. De slachtoffers moeten dit leed hun hele leven meedragen. En zij zullen geen rust vinden zolang de waarheid niet gekend is, maar dit tast ook opnieuw het geloof in justitie aan. Hoe is dit mogelijk en welke gevolgen heeft dit voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel?” vroeg Vanrobaeys aan minister Verlinden.

Volgens Minister Verlinden werden de nummerplaten onderzocht, maar oordeelde de Kamer van Inbeschuldigingstelling dat bijkomende onderzoekshandelingen gesteld moeten worden. Dat onderzoek wordt eerstdaags afgerond. De slachtoffers dienden daarnaast nog een bijkomende onderzoeksvraag in. Daarover zal eind maart worden beslist.

Historici

“De waarheid achterhalen in dit dossier is essentieel, met alle mogelijke middelen”, stelt Vanrobaeys, die in de Commissie Justitie de oprichting van een taskforce vroeg voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel. “De aanslag in Aalst is een litteken op onze ziel. Slachtoffers hebben recht op de waarheid. Een taskforce kan helpen om die waarheid eindelijk aan het licht te brengen, met de hulp van historici en criminologen, die toegang krijgen tot het volledige dossier.” Minister Verlinden liet weten dat ze de oprichting van een taskforce bekijkt

Bron » Het Laatste Nieuws

“Wij zijn hem zelf gaan zoeken in het mortuarium”: het horrorverhaal van familie die het onderzoek naar Bende van Nijvel openbreekt

Hallucinant is de lijdensweg van de kinderen van Georges De Smet, die door de Bende van Nijvel op 9 november 1985 werd vermoord aan de Delhaize van Aalst. Pas 34 jaar later hoorden ze voor het eerst officieel iets van Justitie. Dochter Carine De Smet (65) en meester Kristiaan Vandenbussche (49) vertellen waarom het belangrijk is dat het onderzoek nog niet wordt afgesloten.

Afgelopen zomer draagt federaal procureur Ann Fransen het Bende-onderzoek na veertig jaar ten grave. Na jaren intensief speurwerk en volgehouden inzet, zijn alle pistes uitgeput. Voor de zowat tachtig nabestaanden voelt die boodschap aan als een “fuck you”. Onder hen de nabestaanden van Georges De Smet die amper 62 was toen hij werd afgemaakt op de parking van de Aalsterse Delhaize. Zijn dood werd nooit officieel gemeld aan zijn acht kinderen.

“Wij hebben hem zelf moeten zoeken in het mortuarium”, vertelt dochter Carine (65). “Mijn broer Dirk had op de radio gehoord over een overval op de Delhaize. Vader ging daar elke zaterdagavond net voor sluitingstijd winkelen, en bleef onvindbaar. De rijkswacht stuurde ons door naar het ziekenhuis. Rond vier uur ’s nachts arriveerde Carine in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis van Aalst. In het mortuarium ligt een zestiger, hoorde ze daar. Ik mocht hem identificeren. Dat beeld ben ik nooit meer kwijtgeraakt. Ik droom er nog van. Vaders gezicht was ongeschonden. Maar achter zijn oren en in zijn nek zag hij blauw, zijn buik stond dik door vochtophoping. Zijn ogen waren dicht, maar hij had een verbaasde blik alsof hij zich afvroeg wat er gebeurde.”

Baret met kogelgat

‘Heeft hij afgezien?’ vroeg Carine zich af. In het ziekenhuis zag ze een dokter die ze kende. “Uw vader is binnengebracht met acht kogelwonden in zijn rug. Hij was op slag dood”, klonk het nadat hij het medisch dossier had ingekeken. “Enkele weken na zijn begrafenis kwamen er twee BOB’ers (Bewakings- en opsporingsbrigade, onderdeel van de rijkswacht, red.) langs. Ze toonden een baret waar een kogelgat in zat. Of ik die herkende? Natuurlijk, die was van vader en niet van de daders. In zijn huis haalde ik een identieke muts uit de kast. Die hebben ze meegenomen. ‘Waarom?’, wou ik weten. De speurders reageerden bits: ‘Wij stellen hier de vragen. Het was het enige contact dat Carine ooit had met rijkswacht. Slachtofferhulp bestond nog niet. Onze broer Guido die nog thuis woonde, en na de dood van vader voor zichzelf moest zorgen, heeft het nooit kunnen verwerken. Hij is uit het leven gestapt. Onze hele familie viel uiteen.”

