Eerste film over zaak-Dutroux mengt feit en fictie: “Koren op de molen van complottheorieën”

Regisseur Fabrice du Welz heeft zich als eerste gewaagd aan een verfilming van de zaak-Marc Dutroux – al lopen feit en fictie in ‘Maldoror’ sterk door mekaar. “Het is onze collectieve plicht om dit verhaal niet te vergeten”, vindt hij. Justitiejournalist Caroline Van den Berghe hekelt de vele onwaarheden in de film. “In tijden waarin veel complottheorieën de ronde doen, gooit dit koren op de molen.”

‘Maldoror’ brengt het verhaal van Paul Chartier, een 20-jarige rijkswachter die is opgegroeid in de criminaliteit en – in alle naïviteit – hoopt gerechtigheid te vinden in het rechtssysteem. Hij neemt deel aan ‘Operatie Maldoror’, een geheime missie om Marcel Dedieu te klissen, notoir seksdelinquent en hoofdverdachte in de ontvoering van 2 jonge meisjes.

Chartier botst echter al snel op de muren van een doorrot en corrupt justitieapparaat en raakt steeds meer persoonlijk geobsedeerd door de zaak.

Fabrice du Welz, vandaag 52, was niet veel ouder dan het hoofdpersonage uit zijn film toen Marc Dutroux in 1996 werd gearresteerd. Hij herinnert zich die periode als de dag van gisteren, vertelt hij in een interview met RTBF. Bijna 30 jaar na datum was voor hem de tijd rijp om cinematisch met enkele van de zwartste pagina’s uit de geschiedenis van België aan de slag te gaan.


Waarover ging de zaak-Dutroux?

Op 13 augustus 1996 werd België opgeschrikt door de arrestatie van Marc Dutroux, een klusjesman uit Marcinelle bij Charleroi. Hij werd verantwoordelijk gesteld voor het ontvoeren, gijzelen en misbruiken van 6 jonge meisjes. Julie Lejeune (8), Mélissa Russo (8), An Marchal (17), en Eefje Lambrecks (19) werden vermoord, Sabine Dardenne (12) en Laetitia Delhez (14) konden worden bevrijd.

Dutroux werd in 1989 al veroordeeld voor ontvoering en verkrachting. Hij zat daarvoor 3 jaar in de cel. Dat hij nadien in staat was om alsnog zulke gruwelijke misdaden te plegen, leidde tot woede en onbegrip bij de bevolking. Tijdens de Witte Mars, op 20 oktober 1996 in Brussel, kwamen 300.000 mensen op straat om verandering te eisen in de manier waarop politie en justitie in ons land functioneerden.

In 2004 werd Dutroux veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. De zaak had verregaande gevolgen voor het Belgische rechtsstelsel en leidde tot grondige hervormingen in de politie en het gerecht.


Volgens de Brusselse regisseur, voornamelijk bekend van horrorfilm ‘Calvaire’, is het een “noodzakelijk kwaad” dat we met z’n allen terugkijken op de zaak-Dutroux. “Ik wil verdelen noch provoceren”, benadrukt hij. “Het is waar dat hiermee wonden opengereten kunnen worden, maar dat is broodnodig: om als samenleving te functioneren, moet je in staat zijn om jezelf onder ogen te komen. Je moet de trauma’s kunnen benoemen, zodat je ook kan helen.”

Bovendien, zegt Du Welz, is het onze collectieve plicht om dit verhaal niet te vergeten. “Mijn dochter leert niets over deze tijd op school. Ze weet niks over de oorlog die vroeger tussen de politiediensten heerste.” Dat is eveneens thematiek die hij aan de kaak stelt in ‘Maldoror’: de constitutionele afgrond waarop België na de zaak-Dutroux heeft gestaan.

Ook wil hij de bevolking van Charleroi, Henegouwen en Luik – “vaak een zeer kwetsbare bevolking” – met zijn film een hart onder de riem steken. “Zij hebben meer te verduren gehad dan nodig. Deze mensen zijn bespot, gestigmatiseerd en met de vinger gewezen.”

2 centrale thema’s

Aan motivatie geen gebrek om ‘Maldoror’ in te blikken. Du Welz koos er daarbij bewust voor feiten en fictie te vermengen. “Waarom zou dat niet mogen? Kijk naar de geschiedenis van dramaturgie: we halen altijd inspiratie uit maatschappelijke gebeurtenissen om fictie te creëren. Het was nooit mijn doel om dicht bij de werkelijkheid te staan – in dat geval had ik wel een documentaire ingeblikt. Ik heb een fictie gemaakt omdat ik een man van fictie ben en omdat ik geloof dat cinema kan genezen.”

