‘Aan Van Mechelen kon je niet raken’: wie is de beruchte ex-politiecommissaris die nu een van de spilfiguren is in het Costa-proces?

In het proces Costa is de wraking van de rechters van tafel geveegd. Eén van de beklaagden in dat grote drugsproces is ex-superflik Willy Van Mechelen (81), die al zijn halve leven meedraait in het criminele milieu, maar als een gladde aal altijd aan het gerecht ontsnapt. Portret van een houdini met een politiebadge.

Het was dé verrassing bij de start van het proces-Costa in Tongeren, enkele weken geleden: een tachtiger wandelde gebogen over zijn stok naar het gerechtshof en sjokte moeizaam de trappen op. Die man was Willy Van Mechelen, ooit een gevierd speurder, nu een van de hoofdverdachten in een gigantische cocaïnesmokkel.

“Ik schrok toen ik hem, na meer dan dertig jaar, terugzag in het televisiejournaal. Ik kon moeilijk geloven dat hij er werkelijk zo erg aan toe was. Ik verwachtte elk moment dat hij dat pak zou openritsen en er weer als de stoere krachtpatser zou staan die ik altijd heb gekend.”

We praten met David Gutkind (71), een Joodse zakenman die in de jaren 80 heel close was met Willy Van Mechelen. Die beleefde toen zijn hoogdagen als boevenvanger bij de Antwerpse BOB, de opsporingsbrigade van de toenmalige rijkswacht. Van Mechelen kende zowat iedereen in de Antwerpse onderwereld en kliste aan de lopende band dieven, oplichters en overvallers. Tegelijk ging hij in zee met criminelen en verdiende hij veel geld met de duistere zaakjes die ze samen opzetten.

In het milieu stond hij bekend als ‘de Nonkel’ of ‘de Kiezel’. Boeven werkten graag met hem, omdat hij hen door zijn unieke positie bij de rijkswacht kon beschermen. Eén van hen was de jonge fraudeur David Gutkind, bedreven in oplichting, diefstal, BTW-carrousels en valsmunterij.

Gutkind: “Ik deed bijna al mijn zaken met Van Mechelen. We hebben samen veel geld verdiend. Iedereen in het milieu wist dat ik de Nonkel kende, en als ze een linke zaak wilden opzetten, vroegen ze me of ik niks met hem kon regelen. En Willy was altijd bereid om te helpen, in ruil voor 50 procent van de opbrengst.

“Eind jaren 80 is het fout gelopen tussen ons, maar ik had destijds veel bewondering voor hem. Hij was een sterke persoonlijkheid, een ex-paracommando van 1,90 meter, sportief en voor niemand bang. Helemaal anders dan wat we op het proces-Costa zagen.”

Deed Van Mechelen er een schep bovenop toen hij op het proces zijn gezondheidsproblemen etaleerde voor de televisiecamera’s? Misschien niet. In 2013 kwam hij ook al vervroegd vrij om medische redenen, toen hij in de gevangenis zat wegens drugssmokkel.

Zijn zwakke gezondheid hield hem niet tegen om opnieuw in het milieu te duiken, en op zijn 76ste werd hij betrapt terwijl hij zakendeed met de zwaarste jongens uit de drugswereld: cokebaronnen Lucio Aquino, Geert Frisson, Joseph ‘Bolle Jos’ Leijdekkers, Nathan Steveniers (zoon van basketballegende Willy Steveniers) en Tom Bastiaanse. “Als zwakkeling houd je geen stand tussen die viriele kerels”, zegt Gutkind.

Met die zware criminelen stond Van Mechelen in maart terecht op het belangrijkste drugsproces van de afgelopen jaren. Dat werd al na een dag stilgelegd, na de wraking van de rechters door een van de advocaten. Het hof van beroep in Antwerpen heeft nu beslist dat de rechters kunnen aanblijven, maar sowieso kan het proces al niet voor het najaar voortgaan.

Van Mechelen wordt beschouwd als één van de kopstukken van de bende. Hij liep al sinds oktober 2019 in het vizier van de speurders, toen hij samen met Bastiaanse in een val liep die de politie voor de drugssmokkelaars had opgezet. Van toen af lieten ze hem niet meer los. Ze luisterden de Nonkel maandenlang af met verborgen microfoons in zijn auto, waar hij honderduit over zijn drugsactiviteiten praatte.

Gutkind: “Het is raar dat Van Mechelen zich daaraan heeft laten vangen, want hij was zelf een kampioen in het afluisteren. Was je in zijn buurt geweest, dan moest je goed uitkijken of je niet met een microfoontje in je zak vertrok. Dat was zijn grote sterkte.”

“Destijds gonsde het van de verhalen over Van Mechelen die zijn boekje te buiten ging als flik, maar niemand deed hem wat. Waarom? Omdat hij veel wist over veel mensen: magistraten, collega’s bij de politie, advocaten, politici… Dat hoefden niet per se strafbare feiten te zijn, maar ook dingen die mensen liever verborgen houden: overspel, een homoseksuele relatie… Zijn broer Hugo Van Mechelen had enkele prostitutiebars en ook daar viel interessante informatie te rapen.”

“Ik heb veel van hem geleerd, want hij wist als geen ander hoe de politie te werk gaat. ‘Je moet altijd blijven ontkennen’, zei hij. ‘Zelfs als je met een rokende revolver in je hand wordt betrapt, moet je doen alsof je van niets weet. Laat ze het maar bewijzen.’ Dat was de beste raad die hij me ooit kon geven: het heeft me vaak geholpen om uit de gevangenis te blijven. Mensen bekennen dikwijls omdat ze denken dat ze klem zitten, maar vaak zijn die bewijzen op zich niet voldoende. Als politieman besefte Van Mechelen dat maar al te goed. Toen hij zelf in de problemen kwam met het gerecht, heeft hij altijd zijn eigen raad gevolgd. En ik denk dat hij dat ook in de zaak-Costa zal doen.”

Suikerdief

Het is niet de eerste keer dat Van Mechelen in opspraak komt voor drugssmokkel. Op 30 juni 1995 wordt hij gearresteerd in de rijkswachtkazerne waar hij die ochtend aan het werk is. Speurders hebben in de haven van Antwerpen een container met 3,5 ton marihuana onderschept, verstopt onder een lading theebuiltjes uit Cambodja, en hebben van de op heterdaad betrapte smokkelaar François C. te horen gekregen dat zijn opdrachtgever niemand minder is dan Van Mechelen.

De rijkswachter ontkent in alle talen en zegt dat François C. een oude tipgever van hem is die hem probeert te flikken. Hij komt snel vrij, maar wordt een paar maanden later een tweede keer aangehouden. En een derde keer, in juli 1996. Er is intussen nog een tweede drugssmokkelaar opgedoken, Frans W., die Van Mechelen aanwijst als de organisator van een drugstrafiek. Dit keer gaat het om een in beslag genomen container uit Guinea waarin 20 ton marihuana onder een laag witte handdoeken zit.

“Willy Van Mechelen ontkende alles”, zegt oud-speurder Etienne Kerremans (78), die destijds het onderzoek voerde bij de gerechtelijke politie en Van Mechelen urenlang ondervroeg.

Kerremans: “Ik verwachtte natuurlijk niet dat hij de feiten zou toegeven, maar hij vocht werkelijk alles aan, zelfs de evidentste dingen. Dat was niet zo slim, want als dan blijkt dat je daarover hebt gelogen, wordt het moeilijk om er nog een draai aan te geven.”

Van Mechelen beweert dat hij erin is geluisd door gewezen informanten die oude rekeningen met hem willen vereffenen. François C. en Frans W. zijn beiden doorgewinterde havendieven die in de jaren 70 containers met suiker, sigaretten of televisietoestellen stalen en doorverkochten – François C. stond bekend als ‘de suikerdief’. Tot ze merkten dat er veel meer te verdienen viel met drugscontainers, bestemd voor de in Nederland groeiende markt voor – toen nog vooral – cannabis en hasj. En blijkbaar, zo vertellen de omgeschoolde containerdieven onafhankelijk van elkaar aan de politie, deden ze dat onder toezicht van Willy Van Mechelen.

