Na de mislukte overval door de opa-gangsters: “Ze dachten dat de cash nog voor het grijpen ligt”

Conform de erecode loste geen van de vier Brusselse opa-gangsters een woord tegenover de politie. Maar met een betrapping op heterdaad voor een ING-filiaal in Elsene en een verleden als dat van Djurica Djordjevic (64) en Koenraad Spitaels (62) lijkt niet veel uitleg nodig.

Het ontbeerde de opa-gangsters niet aan vertrouwen op een goede afloop. Net voor ze op woensdagochtend in de boeien werden geklonken, kreeg Koenraad Spitaels (61) een sms’je van Abderafid B.O., met zijn 54 jaar een van de twee benjamins van de bende: ‘Alles staat klaar, we hoeven ons enkel nog te bedienen.’

Het plan: bij het opengaan van de ING in de Kroonlaan in Elsene zou op straat een grijze elektriciteitskast worden opgeblazen zodat de hele wijk zonder stroom zou komen te zitten. Een truc die in de jaren 80 en 90 nog alle alarmsystemen kon lam leggen, maar ze anno 2018 alleen maar activeert. Nu deed dat er weinig toe. De Brusselse federale politie volgde de vier opa-gangsters al weken, en luisterde hun telefoons af.

Slag van ons leven

Een kwarteeuw geleden gold de Servische beroepsovervaller Djurica Djordjevic (64) als een van de cultfiguren van de Brusselse misdaadwereld. Het was bij hem dat de politie in 1993 na een wekenlange klopjacht Murat Kapllan terugvond. Die was met twee vroegere kopstukken van de bende rond Patrick Haemers uit de gevangenis van Sint-Gillis weggeraakt tijdens wat werd benoemd als de ontsnapping van de eeuw.

Djordjevic kwam in 2005 vrij nadat hij 22 jaar in Belgische gevangenissen had doorgebracht, vijf keer was ontsnapt en tussenin talloos veel overvallen op banken en geldtransporteurs had gepleegd. Djordjevic werd verondersteld te zijn uitgewezen aan Servië, maar in 2015 al bleek dat hij onder een valse naam in Molenbeek verbleef. Hij werd opnieuw het land uitgezet, en keerde onlangs nogmaals terug.

Onder het oog van de politie plande Djordjevic met Koenraad Spitaels (62) wat werd benoemd als “de slag van ons leven”. Spitaels maakte in de jaren 80 en 90 deel uit van de bende rond de inmiddels gepensioneerde Luikse gangster Marcel Habran. Hij kwam onlangs terug vrij na een veroordeling tot 20 jaar voor zijn aandeel in een overval op een geldtransport op de luchthaven van Findel in Luxemburg.

Tijdens observaties kwam even ook Constant Hormans (65) in beeld, een ander monument uit het Brusselse misdaadwezen. Spitaels ontmoette hem kort voor de geplande overval. Hormans, een overtuigd communist, is een ex-luitenant van Marcel Habran (84). Hij zou geen deel uitmaken van de bende.

Spanbandjes

“Deze mensen dachten dat er zoals vroeger nog cash voor het grijpen ligt in een bank”, zegt de advocaat van een van de in totaal vier verdachten. “Dat het volstond om een bediende te bedreigen met een wapen, en dat die de biljetten dan uit een lade kon halen. Van iets als een plofoverval hadden ze nog niet gehoord.”

Hun motief lijkt nogal helder: “Ze hadden het tegenwoordig lastig om rond te komen.” De vier verschijnen maandagochtend voor de Brusselse raadkamer.

Conform de regels van hun ambacht, weigerden ze te praten met de politie. Dat lijkt ook nergens voor nodig, de bij hun arrestaties in de gestolen bestelwagen aangetroffen spullen spreken voor zich: een vuurwapen, een granaat, kogelwerende vesten en een set spanbandjes. Kennelijk was het de bedoeling dat Abderafid B.O. de elektriciteitskast zou opblazen, waarna Djordjevic en Spitaels het ING-filiaal zouden binnengaan en de aanwezigen te gijzelen. Een vierde verdachte stond op de uitkijk. Djordjevic en Spitaels hadden politie-uniformen bij zich. Er was wellicht ook een idee over hoe daarmee weg te vluchten.

Voor de raadkamer zal deze ochtend worden geargumenteerd dat er finaal geen geweld is gebruikt. Dat klopt: de politie was er tijdig bij. Maar volgens de advocaten was het ook nooit de bedoeling: “Deze mensen gingen te werk volgens de oude stijl. Een geslaagde overval is er voor hen een waarbij geen geweld wordt gebruikt.”