Zijn film draait om 2 centrale thema’s: het thema van gerechtigheid en het thema van het kwaad. “Wat kan een eerlijk mens doen in een samenleving waar gerechtigheid wankelt? En wat is hier het kwaad? Is het enkel Dutroux die in de kelder verschrikkelijke dingen deed? Of is het ook de oorlog tussen de politiediensten, het achterhouden van informatie en de wijdverbreide corruptie?”

Du Welz steekt niet onder stoelen of banken dat hij weinig gelooft van de officiële, gerechtelijke versie van de feiten, die stelt dat Marc Dutroux een seriemoordenaar was die in zijn eentje handelde. Hij gelooft in het bestaan van een groter pedofiel netwerk waarin Dutroux een pion was.

“Had ik een film moeten maken over de officiële theorie, dan zou het een zeer slechte film zijn geweest. Ik respecteer de gerechtelijke beslissing, maar dit is mijn overtuiging – en met mij die van velen. Volgens mij zouden heel wat mensen willen dat dit dossier heropend werd.”

“Feiten zijn wat ze zijn”

Justitiejournalist Caroline Van den Berghe heeft naar ‘Maldoror’ gekeken. Zij heeft destijds het dossier van begin tot eind voor VRT NWS gevolgd. “Alles komt naar boven”, vertelt ze in De Afspraak op VRT Canvas. “Hoofdpersonage Paul Chartier was in het echte leven René Michaux, rijkswachter in Charleroi. Hij nam deel aan Operatie Othello, zoals de geheime missie in de jaren 90 echt heette. Hij heeft zich inderdaad verbeten ingezet om Julie en Mélissa te vinden, maar om hem nu als superflik te bestempelen, zoals bij Paul Chartier wordt gedaan… Dat was niet het geval.”

Dat fictie en feiten in ‘Maldoror’ door elkaar lopen, stoort Van den Berghe mateloos. “Het verhaal begint realistisch, maar ontspoort al snel wanneer de complottheorieën over hooggeplaatsten in pedofilienetwerken de kop opsteken. Je ziet bijvoorbeeld hoe cassettes in beslag worden genomen. Daarop zouden beelden van een rijkswachtkolonel staan. In werkelijkheid was er echter alleen Marc Dutroux op te zien die Slovaakse meisjes verkrachtte.”

“We kennen de feiten, ze zijn onderzocht”, betoogt Van den Berghe. “Het proces heeft maanden geduurd. Er is een onderzoek bis gebeurd naar mogelijke netwerken. De feiten zijn echter wat ze zijn. Ze zijn heel erg, maar de waarheid is dat er 1 man was, een serieverkrachter en seriemoordenaar, die deze feiten met een aantal handlangers heeft gepleegd. Het onderzoek heeft niet aangetoond dat er daarboven nog netwerken waren.”

“Persoonlijk vind ik het niet nodig dat je hierover fictie maakt. Zeker in tijden waarin veel complottheorieën de ronde doen, gooit dit koren op de molen.” In plaats daarvan pleit Van den Berghe ervoor om meer in te zetten op de vele documentaires die de voorbije jaren zijn gemaakt. “Die gaan over de feiten. Het is belangrijk dat mensen weten wat er precies is gebeurd.”

Jean-Denis Lejeune reageert

Jean-Denis Lejeune, vader van de vermoorde Julie, reageert bij RTBF op de film. “We hebben al veel zaken geprobeerd om de ogen van de politieke verantwoordelijken te openen. Als deze film erin zou slagen om een bepaald bewustzijn terug op te wekken waardoor er nog verbeteringen aan ons rechtssysteem zouden komen, zou dat een hele goede zaak zijn”, is hij van mening.

“Wie ben ik om dat tegen te spreken”, aldus Van den Berghe. “Wat Jean-Denis Lejeune zegt, is waar: na Dutroux is er veel veranderd. Maar dat betekent niet dat er vandaag geen fouten meer worden gemaakt. Denk aan moord van Julie van Espen, of aan de Tunesiër die in Brussel de Zweedse voetbalsupporters heeft vermoord. Dat waren ook dossiers die in een kast bleven liggen.”

“Het blijft mensenwerk”, gaat ze voort. “Natuurlijk moeten mensen hun uiterste best doen bij Justitie en politie zodat zulke fouten niet meer gebeuren. Er moeten voldoende mogelijkheden, mensen en middelen zijn om goed te kunnen werken. Wat dat betreft, vind ik de boodschap van Lejeune waardevol.”