Carine begint te huilen. “Ik sleepte me voort voor mijn kinderen. ‘Mens toch, zet u erover’, heb ik zo vaak moeten horen. Het heeft mijn huwelijk gekost. Ook op het werk ben ik gecrasht.” Pas twintig jaar na de dood van haar vader zocht Carine contact met andere nabestaanden. “Ik las in de krant over een herdenking in Aalst, ze hadden ons niet uitgenodigd. Ik liet het stadsbestuur weten dat ik er de volgende keer ook bij wou zijn. Zo leerde ik lotgenoten kennen. Zij vertelden me dat ik me burgerlijke partij kon stellen. Dat deed ik in 2019 na een infosessie. Voor mij was dat mijn eerste officiële contact met justitie, bijna 35 jaar na de feiten.”

Miljoen pagina’s

De familie kwam via-via bij Kristiaan Vandenbussche terecht. Als geen ander bijt de advocaat zich vast in het dossier. Minstens een miljoen pagina’s, hoofdzakelijk in het Frans. “Ik heb het op mijn computer, telkens ik ergens moet wachten lees ik er in.” Zo ontdekte de advocaat in 2021 een getuigenverklaring die een nieuw licht wierp op hoe Georges De Smet stierf. Deze ooggetuigen hadden pas geparkeerd bij de Delhaize, toen ze zagen hoe een man bij de schouder werd gegrepen toen hij een winkelkar wilde nemen. Een grote man zette een riotgun tegen zijn rug en duwde hem richting ingang. De getuigen zien de man tegenstribbelen, waarop hij in de nek en de rug is geschoten. De beschrijving stemt overeen met de verwondingen van Georges De Smet. Zijn familie is nooit ingelicht over de ware toedracht van zijn dood. Ze wisten niet dat hun papa door de Reus van de Bende is gegijzeld. Al die jaren dachten ze dat vader was gedood toen hij de winkel verliet met zijn boodschappen, amper beseffend wat hem overkwam.

Twee jaar geleden ontdekte Vandenbussche een spoor dat niet afdoende is onderzocht. “Ik was aan het scrollen in het dossier toen ik een foto van een papier uit een schriftje zag. Het stond vol nummerplaten en automerken. Die dateerde van 1985, er was een pv aan gekoppeld. De zoontjes van een man uit Opwijk noteerden alle auto’s die in hun straat passeerden. De zaterdag van de overval hadden zij om 17 uur een lichtgrijze Mercedes en een donkergrijze Golf zien voorbijrijden. De Mercedes reed zo snel, dat ze twee letters misten. Maar van de Golf hadden ze de volledige nummerplaat. ‘In die Golf zaten vier zwart geklede, ruige mannen,’ hadden de broertjes gezien. Omdat nog meer getuigen die auto’s hadden gezien, stapte de vader naar de rijkswacht.”

Verontrustende hiaten

Volgens het dossier is de nummerplaat opgezocht: die leidde naar een drankenhandel in Brussel, de firma F.

“Maar daar stopte het. Die firma heeft nochtans verdachte linken met het dossier. Zo leverde ze wekelijks drank aan L’Auberge du Chevalier in Beersel, waar de nachtwaker eind 1982 door een moordcommando is gefolterd en omgebracht. Het kan toeval zijn, maar het restaurant dook ook op in een zaak van valse facturen. Een verdachte in dat onderzoek werd gelinkt aan twee feiten die aan de Bende van Nijvel worden toegeschreven. Toch heeft men nooit gevraagd aan de firma wie hun Golf bestuurd kan hebben. Ik hoop dat de leidinggevenden van toen nu nog ondervraagd kunnen worden, net als de twee broers die de auto’s in hun straat noteerden.”

Dat hij zulke hiaten in het onderzoek kon ontdekken, vindt meester Vandenbussche verontrustend. “Ik doe dit naast mijn werk. Minstens dertig gespecialiseerde mensen hebben jarenlang elke dag op het dossier gewerkt. Dat Justitie er alles aan deed om het grootste dossier uit de Belgische misdaadgeschiedenis op te lossen, geloof ik niet meer.”

Bron » Het Laatste Nieuws | Ingrid De Vos

Onderzoek naar Bende van Nijvel dan toch nog niet stopgezet: slachtoffer verkrijgt bijkomend onderzoek naar verdachte nummerplaat

Het onderzoek naar de Bende van Nijvel wordt dan toch nog niet stopgezet. Een van de slachtoffers heeft bijkomend onderzoek verkregen naar een auto die mogelijk van een van de daders is. Getuigen die de auto hadden gezien, zijn nooit ondervraagd. Zij noteerden nochtans de nummerplaat die leidde naar een firma. Ook daar is nooit iemand ondervraagd. Dat zal nu dus wellicht wel moeten gebeuren.