Kerremans: “Uiteraard moet je altijd voorzichtig zijn met het woord van een crimineel, zeker als die een politieman beschuldigt. Daarom werd Van Mechelen na zijn eerste twee aanhoudingen ook snel weer vrijgelaten. Maar uiteindelijk waren de bewijzen niet meer te negeren.”

Op zijn proces blijft Van Mechelen ontkennen, en betwist hij zelfs dat de in beslag genomen stoffen wel marihuana waren “want dat is toch niet in een laboratorium onderzocht”. Het mag niet baten. De rechter tilt er zwaar aan dat Van Mechelen zijn positie als politieman heeft misbruikt om drugstrafieken te organiseren. Op 19 september 2002 wordt hij in beroep veroordeeld tot vijf jaar cel.

Alleen: hij wordt níét onmiddellijk aangehouden. Van Mechelen vlucht naar Afrika en gaat in Angola aan de slag als veiligheidsagent bij een diamantbedrijf. Na vijf jaar zet hij zijn clandestiene leven verder in Nederland. Geregeld wipt hij over de grens en wordt hij gesignaleerd op de Antwerpse Linkeroever en in Sint-Niklaas. “Jarenlang werd hij ongemoeid gelaten door de politie”, vertelt oud-speurder François Kind (72), die het onderzoek voerde naar de handdoekencontainer met 20 ton cannabis.

Kind: “Van Mechelen had nog veel vrienden bij de politie in Antwerpen. Er liepen verschillende tips binnen – ik heb er zelf ook nog een informatierapport van opgemaakt – maar niemand ondernam actie. Loyaliteit, heet dat dan. Heel wat oud-collega’s keken nog altijd naar hem op.”

In maart 2011 is Van Mechelen nog altijd op vrije voeten, zijn straf is bijna verjaard. Maar dan slaat het FAST-team van de federale politie toe. De dienst die speciaal is opgericht om voortvluchtige gangsters op te sporen, vindt hem in Dordrecht. Hij wordt er gearresteerd in een flat met zes gsm’s in zijn bezit, én de valse identiteitskaart van zijn broer Paul. “Dit moet een vergissing zijn”, protesteert hij. “Jullie zoeken mijn broer Willy.” De vingerafdrukken vertellen een ander verhaal, en Van Mechelen moet alsnog naar de gevangenis.

Bijna tien jaar lang is de ex-flik aan zijn straf ontsnapt. En zo glipte hij voordien, tijdens zijn tumultueuze loopbaan bij de rijkswacht, telkens als een gladde aal door de mazen van het net.

Verdwenen diamanten

Gouden pilotenbril, brede schouders én een grote mond. Iedereen heeft Willy Van Mechelen gezien wanneer hij in 1973 bij de BOB in Antwerpen komt werken. Hij heeft er dan al enkele jaren als paracommando in het leger en in de cavalerie bij de rijkswacht op zitten. Hij is een straatflik die ’s nachts in de bars in de stationsbuurt rondhangt en als een jachthond op wild aast, verslaafd aan de adrenaline. In een paar jaar tijd wordt hij de ster van de afdeling Zware Criminaliteit, met een enorm netwerk van informanten. Maar van in het begin doen ook verhalen de ronde over zijn louche methodes en te losse omgang met informanten. Dat is ook François Kind opgevallen, die werkt bij de gerechtelijke politie, in die tijd de concurrent van de BOB.

Kind: “We zaten achter dezelfde boeven aan: overvallers, inbrekers, pooiers, containerdieven… Als er ergens iets gebeurde, was het altijd een wedstrijd welke dienst het eerst ter plaatse was: die kreeg het onderzoek. Soms was Van Mechelen er een uur voor ons, en dan dacht ik: petje af. In het begin vond ik hem gewoon een goeie flik. Maar ik hoorde steeds meer vreemde verhalen over hem, zowel van criminelen die beweerden dat Van Mechelen dingen voor hen kon regelen, als van collega’s die niets tegen hem durfden te ondernemen.

“Zo is zijn broer Hugo ooit met een uzimitrailleur in zijn wagen betrapt door de wegpolitie. Nog dezelfde dag stond Willy Van Mechelen in het politiekantoor met nóg twee uzi’s. “Die horen bij die van mijn broer”, zei hij. Normaal gezien zou er direct een onderzoek worden geopend, maar de politie stelde een simpel proces-verbaaltje op, zonder uitleg te vragen. Waarom rijden een flik en zijn broer met die zware wapens rond? Waarvoor hebben die gediend? Het parket hoeft het allemaal niet te weten. De zaak wordt geseponeerd.”

“Een andere keer krijg ik een dossier onder ogen over een vrouw die haar diamanten halsketting bij een inbraak is kwijtgeraakt. Van Mechelen vindt het dure sieraad terug dankzij een tip van een informant, en incasseert het verzekeringsgeld. Maar de halsketting zelf raakt opnieuw zoek, en de vrouw krijgt ze ondanks maanden aandringen niet terug. Uiteindelijk dient ze een klacht in. De collega die het onderzoek voert laat er niet de minste twijfel over bestaan: Van Mechelen en zijn tipgever hebben de halsketting zelf achtergehouden… En daar stopt het dossier. De twee mannen worden nooit ondervraagd en de zaak wordt zonder gevolg geklasseerd.”

“Ik bel naar mijn collega, die intussen met pensioen is. ‘Wat is daar gebeurd?’ De man geeft toe dat hij door de procureur is gebeld met het order dat hij moest stoppen met het onderzoek. Ja, dan weet je genoeg. Aan Van Mechelen kon je niet raken.”

“Hij was een soort God de Vader bij de Antwerpse BOB”, zegt Walter De Smedt, destijds onderzoeksrechter in Antwerpen.

De Smedt: “Ieder belangrijk dossier kwam bij hem terecht. Hij lag ook goed bij de magistraten. De toenmalige journalist van Gazet Van Antwerpen Ward Hulselmans haalde zijn info bij hem. Ook nadien, toen Hulselmans scenarist werd en de succesreeks Salamander maakte. Ik heb lange tijd goed met Van Mechelen samengewerkt. We hadden allebei een militaire achtergrond en we waren beiden scherpschutters – hij kon zelfs vanuit de heup schieten. Maar tijdens een onderzoek naar de prostitutiebar van zijn broer Hugo begon ik te merken dat Willy veel te diep in het criminele milieu zat. In een onderzoek naar overvallers bleek ook dat er meer in beslag was genomen dan wat er in zijn proces-verbaal stond genoteerd.”

Op 10 mei 1988 worden drie Duitse oplichters gearresteerd door de Antwerpse BOB onder leiding van Van Mechelen. Onderzoeksrechter De Smedt krijgt het piepkleine proces-verbaal ten behoeve van het parket onder ogen en ruikt onraad. Het pv is ondertekend door maar liefst acht BOB’ers. Acht! En het telt slechts een paar regels. In een artikel over de ‘opgerolde miljardenzwendel’ in Gazet Van Antwerpen schrijft Hulselmans een uitgebreid artikel waarin véél meer informatie te vinden is. Waar heeft de journalist de mosterd gehaald? Walter De Smedt convoceert de ondertekenaars, en al snel blijkt dat geen van de acht BOB’ers bij de arrestatie aanwezig was.

De Smedt: “Het was pure schriftvervalsing om het parket om de tuin te leiden, opgesteld door Willy Van Mechelen, die niet eens zelf in het pv vermeld stond. Hij had ook geen melding gemaakt van het miljoen Duitse marken (ruim een half miljoen euro, red.) dat bij de arrestatie in beslag was genomen – iets waar hij later van zei dat het ‘een vergetelheid’ was.”

De Smedt zet zijn tanden in het onderzoek en ontdekt dat de arrestatie van de drie oplichters een week eerder is opgezet door het toenmalige CBO (Centraal Opsporingsbureau) van de rijkswacht in Brussel.