Bron » VRT Nieuws

Regisseur en acteur over ‘Dutroux-film’: ‘Wat kan een jonge kerel doen wanneer justitie tekortschiet? Dát is echt de vraag die de film stelt’

De regisseur van Calvaire en Alleluia gedijt nog steeds het best in lokale horror, maar in Maldoror snijdt Fabrice Du Welz waargebeurde gruwel aan. In Maldoror volgt hij een ambitieuze flik die een kindermoordenaar als Marc Dutroux probeert te klissen – en van binnenuit wordt tegengewerkt. ‘De zaak-Dutroux heeft België verder uit elkaar doen vallen.’

“Het is een Belgisch trauma,” zegt de Franse acteur Anthony Bajon, “maar het is een bijna internationale zaak. Ik was nog heel klein: het is vaag, het was veraf, maar ik heb korte herinneringen aan mijn ouders die erover praatten, omdat die tuin op televisie kwam, omdat er nieuws kwam op de radio, behoorlijk vaak. Ik kende de details niet, maar ik kende het verhaal wel min of meer.”

De 30-jarige acteur, die opgroeide in een voorstadje van Parijs, is misschien wel te jong om zich de schok van de zaak-Dutroux levendig voor de geest te halen – het verhaal van zes verdwenen meisjes, die werden opgesloten in een kelder en misbruikt werden, en, in het geval van vier meisjes, na hun dood begraven werden in Dutrouxs tuin – maar vandaag is hij wel een van de stemmen die het verhaal vertelt in Maldoror, de nieuwe film van Fabrice Du Welz.

Bajon, die vijf jaar geleden bejubeld werd om zijn rol als een teruggetrokken drugsverslaafde in La prière, kruipt in het uniform van Paul Chartier, een jonge, idealistische agent in het Charleroi van de jaren 90. Eentje die geobsedeerd raakt rond de zaak van een aantal verdwenen meisjes, en alles op het spel zet om de dader, Marcel Dedieux (Sergi López), te klissen.

“Ik heb veel podcasts beluisterd, documentaires bekeken, ik heb me wat ingelezen over die dingen – ik heb de zaak van wat dichterbij leren kennen omwille van deze film”, zegt hij nog. Hij kon ook te rade gaan bij zijn regisseur: Fabrice Du Welz, de cinefiel en cineast achter cultfilms als Calvaire, Alleluia en Inexorable, herinnert zich nog heel goed hoe de zaak halverwege de jaren 90 losbarstte, en broedt al jarenlang op een film over de zaak-Dutroux.

“Ik was twintig,” vertelt hij ons in een hotel in zijn thuisstad Brussel, “de leeftijd waarop je aan je volwassen leven begint. Die zaak was heel aangrijpend, niet alleen voor mij, maar voor heel mijn generatie – eigenlijk werd iedereen in een soort verschrikkelijke verbijstering gestort. Plots begreep ik dat het leven van volwassenen niet zo perfect georganiseerd is, dat justitie niet feilloos is, dat de politie niet altijd haar werk doet. Daarna was er een debat van de onderzoekscommissie dat werd uitgezonden op tv: we stonden versteld van het trieste spektakel dat we te zien kregen.

“Dat heeft mijn blik op de wereld veranderd, in zekere zin. En toen al zei ik tegen mezelf, toen ik die onderzoekscommissie bezig zag, dat dat een goede film zou opleveren: omdat het zo’n droevig, beschamend spektakel was.”

Stemmen in de kelder

Het heeft tot nu geduurd voor die film er is gekomen. “Ik heb tijd nodig gehad”, legt Du Welz uit. “Ik moest eerst andere films maken, ik moest mislukkingen hebben meegemaakt, en ik zei tegen mezelf: om deze film te maken, moet ik een aanknopingspunt rond de zaak vinden. Ik denk dat de film is geboren toen ik het standpunt vond, van de agent. Toen zei ik tegen mezelf: nu kan ik deze historie vertellen.

“Het was uit den boze om het te hebben over die meisjes in de kelder, om iets sensationeels te maken. Dus wilde ik het hebben over die agent, die afdaalt in de kelder en die stemmen hoort en het vervolg daarvan – de wereld die op zijn kop valt, zijn bezwaard gemoed – en over de fouten in het systeem, over het onderzoek dat misliep.”

