Justitie zet punt achter moordonderzoek Peter De Vleeschauwer: ‘We moeten aanvaarden dat de waarheid nooit aan het licht mag komen’

Na bijna 27 jaar zet justitie definitief een punt achter het onopgeloste onderzoek naar de moord op rijkswachter Peter De Vleeschauwer. De agent werd tijdens zijn dienst overmeesterd en kort daarna geëxecuteerd met een nekschot.

Rijkswachter Peter De Vleeschauwer (37) werd in de avond van 14 ­november 1996 ontvoerd tijdens zijn wachtdienst in de kazerne van Sint-Niklaas. Dat een politieagent – de rijkswacht was de voorloper van de huidige federale politie – was geschaakt in een politiekantoor leek volkomen absurd, al gold De Vleeschauwer als milieuactivist binnen het korps als een buitenbeentje. Hij was net vanuit de brigade van ­Lokeren per petitie weggestemd en verbannen naar die van Sint-Niklaas.

Wekenlang gingen speurders uit van een enscenering, waarbij de rijkswachter in het buitenland een nieuw leven zou zijn begonnen. Tot op 26 december 1996 het levenloze lichaam van De Vleeschauwer werd teruggevonden langs de Schelde in Hamme. De man bleek al vrij kort na de ontvoering te zijn geëxecuteerd met een nekschot. De Vleeschauwer liet een echtgenote en een zoon van 7 achter.

Tijdens het strafonderzoek werden in totaal vijf mensen van hun vrijheid beroofd. Het ging telkens om verdachten uit eerder marginale criminele milieus. Voor broer Chris De Vleeschauwer stond het vast dat de moord enkel kon zijn gepleegd door collega-rijkswachters. De speurders – ook rijkswachters – ­lieten volgens hem na om in eigen rangen te zoeken.

In mei 2009 trok het Gentse hof van beroep het dossier naar zich toe. Het stelde een raadsheer-onderzoeksrechter aan die met een vernieuwd speurdersteam aan de slag ging. Na diens pensionering in 2014 lijkt het onderzoek helemaal te zijn stilgevallen.

BOM-controle

Deze week ontvingen alle partijen, ook de vijf ten onrechte opgesloten ex-verdachten, een oproepingsbrief om op maandag 26 juni te verschijnen voor de Gentse Kamer van ­Inbeschuldingstelling (KI). Die gaat over tot een zogenaamde BOM-controle, een toetsing aan de wet op de bijzondere opsporingsmethoden.

“Dat is de voorlaatste stap naar het afsluiten van het onderzoek en het ontlasten van de onderzoeksrechter”, zegt Walter Van Steenbrugge, advocaat van Chris De Vleeschauwer. “Wij verwachten dat dat laatste na de zomer zal gebeuren op een volgende KI-zitting. Nu, het onderzoek was de facto al stilgelegd. We zagen dit al een hele tijd aankomen.”

Peter De Vleeschauwer stond ­bekend als buitengewoon integer en botste bijna dagelijks met collega-­rijkswachters. “Wie anders dan een rijkswachter zou een in theorie toch goed bewaakte rijkswachtkazerne binnengaan?”, argumenteerde Chris De Vleeschauwer de afgelopen 25 jaar in talloze interviews.

Hij schreef twee (fictie)boeken over de zaak, wees in een daarvan ook enkele collega-rijkswachters aan die hij als daders beschouwde. “Dit is waar ik al lang op zat te wachten”, reageert hij nu. “Het is nu klaar en duidelijk dat de piste van de interne afrekening nooit kon en nooit zal ­worden onderzocht . We moeten aanvaarden dat de waarheid nooit aan het licht mag komen.”

Ex-profwielrenner Johnny Vanderveken (69) uit Beveren had de ­twijfelachtige eer om twee keer te worden aangehouden op beschuldiging van de moord op Peter De Vleeschauwer. Hij bracht in totaal drie maanden onschuldig in voorarrest door.