Het federaal parket liet vorig jaar weten dat het onderzoek, wat hen betreft, was afgerond. De daders werden, bijna 40 jaar na de laatste overval, nooit gevonden. “Helaas hebben we de waarheid niet kunnen bovenhalen”, zei federaal procureur Ann Fransen toen. De slachtoffers konden wel nog bijkomend onderzoek vragen.

Willy De Smet stapte daarom naar de rechter. Zijn vader, Georges De Smet, werd op 9 november 1985 gegijzeld en neergeschoten door de zogenoemde ‘Reus’ tijdens de zwaarste overval in de Delhaize in Aalst. De Smet heeft bijkomend onderzoek gevraagd nadat zijn advocaat, Kristiaan Vandenbussche, iets had opgemerkt in het dossier.

Nummerplaat nooit onderzocht

De bewuste overval in Aalst is gepleegd door mensen met een donkere Volkswagen Golf en een lichtere Mercedes. Twee broers van 7 en 9 jaar hadden die combinatie twee uur voor de overval gezien in Opwijk. Volgens hen reden de auto’s heel snel voorbij. In de auto zouden mannen met zwarte kledij gezeten hebben die verdacht overkwamen.

Toen de broers die avond beelden van de overval zagen op het nieuws, meldden ze meteen aan hun vader wat ze hadden gezien. Die ging met die informatie naar het politiekantoor.

De getuigen werden nooit ondervraagd. Een van de nummerplaten werd wel getraceerd en bleek op de naam te staan van een firma. Speurders hebben de firma nooit gecontacteerd en uitgezocht wie er toen mogelijk met de auto reed, zegt Vandenbussche.

De Bende van Nijvel staat erom gekend om nummerplaten te wisselen om speurders op een dwaalspoor te krijgen, was het argument. “Maar een nummerplaat die twee uur voor de overval gezien is, is misschien niet vals”, zegt Vandenbussche.

Twee dagen na de overval werd overigens een uitgebrande Golf gevonden. Speurders hebben die wagen toen wel onderzocht, maar het is niet duidelijk of het over dezelfde Golf gaat. “Het zou kunnen dat de Bende van Nijvel zo speurders op een dwaalspoor wilde brengen, wat wel vaker gebeurde.”

De Smet is daarom in beroep gegaan bij de kamer van inbeschuldigingstelling in Bergen. Die heeft hem gelijk gegeven en eist nu bijkomend onderzoek naar de auto. “De zaak Dutroux is opgelost met een halve nummerplaat”, zegt Vandenbussche. “Hier heb je de volledige en dan is die niet eens onderzocht?”

Bron » VRT Nieuws

Bende van Nijvel-onderzoek toch niet afgelopen: spoor naar schriftje van twee broers moet onderzocht worden

Het federaal parket moet het onderzoek naar de Bende van Nijvel voortzetten. Een spoor naar een nummerplaat zou nooit grondig zijn onderzocht.

Het federaal parket riep op 28 juni vorig jaar alle nabestaanden van de 28 slachtoffers van de Bende van Nijvel samen om te zeggen dat ze het onderzoek zouden afsluiten. De grootste misdaad in de Belgische naoorlogse geschiedenis zou nooit opgehelderd worden. “Er was niets meer te onderzoeken”, klonk het.

Het voornemen van het parket leidde tot grote ontgoocheling bij de nabestaanden en de onderzoeksrechter kreeg zware kritiek. “Belangrijke sporen zijn niet onderzocht”, vond een aantal nabestaanden. De voorbije weken kregen de partijen die dat wensten de kans om bijkomende onderzoeksdaden te vragen. Een van de partijen die dat deed, was advocaat Kristiaan Vandenbussche. Hij verdedigt de kinderen van Georges De Smet. Die man werd door de overvallers op de parking van supermarkt Delhaize in Aalst gegijzeld en kreeg daarna een kogel in het hoofd.

De kamer van inbeschuldigingstelling (KI) in Bergen vindt nu dat het spoor dat door Vandenbussche werd aangedragen, nader onderzocht moet worden. Het federaal parket had op de zitting de KI ervan proberen te overtuigen dat het spoor wel degelijk was onderzocht, maar ongeloofwaardig was. Maar de KI oordeelt dat het spoor toch grondiger onderzocht moet worden.

Schriftje van twee broers

De overval in Aalst in november 1985 was met acht doden de bloedigste en ook de laatste van de Bende. Het niet onderzochte spoor waarvan sprake leidt naar twee broers uit Opwijk, een gemeente op 10 kilometer van Aalst, die twee uur voor de overval van 9 november 1985 een donkerkleurige Golf en een lichtkleurige Mercedes zagen passeren in de straat waar ze woonden. Dergelijke auto’s zijn later genoemd door getuigen als zijnde de wagens waarmee de overval gepleegd is.