De agent in kwestie, die op 13 december 1995 afdaalde in de kelder van Dutroux, was rijkswachter in Charleroi en heette René Michaux: hij hoorde stemmen in de kelder, maar besloot dat ze van buitenaf moesten komen, omdat hij niet zag vanwaar ze anders zouden kunnen klinken. Het waren de stemmen van Julie Lejeune en Mélissa Russo, twee achtjarige meisjes die zaten opgesloten in een cel achter een rek met conserven, en waarschijnlijk omkwamen van honger en dorst – Dutroux begroef ze later in zijn tuin.

Michaux stierf in 2009, na een overplaatsing naar Brussel en een lange strijd tegen depressies. “Arte heeft een geweldige, vijfdelige documentaire gemaakt, die vooral over hem ging”, vertelt Bajon. “Mijn personage is deels op hem geïnspireerd.” Toch verschilt de gedreven, bijna maniakale Paul Chartier van Michaux, die wordt getypeerd als lui en onzorgvuldig. Moet Chartier het opnemen tegen een onbekwaam en corrupt systeem, dan was Michaux volgens velen dat onbekwaam en corrupt systeem.

Het is niet het enige dat Du Welz aanpaste. De scène met de stemmen in de kelder is een sleutelmoment in de film, en een van de vele verhaalelementen die rechtstreeks uit het dossier lijken te komen. Maar even vaak zet de regisseur de geschiedenis naar zijn hand. De namen van de betrokkenen, in de eerste plaats die van Dutroux zelf, werden veranderd, en in het slot stuwt Du Welz het verhaal een andere richting uit. “De werkelijkheid interesseert me natuurlijk wel,” zegt Du Welz, “maar vooral als premisse. We hebben de feiten uitgebreid bestudeerd, we hebben eigenlijk journalistiek werk verricht en enorm hard gewerkt op de dossiers, heel veel feiten verzameld, maar wat mij interesseerde, was vooral het portret van die jonge Paul Chartier.

“Dit is geen film over Marcel Dedieux, geïnspireerd op Marc Dutroux. Marc Dutroux kan me niets schelen. Ik heb geen greintje sympathie voor hem, ik vind hem zelfs niet fascinerend, hij is echt een loser. Wat mij interesseerde, is Paul Chartier: voor mij is hij de representatie van een jonge flik uit Charleroi die uit een gebroken milieu komt en dat hoopt te kunnen ontvluchten om rijkswachter te worden, om bij te dragen aan justitie. Hij is een jonge, impulsieve idealist die wordt verscheurd door twee grote vragen die we ons tijdens het schrijven en tijdens de opnames van de film hebben gesteld: wat is gerechtigheid, en wat is het kwaad?”

De Paul Chartier die Fabrice Du Welz op papier zette en Anthony Bajon tot leven brengt, groeide als weeskind op in het milieu van de prostitutie en de georganiseerde misdaad in Charleroi, en trekt vol trots en ambitie het uniform van de rijkswacht aan. Met zijn Siciliaanse echtgenote Gina (Alba Gaïa Bellugi) probeert hij een familie uit te bouwen zoals hij er zelf nooit een heeft gehad. Alleen draaien beide anders uit: hij ontdekt dat familie ook verstikkend kan zijn, en dat het er bij de politie niet meteen properder aan toe gaat dan in de maffia.

“Hij is opgegroeid met een prostituee als moeder en een soort bandiet als vader, en hij wil het anders”, vertelt Bajon. “Hij is opgegroeid in een omgeving van geweld, en hij wil zichzelf losrukken van die omgeving en van zijn ouders om zijn eigen identiteit vorm te geven: voor hem is het politie-uniform een kostuum om iemand nieuw te worden. Maar zoals Fabrice zegt: wat is het kwaad?”

Du Welz: “Wat kan een jonge kerel doen wanneer justitie tekortschiet? Ik denk echt dat dát de vraag is die de film zich stelt. En de vraag naar het kwade ligt hierin: gaat het over drie ontaarde klootzakken die walgelijke dingen doen met meisjes die ze in de kelder hebben opgesloten, of is het de strijd die zich bij de politiediensten afspeelt, het afschermen van informatie, de corruptie?”

Pleister op de wonde

Zo wordt Maldoror een film die verder kijkt dan de simpele feiten uit de zaak-Dutroux. Het is een politiethriller, geschoeid op de leest van David Finchers Zodiac, maar Du Welz – cineast van beroep maar cinefiel van geboorte – ging ook te rade bij de films van 12 Angry Men- en Dog Day Afternoon-regisseur Sidney Lumet, net omdat hij ook morele kwesties wilde opwerpen. “De cinema van Sidney Lumet gaat over de morele dilemma’s van personages die zich in de marge van de samenleving bevinden, die steeds meer verscheurd worden door de maatschappij of door het slecht functioneren van justitie: die verscheurdheid, dat is wat me interesseerde.”