“Bij elke ondervraging, uren aan een stuk en tot laat in de avond, ­bleven ze mij toeroepen dat ik de moord op De Vleeschauwer moest bekennen”, zegt Vanderveken. “Waarop ik dan terugriep: ‘Zijde gullie zot?’ Ik heb nooit goed begrepen hoe ze bij mij uitgekomen zijn, tenzij door dronkenmanspraat in Beverse cafés.”

Het parket-generaal in Gent ­bevestigt de agendering van de BOM-zitting op 26 juni, maar wenst geen verdere toelichting te geven.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

De tragiek van de echte Goffinard uit ‘1985’: adjudant Guy Goffinon was er zeker van dat hij de Bende bij de lurven had

Twee jaar na de laatste moordpartij van de Bende van Nijvel was rijkswachtadjudant Guy Goffinon er rotsvast van overtuigd dat hij – en hij alleen – ze had ontmaskerd. Achter het personage Goffinard uit de tv-serie 1985 schuilt een hoop tragiek.

“Wacht, niet binnenkomen, ik heb een gevaarlijke hond, ik zal hem eerst opsluiten”, zo beschrijft oud-rijkswachter Robert Beijer in zijn boek De laatste leugen zijn list bij de huiszoeking in zijn appartement, oktober 1987. “Ik glip binnen en sla de deur dicht. Dan begin ik met de grote opruimoperatie. Alle documenten die ik niet in handen van de flikken wil zien vallen, gooi ik in de open haard.”

Beijer runt in die tijd met kompaan Madani Bouhouche een detectivebureau. Hij wordt verdacht van illegale telefoontap en (later ook) betrokkenheid bij de moord op FN-wapeningenieur Juan Mendez-Blaya in Waver, begin 1986. Die was er zeker van dat bij hem afkomstige wapens waren gebruikt bij de achtvoudige moord in de Delhaize in Aalst op 9 november 1985, de laatste raid van de Bende met de grote B. Mendez zou zijn geliquideerd als hinderlijke getuige.

Het onderzoek werd geleid door Guy Goffinon, adjudant bij de Brusselse BOB, de recherche van de toenmalige rijkswacht. “Hij werkte dertien, veertien uur per dag, en soms de nacht door”, zegt een ex-BOB’er. “Hij was bezeten door zijn dossiers.”

Floppydisk

De echte Goffinon verschilde op veel vlakken van de in 1985 door Tom Vermeir neergezette cynicus met het sappige Brusselse accent. Goffinon, bijgenaamd ‘de Gof’ of ‘de vos met de zilveren slapen’ was louter Franstalig. En hij had een enorm netwerk van boeven en prostituees doordat hij als agent in de jaren zeventig was begonnen in de rosse buurt rond de Naamse Poort in Brussel. “Hij had iets aristocratisch”, zegt de ex-BOB’er. “Een woord was voor hem een woord. Heel letterlijk.”

Beijer, die bij de BOB ooit nog onder hem had gediend, kreeg tijdens de huiszoeking niet alles verbrand. Op zijn kantoor vonden de speurders enkele floppydisks – de verre voorloper van de USB-stick. Tijdens een ondervraging haalde Beijer er stiekem eentje uit de stapel en probeerde ze te breken tussen zijn knieën. Dat lukte niet. De floppy ging in de pc en op het scherm verscheen codetaal.

Goffinon kreeg er een papieren uitdraai van en ging aan de slag. Dagen, nachten. In de late namiddag van vrijdag 6 november 1987 veerde hij met een wilde kreet recht. Hij had de code gekraakt. Er kwamen adressen te voorschijn van garageboxen die Beijer en Bouhouche sinds 1981 onder valse namen huurden.

