Minder gebouwen, een maximum aantal gevangenen en (nog) meer budget: nieuwe regering krijgt stevig verlanglijstje van FOD Justitie

“Zonder bijkomend budget kan Justitie de rekeningen niet meer betalen.” Met die moeilijke boodschap trekt de federale overheidsdienst Justitie naar de toekomstige federale regering. “Moeilijk”, want ons land moet in de komende 7 jaar net 23 tot 25 miljard euro besparen. Maar bij Justitie hebben ze toch een verlanglijstje klaar.

Justitie was de voorbije jaren niet het departement waar er fors beknibbeld werd op het budget. Van de uittredende federale regering kreeg de overheidsdienst 581 miljoen euro extra over 4 jaar, op een totaalbudget van zo’n 2 miljard euro. “Niet niks”, geven ze toe bij de overheidsdienst.

Met die extra duiten heeft de FOD onder meer broodnodige extra plaatsen in de gevangenissen kunnen creëren, duizenden nieuwe mensen kunnen aannemen en veel geld gespendeerd aan digitalisering.

En toch volstaan de extra miljoenen nog niet, klinkt het nu. Zo heeft de FOD Justitie ook 80 miljoen euro moeten besparen, woog de inflatie op de werkingskosten en hadden indexeringen een zware impact op de loonkosten. Bovendien bleef de vraag stijgen: meer zaken (die de nodige kosten met zich meebrengen), meer gedetineerden, de blijvende nood aan digitalisering en de stijgende kosten van de verouderde gebouwen.

“In de praktijk is budgettaire ademruimte onbestaande”, schrijft de FOD in een persbericht. “Sterker nog: we kijken dit jaar aan tegen een tekort van ongeveer 60 miljoen euro.” Geen goed nieuws nu er wellicht overal bij de overheid stevige besparingen zitten aan te komen om de miljardentekorten te kunnen wegwerken.

Overbevolking

Het verklaart waarom de FOD Justitie nu een verlanglijstje, op tafel legt voor voor de nieuwe regering. Daarin vraagt de overheidsdienst “een structurele budgetverhoging van 250 miljoen euro”. “Met die extra slagkracht kunnen we zowel de hoogste noden dekken als hervormen.”

Hoe de FOD Justitie wil hervormen? Daarvoor zijn er wel wat ideeën. Over gevangenissen bijvoorbeeld: ja, de capaciteit moet nog worden opgetrokken en de gebouwen moeten worden gemoderniseerd. Maar Justitie wil ook een quotum op het maximale aantal gevangenen per gevangenis.

“Het moet duidelijk zijn vanaf wanneer er niet méér mensen binnen mogen in een gevangenis”, zegt Sarah Blancke, voorzitter ad interim van het directiecomité van de FOD Justitie, in De Ochtend op Radio 1. “De eerste opdracht is om ervoor te zorgen dat er geen grondslapers meer zijn.”

En bij overbevolking moeten er wettelijke maatregelen worden vastgelegd die als een soort ‘ventiel’ moeten dienen (bijvoorbeeld: korte straffen tijdelijk enkel via een enkelband uitvoeren of zelfs voorlopige invrijheidstelling).

Gebouwen sluiten

Of kijk naar de ruim 225 gerechtsgebouwen in ons land: volgens de FOD Justitie voldoen de meeste daarvan niet meer aan de huidige normen voor welzijn en veiligheid. En omdat er te weinig geld is om ze te onderhouden, gaan ze er alleen maar op achteruit.

“Wij komen regelmatig in de pers met gebouwen waar er lekken zijn of waar de archieven niet in orde zijn”, zegt Blancke. “We moeten ons dus afvragen of we al die gebouwen nog in orde kunnen brengen. In Nederland bijvoorbeeld hebben ze maar 50 gerechtsgebouwen.”

De overheidsdienst stelt daarom zelf voor om in de komende 5 tot 15 jaar liefst 100 gebouwen te sluiten. Door rechtscolleges te hergroeperen en meer in te zetten op digitalisering moet dat kunnen worden opgevangen. Met de besparing die dat oplevert, kunnen de overige gebouwen dan worden gemoderniseerd en onderhouden. “Ik denk dat dit een win-win is voor iedereen.”

Vernietigend rapport

Hoewel het memorandum een aantal prikkelende voorstellen bevat, is de timing best opmerkelijk. Een dikke maand geleden nog legde het Rekenhof de FOD Justitie over de knie. In een ronduit vernietigend (ontwerp)rapport kreeg de directie van de overheidsdienst de stempel “falend”, “passief” en “onverantwoordelijk”, zeker als het gaat over de digitalisering.