Wat Du Welz betreft, reiken die scheuren erg ver – verder dan de concurrentie tussen de verschillende nationale en lokale politiediensten die het onderzoek in de soep hebben doen lopen. “De zaak-Dutroux heeft België in een erg intense afbrokkeling gestort. Dat zien we vandaag goed: Vlaanderen bestuurt zichzelf, Brussel is alleen met zichzelf bezig, en Wallonië doet wat het kan. Je kunt goed het punt zien waarop deze affaire het land heeft doen imploderen. We hebben ons verschanst achter een vorm van federalisme, maar het gaat dieper dan dat, denk ik. Er is een diep, nationaal trauma. De Rode Duivels is waarschijnlijk het enige wat we vandaag nog gemeenschappelijk hebben.”

Maldoror moet – naast een razend spannende, donkere politiethriller – ook een pleister op de wonde zijn, hoopt Du Welz. “De idee was om ons te inspireren op waargebeurde gebeurtenissen, maar om die te verheffen tot een soort tragedie. Want ik denk dat de tragedie, als ze goed wordt gemaakt, ook een catharsis bekomt. Dat is wat we hebben geprobeerd: een catharsis creëren, bescheiden, maar met veel panache.

“We hebben deze film niet gemaakt om mensen te verdelen, maar om te verzorgen. Ik weet niet of de film ook zo onthaald zal worden, maar het opzet was echt om een film te maken om mensen te soigneren, vooral de mensen van Charleroi. De bevolking daar is de meest verzwakte van Henegouwen en zelfs van België: die mensen hebben het ergst afgezien van heel die affaire en ze zijn er nog altijd niet van hersteld, denk ik.”

Het was dan ook een bewuste keuze om Maldoror daar op te nemen, op locatie, en om de inwoners ook te betrekken bij de productie. Het draagt bij aan de authentieke en ietwat vuile sfeer van de film. “Ik ben Brusselaar, ik kende Charleroi zoals iedereen Charleroi een beetje kent, maar ik had er nooit veel tijd doorgebracht”, zegt Du Welz. “Nu heb ik me echt in Charleroi ondergedompeld: het is een stad waarvan ik geleerd heb ervan te houden, een ongelooflijke stad. Het is een heel verscheiden bevolking, er zijn veel verschillende gemeenschappen. En toen we er aankwamen en de mensen leerden dat we een film over de zaak-Dutroux gingen draaien, waren ze niet zo tevreden, omdat daar zo’n emotionele lading aan vasthangt.”

Bajon: “Fabrice heeft de verantwoordelijkheid gevoeld om een beetje waardigheid terug te geven aan de inwoners van Charleroi. Het was de eerste keer dat ik in Charleroi kwam en Fabrice had me gezegd: bereid je voor, het is een eigenaardige, complexe stad. Maar ik vond het helemaal niet complex: ik kom uit een Parijse banlieue, ik ben opgegroeid met die armoede en ellende, ik ken die gezichten en zulke mensen.”

Du Welz: “Charleroi is een stad die een beetje bevroren is in de tijd, die is stil blijven staan, omdat die bevolking werd uitgelachen, verstoten en met de vinger werd gewezen. Ik had zin om, door in Charleroi te draaien, een beetje integriteit, een beetje trots terug te brengen. De bedoeling was niet om verdeeldheid te zaaien of problemen te zoeken of om wrok op te poken.

“Zoals ik al zei: we leven wel samen, maar ik denk dat dit land geen land meer is, daar ben ik diep van overtuigd, en de affaire-Dutroux heeft dat sterk aangewakkerd. En dat komt doordat dat trauma nooit verzorgd is, waardoor we als land nooit verder zijn kunnen gaan. Om daar als samenleving mee om te kunnen, moet je de verantwoordelijkheden aanwijzen, de schuldigen veroordelen en dan kun je samen verdergaan. Dat hebben we in België niet gedaan. En daarom denk ik dat de zaak-Dutroux veel verder reikt dan we zelfs vandaag nog denken. En dáárom denk ik ook dat ik als cineast deze film moet maken.

“Ik ben geen rechter, en ik ben zeker geen advocaat, ik ben filmmaker en ik heb een film gemaakt die de wereld niet zal veranderen – maar als Maldoror een debat kan aanwakkeren en ertoe kan leiden dat de mensen erover praten, zo veel te beter. Dan zou ik het gelukkigst zijn.”