“De jackpot”

Een van de boxen was nummer 179 in parkeergarage Beau Site langs de Brusselse Louizalaan. Die locatie is verbonden met de Bende. Na de eerste raid, bij wapenhandel Dekaise in Waver in september 1982, was de buit volgens zelfverklaard mededader Bruno Vandeuren daar naartoe gebracht. Goffinon wist dat, hij had Vandeuren zelf ondervraagd.

Goffinon en zijn mannen trokken meteen naar de garage. Ze haalden er een ladder bij, want bovenaan de poort was een spleet. Ze keken binnen. Wat ze zagen, deed hun harten nog sneller kloppen: een witte Toyota Hiace-bestelwagen die in 1980 was gestolen en waarvan de inhoud was gedumpt op exact dezelfde plek in het Ter Kamerenbos als de bij Dekaise gebruikte overvalwagen.

Doordat Beijer de speurders al eens te grazen had genomen, zou elke andere politieman de box hebben laten bewaken in afwachting van het huiszoekingsbevel. Goffinon niet. Hij ging Beijer op zaterdag bezoeken in de cel en vroeg hem wat hij in de box zou vinden. Volgens ‘de Gof’ antwoordde Beijer: “De jackpot.”

Toen hij op zaterdagnamiddag rond 15 uur terugkeerde naar de box, stond de deur van de Toyota open en was de hele binnenkant bewerkt met een brandblusser. De auto was leeg. Christian Amory, een andere rijkswachter uit de entourage van Bouhouche en Beijer, zei later: “In die box lagen de wapens van de Bende van Nijvel.”

Goffinon heeft het geklungel nooit kunnen verklaren. “Wat vooral speelde, was dat ‘de Gof’ het zo graag allemaal zelf wou doen”, zegt de ex-collega. “De box is tweeëntwintig uur onbewaakt gebleven. Al die tijd waande hij zich de man die – eindelijk – de Bende had ontmaskerd.”

In haar boek Het complot van de stilte suggereert Humo-journaliste Hilde Geens dat Goffinon bewust de boel saboteerde. Omdat Bouhouche en Beijer hem chanteerden. Ze citeert ook een ooggetuige, die zaterdag: “Toen heb ik Goffinon zien huilen.”

De adjudant werd het mikpunt van verdenkingen en hoorzittingen in een parlementaire onderzoekscommissie. Begin 1990 liet onderzoeksrechter Luc Hennart een huiszoeking uitvoeren in zijn kantoor en zijn woning in Jette. Want intussen waren er andere onbegrijpelijke verhalen. Over zijn in 1985 erg realistisch nagespeelde rol in de zaak-François (drugs) en de mislukte moordaanslag op majoor Herman Vernaillen.

In een zes pagina’s lange brief aan de commissie schrijft Goffinon op 1 maart 1990: “Het is een man, gekneusd in zijn eerlijkheid, die het zich veroorlooft zich tot u te richten.” In de brief betwist hij elke band met Beijer, en eindigt hij met: “Had men schrik dat ik de waarheid zou ontdekken?”

Volgens een ex-collega is de adjudant de huiszoeking nooit te boven gekomen. “Hij heeft drie jaar later zijn vervroegd pensioen aangevraagd. En gekregen.”

Guy Goffinon (58) overleed op 11 mei 1995. We zullen nooit weten hoe het zou zijn gelopen als hij de code op maandag had gekraakt, en er diezelfde dag nog een huiszoekingsbevel was afgeleverd.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Gregory Beijer: ‘Mijn vader heeft niets te maken met Bende van Nijvel’

Gregory Beijer, de zoon van Robert ‘Bob’ Beijer (70), wacht in Thailand tot zijn vader op het vliegtuig naar België wordt gezet. Allicht gebeurt dat volgende week.

De ex-rijkswachter Robert ‘Bob’ Beijer wacht al een kleine week in een cel in Bangkok tot hij uitge­wezen wordt naar België. Die uitwijzing had normaal al moeten plaatsvinden, maar volgens zijn zoon is Beijer zijn paspoort kwijt en moet de Belgische ambassade eerst nieuwe papieren afleveren. ‘Ik heb hem nog niet mogen zien, maar via via weten we dat alles goed met hem gaat’, zegt zoon Gregory, die afgelopen weekend in Thailand is aangekomen.