Zo heeft ze “onvoldoende aandacht voor het risico op fraude”, met name als het gaat over de samenwerking met consultancybedrijven. Verder ontbreekt het de FOD aan een duidelijke strategie voor de digitalisering en speelt er veel onduidelijkheid, onderlinge concurrentie en is er een gebrek aan vertrouwen. “Omdat de duurzaamheid van projecten niet wordt beoordeeld, bestaat bovendien het risico dat budgetten momenteel voor niets worden uitgegeven”, stelde het Rekenhof.

Het rapport kwam bovenop eerdere berichten dat Justitie de eigen regels niet lijkt te volgen als het gaat over contracten en dat het lange tijd te veel heeft betaald aan Bpost voor een kantoorgebouw. Ook pompt de overheidsdienst al jaren geld in moderne rechtszalen in gevangenissen die zelden of nooit worden gebruikt, omdat advocaten en rechters vrezen dat daarmee de openbaarheid van de rechtspraak in het gedrang komt. Of zoals advocaat John Maes eind vorig jaar stelde: “Dit is lichtzinnig omgaan met het geld van de belastingbetaler.”

Bron » VRT Nieuws | Stefan Grommen

Criminologe: ‘Het gebrek aan vertrouwen in justitie is meer dan perceptie’

Volgens de justitiebarometer van de Hoge Raad van Justitie is het vertrouwen van de burger in recht en rechtvaardigheid in vrije val. Professor criminologie Sofie De Kimpe (VUB): ‘Zaken als Julie Van Espen en Sanda Dia hebben impact.’

Is de afkalving van het vertrouwen in justitie verklaarbaar?

“Het valt mij op dat mensen die de afgelopen vijf jaar in contact kwamen met justitie, minder tevreden zijn dan anderen. Dan heb je wel een probleem, want dan heb je het niet meer enkel over perceptie. Vaak is de verklaring dan dat het contact met justitie onvermijdbaar in een negatieve context gebeurt, want ofwel ben je slachtoffer, ofwel ben je dader.”

“Maar je ziet toch ook dat mensen niet zo tevreden zijn over de toegankelijkheid van justitie en de gebruikte taal. Er is een gebrek aan procedurele rechtvaardigheid. Ondanks alle laagdrempelige televisieprogramma’s en podcasts is justitie voor veel mensen nog onvoldoende uitgelegd en transparant. Daarom willen drie op de vier ook dat zittingen worden gefilmd.”

“Als wetenschapper moet ik zelf ook vaak een lijdensweg afleggen om arresten en vonnissen te vinden. Als je wilt werken aan het vertrouwen, moet het contact met de burger beter. Daar maak of kraak je het.”

Niet alleen daalt het vertrouwen, er blijkt ook een sociale kloof te ontstaan, die bij ons meer groeit dan elders.

“Ik denk dat de moord op Julie Van Espen en de zaak-Sanda Dia hun stempel hebben gedrukt op de resultaten. Je merkte dat ook in het Eén-programma Eerste keus bij die scholieren in Kortrijk. ‘Wie rijk is, komt met alles weg’, klonk het.

“Dat noemen we in de wetenschap de distributieve rechtvaardigheid: sommige burgers hebben het idee dat justitie niet iedereen gelijk behandelt. Dat gevoel van klassenjustitie kunnen we niet louter aan de rechtsmacht toeschrijven. Het wordt gevoed door politici, die het hebben over activistische rechters. Het in vraag stellen van de rechtsstaat knabbelt aan het vertrouwen in justitie, zeker in combinatie met de mediatieke zaken en de uithalen naar klassenjustitie.”

“Er is nu een generatiewissel bezig in de magistratuur, maar alleen met anders aanwerven zullen we er niet geraken. Er is iets fundamentelers aan de hand. De cijfers tonen een probleem met bepaalde groepen.”

Opvallend, Belgen met herkomst in het buitenland hebben minder vertrouwen in justitie, behalve de echte nieuwkomers. Zij staan zelfs positiever tegenover Belgische justitie dan Belgen zonder migratie achtergrond. Hoe kan dat?

“Er is interessant onderzoek in Groot-Brittannië naar gevoerd. Je ziet dat migranten van de eerste generatie vaak uit minder democratische regio’s komen, met meer corruptie. Hier komen ze dan in een andere realiteit terecht.”