Maldoror speelt nu in de bioscoop.

Bron » De Morgen

Slachtoffers automatisch gebrieft bij vrijlating dader

Als slachtoffers dat willen, zal justitie hen auto­matisch een brief sturen wanneer een veroordeelde penitentiair verlof krijgt of definitief de gevangenis mag verlaten. Bij zware misdrijven contacteert een justitiehuis hen.

In mei kwam ex-bokser en ex-militair Hicham Diop vrij uit de gevangenis. Hij was veroordeeld tot een celstraf van vijftien jaar voor de mesaanval op een koppel politiemensen, die de aanslag met veel ­geluk overleefden. Na een derde van zijn straf kwam Diop in aanmerking voor een voorwaardelijke invrijheidstelling.

Het koppel dat hij had aangevallen wist niets van zijn vrijlating. ‘Wij zijn niet op de hoogte ­gebracht’, zei slachtoffer Filip De Pauw enkele weken geleden, nadat hij en zijn partner het nieuws ­hadden vernomen. ‘We hebben het per toeval gehoord. Dit is voor ons een slag in het gezicht.’ Hij vond dat justitie hen met de vrijlating van Diop in de steek had gelaten. In een reactie verwees het Gevangeniswezen naar de griffie van de rechtbank als verantwoordelijke om slachtoffers te verwittigen.

Zaak-Dutroux

Het incident maakt duidelijk hoe het gerecht het moeilijk blijft hebben met de opvolging van slacht­offers van misdrijven. Dat komt doordat het strafrecht in ­oorsprong draait om een proces van de maatschappij, vertegenwoordigd door het openbaar ­ministerie, tegen een persoon die een misdrijf heeft gepleegd.

Door de zaak-Dutroux (over de ontvoering, opsluiting en dood van jonge meisjes door Marc Dutroux) kwam er meer aandacht voor slachtoffers, maar dan vooral in de fase van onderzoek en proces. Griffies kunnen hen wel op de hoogte brengen over de strafuitvoering van een veroordeelde dader, maar de systematiek daarachter ­verschilt per gerechtelijk arrondissement. Daardoor gebeurt het niet altijd.

‘De emotionele impact van een uitspraak door een rechter is voor veel slachtoffers en nabestaanden bijzonder groot’, beseft minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). ‘Slachtoffers zullen voortaan systematisch ­geïnformeerd worden over hun rechten tijdens de strafuitvoering.’

Die automatisatie gaat op donderdag 1 september van start. ­Nadat de rechter een vonnis met een gevangenisstraf heeft uitgesproken, zullen de ­burgerlijke partijen altijd een brief toegestuurd krijgen waarin hun rechten staan uit­gelegd. Daar zal ook een ‘slachtofferfiche’ bij zitten, waarmee ze kunnen aangeven hoe ze die rechten willen uitoefenen. In de eerste plaats gaat het om informatie krijgen wanneer de veroordeelde vraagt om onder voorwaarden vrij te komen, zoals bij een verlof uit de gevangenis, met een enkelband of bij een definitieve vrijlating. De burgerlijke partijen kunnen ook vragen om voorwaarden, zoals een contactverbod of het verbod voor de ­veroordeelde om zich in een ­bepaalde regio te begeven.

Herwerkte brief

Zo’n ‘slachtofferfiche’ bestaat al langer binnen justitie, zelfs in twee verschillende vormen, maar is ­herschreven om de inhoud duidelijker te maken. De fiche begint met een uitleg over de procedure van strafuitvoering. Als ze eenmaal is ingevuld, komt ze terecht in het strafuitvoeringsdossier. De veroordeelde en zijn advocaat zullen wel geen toegang hebben tot het adres van het slachtoffer.

Voor de slachtoffers en de nabestaanden van zware misdrijven komt daar nog bij dat de justitiehuizen hen spontaan zullen ­contacteren over hun rechten. De justitiehuizen, die in Vlaanderen bevoegd zijn voor slachtoffer­onthaal, zullen daarvoor automatisch een melding krijgen. Het gaat om opzettelijke en onopzettelijke feiten die de dood van een slacht­offer hebben veroorzaakt, waar­onder vergiftiging en foltering, en om verkrachting. Ook na veroordelingen bij ‘pogingen tot’ dat soort misdrijven, zullen justitieassistenten de slachtoffers contacteren. De diensten werden daarvoor versterkt.