Woensdagochtend vielen Belgische speurders samen met de Thaise politie het huis van de Belgische ex-rijkswachter in Pattaya binnen. Beijer woont in Thailand sinds hij in 1999 vrijkwam uit de gevangenis. Bij de huiszoeking werd zijn computer in beslag genomen, maar werden volgens het federale parket (nog) geen links met de ­Bende van Nijvel gevonden. ‘Mijn vader werd ook verhoord door de Belgische speurders’, zegt Gregory Beijer. ‘Hij heeft geëist dat het verhoor in het Thai zou plaatsvinden met een Franstalige tolk. Hij wilde dat de Thaise politie ook al zijn ­antwoorden zou begrijpen.’ Of dat verhoor iets opgeleverd heeft, is onduidelijk. ‘Maar mijn vader houdt zich ter beschikking van de speurders als hij terug in België ­is.’

De Thaise speurders stelden bij de huiszoeking vast dat Beijer illegaal in het land verbleef, dus hij komt snel terug naar ons land.

Madani Bouhouche

Gregory Beijer blijft erbij dat er geen link bestaat tussen zijn vader en de ­Bende van Nijvel. ‘Mijn vader en ik zijn beste vrienden. Vroeger, toen hij in de cel zat, ging ik hem als kind ieder weekend bezoeken. Ik weet wat hij gedaan heeft en wat niet. Hij heeft me altijd gezegd dat hij niets te maken heeft met de Bende van Nijvel. Ik ben ervan overtuigd dat hij niets gedaan heeft.’

Robert Beijer en zijn toen­malige kompaan bij de rijkswacht, ­Madani Bouhouche, pleegden in de jaren 80 verschillende criminele ­feiten. Eind jaren 70 waren ze col­lega’s bij de drugsbrigade van de Brusselse Bewakings- en Opsporingsbrigade (BOB). Ze werden ontslagen nadat bekend raakte dat ze hun collega’s met afluisterap­paratuur hadden bespioneerd.

Aanslag op kolonel

De twee werden daarna privé­detective en pleegden opnieuw ­allerhande criminele feiten, waaronder een aanslag op rijkswachtkolonel Herman Vernaillen, die bij hun ontslag betrokken zou zijn. Bouhouche en Beijer zijn tegenwoordig als corrupte rijkswachters te zien in de serie 1985 op Eén.

Bron » De Standaard

Over de rijkswacht, “Le Jonathan” en confituurbaden: wie is wie en wat is wat in nieuwe reeks “1985”?

Vanavond start op Eén de reeks “1985”, gebaseerd op het dossier van de Bende van Nijvel. Ook al is het fictie en hebben de makers zichzelf veel artistieke vrijheid gegeven, sommige scènes zijn herkenbaar. Een overzicht van de namen en feiten die in de eerste aflevering de revue passeren, om een en ander in historisch perspectief te plaatsen.

Rijkswacht

De rijkswacht was een van de drie politiekorpsen in ons land. Er was de gemeentepolitie, de gerechtelijke politie en de rijkswacht. Die drieledige organisatie leidde vaak tot een guerre des flics, een politieoorlog.

In 1985 was de rijkswacht nog een militair korps. Vandaar ook de militaire graden en de strikte hiërarchische verhoudingen die daarbij horen. De voertuigen van de rijkswacht zijn herkenbaar aan de grote oranje middenstreep.

Binnen de rijkswacht was er ook nog de Bewakings- en Opsporingsbrigade, kortweg de BOB. De BOB kan beschouwd worden als de rechercheafdeling. Zij werkten in burger en met anonieme auto’s.