Bron » De Morgen

‘Bompa-overvallers’ uit entourage van Haemers en Habran opgepakt in Elsene

In Elsene hebben de speciale eenheden van de federale politie gisteren vier mannen opgepakt die op het punt stonden een overval te plegen. Hun leeftijd varieerde tussen 52 en 64 jaar, ze waren ook allesbehalve onbekenden voor het gerecht. Drie van hen, Djurica Djordjevic (64), Koenraad Spitaels (61) en David Marloye (52) hebben elk al verschillende veroordelingen opgelopen voor gewapende en gewelddadige overvallen. Het parket geeft om 11 uur meer uitleg op een persbriefing.

“De federale gerechtelijke politie van Brussel wist een zorgvuldig geplande overval op een bankfiliaal in Elsene te verijdelen”, zegt Brussels parketwoordvoerder Denis Goeman. “De overvallers werden geklist net voor ze tot actie zouden overgaan. Enkele minuten later kwam de eerste werknemer toe op zijn werkplaats.”

“Tijdens hun arrestatie waren de twee oudste overvallers in het bezit van twee gestolen voertuigen, een vuurwapen, een granaat, een ontsteker voor springstoffen, munitie, kogelwerende vesten, politie-uniformen en spanstrips om eventuele slachtoffers te handboeien. Een derde verdachte werd gearresteerd in een hoogspanningscabine op de parking van de bank zelf. Hij was bezig om de elektriciteit in de onmiddellijke omgeving uit te schakelen. De vierde verdachte werd aan de overzijde van de bank in de boeien geslagen, hij stond op de uitkijk.”

Geen onbekenden

De vier mannen zijn allesbehalve onbekenden voor het gerecht. Djurica Djordjevic -alias Duckie- werd in de jaren ’80 al in verband gebracht met Patrick Haemers en werd decennialang beschouwd als een van de beruchtste overvallers van ons land. Hij zou onder meer het brein geweest zijn achter een overval op het postsorteercentrum van Charleroi X in 1989, ook al werd hij daar nooit voor veroordeeld.

Koenraad Spitaels maakte deel van de bende rond Marcel Habran, de peetvader van het Luikse criminele milieu. Samen met verschillende andere daders pleegde hij in 2000 een overval op een geldtransport op de luchthaven van Findel in Luxemburg. Het kwam toen tot een achtervolging en een schietpartij. De man werd daarvoor veroordeeld tot 20 jaar cel en kwam pas kort geleden vrij.

Ook David Marloye heeft een lang parcours van gewapende overvallen. De vierde man, Abderafid B.O. (54), is minder gekend.

Ze werden alle vier door de onderzoeksrechter onder aanhoudingsbevel geplaatst en in verdenking gesteld voor bendevorming en poging tot diefstal met geweld of bedreigingen. Volgende maandag zullen ze voor de raadkamer verschijnen.

Bron » Het Laatste Nieuws

Europees Mensenrechtenhof stuurt Belgische topgangsters wandelen

Het recht op een eerlijk proces is niet geschonden bij Marcel Habran en Thierry Dalem. Dat stelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in een arrest dat dinsdag werd gepubliceerd en waarover de kranten van Sudpresse en La Libre woensdag berichten.

Marcel Habran werd in 2010 door het Brusselse hof van assisen tot 15 jaar cel veroordeeld. De 82-jarige gangster werd schuldig bevonden aan een overval op een geldtransport in Borgworm op 12 januari 1998, waarbij twee van de drie transporteurs werden gedood.

Hij werd er ook van beschuldigd de leider te zijn van een misdadigersbende, maar voor die tenlastelegging werd hij vrijgesproken. In februari vorig jaar kwam hij vrij met een enkelband. Thierry Dalem kreeg in verband met dezelfde feiten een gevangenisstraf van 25 jaar.

Eerlijk proces

Hoewel Habran en Dalem al een nieuw proces kregen nadat hun eerste assisenproces nietig werd verklaard door het Hof van Cassatie, vonden beiden dat ze geen eerlijk proces hadden gekregen, met name omdat hun veroordeling was gebaseerd op de getuigenissen van twee criminelen die informanten waren geworden van de politie.

Het Hof oordeelt echter dat het recht op een eerlijk proces niet werd geschonden omdat de getuigenissen niet anoniem werden geleverd en de verdediging tijdens het proces de kans had om de betrouwbaarheid van de getuigen te betwisten.

Bron » De Standaard

Gangster Marcel Habran heeft gevangenis verlaten

Marcel Habran (82), de peetvader van de Luikse maffia genoemd, heeft vanmorgen de gevangenis verlaten. Hij gaat nu thuis, in Sint-Pieters-Woluwe, voor zijn zieke vrouw zorgen. Dat was zijn laatste wens.

Precies om 9.25 uur verliet Habran de gevangenis. Hij werd buiten opgewacht door een jeugdvriend.

