Groep Diane

Inleiding

Van Diane naar SIE

De Brigade Diane, in de volksmond vooral gekend als Groep Diane, was een speciale eenheid van de Belgische rijkswacht. De Brigade werd op 6 december 1972 opgericht in de nasleep van de dramatische gebeurtenissen op de Olympische Spelen van dat jaar. Tijdens die Spelen draaide een gijzeling van Israëlische atleten uit op een bloedbad.

Om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen, gaf de Belgische regering toen bevel aan de rijkswacht om een speciale eenheid op te richten. Deze eenheid kreeg de codenaam “Diane”, een verwijzing naar de Godin van de jacht. Na twee jaar werd de brigade omgedoopt naar Speciale Interventie Eskadron. Sinds de politiehervorming is deze eenheid opgegaan in de DSU, Directie van speciale eenheden van de federale politie. Deze naam veranderde in 2007 in CGSU, het Commissariaat-Generaal Special Units.

Het Speciaal Interventie Eskadron tijdens een actie.

Het Speciaal Interventie Eskadron tijdens een actie.

25 jaar geschiedenis

  • 1972: Na de gijzeling van Israëlische atleten tijdens de Olympische Spelen in München, die op een bloedbad was uitgedraaid, geeft de regering aan de rijkswacht opdracht om een eenheid op te richten “die aan dit soort situaties het hoofd kan bieden”. Binnen het Mobiel Legioen wordt de Brigade Diane – genoemd naar de godin van de jacht – uitgebouwd.
  • 1974: De Brigade Diane wordt in “Speciaal Interventie Eskadron” omgedoopt.
  • 1976: Gelet op het grote aantal ontvoeringen ontstaat de behoefte aan een observatie-eenheid. Deze wordt opgericht binnen het SIE en krijgt in 1980 een officieel karakter.
  • 1985: De vraag is zo groot dat het SIE niet meer alle taken aankan. Daarom worden er in Brussel, Gent, Antwerpen, Charleroi en Luik gedecentraliseerde eenheden opgericht, de pelotons POSA: peloton Protectie, Observatie, Steun en Arrestatie. Elke POSA dekt twee provincies, behalve in de toen nog eengemaakte provincie Brabant die van Brussel afhangt.
  • 1992: Het Disaster Victim Identification Team en de POSA Brussel worden bij het Speciaal Interventie Eskadron gevoegd.
  • 1993: Oprichting van een infiltratie-eenheid die van het Centraal Bureau der Opsporingen wordt overgenomen.
  • 1995: Elke POSA hangt functioneel van het SIE af, ook al blijft er een lokale administratieve overste. Rekrutering, selectie en opleiding verlopen vanaf dat ogenblik gemeenschappelijk.

“Een onverbiddelijke selectie”

In de sessie 1997 -1998 stelden zich 132 rijkswachters kandidaat voor een functie bij één van de eenheden van het SIE, terwijl er slechts 51 vacante betrekkingen waren (23 voor observatie, 16 voor interventies en 12 voor POSA). In de eerste selectieronde werden 29 kandidaten uitgeschakeld (om medische redenen, administratieve redenen of na vrijwillige verzaking). Uiteindelijk namen 59 kandidaten deel aan de testweek voor de observatie-eenheid en 44 aan de testweek voor de interventie-eenheid en de POSA.

Na afloop van die week werden er slechts 24 kandidaten voor de observatie, 6 voor interventies en 8 voor de POSA tot de opleiding toegelaten. Uiteindelijk slaagden 19 rijkswachters voor alle tests en zij werden in het Speciaal Interventie-Eskadron opgenomen: 12 bij de observatie-eenheid, 5 bij de POSA en 2 bij de interventie-eenheid. Dat brengt het slaagpercentage op nauwelijks 15 %. “In de laatste jaren schommelt dat percentage rond de 20 %”, aldus luitenant Dominique Soffers van de cel opleiding.

Opmerkelijke interventies

Brasschaat, 1978: De ontvoering van Baron Bracht. De dader wordt aangehouden zonder dat er losgeld wordt betaald.

Vielsalm – Brussel, 1980: Drie mannen kapen een schoolbus in Vielsalm en dwingen de chauffeur naar het RTBF-gebouw in Brussel te rijden. Op het parkeerterrein van de RTBF wordt een aantal keren in de richting van de fotografen en de cameramensen geschoten. Tijdens de verplaatsing naar de studio in het gebouw worden de daders overmeesterd zonder dat er slachtoffers vallen.

Charleroi, 1987: Een man, gewapend met een mes, gijzelt een vrouw in een trein. De onderhandelingen leveren niets op en rijkswachters van de interventieploeg in burgerkledij kunnen de man overmeesteren.

Tilff, 1989: Drie gangsters dringen de woning van een bankdirecteur binnen en gijzelen zijn vrouw en zijn twee kinderen. De man kon ontsnappen en de politie verwittigen. De woning wordt omsingeld en de onderhandelingen duren vijf dagen. Een losgeld van 30 miljoen wordt betaald in ruil voor de vrijlating van de twee kinderen en een vluchtvoertuig. De drie daders vluchten dus met het voertuig en houden de vrouw aan boord. Die wordt tijdens de vlucht ongedeerd vrijgelaten en de drie gangsters wisselen van voertuig. Zij worden opgemerkt door een POSA eenheid bij het binnengaan van een appartementsgebouw in Droixhe. Het gebouw wordt doorzocht en twee daders verschansen zich op het dak van het gebouw. Tijdens hun vlucht wordt één van de daders gekwetst door de interventieploeg. Uiteindelijk geven ze zich over. De derde dader wordt dood aangetroffen. Achteraf zou blijken dat hij zelfmoord heeft gepleegd.

Sint-Genesius-Rode, 1993: Ulrike Bidergard, een Zweedse kampioene in paardrijden, wordt ontvoerd. De dader kan gelokaliseerd worden en wordt gevolgd naar de woning waar het slachtoffer wordt vastgehouden. Interventieploegen dringen binnen in de woning en kunnen Ulrike Bidegard bevrijden en de dader aanhouden.

Kortrijk, 1996: Een lokale rijkswachtploeg wil een verdacht voertuig controleren waarop zij worden beschoten. De daders zijn leden van de Gewapende Islamitische Groep (GIA) die uit Roubaix vluchtten omdat hun huis door de Franse politie bestormd werd. Een dader wordt doodgeschoten, de tweede kan weg-vluchten en verschanst zich in een nabijgelegen woning. De twee aanwezige vrouwen kunnen nog tijdig de politiediensten verwittigen maar worden daarna in de kamer opgesloten. Wanneer de interventieploegen binnendringen wordt de dader gewond aangetroffen in een slaapkamer, de twee vrouwen worden bevrijd en zijn ongedeerd.

Elsene, 1998: Tijdens een huiszoeking met versterking wordt de interventieploeg onder vuur genomen door een GIA-lid. De dader verschanst zich en weigert zich over te geven. Na het falen van langdurige onderhandelingen wordt de woning door interventieploegen binnengedrongen. De dader schiet opnieuw maar kan ongedeerd overmeesterd worden.