In 2001 werd het Belgisch politielandschap grondig hertekend. Sindsdien is er sprake van een geïntegreerde politie op twee niveaus, het lokale (met de lokale politie) en het federale (met de federale politie).

Léon François

Léon François was commandant bij de rijkswacht. Hij had de leiding over het Nationale Bureau voor Drugs (NBD). Dat drugsbureau was gebaseerd op de Amerikaanse manier van werken (met technieken als provocatie en infiltratie) van de Drug Enforcement Administration (DEA). Maar voor die werkmethode bestond er toen in ons land nog geen wettelijke regeling.

Het liep helemaal fout. De leden van het NBD geraakten zelf betrokken bij de drugshandel en lieten zich ook rollen door doorgewinterde criminelen. De rijkswacht verloor niet alleen veel geld, maar leed vooral veel reputatieschade.

In de eerste aflevering wordt gesproken over een verlies van 1.650.000 Belgische frank (omgerekend ruim 41.000 euro, let wel: eind jaren 70). In werkelijkheid gaat het over de zogenoemde zaak-Touboul.

Een burgerinfiltrant – een gewone burger die door de politie werd ingezet – was met het geld gaan lopen en François wou dat verlies recupereren door zelf cocaïne te verkopen in Nederland. Het opzet mislukte. De Nederlandse recherche betrapten de Belgische “collega’s”.

Er wordt ook melding gemaakt van de zaak-Khan. Dat is een operatie in 1976 tussen het NBD en de DEA waarbij men zendingen drugs vanuit Pakistan gecontroleerd ons land binnenliet met de bedoeling een grotere trafiek te kunnen blootleggen.

Op 18 januari 1980 wordt rijkswachtcommandant Léon François aangehouden. Twee jaar later zal hij veroordeeld worden tot een straf van één jaar (met uitstel).

De zaak François kan beschouwd worden als een van de grootste naoorlogse politieschandalen van ons land.

François Raes

De “affaire François” wordt aan het licht gebracht door wachtmeester François Raes. Hij werkte ook bij het NBD maar kon de illegale gang van zaken niet langer meer aanzien. François Raes stapt naar het parket van Brussel en legt uitgebreide verklaringen af. Je kan hem beschouwen als klokkenluider.

De eerlijkheid en integriteit van de man wordt door het korps niet bepaald op prijs gesteld. Hij zal op een zijspoor gezet worden en wordt ook mikpunt van pesterijen. Op basis van zijn informatie startte er wel een gerechtelijk onderzoek.

Herman Vernaillen

Dat onderzoek naar de zaak-François zal geleid worden door majoor Herman Vernaillen (samen met adjudant Guy Goffinon, die in de reeks een licht andere naam krijgt). Herman Vernaillen neemt in het kader van dat onderzoek disciplinaire sancties tegen Madani Bouhouche en Robert Beijer.

In de nacht van 25 op 26 oktober 1981 wordt een aanslag gepleegd op majoor Vernaillen en zijn echtgenote. Er wordt gebeld aan het huis van de commandant en op het moment dat hij wil opendoen, wordt met zwaar geschut geschoten.

Het onderzoek naar de aanslag op Vernaillen wordt gevoerd door de BOB van Brussel. Daarin zit ook Madani Bouhouche, man die dus door Vernaillen geviseerd werd. Er zal nooit een sluitend bewijs gevonden worden in deze zaak. In 2010 zegt Robert Beijer wel dat hij, samen met vier anderen, achter de aanslag op Vernaillen zat.

Herman Vernaillen is naast Madani Bouhouche een hoofdfiguur in de eerste aflevering.

Madani Bouhouche

Madani Bouhouche treedt midden jaren 70 toe (samen met Robert Beijer) tot de rijkswacht. Hij gaat werken in de drugssectie van de Brusselse BOB. De man houdt er erg onorthodoxe praktijken op na en wordt verdacht van tal van misdrijven.