“Omdat ze zichzelf ook als vreemdeling beschouwen, begrijpen ze dat anderen soms argwanend zijn. Die tweede en derde generatie redeneert dat hun ouders of grootouders niet goed genoeg behandeld zijn. En ze voelen zich anders bekeken, ook al praten ze de taal, gaan ze naar school en hebben ze zich opgewerkt in de maatschappij.”

“Die reflex doet het vertrouwen in alle instellingen dalen. Dat bewijst dat racisme en discriminatie heel diep doorwerken en mensen zich erdoor gaan afzetten tegen de samenleving.”

Het vertrouwen in alle instellingen daalt, behalve dat in de politie. Nochtans keerden de Black Lives Matter-protesten zich toch tegen de politie?

“Ja, maar het beeld over de politie is genuanceerder. Agenten staan veel dichter bij de mensen, terwijl je justitie toch pas tamelijk ver in de strafrechtketen tegenkomt. Er zijn wel bezorgdheden in dat direct contact met de politie, bijvoorbeeld bij etnisch profileren, maar in zaken zoals de ontploffing in Hoboken zijn politie en brandweer helden. Over justitie leeft nog altijd het beeld van de rechter op zijn troon, ook al klopt dat niet meer.”

“De politie heeft ook een moderner imago. De burger die nagenoeg alle handelingen op zijn gsm doet, komt bij een justitie waar zaken nog op papier moeten gebeuren en erg lang op zich laten wachten. Dat geeft een oubollige indruk.”

Het verbaast niet echt dat de burger strengere straffen wil, maar voor verkeersmisdrijven geldt blijkbaar het omgekeerde?

“Typisch. (lacht) Als de straf over mij gaat, dan liever toch niet te streng. Terwijl wetenschappelijk onderzoek het omgekeerde zegt. Als strenger straffen ergens helpt, dan wel in dit domein. Streng optreden in verkeerszaken leidt tot gedragsverandering, terwijl dat bij andere overtredingen van de wet minder effect heeft.”

“Er is een verrechtsing in de maatschappij die leidt tot de overtuiging dat een strenge straf voor afschrikking zorgt. Het is al zeer vaak aangetoond dat dat niet werkt, zoals een pak rammel voor een kind ook niet werkt. Gevangenisstraffen leiden vaker tot recidive.”

Bron » De Morgen

Vertrouwen in justitie daalt, en vooral bij lagere klassen

De Hoge Raad voor Justitie, onlangs nog zelf in het vizier door examenfraude, stelt vast dat het vertrouwen in het recht en de rechtvaardigheid al meer dan tien jaar daalt. En opvallend: die daling lijkt zich vooral af te spelen bij de lagere sociale klasse.

In de nasleep van de zaak-Dutroux is de Hoge Raad 25 jaar geleden opgericht om het vertrouwen in justitie te herstellen. Een van de taken was het objectiveren van de benoemingen van magistraten. Des te pijnlijker is het schandaal rond examenfraude dat dit voorjaar losbarstte binnen de Raad. Net op dat moment, in maart en april, deed de Raad een bevraging bij de Belgische bevolking.

Daaruit blijkt dat het vertrouwen van de burger in justitie sinds 2007 met 12 procentpunt is gedaald. De korte, steile toename in vertrouwen na het dieptepunt van de zaak-Dutroux, is intussen bijna helemaal kwijtgespeeld.

Justitie staat daarmee niet alleen, ook het vertrouwen in de pers en de politiek is in vrije val. Het vertrouwen in de handhaving blijft daarentegen overeind: 81 procent van de Belgen heeft vertrouwen in onze politie, tegenover 54 procent onze justitie.

“Het verbaast me niets,” zegt Najat Arbib, lid van de Hoge Raad en rechter in Luik, “als ik zie wat ik allemaal te horen krijg als reactie op mijn job. Of het nu gaat over ‘gouvernement des juges’ of dat we de voeling met de burger kwijt zijn.”

Klassenjustitie

Gezien de discussies over klassenjustitie na de zaak-Sanda Dia heeft de Hoge Raad voor haar justitiebarometer voor het eerst ook sociale klasse bevraagd. Dat leert niets over de mate waarin rechters anders oordelen over wie een andere achtergrond heeft. Wel blijkt dat wie zichzelf als behorend tot de arbeidersklasse of de lagere middenklasse inschat, significant minder vertrouwen heeft in justitie dan de hogere klassen.

Met cijfers van de Eurobarometer toont socioloog Maarten Hermans (VUB/denktank Minerva) dat de klassenongelijkheid op dit punt almaar groeit. “Het verschil in vertrouwen tussen hogere klasse en lagere sociale klasse is in tien jaar tijd verdrievoudigd”, zegt Hermans. “En die sociale kloof is in België uitzonderlijk groot, en groeit sterker dan in de rest van Europa.”