“Ik heb maar één ding te zeggen: ik ben nog altijd onschuldig voor wat ik veroordeeld ben geweest”, zei de nu 82-jarige Habran die er ondanks zijn leeftijd nog opvallend goed uitziet. Dat komt omdat hij altijd veel gesport heeft. Ook in de gevangenis onderhield hij zijn conditie met onder meer fitness.

“Hou jullie nu maar bezig met daklozen die het moeilijker hebben dan ik”, zei hij nog voor hij vertrok. Op de vraag van een journalist wat hij nu ging doen, antwoordde hij: “10 kilometer lopen.”

Habran heeft een groot deel van zijn leven in de gevangenis doorgebracht en zal ook nu onder elektronisch toezicht blijven.

In 2010 werd hij in beroep veroordeeld tot 15 jaar cel voor zijn aandeel in een bloedige overval op een geldtransport in Borgworm, in 1998. Daarbij werden de twee geldkoeriers met oorlogswapens doodgeschoten.

Bron » De Standaard

“Een gangster? Ja. Maar noem mij geen moordenaar”

Hij dacht in de gevangenis te zullen sterven, maar komt nu toch nog vervroegd vrij. ‘Le Grand Marcel’, zoals Marcel Habran (82) het zelf graag hoorde, mag thuis zijn zieke vrouw verzorgen. Hij geldt als de laatste peetvader van de Belgische misdaad. Er was een tijd dat in de Luikse onderwereld niets gebeurde zonder dat Habran daarvoor zijn toestemming gaf.

Overvallen op geldtransporten, afrekeningen, gewapende diefstallen, hij was altijd op de hoogte en gaf vaak persoonlijk de bevelen. En dat voor iemand die begon als garagist en ober in de rosse buurt.

Het leverde ‘Le Grand Marcel’ in criminele kringen een haast mythische status op. En ook een leven, alles opgeteld, van bijna drie decennia in Belgische gevangenissen. Met tussendoor twee assisenprocessen en enkele voor hem gunstige uitspraken door het Hof van Cassatie.

Bloedige overvallen

Habran is een overvaller zoals ze in een ver verleden bestonden. Vriendelijk als de agenten voor zijn deur stonden, nooit op de vlucht, piekfijn uitgedost, maar meedogenloos in de onderwereld.

“Je mag mij een gangster noemen. Maar een moordenaar? Dat gaat te ver. Er kleeft geen bloed aan mijn handen”, zei hij ooit in een interview met deze krant. De bende van Habran wordt nochtans verantwoordelijk geacht voor een reeks bloedige overvallen en acht huurmoorden in het milieu.

De bloedigste overval pleegde de bende op 12 januari 1998 op de E40 in Borgworm. Bij die overval kwamen twee geldkoeriers om het leven.

Sterven in de cel

Bij zijn laatste veroordeling tot 15 jaar cel, zes jaar geleden, was Habrans vrouw en toeverlaat Viviane Gilson somber over zijn toekomstkansen: “Het is voorbij voor Marcel. We moeten realistisch zijn: hij zal sterven in de cel.”

Een drama voor de vrouw, ze is al jaren ziek. Na een dubbele beenbreuk is ze in hun appartement in Stokkel al meer dan een jaar aan het bed gekluisterd. Habran bezoeken was een jaarlijks uitstapje.

Zelf hield ‘papy-braqueur’ (‘stroper’), zijn andere oude bijnaam, zich bezig met sporten in de gevangenis. Het voorbije jaar, op zijn 81ste, klaagde Habran evenwel over darmklachten.

“Het was zijn enige en diepste wens om nog voor zijn vrouw te kunnen zorgen”, zegt zijn advocaat Marc Uyttendaele.

Vrij met enkelband

De strafuitvoeringsrechtbank heeft gisteren een gunstig advies gegeven voor de vervroegde vrijlating van Habran. De man mag zijn oude dag buiten de gevangenis slijten, maar moet wel een enkelband dragen. Wellicht komt hij vandaag of ten laatste donderdag vrij.

Zijn vrouw reageerde gisteravond verheugd op het nieuws. “Ik ben zeer blij. Ik heb enkel spijt dat ik hem niet zelf kan opwachten aan de gevangenis.” Een kasteel bezit Habran niet meer, en zijn Ferrari is al lang in beslag genomen. Maar spijt over zijn leven in de misdaad heeft hij niet.

In hetzelfde interview verklaarde hij: “Moet ik me mijn leven beklagen? Ik weet het niet. Ik heb wel spijt dat ik mijn kinderen niet zelf heb kunnen opvoeden. Maar aan de andere kant: ik ken eerlijke mensen die heel hun leven hard hebben gewerkt in de mijnen en de fabrieken. Nu zijn ze jonger dan ik en ziek. Is dat dan beter?”

Bron » De Standaard