In aflevering 1 zien we hoe Bouhouche en Beijer betrapt worden op het afluisteren van de eigen collega’s. In werkelijkheid ging het om een gesprek van een BOB’er en diens informant, de Fransman Gérald Lafaurie, een bekend drugshandelaar.

Bouhouche en Beijer nemen zelf ontslag uit het rijkswachtkorps en beginnen een detectivebureau. In februari 1995 wordt hij door het hof van assisen veroordeeld tot 20 jaar cel voor een reeks feiten, o.a. roofmoord.

Madani Bouhouche was een verwoed schutter en hij gaf zelf les in Leopoldsburg in de schietclub Target 121 in practical shooting. Hou goed het eindbeeld van de eerste aflevering in de gaten.

Madani Bouhouche wordt in verband gebracht met de “Groep G”. Dat is een groep extreemrechtse rijkswachters. Hij wordt door velen beschouwd als een van de kopstukken achter de Bende van Nijvel maar daarvoor is hij nooit veroordeeld.

De man overleed in november 2005.

Jonathan

“Le Jonathan” was een bekende nachtclub in Sint Gillis. De club werd bezocht door een merkwaardig allegaartje van rijkswachters, militairen, criminelen, politici… (In de reeks ziet u zelfs een ex-eerste minister.)

Eén van de meer zoetsappige verhalen die daarover verteld worden, zijn de fameuze confituurbaden, een begrip dat u letterlijk mag nemen. Er circuleren foto’s en filmpjes van schaars geklede dames tijdens deze “Rock and Roll dans la confiture” en tussen hen in Jean Bultot. Jean Bultot was directeur van de gevangenis van Sint Gillis maar zat wellicht beter aan de andere kant van de celdeur.

De man had een bedenkelijke reputatie door zijn extreemrechtse ideeën en al te nauwe banden met criminelen.

Hij was ontegensprekelijk betrokken bij een reeks misdaden, daarvoor is hij ook veroordeeld tot een celstraf van drie jaar. Het zijn feiten die genoemd worden in het kader van het dossier van de Bende van Nijvel. Maar zijn betrokkenheid bij de Bende (die hij zelf ontkende) is nooit formeel bewezen.

De man vluchtte naar Paraguay. Hij overleed in 2021.

Bron » VRT Nieuws

“Het Bende-dossier is ons Vietnam”

Net nu op VRT de reeks 1985 begint, over de Bende van Nijvel, is in Thailand een verdachte in de zaak gearresteerd: we zijn nog niet van ons nationale trauma verlost. ‘We moeten toegeven dat we allemaal gefaald hebben’, vindt scenarist Willem Wallyn. ‘Hier heeft de maatschappij verloren.’

Er vielen in totaal 28 doden bij de aanslagen van de Bende van Nijvel, die begonnen met een wapendiefstal in 1981 en het dodelijkst waren bij aanslagen op supermarkten in 1985. Maar de daders zijn nooit gevat: de sociale en politieke achtergrond van die tijd leidde tot een kluwen aan sporen en dwaalsporen. Rijkswachters die betrokken waren bij drugs­trafiek, doken op in het dossier, net als extreemrechtse groepjes als Westland New Post, Forces Nouvelles of het Front de la Jeunesse, die soms met hulp van ­bevriende rijkswachters de staat wilden destabiliseren. De extreemlinkse CCC pleegde bomaan­slagen. Hoge burgers, politici en gerechtsdienaars namen deel aan seksfeestjes waarbij misschien ook minderjarigen waren betrokken, zodat die ‘roze balletten’ weer opdoken toen de zaak-Dutroux in 1996 losbarstte.