‘Dit is een nieuwe, belangrijke stap in een verwaarloosde kerntaak van justitie: het slachtoffer op de eerste plaats zetten’, vindt Vlaams minister van Justitie en Handhaving Zuhal Demir (N-VA), die bevoegd is voor de justitie­huizen. ‘Een menselijke aanpak, respect voor trauma´s, begeleiding in de juridische procedure en up-to-date informatie over de straf van de dader zijn een basis om te kunnen helen na een misdrijf. Het is geen service, het is een recht.’

Bron » De Standaard | Nikolas Vanhecke

Hoe ‘X1’ de onderzoekers in de zaak rond de moord op Katrien De Cuyper veel tijd heeft gekost

Kort na het uitbarsten van de affaire-Dutroux, in 1996, meldt een vrouw zich bij de politie. Ze heet Regina Louf, maar wil enkel anoniem getuigen. De reden waarom ze in documenten ‘X1’ genoemd wordt. Ook over de zaak Katrien De Cuyper (15) doet ze een aantal beweringen. Het meisje werd 30 jaar geleden vermoord teruggevonden. Volgens Louf gebeurde dat op een seksfeest in Antwerpen.

Kort na het uitbarsten van de affaire-Dutroux, in 1996, meldt een vrouw zich bij de politie. Ze heet Regina Louf, maar wil enkel anoniem getuigen. De reden waarom ze in documenten ‘X1’ genoemd wordt. Ook over de zaak Katrien De Cuyper (15) doet ze een aantal beweringen. Het meisje werd 30 jaar geleden vermoord teruggevonden. Volgens Louf gebeurde dat op een seksfeest in Antwerpen.

Ze vertelt dat ze aanwezig was op verschillende sadistische seksfeesten, waarbij tal van politici, magistraten, notarissen, zakenmannen en ook Dutroux en sommige van zijn handlangers aanwezig waren.

Tijdens haar vijfde verhoor, op 31 oktober 1996, begint Louf plots over de onopgeloste moord op Christine Van Hees (16). Ze vertelt hoe verschillende aanwezigen – onder wie Dutroux – Van Hees meermaals verkrachtten en vervolgens Louf dwongen om het meisje te wurgen. Daarna werd Van Hees in brand gestoken in een vervallen champignonkwekerij.

Hoewel het verhaal van Louf enkele ongerijmdheden bevat, weet ze de plaats delict perfect te beschrijven. Ook enkele zaken die ze in principe niet kan weten, heeft ze juist. Toeval, denken sommigen. Maar onderzoeker Patriek De Baets is ervan overtuigd dat hij een enorm pedofilienetwerk op het spoor is, en weet zijn grote bazen daarvan te overtuigen. Hij krijgt maar liefst vijftig speurders toegewezen.

Sommige media gaan ook volop mee in Loufs verhalen. De druk van de publieke opinie neemt toe. Zeker nadat er zich nog X’en hadden gemeld, met soortgelijke verhalen. En Louf beperkt zich niet tot de moord op Van Hees. Onder meer de Antwerpse kinderen Kim en Ken Heyrman en de Brusselse Loubna Benaissa wijst ze op foto’s aan als slachtoffers van het netwerk. Net als Katrien De Cuyper.

“Die moord gebeurde tijdens een seksfeest in een kasteeltje ten noorden van Antwerpen”, zegt Louf. Vanuit Brussel krijgen de Antwerpse speurders de opdracht om die piste uitgebreid te onderzoeken. Er worden vijf agenten voltijds op de zaak gezet. Ze ondervragen Louf dagenlang, verhoren tal van andere mogelijke getuigen, en gaan op zoek naar de plek waar De Cuyper volgens Louf vermoord zou zijn. Ze eindigen uiteindelijk na een lange zoektocht in ’s-Gravenwezel, in het kasteel dat toebehoort aan de antiquair Axel Vervoordt en dat door Louf als de juiste locatie wordt aangewezen. Maar eens binnen blijkt dat Louf zowat alle details over het kasteel fout heeft.

Het hele verhaal wordt uiteindelijk naar het rijk der fabelen verwezen. “Wij hadden als familie meteen door dat dat onzin was”, zegt Katriens moeder Godelieve. “Spijtig dat daar zoveel tijd en middelen in gestopt zijn.”

Loubna Benaissa bleek later vermoord door pompbediende Patrick Derochette in Elsene. Ook van andere meisjes die Louf aanwees, kon worden vastgesteld dat ze geen slachtoffer waren van een netwerk. Uit later onderzoek bleek dat er tijdens de verhoren grove beroepsfouten waren gemaakt: zo werden vragen soms herhaald als het eerste antwoord niet juist was. Op die manier kon Louf een tweede keer ‘gokken’.