De Smedt: “Dat gebeurde achter de rug van het parket, en zonder huiszoekingsbevel van een onderzoeksrechter. Totaal illegaal. Zo ontdekte ik dat de rijkswacht in het geheim een eigen dienst had opgericht om parallelle onderzoeken te voeren zonder het parket in te lichten – iets wat ze later ook in de zaak-Dutroux zou doen. Daar deed Van Mechelen natuurlijk zijn voordeel mee: hij kon zijn eigen gangen gaan en knoeien met pv’s, en werd daarbij dan nog gedekt door zijn hiërarchie.”

Wanneer De Smedt de zaak verder wil uitspitten, krijgt hij van het Antwerpse parket-generaal orders om het onderzoek onmiddellijk stop te zetten. Het hele dossier wordt in de vuilnisbak gekieperd, en geen van de betrokken rijkswachters wordt gestraft. Walter De Smedt wél: die krijgt een pak tuchtonderzoeken op zijn bord, omdat hij het heeft gewaagd de rijkswacht aan te pakken.

Donald Trump

Gutkind: “Dat merkte ik ook als ik bij hem op bezoek ging in de lokalen van de BOB. Hij blafte tegen zijn oversten, en niemand durfde hem tegen te spreken. Hij deed me denken aan Donald Trump vandaag: als hij iets zei, moest het zo gebeuren, en niet anders. Ik droeg bijvoorbeeld altijd mijn pistool als ik over de vloer kwam bij de rijkswacht. Van Mechelen gaf instructies dat zijn collega’s mij niet mochten fouilleren. Hij gaf me ook kogels voor mijn wapen. Die kon ik zelf niet kopen aangezien ik geen vergunning had.”

Wat voor zaken deden jullie samen?

Gutkind: “Oplichting, btw-fraude, witwascircuits opzetten en verzekeringen tillen. Een heel makkelijke waren de autoverzekeringen. Van Mechelen liet auto’s stelen en belde dan naar de verzekeringsmaatschappij om te zeggen dat hij een tipgever had die wist waar de auto was. Die wilde wel praten, in ruil voor een beloning. De verzekeringen schoven meestal zonder morren 10 procent van de waarde van de auto toe, wat bij duurdere wagens een aardige som was. Dan kwam ik op de proppen als de tipgever om de premie te innen. Achteraf deelden we de opbrengst.”

“We deden ook grotere oplichtingszaken, met een diefstal van juwelen of diamanten en een neparrestatie in het scenario – dan was Willy uiteraard onze man.”

“Zo kregen mijn vriend Charles Snijders en ik in het midden van de jaren 80 een voorstel van Chinezen die geld wilden witwassen door er diamanten mee te kopen. We spraken er de vroegere biljartkampioen en diamantair Raymond Steylaerts over aan, die een partij diamanten voor 200.000 euro leverde. De Chinezen betaalden in guldens, Steylaerts berekende de wisselkoers en betaalde onze commissie. Iedereen verdiende er goed aan.”

“Maar toen bleek dat Steylaerts knoeide met het gewicht van de stenen en ook nog wat van onze commissie afkneep door een te hoge wisselkoers aan te rekenen. Wij confronteren hem daarmee, en hij reageert heel laconiek: ‘Dat is zakendoen.’ Ah zo? Is dat zakendoen? Wij stappen naar Van Mechelen. ‘Geen zorgen,’ zegt die. ‘We pakken Steylaerts.’

“Toen Steylaerts zijn volgende partij diamanten leverde, liep er iets mis. Wij gaven de diamanten door aan een Chinese klant, een zekere meneer Tang, die ermee naar zijn hotelkamer in de Drugstore op het Astridplein liep om de kwaliteit te controleren. Meneer Tang bleef wel heel lang weg – wat ook moeilijk anders kon, want er bestond helemaal geen meneer Tang.

“Charles gaat informeren in de lobby van het hotel. Groot is zijn verbazing als hij hoort dat er helemaal geen meneer Tang in het hotel logeert. Wat is er dan met de diamanten van Steylaerts gebeurd? We bellen direct de politie, en Willy Van Mechelen – die natuurlijk op ons telefoontje zit te wachten – komt meteen ter plaatse en laat het hele hotel uitkammen. Geen spoor van de Chinees.

“Charles en ik moeten mee naar het bureau voor ondervraging. Steylaerts komt ook naar het bureau maar Willy laat hem gewoon op de gang staan en gaat verder met ons. ‘En jullie hebben die diamanten zomaar aan die meneer Tang gegeven? Holala, niet slim.’ Einde verhoor. Niet meer dan twee regels.

“Achteraf moesten we nog eens terugkomen omdat het parket hem een bijkomende onderzoeksdaad had gevraagd: of hij kon nagaan of Gutkind en Snijders geen rookgordijn hadden opgetrokken om een oplichting te camoufleren. Van Mechelen nodigt ons uit in zijn bureau. ‘Ga zitten. Hebben jullie een rookgordijn opgetrokken om een oplichting te camoufleren?’ Antwoord: ‘Nee.’

“Hopla, geklasseerd. In ruil stak Van Mechelen de helft van de opbrengst op zak.”

Hoe is het na al die jaren fout gelopen tussen jullie?

Gutkind: “Eind 1987 hadden we een nepoverval opgezet met de Antwerpse diamantair Kronengold, die de verzekering wilde tillen. En dat is dramatisch afgelopen, want er viel een dode: de jonge diamantair Schlomo Goldberg.

“We zouden Kronengold in zijn kantoor overvallen en een grote partij diamanten roven – in werkelijkheid paperclips gewikkeld in briefjes. Achteraf zouden we het geld van de verzekeringen delen. Simpel. We betrokken Van Mechelen erbij om de zaak af te dekken. Maar toen zei Kronengold dat hij het zonder de BOB’er wilde doen, omdat die in zijn eentje de helft van de opbrengst wilde. Van Mechelen was natuurlijk wel van onze plannen op de hoogte. We wisten dat hij achteraf misschien geld zou vragen, maar besloten het erop te wagen.”

Op 1 december 1987 vallen Charles Snijders en Jempi Sarens binnen bij Kronengold, die zijn collega-diamantair Goldberg heeft uitgenodigd, zonder dat die weet heeft van het complot. Goldberg raakt in paniek en verzet zich, waarop Snijders en Sarens hem knevelen, zijn mond dichtplakken met kleefband en hem met chloroform verdoven. Zodra de twee overvallers zijn weggevlucht, maakt Kronengold zich los en ziet hij dat Goldberg onwel wordt.

Gutkind: “Hij liep naar buiten om hulp te zoeken, maar de zware securitydeur viel achter hem dicht, zodat niemand het kantoor nog in kon, terwijl het slachtoffer binnen lag te sterven.”

Buiten zit een rijkswachtploeg die de hele overval heeft zien gebeuren en niet heeft ingegrepen. Ze zijn gestuurd door Van Mechelen, die zelf ‘toevallig’ een halve dag verlof heeft genomen.

Gutkind: “Hij was het tijdstip van de nepoverval te weten gekomen dankzij een tipgeefster die in ons groepje zat en met wie hij een affaire had. Van Mechelen wilde ons laten voelen wie de baas was. Wij vlogen de cel in wegens roofmoord en hij trok het onderzoek naar zich toe.

“Na een paar maanden werd duidelijk dat hij ons had laten vallen. Toen zijn Charles en ik beginnen te praten met de gerechtelijke politie. Niet alleen over deze nepoverval, maar over alle oplichtingen die we samen met Van Mechelen hadden opgezet, de ene onthulling na de andere.”