En alsof iemand de complottheorieën van toen nieuw leven wilde inblazen, werden we woensdag wakker met het nieuws dat in Thailand Robert Beijer was gearresteerd, ex-rijkswachter en ‘eeuwige verdachte’ van de Bende. Ook Willem Wallyn, scenarist van 1985, de fictiereeks over de Bende die morgen op VRT start, hoorde het in het ochtendjournaal. ‘Toen het nieuws ermee opende, moet ik bekennen, was mijn cynische gedachte: dit is niet slecht voor de reeks. Meteen daarna dacht ik: dit is niet slecht voor Herman Vernaillen. Mogelijk leidt het nog tot informatie of gevolgen die voor hem belangrijk zijn.’

Bergen namen en dossiers

En daarmee stuiten we meteen op een niet onbelangrijk probleem. Nationaal trauma of niet, voor Belgen onder de 45 zijn Beijer en Vernaillen nobele onbekenden, in de reeks respectievelijk gespeeld door de Waalse acteur Guillaume Kerbusch en Peter Van den Begin. Maar Wallyn, een student rechten aan de VUB toen de Bende actief was, moest niet lang nadenken toen Peter Bouckaert, producent van de film Niet schieten over de aanslag in Aalst, hem vroeg wat hij in een reeks over de Bende zou vertellen.

‘Ik zie dat mijn kinderen het niet snappen als ik hen probeer uit te leggen hoe bang we toen waren voor de kernbom, hoe jonge mensen ook toen waren verdeeld in twee kampen, en hoe die angst en polarisering ook dat dossier kleurden’, zegt Wallyn. ‘Mijn insteek was dan ook: ik ga dit vertellen via de ogen van drie jonge gasten.’ Het zijn drie achttien­jarigen: Vicky gaat studeren aan de VUB, haar broer Franky en zijn beste vriend Marc gaan bij de rijkswacht. Alle studenten zijn ­tegen de rijkswacht, dus worden Marc en Franky opeens persona non grata op campusfeestjes, zelfs als Vicky dj’t.

Maar Wallyn moest ook bergen dossiers en namen introduceren bij de kijker. ‘Er zijn twee parlementaire commissies geweest over de Bende van Nijvel. Hun verslagen zijn feitelijk en objectief, en je kunt ze gewoon opvragen. Zij vormen de achtergrond waartoe ik me heb beperkt, want mijn belangrijkste tip voor scenaristen is altijd: beperk jezelf.’

‘Een tweede filter was de regisseur, Wouter Bouvijn. Hij is een student van mij, geboren in 1987. Als iets voor hem niet duidelijk was, wist ik dat ik meer uitleg moest geven of het moest schrappen. Hij voegde ook poëzie en ­tederheid toe, die ik niet heb; ik zie mezelf niet als een cynicus, maar ik kan wel hard zijn. De laatste filter is natuurlijk die van de acteurs: er zaten niet alleen verschillende generaties aan tafel, maar ook Franstalige en Nederlandstalige acteurs.’

Over de taalgrens, waar de meeste aanslagen zijn gepleegd, wordt de Bende ‘Les tueurs fous du Brabant’ genoemd. ‘Ik hoed me er altijd voor om communautaire verschillen te zien, en ik heb het niet wetenschappelijk onderzocht, maar ik heb het gevoel dat de Bende aan Vlaamse kant een diepere wonde heeft geslagen. Dat er aan Waalse kant meer nieuwsgierigheid is, en meer verontwaardiging. Bij ons is er ook verontwaardiging, maar vooral een wonde.’

En die is te wijten aan? ‘Aalst. De aanslag in Aalst is een trauma in Vlaanderen, omdat hij zo ­gewelddadig was en er kinderen bij de slachtoffers waren. Op mij persoonlijk hebben de aanslagen in Eigenbrakel en Overijse meer indruk gemaakt: twee aanslagen op nog geen halfuur tijd, met acht doden. Ik heb lange tijd in Waals-Brabant gewoond: op een zakdoek groot is daar een Delhaize overvallen, pleegde Paul Latinus (voorzitter van het neonazistische Westland New Post en Bende­verdachte, red.) zelfmoord, en ­werden wapens geroofd. Je kunt het je niet voorstellen dat dit is gebeurd zonder dat we het hebben kunnen oplossen. Dit is ons Vietnam. Want laten we eerlijk zijn: de maatschappij heeft hier verloren.’