De jongens, die toen negen en zeven jaar waren, hadden een hobby waarbij zij alle passerende auto’s in een schriftje noteerden met daarbij telkens ook de nummerplaat. Na de overval vertelden de jongens aan hun vader dat ze mogelijk de Golf van de overval gezien hadden, omdat die met hoge snelheid was gepasseerd, samen met de Mercedes. “Aan boord zaten ongure types”, vertelden de twee nog aan hun vader, die de dag nadien met het schriftje naar de politie stapte en alles vertelde.

Verplicht extra onderzoek

“Met dat spoor is eigenlijk niks gebeurd”, zegt advocaat Vandenbussche. “De Bergense KI ziet dat ook zo en tikt het federaal parket op de vingers. De jongens, die nog leven, zullen ondervraagd worden. De Golf stond ingeschreven als bedrijfsauto van een Brusselse handelszaak. Ook die mensen die daar toen werkten, zullen nu speurders over de vloer krijgen.”

Vandenbussche hoopt “dat het parket dit spoor eindelijk ter harte neemt. Op die veelbesproken informatievergadering zag ik dat de fut eruit was, zowel bij de procureur als bij de onderzoeksrechter. Ik hoop dat ze dit spoor echt met goede moed en hoop op een doorbraak gaan onderzoeken. Als ze geloven in de zaak, kan er veel. De zaak-Dutroux is opgelost toen iemand een halve nummerplaat van zijn bestelwagen noteerde. Hier hebben ze een volledige nummerplaat.”

Zelfs als dit nieuwe spoor niet tot een doorbraak leidt, geeft Vandenbussche de moed niet op. “We hebben nog troeven achter de hand, maar daarover kan ik nog niets kwijt.” Ook enkele andere partijen in de zaak zullen de KI de volgende weken vragen om verder onderzoek te doen naar wat volgens hen ernstige sporen zijn.

Het federaal parket reageert bij monde van de woordvoerster op het nieuws: “Wij respecteren de beslissing van de KI . De onderzoeksrechter zit nog steeds op de zaak, dus het onderzoek kan hervat worden. Ook de federaal procureur hoopt dat deze zaak ooit opgelost raakt.”

Bron » De Standaard

Kunnen historici dossier Bende van Nijvel wel ophelderen?

Het gerechtelijk onderzoek naar de misdaden van de Bende van Nijvel is bijna definitief afgesloten. In het parlement wordt ervoor gepleit om historici en criminologen het onderzoek te laten doorlichten.

Eind juni maakte het federaal parket bekend dat er na veertig jaar een einde komt aan het onderzoek in het dossier van de Bende van Nijvel. Volgens het parket zijn er geen ernstige sporen meer die onderzocht kunnen worden. Maar door een recente wetswijziging kan het dossier niet verjaren. Als er nieuwe elementen opduiken, kan het dossier opnieuw geopend worden.

Stefaan Van Hecke (Groen) pleitte er vorige week in het federaal parlement voor om een taskforce op te richten bestaande uit historici en criminologen die het dossier moeten doorploegen op zoek naar elementen die door de onderzoekers over het hoofd werden gezien of die gelinkt kunnen worden aan andere bronnen.

“Dat is misschien het enige pad dat we kunnen bewandelen om de antwoorden te vinden waar de samenleving al decennialang naar op zoek is”, aldus Van Hecke. Bij de overvallen begin jaren 80 die toegeschreven worden aan de Bende van Nijvel vielen 28 doden. De daders zijn tot op vandaag onbekend.

Beroepsgeheim

De ontslagnemende minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) antwoordde in de Kamer dat hij een voorstander is van dergelijk historisch en academisch onderzoek. “Maar om het dossier te kunnen openstellen voor historisch onderzoek zal een wettelijk ingrijpen nodig zijn. Zodra het gerechtelijk onderzoek is afgesloten, zijn de regels over het geheim van het strafonderzoek niet meer van toepassing. Maar het beroepsgeheim en de GDPR-regels blijven dat wel. Het parlement zal daar moeten over nadenken en initiatieven moeten nemen om daar een mouw aan te passen.”

Het gerechtelijk onderzoek is vandaag nog niet definitief afgesloten. Het federaal parket moet een eindvordering voorstellen aan de raadkamer en dan krijgen de burgerlijke partijen nog de kans om bijkomende onderzoeksdaden te vragen. Als die fase helemaal achter de rug is, zouden de historici en criminologen aan het werk kunnen gaan.

Bron » De Standaard | Mark Eeckhaut