Hoe noordelijker je in Europa woont, hoe meer vertrouwen in justitie er is. Als het gaat over de klassenpolarisatie in vertrouwen in het rechtssysteem laat België alleen Luxemburg en Slovenië achter zich.

Het gebrek aan vertrouwen is ook gemeten door verschillende uitspraken over justitie voor te leggen. Ook die tonen in de meeste gevallen een daling, bijvoorbeeld als het gaat over de rechtvaardigheid van beslissingen of de onafhankelijkheid van rechters. En ook die dalingen hangen vaak samen met sociale achtergrond. Hoe lager de sociale klasse van iemand, hoe meer hij of zij vindt dat rechters niet alle burgers op gelijke wijze behandelen.

Strenger

De meningen over justitie zijn allicht meer dan alleen buikgevoel van een burger die nooit in de rechtbank komt. Wie de afgelopen vijf jaar betrokken was bij een rechtszaak gaat vaker niet akkoord met de uitspraak dat beslissingen rechtvaardig zijn.

De Hoge Raad is de mening toegedaan dat er een oplossing ligt in de aanwerving van magistraten. Die groep zou nu nog te weinig sociaal divers zijn, waardoor een deel van de bevolking zich niet herkent in de magistratuur.

Toch blijkt uit de bevraging ook dat de burger vindt dat justitie een aantal zaken anders moet aanpakken. Eenvoudig samengevat: het moet strenger. Bijna acht op de tien respondenten vinden dat gevangenisstraffen van minder dan drie jaar moeten worden uitgevoerd. Dat is onder de Vivaldi-regering al aangescherpt.

Zo’n 75 procent van de respondenten vindt dat veroordeelden ook tot het einde van hun straf in de gevangenis moeten blijven. Tien jaar geleden was dat nog maar 60 procent, twintig jaar geleden maar net meer dan 50 procent.

Opvallend, de burger wil alles strenger bestraffen, behalve: verkeersovertredingen. Twee op de drie burgers vindt dat verkeersmisdrijven voldoende of te streng worden bestraft.

Een tweede paradox is dat burgers enerzijds meer gevangenisstraffen willen, maar anderzijds ook wel meer alternatieve straffen, zoals de enkelband. Negen op de tien Belgen zijn voorstander van verzoening voor een rechter een zaak behandelt. Ook herstelbemiddeling tussen dader en slachtoffer krijgt steun van meer dan acht op de tien Belgen. Hilde Melotte, voorzitter Hoge Raad voor de Justitie, denkt dat justitie daar meer op kan inzetten.

“Voor het eerst hebben we nu een gedetailleerd zicht op het verschil in vertrouwen tussen sociale klassen”, zegt Melotte. “Het debat en de reflectie over mogelijke maatregelen, doelgerichte aanpak en beleid moet nu absoluut volgen. We moeten proberen om de noden van rechtszoekenden beter te begrijpen.”

Bron » De Morgen

Frédéric Van Leeuw heeft eed afgelegd als Brussels procureur-generaal

Voormalig federaal procureur Frédéric Van Leeuw heeft donderdag in handen van de koning en in aanwezigheid van minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) de eed afgelegd als nieuwe procureur-generaal bij het hof van beroep van Brussel. Dat meldt het Brusselse parket-generaal. Vrijdag vindt de plechtige installatie plaats. Frédéric Van Leeuw volgt Johan Delmulle op, die tien jaar lang procureur-generaal in Brussel was.

Van Leeuw studeerde in 1997 af in de rechten aan de Katholieke Universiteit Brussel en ging na enkele jaren in de advocatuur in 2002 aan de slag als substituut bij het Brusselse parket. Daar behandelde hij als jeugdmagistraat onder meer het dossier-Joe Van Holsbeeck, de 17-jarige jongen die door twee minderjarigen werd doodgestoken in Brussel-Centraal, en voerde hij onderzoeken naar Afrikaanse jeugdbendes in de hoofdstad.

In 2007 stapte Van Leeuw over naar het federaal parket, en in 2015 volgde hij huidig Brussels procureur-generaal Johan Delmulle op als federaal procureur. Het federaal parket kwam onder zijn bewind voornamelijk in het nieuws met de strijd tegen het IS-terrorisme, maar ook de herlancering van het onderzoek naar de Bende Van Nijvel, Operatie Zero, het onderzoek naar zwart geld en witwaspraktijken in het Belgische profvoetbal, en Qatargate, het onderzoek naar mogelijke corruptie in het Europees Parlement, deden veel stof opwaaien.