Orgie in confituur

1985 begint in 1981, met de zaak-François, over rijkswachters die een drugstrafiek op poten hadden gezet, en rijkswachtofficier Herman Vernaillen die het onderzoek leidt. Het verhaal met flashbacks vertellen, was nooit een optie: te complex. ‘Chronologisch vertellen is ook logisch omdat het een coming of age-verhaal is. De kijker moet de drie personages stap voor stap zien groeien. Hopelijk begrijpt hij dan hun keuzes, en vraagt hij zich af hoe lang een verkeerde keuze aan hen zal blijven plakken. We eindigen de reeks niet met de climax van de Bende, maar die van de drie hoofdpersonages: wat is de rest van hun ­leven? Want één ding is zeker: van iedereen die in contact is gekomen met de Bende van Nijvel, is het leven definitief veranderd.’

1985 gebruikt spaarzaam ­archiefbeelden, zoals het filmpje in de eerste aflevering waarop ­gevangenisdirecteur en lid van het extreemrechtse Forces Nouvelles Jean Bultot deelneemt aan een ­orgie in een bad confituur. Om de kijker verder mee te zuigen in de grijze jaren 80, volstaan perfecte details als de hoekige ­auto’s, het reële geldgebrek van studenten en werkende jongeren.

‘Het kot van Vicky was zelfs mijn echte kot aan de VUB, recht tegenover de rijkswachtkazerne. En ik was net als Vicky dj bij FM Brussel. Als je filmt, is het belangrijkste om niet té exotisch te willen zijn, maar wel correct.’

Dus weet Wallyn hoe anti-rijkswacht studenten waren. ‘Die klopten te graag op betogers, maar linkse studenten gooiden ook molotovcocktails naar de kazerne. Ik wilde zeker vermijden dat alle rijkswachters slecht uit de ­serie kwamen. Vernaillen en zijn gezin zijn door de Bende beschoten, hij wist dat de aanvallers ex-collega’s waren, kan er desondanks objectief over spreken, en is nooit in de verleiding gekomen om het recht in eigen handen te nemen. Dat zegt genoeg over de kwaliteit die ook in het korps zat.’

‘Kijk, van de jongens met wie ik op het Atheneum van Koekelberg zat, begon 20 procent bij de rijkswacht. Het was een van de weinige instellingen waar je kon opklimmen tot de hoogste ­regionen dankzij je talent, omdat er niet naar je afkomst werd ge­keken. Vernaillen is daar het beste voorbeeld van: hij was een ­boerenzoon uit het Pajottenland die voorbestemd was om generaal te worden. Die gasten werden ook onmiddellijk betaald en waren zeer trots op hun job. Dat was allemaal positief. Maar als er in zo’n gesloten organisatie iemand zit met slechte bedoelingen en met beslissingsmacht, loopt het fout. Want als ondergeschikte twijfel je niet aan je opdrachten, je denkt dat je goed bezig bent. Dat ­gebeurt met Franky: een goeie gast, maar nogal goed­gelovig en eager to please.’

Als hij vindt dat de maatschappij heeft verloren, was het belangrijk om die verontwaardiging in de reeks te leggen? ‘De slechte­riken waren dit keer sterker dan het gerecht. Dat is erg, maar moeilijker vind ik dat we niet kunnen toegeven dat wij allemaal gefaald hebben. We hadden ons als maatschappij moeten excuseren bij de slachtoffers, kijken wat we konden doen om hun leven te verzachten, leren van wat toen fout is gelopen. Dat we ons falen niet kunnen toegeven, daar word ik ambetanter van dan het altijd maar uitstellen van die verjaring, hoeveel pijn aan de hersenen ik daar als jurist ook van krijg.’

Bron » De Standaard