De corruptieverhalen komen naar boven tijdens een stormachtig assisenproces in 1990, waar Van Mechelen voor het eerst in zijn carrière in nauwe schoentjes komt. De voorzitter Edwin Van Fraechem laat zelfs een huiszoeking bij de BOB’er doen en vindt daar bewijzen dat Van Mechelen 250.000 frank heeft ontvangen van verzekeringsmaatschappijen en dat ook Gutkind hem geld heeft betaald. ‘U hebt bloed aan uw handen,’ bijt Van Fraechem de BOB’er toe. Als hij zijn job als politieman had gedaan, had hij de overval kunnen voorkomen. Van Mechelen is razend en ontkent alles.

Wie het assisenproces volgt, verwacht elk moment dat Van Mechelen zal worden aangehouden en in beschuldiging gesteld. Maar dat gebeurt niet. Van Mechelen ontspringt opnieuw de dans – dankzij de bescherming van een hoge magistraat, zo wordt gefluisterd.

Kind: “Ik was stomverbaasd dat de corruptieverhalen opnieuw zonder gevolg bleven, want ik vond ze heel concreet en geloofwaardig. Maar het onderzoek was gevoerd door een collega die blijkbaar goed bevriend was met Van Mechelen. Toen die in 1995 werd verdacht van drugssmokkel was het die oud-collega die Van Mechelen een vals alibi bezorgde.”

Het proces-Goldberg is de eerste kleine deuk in het blazoen van Van Mechelen, die geen gerechtelijke onderzoeken meer mag voeren en geen tipgevers meer mag runnen.

Babbelkous

Vijf jaar later komt de speurder opnieuw in opspraak wanneer hij maar liefst drie keer wordt aangehouden wegens het organiseren van drugstrafieken. In Nederland woedt op dat ogenblik het IRT-schandaal, een variant op de affaire-François in België. Politiediensten in Nederland gingen eind jaren 80 samenwerken met kleine drugscriminelen om de grote vissen te vangen, en begonnen daarvoor zelf drugs te smokkelen – een tactiek die hun was ingefluisterd door de Amerikanen.

Maar de opsporingsmethodes liepen uit de hand. De politie bleek samen met de infiltranten tientallen tonnen drugs op de markt te brengen en slaagden er intussen toch niet in om de grote drugscriminelen te pakken. Het was bovendien onduidelijk wie de regie had: de politie of de criminelen?

Er kwam een geruchtmakend onderzoek in het Nederlandse parlement door de commissie-Van Traa. En in die commissie viel de naam van Willy Van Mechelen. Hij zou zakendoen met criminelen die op hun beurt slim zakendeden met de politie, en innige banden hadden met de bende van de Nederlandse drugsbaron Johannes ‘de Hakkelaar’ Verhoek. Commissievoorzitter Maarten van Traa linkte hem in een parlementaire brief aan de liquidatie van een Belgische drugstrafikant in Amsterdam, Martin Swennen.

Swennen was in oktober 1995 in Antwerpen veroordeeld voor drugssmokkel en daarom naar Nederland gevlucht. In maart 1996 kon hij toch worden opgepakt in Antwerpen, en begon hij bij de gerechtelijke politie te praten over Van Mechelen.

“Volgens Swennen zat Van Mechelen tot zijn nek in de drugssmokkel”, zegt oud-speurder Etienne Kerremans.

Kerremans: “Hij zou ons daar ook de bewijzen van leveren: foto’s, communicatiecodes en audio-opnames die hij in een kluis in Nederland bewaarde. Zijn verhaal leek geloofwaardig, en de onderzoeksrechter besloot om Swennen een kans te geven en hem vrij te laten. Een paar dagen later hadden we een afspraak met hem in Rotterdam en zou hij ons de bewijzen overhandigen.”

Maar zo ver komt het niet: de avond voordien krijgt Swennen zes kogels in zijn lijf in een Amsterdamse bruine kroeg. “Jij praat met de politie!”, roept de schutter net voor hij de schoten lost in café De Blauwe Druif. De dader laat zich gewillig arresteren maar zal later nooit vertellen waarom hij de moord heeft gepleegd, of in opdracht van wie.

Kerremans: “’s Anderendaags kregen mijn collega en ik telefoon in Rotterdam: ‘Swennen zal vandaag niet naar jullie afspraak komen, want hij ligt sinds vannacht op een blauwe steen bij de wetsdokter.’

“We hebben nooit geweten of Swennen al dan niet blufte, of wie de informatie had gelekt dat hij met ons zou praten. Er waren natuurlijk wel wat collega’s bij de gerechtelijke politie op de hoogte, en ook magistraten en Nederlandse politiemensen.”

Kind: “De rol van Van Mechelen in het Nederlandse IRT-schandaal of in de liquidatie van Swennen is later nooit onderzocht. Het Antwerpse parket had er geen interesse voor, en toen wij informatie opvroegen bij de commissie-Van Traa weigerde ze die te geven.”

Uiteindelijk wordt Van Mechelen in 2002 enkel veroordeeld voor de twee drugscontainers met marihuana die in de haven van Antwerpen werden onderschept.

Bijna twintig jaar lang slaagt de Nonkel er vervolgens in om uit het vizier van de Antwerpse speurders te blijven, waar hij nog heel wat supporters heeft. Af en toe duikt er een bericht op waaruit blijkt dat Van Mechelen zich nog steeds met duistere zaken bezighoudt. In 2014 wordt hij in Nederland gearresteerd op een parking langs de snelweg, met 325.990 euro cash in zijn koffer. Hij blijkt voor geldkoerier te spelen in een netwerk van orthodoxe joden die misdaadgeld witwassen voor Zuid-Amerikaanse cocaïnekartels.

In 2015 duikt zijn naam dan weer op in het dossier-Makreel, een groot onderzoek naar de invoer van cocaïne – het gaat al lang niet meer om softdrugs – via de haven. Speurders zien hem in De Nachtegaal, de taverne van de familie Steveniers, in het gezelschap van verschillende drugscriminelen. Maar het Antwerpse parket doet geen moeite om zijn rol verder te onderzoeken. Wat kan een 72-jarige met een zwakke gezondheid tenslotte nog uitvreten in de drugsbusiness, die vandaag veel harder en gewelddadiger is dan in de gloriedagen van de Nonkel?

Nog heel wat, zo blijkt wanneer hij in 2019 tegen de lamp loopt. Limburgse speurders ontmaskeren hem op zijn 77ste als één van de kopstukken in een cocaïnetrafiek tussen Zuid-Amerika en Antwerpen. Het geld dat hij ermee verdient, is een welkome aanvulling op zijn klein pensioentje van 1.500 euro, waar hij steen en been over klaagt. Tegen een vriend zegt hij dat hij in zes jaar tijd zo’n 3 miljoen euro heeft verdiend in de cocaïnehandel.

Hij heeft een huis en een vriendin in Thailand, een carrosseriebedrijf, en veel goud en cash dat hij bij oude vrienden in bewaring geeft. Speurders vinden onder meer 340.000 euro, vacuüm getrokken, in de tegengewichten van de garagepoort van zijn buurman. Twee van zijn kinderen moesten aanvankelijk op het proces-Costa terechtstaan voor het witwassen van het misdaadgeld van hun vader. Intussen is zijn zoon onverwacht overleden. Zijn dochter riskeert wel een fikse celstraf. Voor de hoofdverdachten zal de aanklager wellicht straffen van 15 tot 20 jaar vorderen – als het proces er uiteindelijk komt.

Gutkind: “Ik was natuurlijk heel nieuwsgierig naar hoe Van Mechelen er zich dit keer uit zou lullen. Maar blijkbaar heeft hij een geweldige engelbewaarder.”

Kind: “Je moet het Van Mechelen wel nageven: hij praat nooit. Als ik ooit een misdaad had willen plegen, had ik het met hem gedaan. Dan was ik zeker dat ik niet zou worden verraden.”