Van Leeuw werd als federaal procureur opgevolgd door Ann Fransen, die tot dan toe de afdeling antiterrorisme van het federaal parket leidde.

Bron » Bruzz

Loopt het spoor dood als een autopsie niets oplevert bij een cold case?

De autopsie van Annie De Poortere heeft 30 jaar na haar verdwijning geen uitsluitsel kunnen bieden over hoe ze precies om het leven is gekomen. Dat laat het parket weten. “Maar dat wil niet noodzakelijk zeggen dat we nooit zullen weten wat er met haar gebeurd is”, vertelt Frank Van Saelen in het Radio 1-programma De Wereld Vandaag. Van Saelen is gewezen diensthoofd van de afdeling Moord en Agressie bij de federale gerechtelijke politie in Antwerpen.

“Natuurlijk is materieel bewijs heel belangrijk”, steekt Van Saelen van wal. “Dode lichamen kunnen soms wel degelijk nog spreken bij een autopsie of toxicologisch onderzoek. Een messteek in de ribben of een kogelgat in de schedel kan je ook jaren na het overlijden nog vaststellen, zelfs als de vlezige componenten van het lichaam zijn vergaan.”

“Als er geen materiële aanwijzingen zijn, wordt het voor de speurders wel een stuk moeilijker. Nu nog huiszoekingen doen bijvoorbeeld, dat is niet evident. Maar onmogelijk is het niet.”

Verhoren

Toch lijken de speurders in deze zaak de moed nog niet helemaal op te geven. Zo blijft de toenmalige echtgenoot van Annie De Poortere voorlopig nog aangehouden met een enkelband. Volgens bronnen verklaart hij dat hij haar thuis dood aangetroffen heeft en vervolgens begraven heeft. Kan de man blijven verhoren nog iets opleveren?

“Over dit specifieke dossier kan ik weinig zeggen, maar een verhoor kan ook na 30 jaar nog nuttig zijn”, beaamt Van Saelen. “De situatie van een cruciale getuige kan veranderd zijn: denk aan relaties die stuklopen, vriendschappen die verbroken kunnen zijn… Misschien praten er nu wel mensen die dat vroeger niet konden, wilden of durfden. Of weegt de wroeging na al die jaren uiteindelijk te zwaar door om te blijven zwijgen, nu de zaak weer onder de aandacht komt.”

Een leugendetector kan daarbij een hulp zijn. “Al zijn er believers en non-believers”, nuanceert Van Saelen. “Een echt bewijsmiddel zijn de resultaten van een leugendetector niet, maar je kan altijd proberen om zo bijvoorbeeld de druk wat op te voeren.”

Oude dossiers laten spreken

Daarbij is het natuurlijk belangrijk om het oude dossier grondig te raadplegen en de belangrijkste verdachten van toen opnieuw op te zoeken. Klopt hun verhaal nog wel, als je de nieuwe elementen erbij haalt?

“Maar ook mensen waaraan de speurders destijds niet gedacht hebben, moet je in overweging nemen. Misschien wijst de vindplaats van een lichaam wel in een richting waar destijds te weinig evidentie voor was, en nu wél relevant blijkt.”

Met de ogen van nu kijken naar het verleden, dus. “Zonder een oordeel te vellen over hoe de speurders het destijds hebben aangepakt”, benadrukt Van Saelen. “Zo hebben we met DNA-onderzoek enorme vooruitgang geboekt, iets wat men toen nog niet kon weten. Wat kan je nog verder uitspitten met de mogelijkheden van vandaag? Welke sporen mis je, en waarom? Wat er niet in een dossier zit, is even belangrijk als wat er wél in een dossier zit.”

Moeilijk gaat (soms) ook

Als je al die pistes grondig onderzoekt, kan je af en toe ook na tientallen jaren nog een cold case kraken. “Zo hebben we ervaring met een verdwijning uit 1998, waarbij het toch tot een doorbraak is gekomen. Er kwam een assisenproces en de daders werden veroordeeld. Dat is natuurlijk het ideale scenario.”

“Tijd speelt altijd in je nadeel. Maar een zaak is pas klaar als ze ofwel helemaal opgelost is, of als je elke steen 10 keer hebt omgedraaid. Voor cold cases is dit mijn advies: maak je schoenzolen vuil en ga opnieuw de baan op”, besluit Van Saelen.

Bron » VRT Nieuws