Al na één dag werd het proces-Costa stilgelegd, na een verzoek van de advocaat van Tom Bastiaanse om de drie rechters te wraken, die volgens hem niet onpartijdig waren. Vandaag heeft het hof van beroep in Antwerpen het wrakingsverzoek afgewezen, maar dat betekent niet dat het proces meteen weer wordt hervat: de advocaat van Bastiaanse kan die beslissing nog bij Cassatie aanvechten. En als dat niet gebeurt, moet er sowieso nog een nieuwe datum worden gevonden. En als die er eenmaal is en het proces hervat, is het nog afwachten of geen van de andere advocaten een nieuw wrakingsverzoek bovenhaalt.

Willy Van Mechelen zal in het najaar 82 zijn. Als advocaten de boel blijven vertragen, ontspringt de oudste drugsbaas van het land misschien gewoon opnieuw de dans.

Bron » Humo | Annemie Bulté

Ex-speurder die meewerkte aan onderzoek naar Bende van Nijvel schrijft misdaadroman: “Met ferme knipoog naar zaken die ik meemaakte”

Zelenaar Luc Boeve (70) heeft een misdaadroman geschreven. Hij was jarenlang speurder bij de BOB en was onder meer betrokken bij de dossiers rond de Bende van Nijvel en de ontvoering van Anthony De Clerck. “Ik heb geprobeerd de frustraties uit mijn beroepsleven van me af te schrijven”, zegt hij.

Luc Boeve is een voormalig rijkswachter. Hij werkte mee aan tv-programma’s Heterdaad en Witse en heeft nu zijn eerste misdaadroman klaar. “Ik werkte als onderzoeker bij de Bijzondere Opsporingsbrigade van de Rijkswacht of BOB, in het wereldje van de prostitutie”, zegt Luc Boeve. “Ik behoorde tot de Deltagroep, die het onderzoek naar de Bende van Nijvel voerde, nadat ik in 1985 in Aalst als eerste op de parking stond bij de slachtoffers van de overval in de Delhaize”, zegt hij. “Ik leidde ook het onderzoeksteam in de zaak van de ontvoering van Anthony De Clerck.”

Frustraties

Heel wat ervaringen die sporen nalieten en die geregeld opnieuw op het netvlies van de ex-speurder kwamen. “Ik heb geprobeerd de frustraties van mij af te schrijven in een verhaal”, zegt de auteur. “Zonder het te beseffen is dit een stuk autobiografischer geworden dan ik dacht. Uiteindelijk kwam ik aan 1.500 pagina’s. Ik heb me goed bevraagd en men vertelde mij dat het best was om tabula rasa te maken en te schrappen.”

Positieve feedback

Uiteindelijk kwam hij tot het manuscript van de politieroman Teetaert… drie maanden, die Luc op 6 oktober in CC De Wiek in Zele aan het grote publiek voorstelt. “Mijn zoon mocht het als eerste lezen en hij vroeg me daarna meteen wanneer het volgende boek uitkwam. Nadien lazen nog tien anderen het en kreeg ik opnieuw positieve feedback. Dat sterkte me om het in eigen beheer uit te geven.”

Het boek bestaat uit drie delen met een jonge rechercheur in de hoofdrol. “Het boek speelt zich vandaag af, maar het bevat zeker een ferme knipoog naar de zaken die ik heb meegemaakt”, zegt Luc. “Ik heb vier jaar research gedaan, want in mijn tijd bestond DNA-onderzoek bijvoorbeeld niet. Het moet uiteraard kloppen tot in het kleinste detail. En er zitten veel dialogen in, waardoor het vlot leest.”

Bron » Het Nieuwsblad

Blijft moord op rijkswachter Peter De Vleeschauwer uit 1996 voor altijd onopgelost? Onderzoek na 28 jaar afgesloten

Het onderzoek naar de moord op rijkswachter Peter De Vleeschauwer in 1996 zal vermoedelijk voor altijd onopgelost blijven. De Gentse Kamer van Inbeschuldigingstelling heeft beslist om het onderzoek af te sluiten. Een dader werd nooit gevonden.

Voor het begin van het verhaal moeten we terugkeren naar 14 november 1996. Eerste wachtmeester Peter De Vleeschauwer had eigenlijk dienst tot 21 uur, maar verdwijnt uit de kazerne van de rijkswacht van Sint-Niklaas. Alles wijst daar op een gevecht: zijn stoel ligt omver, en er is een kom soep gemorst. Volgens getuigen reed een BMW met gierende banden weg.

Het is voor de familie het begin van een lange onzekere periode. Meteen vreest ze het ergste. De 37-jarige De Vleeschauwer zou een gevoelig milieudelict op het spoor zijn, en had niet lang voor zijn verdwijning doodsbedreigingen ontvangen.

Na enkele dagen richten de vrouw en de broer van De Vleeschauwer zich in een videoboodschap naar de ontvoerders. “Zijn drie kinderen en zijn vrouw Ginda hebben hem nu al tien dagen niet gezien. Zijn kinderen en onze hele familie missen Peter. We vragen de ontvoerders of de personen die weten waar Peter is, om dringend contact op te nemen”, klinkt het.

Aan zijn familie zegt de toenmalige districtscommandant van de rijkswacht dat hij vertrokken is naar het buitenland. Hij kan er niet meer naast zitten: 6 weken na de ontvoering, op tweede Kerstdag, wordt zijn lichaam gevonden op de oever van de Schelde in Hamme.

Uit de autopsie komt naar voren dat hij de dag van zijn ontvoering nog afgemaakt is met een nekschot. Een koelbloedige afrekening.

Nooit een dader gevonden

Járenlang is er gezocht naar een dader (of daders). Er worden verschillende verdachten opgepakt, maar een voor een worden ze telkens ook vrijgelaten.

Het onderzoek zat eerst bij Dendermonde, maar op vraag van de familie verhuisde het dossier naar Gent. Daar werden onder meer tientallen mogelijke betrokkenen onderworpen aan een test met de leugendetector, en werd een misdaadanalyse gehouden. Ook daar kwam het niet tot een doorbraak, en in 2021 klonk het al dat het in een eindfase zat.

“Mijn hoop op een ontknoping in een deze zaak is al lang verdwenen”, vertelde broer Chris De Vleeschauwer enkele jaren geleden nog aan VRT NWS. In één adem deed hij wel nog een ultieme oproep naar getuigen.

Die hoop is nu nog wat kleiner geworden, want de Kamer van Inbeschuldigingstelling oordeelde dat het onderzoek afgesloten wordt en dat er dus geen onderzoeksdaden meer moeten volgen.

De Vleeschauwer oppert zelf wel al jaren om het onderzoek af te sluiten: “Bij mijn laatste inzage heb ik vastgesteld dat er sinds 2014 geen enkele onderzoeksopdracht meer werd uitgevoerd. Dan is het weinig zinvol dat het nog gevoerd wordt, het is beter dat het dossier dan afgesloten wordt. Nu is dat een signaal: het is een cold case, niemand is nog geïnteresseerd, dus we sluiten het af.”

Het gevoel dat achterblijft? “Wrang”. “We hebben ons niet verzet tegen de afsluiting van het onderzoek omdat het al jaren stil lag, maar we zijn natuurlijk ontgoocheld in het resultaat. De echte daders heeft men niet willen vinden en de betrokkenheid van het rijkswachtmilieu probeerde men te verdoezelen. Een echt onderzoek is er niet gevoerd.” Hij doelt daarmee op een interne afrekening, een piste waar hij al jaren van overtuigd is.

Wat als er nog nieuwe sporen opduiken?

Het gerechtelijk onderzoek is dan wel definitief afgesloten, maar als er nog belangrijke informatie opduikt kan er wel een nieuw opsporingsonderzoek gestart worden.”Het speelt ook geen rol. Wanneer er nieuwe elementen opduiken, kan het nog altijd worden heropgestart”, klinkt het bij De Vleeschauwer.

“Als er nog sporen naar boven komen, kan dat nog leiden tot een schuldigverklaring”, zegt ook Walter Van Steenbrugge, advocaat van de familie. “Vandaag valt er symbolisch een doek over de zaak, maar er is niks definitief.” Een kanttekening hierbij: juridisch gezien verjaart de zaak normaal gezien over twee jaar.

Bron » VRT Nieuws | Caroline Van den Berghe, Hanne Decré

Peter De Vleeschauwer, de politieman die werd ontvoerd op het werk en meteen erna geliquideerd

Op een dag in 1996 werd politieman Peter De Vleeschauwer van achter zijn tafeltje gesleurd in een politiegebouw in het centrum van Sint-Niklaas. Hij werd in een BMW geduwd en kort daarna met een nekschot geëxecuteerd. De zaak is nooit opgehelderd, en zal dat ook nooit worden.

Nooit transformeerden zo veel Belgen simultaan tot vegetariër of veganist als in de dagen na 20 februari 1995. Die avond werd in het Kempense Wechelderzande het lichaam ontdekt van veearts Karel Van Noppen (42). Hij voerde namens het Instituut voor Veterinaire Keuring (IVK) controles uit op illegaal toegediende hormonen in de veeteelt. Hij werd niet ver van zijn woning opgewacht door huurdoder Albert Barrez. Die handelde in opdracht van topcrimineel Carl De Schutter, die op zijn beurt was ingehuurd door de hormonenmaffia.

“Kunnen ze die mens niet gewoon omkopen?”, had Barrez eerst nog gevraagd. Nee, dat ging niet. Er was geen andere manier om de 100 procent onkreukbare Karel Van Noppen te stoppen.

Barrez was gekomen met een gestolen BMW 753i. Hij loste meerdere schoten met een Norinco .45, een in België zeldzaam Chinees pistool. Het waren de kogels uit dat pistool die de speurders op het spoor van De Schutter zetten.

Goed anderhalf jaar na de moord op Van Noppen werd opnieuw een wetshandhaver vermoord. Op een veeleer atypische manier.

“De soep is lauw”

Rijkswachter Peter De Vleeschauwer (37) wordt in de avond van 14 november 1996 ergens tussen 20.30 uur en 20.40 uur meegenomen uit de rijkswachtkazerne in de Vermorgenstraat in Sint-Niklaas. Zes buurtbewoners en een man die daar net parkeert horen of zien het gebeuren. Een buurtbewoner ziet een blonde man die een andere man, Peter De Vleeschauwer, achteraan in een BMW5 duwt, zelf mee instapt en de deuren dichtgooit. “Ze vlamden weg”, getuigt een buurman. “De auto is met enorme snelheid en gierende banden weggeschoten.”

De parkeerder zegt dat hij niet anders kon dan zich versmallen. “De auto is op een meter gepasseerd en bleef de snelheid opvoeren. Ik diende dicht tegen mijn wagen te blijven om een aanrijding te vermijden. De auto is het Stationsplein opgedraaid zonder te remmen.”

Op dat plein komen drie straten samen. De BMW neemt hierna zo goed als zeker de snelste weg richting de dichtstbijzijnde oever van de Schelde.

Wie bedenkt dit? Een politieman meenemen uit een politiekantoor waarvan je van buitenaf enkel de poort kan zien? Hoe kan je erop vertrouwen dat enkel die politieman aanwezig zal zijn?

Tot 19.30 uur zijn behalve De Vleeschauwer zelf zes rijkswachters in de kazerne aanwezig, allemaal gewapend: Danny D., Mario V., Peter V., Tony D., Erik M. en Koen D. De eerste vier rijden rond halfacht naar buiten om te patrouilleren in de straten van Sint-Niklaas. Kort na hen verlaat ook Erik M. de kazerne, en om 19.50 uur doet Koen D. dat.

De hele dag door zijn er meerdere rijkswachters aanwezig in het gebouw, behalve tussen 19.50 en 20.40 uur. In die 50 minuten zit Peter De Vleeschauwer daar alleen als zogenaamde ‘planton’. Dat is rijkswachtjargon voor onthaal. Hij bedient vanop die plek de knop waarmee de op de straatkant uitgevende garagepoort wordt geopend of gesloten.

De Vleeschauwers dienst zou aflopen om 21 uur. Om 20.40 uur komt zijn vervanger Eric C. aangefietst. Hij ziet dat de ’s avonds in regel gesloten poort van de kazerne wagenwijd openstaat. Naast de werkplek van de planton ziet hij de rijkswachtjas van zijn collega op de grond liggen, een afgescheurd epaulet, een omgevallen stoel en een soepkom. “Er is soep gemorst op de printer”, meldt Eric C. nog. En: “De soep is nog lauw.”

“Peter nu dood”

Als ze zijn omkleedkastje doorzoeken, vinden zijn collega’s daar de kwitantie van iets wat Peter De Vleeschauwer twee dagen voor zijn dood in Dendermonde is gaan doen. Hij heeft er onderzoeksrechter Walter Van De Sijpe officieel akte laten nemen van een burgerlijke partijstelling wegens “doodsbedreigingen via herhaalde telefonische oproepen”, zowel bij hem thuis als op zijn vaste lijn bij de rijkswacht.

Daar sprak op 7 november iemand deze woorden in: “Peter nu dood.” Over een ander telefoontje beschreef hij tegenover vrienden hoe er was gezegd: “Als ge nog een schoon leven wilt, dan moet ge zwijgen.” Een burgerlijke partijstelling kost in die tijd 3.000 Belgische frank, 75 euro. In het geval van De Vleeschauwer komt dat neer op 5 procent van zijn maandloon.

Peter De Vleeschauwer is in Lokeren lid van Agalev, het toenmalige Groen. De combinatie van milieuactivisme en het rijkswachtuniform is in 1996 al net zo absurd als het zou zijn geweest in de tv-reeks 1985. De Vleeschauwer gaat door het leven als eenzame en onvoermoeibare whistleblower. Omdat zijn collega’s hun ogen dichtknijpen voor illegale lozingen in de Durme, voor een pedofiele pastoor, voor de gratis Duvels waarmee een garagist zich heeft verzekerd van een monopolie op takelopdrachten.

Ook hijzelf kleurde volgens zijn collega’s buiten de lijntjes. Nadat een automobilist een fietser had aangereden en De Vleeschauwer de verklaring van het slachtoffer opnam, heeft hij in het proces-verbaal (pv) het tijdstip van het verhoor vervalst. De man zou overlijden in het ziekenhuis. Door het gewijzigde tijdstip hoopte De Vleeschauwer de rechten van zijn nabestaanden tegenover de verzekeringsmaatschappij te vrijwaren. Zijn oversten lijken maar wat blij dat ze iets in handen hebben tegen hem en leggen een tuchtsanctie op.

Maar die wordt niet meteen concreet en op 21 september 1996 dringen elf leden van de brigade Lokeren in een petitie aan de rijkswachtvakbond NSRP aan op de onmiddellijke mutatie van De Vleeschauwer. “Niettegenstaande een meerderheid van de brigade besliste niet meer met De Vleeschauwer te willen werken, stellen wij vast dat er geen enkel initiatief genomen wordt.” Het lijkt deze petitie te zijn die aanleiding gaf tot zijn mutatie naar Sint-Niklaas, enkele dagen later.

In wat voor sferen het conflict zich situeert valt op te maken uit de verhoren van zijn weduwe. “Het ging zo ver dat een vergadering werd bijeengeroepen in de brigade Lokeren, waar bij handopsteking werd gestemd wie nog met Peter wilde samenwerken. Hierbij zou volgens Peter door S. en P. druk zijn uitgeoefend op andere leden van de brigade. Men zou onomwonden aan wie niet tegenstemde gevraagd hebben ‘of zij misschien de volgende wilden zijn’. Leden van de brigade verweten Peter zijn omgang met mensen van lagere klasse en vreemdelingen.”

De weduwe beschrijft hoe haar man reageerde op zijn mutatie. “Peter heeft gezegd dat als dat zo zat, er verschillenden gingen moeten bloeden.”

Perfect nekschot

Als rijkswachter P. op 13 december 1996 wordt verhoord door het Comité P is Peter De Vleeschauwer exact een maand spoorloos. P., een van de initiatiefnemers voor de petitie, suggereert dat zijn collega helemaal niet is ontvoerd en dat die na kennisname van zijn mutatie naar Sint-Niklaas is gaan flippen. “Wij zaten op dat ogenblik met een aantal mensen samen en toen hij ons passeerde, trok hij met een enorme smak de deur dicht. Hij had een blik in zijn ogen van ‘een wild dier’. Toen ik dat zag, dacht ik dat hij tot alles in staat was. Opgezet spel van hem is volgens mij, rekening houdend met zijn complexe persoonlijkheid, niet uit te sluiten. Ik heb echter geen enkel idee waar of bij wie hij zich in dat geval zou schuilhouden.”

Het is wat nagenoeg alle op de zaak zittende journalisten in de weken na de verdwijning dagelijks off the record zal worden toegefluisterd. Dat niet mag worden uitgesloten dat De Vleeschauwer zich rond deze tijd aan de zijde van een blondine te goed zit te doen aan mojito’s op een ver en tropisch eiland.

Een week na zijn verhoor, op 21 december 1996, schuift P. mee aan voor de glühwijn op een buurtfeestje. De gesprekken gaan over de ontvoerde rijkswachter. De overbuurman van P. hoort hem zeggen: “Indien ze Peter De Vleeschauwer vinden, dat ze hem dan maar niet vinden met een kogel in zijn hoofd.”

Vijf dagen later vaart plezierboot MPS Jadran op de Schelde ter hoogte van Hamme voorbij het standbeeld van Filip de Pillecyn. Het is laag water en op een laag stenen merkt de schipper een lichaam in een blauw uniform. Het is Peter De Vleeschauwer. Hij is om het leven gebracht met een in de nek opwaarts afgevuurde kogel. De kogel heeft het hoofd vooraan verlaten, perfect in het midden van de twee ogen. Dat lijkt te wijzen op het werk van iemand die dit vaker heeft gedaan. Er is geen munitie waar het lab mee aan de slag kan.

“De waterligtijd wordt op zes weken geschat”, zegt het autopsieverslag. “Het slachtoffer was meer dan vermoedelijk overleden op het ogenblik dat het in het water terechtkwam.”

Peter De Vleeschauwer is meteen na zijn ontvoering geliquideerd en als alles volgens plan was verlopen, was zijn lichaam nooit meer teruggezien. Dat valt op te maken uit een verklaring van Marc Wouters, maritiem technicus bij de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Schelde. Hij legt in een verhoor uit dat het op 14 december 1996 om 18.44 uur hoog water was. “Zodat het water omstreeks 21 uur aan het afgaan was. De gemiddelde stroomsnelheid bedroeg tussen de 0,9 en de 1 meter per seconde. Gezien de tijd tussen het verdwijnen en het vinden is het onwaarschijnlijk dat hij altijd gedreven heeft.”

IVK-piste

Eric C., de rijkswachter die hem die avond zou aflossen voor de plantondienst, zegt in een verhoor op 7 januari 1997: “Mijn indruk is dat Peter niet verontrust geweest is toen er iemand in het plantonlokaal kwam. Hij moet zonder wantrouwen achter zijn klavier zijn blijven zitten en uiteindelijk toch verrast geweest. Ik sluit bijgevolg niet uit dat de daders binnen de rijkswacht moeten worden gezocht. Een buitenstaander kan de gebruiken in het gebouw niet kennen.”

Als je rijkswachters de moord op een rijkswachter laat onderzoeken, staat het vervolg in het België van de jaren 90 in de sterren geschreven. Tot vier keer toe worden onschuldige zielen op grond van cafépraat weken- of maandenlang in voorarrest geplaatst. Ex-profwielrenner Johnny Van der Veken overkwam het zelfs twee keer. “Een keer ben ik zeventien uur lang ondervraagd. ‘Als je bekent, stoppen we’, zeiden ze.”

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

“Het is opgezet spel van hemzelf”: dood rijkswachter Peter (37) blijft mysterie

‘The answer is blowing in the wind.’ Dat staat op het graf van de Lokerse rijkswachter Peter De Vleeschauwer (37). Hij liet in 1996 het leven bij een professionele moord. Een moord die na bijna 25 jaar nog altijd niet opgelost is. De hypotheses over zijn dood zijn vaak knotsgek, maar toch is het een smet op het blazoen van justitie dat de dood van een dienaar uit de eigen rangen nooit werd opgelost. Al beweren veel kwatongen dat ook uit eigen politiekringen het onderzoek bewust vertraagd werd. Een reconstructie van een van de weinige onopgeloste moorden op een politieagent in ons land.

14 november 1996 om 20 uur, de rijkswachtkazerne in de Vermorgenstraat in Sint-Niklaas loopt leeg. Peter De Vleeschauwer is planton, rijkswachtjargon voor een permanentie in het wachtlokaal van de kazerne. De dertiger blijft alleen achter op zijn nieuwe werkplek. Hij is recent overgeplaatst van de brigade van Lokeren naar Sint-Niklaas, een welgekomen rustiger korps na de hel waar hij in Lokeren door ging.

Enkele collega’s waren er volgens integere De Vleeschauwer zodanig corrupt en doordrongen van racisme dat er veel spanningen waren. De gevoelens waren trouwens wederzijds. Zijn collega’s met bedenkelijke sympathieën startten een petitie op om Peter, tevens vakbondsman, eruit te werken: te principieel en een man die te veel volgens het boekje werkte. Een milieu-activist ook, in die tijd zeldzaam in politiemiddens.

Toch keert de rust na zijn overplaatsing niet volledig terug voor de rijkswachter. Twee dagen voor zijn verdwijning dient De Vleeschauwer nog klacht in bij de onderzoeksrechter na doodsbedreigingen. Volgens zijn verklaring was het steeds dezelfde trage stem aan de telefoon in de kazerne: “Peter. Nu. Dood.” De beller wist ook precies wanneer hij zou opnemen. Hij belt nog een vriend op de dag van zijn verdwijning. “Ik heb problemen, maar ik vertel het morgen wel. Ik kan er met niemand anders over praten.” Hij diende ook klacht in bij onderzoeksrechter Walter Van de Sijpe.

Grote Beer

Tussen 20 en 21 uur stopt een BMW aan de poorten van de kazerne en voor de rijkswachter het beseft, wordt hij meegenomen. Met hoeveel de daders waren om de agent — bijnaam Grote Beer — zonder al te veel gedoe mee te nemen, is een mysterie. De rijkswachter die ‘met de nacht staat’ en De Vleeschauwer komt aflossen, kan alleen vaststellen dat er een stoel omgevallen is en een kom soep op de grond ligt. De kepie en uniformjas van zijn vermiste collega hangen nog keurig aan de kapstok, zijn auto staat nog altijd op de binnenkoer geparkeerd. Opmerkelijk: zijn 9mm-pistool verdwijnt samen met hem.

Het land staat al snel in rep en roer. Een speciale onderzoekscel wordt opgericht met aan het hoofd onderzoeksrechter Walter Van de Sijpe. In een maand worden 150 mensen verhoord. Vijftig tips lopen binnen, tientallen huiszoekingen worden uitgevoerd. Het Comité P ondervraagt al zijn collega’s.

Zestig vierkante kilometer terrein wordt uitgekamd. De rijkswachter blijft onvindbaar. Zijn familie doet een oproep naar getuigen of extra tips in de media, maar veel concrete sporen zijn er niet. Cruciale uren en dagen tikken weg, de hoop slinkt om Peter levend terug te vinden. Opvallend: de speurders gaan op dat moment uit van een enscenering, waarbij Peter een nieuw leven zou gestart zijn in het buitenland.

Nekschot

Op 26 december 1996 wordt die these doorbroken: De Vleeschauwer wordt dood teruggevonden. Zijn lichaam drijft op de Schelde in het naburige Hamme, zijn uniform heeft hij nog aan. De rijkswachter is geliquideerd door een professional.

Hij kreeg een nekschot waarbij de kogel er tussen beide oogkassen terug uitkwam, zodat de speurders – als die het lijk al zouden vinden – aan de slag moesten zonder spoor naar een eventueel moordwapen. Al snel blijkt de schotwond tussen de ogen van de rijkswachter ook exact 9 milimeter breed te zijn. Vermoord met zijn eigen dienstwapen? Ook dat is nog niet opgehelderd, maar vast staat dat zijn Glock nooit werd teruggevonden.

Verschillende pistes

Het onderzoek schiet alle kanten uit in de maanden en jaren die volgen. De voertuigen van de ex-collega’s die op slechte voet stonden met de Vleeschauwer worden onderzocht. Extra details over de slechte samenwerking in de brigade van Lokeren komen aan de oppervlakte. Hij zou bijzonder slecht gelegen hebben in de groep door zijn banden met de toenmalige partij Agalev.

Ook zijn pogingen om contact te zoeken met migranten werd hem niet in dank afgenomen. Een intern onderzoek was lopende op het moment van zijn verdwijning en bleek ook de reden van zijn overplaatsing naar Sint-Niklaas. De Vleeschauwer was buiten zijn diensturen ook bezig met een onderzoek naar vermeende milieu-overtredingen van een lokaal bedrijf. Er werd gespeurd in het hormonen- en drugsmilieu. Een ander spoor leidde naar containerdiefstallen in West-Vlaanderen. Allemaal zonder resultaat.

Vier jaar zit het onderzoek muurvast en dan worden plots Sint-Niklazenaar Carolus Pauwels, toen 43, en Ewald Ter Hamsel (34), een in Antwerpen verblijvende Nederlander, opgepakt. Ze worden aan de galg gepraat door crimineel Tony Hermans, vanuit de gevangenis van Dendermonde nota bene, in ruil voor een voorwaardelijke invrijheidstelling. Hermans zei dat hij in 1997 een gesprek van het duo had opgevangen in café De Meeuw in Antwerpen.

“Er zou toen tussen Ewald en mezelf gezegd zijn dat we die met zijn klak uit Sint-Niklaas hadden laten verdwijnen en het moordwapen in de Schelde aan de Voetgangerstunnel gooiden”, zegt Pauwels in de pers. De twee verdachten worden twee maanden na hun arrestatie vrijgelaten. Ondertussen staat het aantal ondervraagden op 400 (!). Aantal arrestaties? Twee.

500.000 euro

De familie van De Vleeschauwer, broer Chris voorop, voert vooral een eigen onderzoek. Ze leveren een lange strijd om het dossier te mogen inkijken en beschuldigen de ex-collega’s van hun vermoord familielid. Het komt bijna tot een proces voor laster en eerroof. Een andere hardnekkige piste is het zogenaamde ‘milieudossier’ dat De Vleeschauwer op het spoor zou zijn geweest.

Het komt zo ver dat de familie een dwangsom van 500.000 frank (12.500 euro) betaalt, nadat broer Chris in Terzake de namen van twee Lokerse ondernemers noemt die volgens hem iets met de zaak te maken hebben. Peter, fervent Agalev-aanhanger, zou hen op het spoor zijn voor zware milieuovertredingen. Hun overtuiging is sterk, maar nooit worden de bewijzen hard gemaakt. Een gevraagde parlementaire onderzoekscommissie komt er nooit. De broer van De Vleeschauwer zal vijf boeken schrijven over de zaak en blijft nog altijd volhouden dat de moord een ‘inside job’ is van Peters ex-collega’s.

In oktober van 2001 verzuurt de band tussen justitie en de familie De Vleeschauwer volledig. Weduwe Ginda Van den Durpel wordt door het Gentse hof van beroep veroordeeld wegens verzekeringsfraude. Ze krijgt twee maanden cel met uitstel en een boete van 40.000 frank. Aan twee verzekeringsmaatschappijen moet ze 1,2 miljoen frank terugbetalen. In 1995 deden De Vleeschauwer en zijn echtgenote aangifte van een inbraak in hun woning, waarbij drie schilderijen zouden gestolen zijn. Volgens de rechter was de inbraak geënsceneerd om de verzekeraars op te lichten.

Punk kapsel

Het onderzoek sleept zich ondertussen voort. Eventuele sporen liggen ijskoud in de kast van een ondertussen gefrustreerde onderzoeksrechter. Er is nog wat animo wanneer in 2004 opnieuw iemand vanuit de cel haar mond opent in de hoop op eigen strafvermindering. Ina Braem werpt zich op als nieuwe kroongetuige door een Bevers escortemeisje aan de galg te praten.

Ze verklaart – vijf jaar na de feiten – hoe ze op de avond van de ontvoering een auto met drie verdachten zag in de buurt van de rijkswachtkazerne. Op de achterbank zou Inka Van Goethem hebben gezeten. “Ik herkende haar punk kapsel”, vertelt Ina in het bureau van de onderzoeksrechter. De advocaat van Inka vlooit snel uit dat ze destijds nog een normaal kapsel had.

De kroongetuige heeft zelfs een hele theorie klaar: De Vleeschauwer is per vergissing vermoord. Drugsdealers wilden een andere rijkswachter ontvoeren en toen bleek dat ze de verkeerde in handen hadden, moesten ze hem wel vermoorden. Als uitvoerders van de ontvoering en de moord worden ex-wielrenner Johnny Vanderveken en ene Willy Pintens aangewezen. Vanderveken zal in 2008 nog eens kort opgepakt worden, maar het riedeltje blijft steeds hetzelfde: geen bewijs, geen bekentenissen en een onvindbaar moordwapen. Tot op vandaag blijft het aantal arrestaties op amper vijf staan.

Porsche

Dat de zaak blijft intrigeren is een understatement. In 2006 brengt weekblad Humo een eigen spoor uit dat draait rond beroepscrimineel Luciaan D.B. en zijn neef Willy P., een collega van De Vleeschauwer. De crimineel stal in 1987 een Porsche in De Panne. Na een helse achtervolging kan hij staande gehouden worden in Lokeren en hij komt hij onzacht in aanraking met de plichtsbewuste Peter De Vleeschauwer.

In de schermutseling bij de arrestatie raakt de rijkswachter lichtgewond en hij dient klacht in tegen de crimineel. Die zou jarenlang schadevergoeding moeten betalen hebben en uitte stevige bedreigingen in de richting van de crimineel. Allebei worden ze ondervraagd nadat de agent uit de Schelde wordt gevist met een gat in zijn nek. Luciaan D.B. beweert “geen wraakgevoelens te hebben” richting De Vleeschauwer. Zijn alibi wordt niet gecheckt. Willy P. wijst meteen naar de piste dat De Vleeschauwer zijn eigen dood zou geënsceneerd hebben. “Het is opgezet spel van hemzelf”, klinkt het tijdens zijn verhoor. Opmerkelijk: Willy P. is ook de man achter de ruzie binnen de brigade van Lokeren die tot de overplaatsing van De Vleeschauwer leidt. Verder dan ettelijke pagina’s in Humo komt de piste niet.

In mei 2009 trekt de Gentse Kamer van Inbeschuldigingstelling het onderzoek weg bij het parket van Dendermonde en stelt ze onderzoeksrechter Henri Heimans aan. Hij neemt drie misdaadanalisten aan die het onderzoek herbekijken en nog eens van nul herbeginnen. Resultaat: nog steeds nul. In 2014 gaat Heimans met pensioen en samen met hem het actieve onderzoek. Volgende week volgt nog een zogenaamde BOM-zitting, de voorlaatste stap om de moord op Peter De Vleeschauwer definitief af te sluiten.

De kans is groot dat de zaak nooit verjaart – er ligt een wetsontwerp klaar om dit voor zware delicten af te schaffen – waardoor het intussen 80.000 pagina dikke dossier in theorie nog altijd kan opgelost worden. Al is de kans groot dat het bij een knotsgekke theorie zal blijven, zoals er in deze zaak veel geweest zijn.

Bron » Het Laatste Nieuws