In een interview in 2020 met de krant La Dernière Heure hield Louf vol dat ze de waarheid sprak. “Ik heb jarenlang nachtmerries gehad waarin de vermoorde meisjes me kwaad vroegen waarom ik niet meer voor hen gedaan heb.”

Niet de enige cold case

Het lichaam van het Roemeense jongetje Puia Marinescu (9) werd eind juli 1999 in Antwerpen in een sporttas aangetroffen. Hij was toen al zes dagen vermist. Het jongetje liep vaak alleen op straat omdat hij moest gaan bedelen. De dader werd nooit gevonden.

Liam Vanden Branden (2) verdwijnt op 3 maart 1996 uit een huis nabij het Zennegat in Mechelen verdwijnt. Er wordt gevreesd dat hij verdronken is. Al blijft ook de piste dat hij ontvoerd is open. Liam is nooit gevonden.

De Duitse Carola Titze (16) was met haar ouders op vakantie in De Haan. Ze verdween op 5 juli 1996 en werd enkele dagen later vermoord teruggevonden. Volgens getuigen trok ze in de dagen voor haar verdwijning vaak op met een vermoedelijk Oost-Duitse jongeman. Die werd nooit geïdentificeerd. De moord blijft onopgelost.

Joke Van Steen (17) werd in de nacht van 11 op 12 november 1995 na een fuif om het leven gebracht in Welden. In 1999 werd Olav Herreman door een vriend van de moord beschuldigd. Het kwam tot een assisenproces waarop al snel bleek dat de vriend gelogen had. Herreman werd vrijgesproken, de moord blijft tot op vandaag onopgelost.

Broer en zus Ken (8) en Kim Heyrman (11) verdwenen op 4 januari 1994 in Antwerpen. Kims lichaam werd een maand later aangetroffen in het Asiadok. Ze was vermoord. Ken is tot op vandaag spoorloos, net als de dader.

Nathalie Geijsbregts (10) verdween op 26 februari 1991 toen ze op de bus wachtte in Leefdaal. Ze zou in een auto gestapt zijn. In de loop der jaren kwamen verschillende verdachten in het vizier, maar tot een doorbraak kwam het nooit. Geijsbregts werd nooit gevonden.

Christine Van Hees (16) werd in 1984 gruwelijk vermoord. Haar lijk werd in brand gestoken. Ten tijde van de zaak-Dutroux beweerde X1 dat ze Van Hees had moeten vermoorden op een seksfeestje. Dat bleek een verzinsel. De punker S.C. kwam in beeld als dader, maar er werd geen bewijs tegen hem gevonden. De zaak is sinds 2014 verjaard.

Lieve Desmet (13) reed in mei 1984 na school met de fiets naar huis in Dentergem, maar kwam daar nooit aan. Vier maanden later werd haar lichaam gevonden, met een touw rond de hals. Tien jaar later meldde een anonieme briefschrijver dat cafébaas G.V.V. de dader was. Maar die was kort na de vondst van Lieves lichaam zelf verdwenen en bleef spoorloos.

Carine Dellaert (16) uit Gent verdween op 3 augustus 1982. Pas drie jaar later werd haar lichaam vermoord teruggevonden in een uitgedroogde aalput. Het onderzoek wees uit dat ze nog enkele maanden geleefd moet hebben voor haar dood. Haar vader werd even opgepakt, maar uiteindelijk vrijgelaten.

Maddy Hollanders (13) werd op 31 augustus 1976 het laatst gezien met haar schoonbroer Claudy Pierret. Ze is nooit teruggevonden. Later bleek dat Pierret erotische foto’s van het meisje genomen had, maar hij bleef ontkennen iets met haar verdwijning te maken te hebben. In de jaren negentig pleegde de fabrieksarbeider dan twee sadistische moorden, op Yolanda Prinsen (29) en Marie-José De Nocker (56). ‘Het Monster van het Waasland’ werd voor die moorden veroordeeld, maar werd nooit aangeklaagd voor de verdwijning van Maddy Hollanders. De zaak is intussen verjaard.

Bron » Gazet van Antwerpen

De nieuwe hobby van Marc Dutroux: “Moordzaken oplossen”

Marc Dutroux heeft een nieuwe manier gevonden om zijn tijd door te brengen terwijl hij een levenslange gevangenisstraf uitzit: moordzaken oplossen. Dat zegt zijn advocaat Bruno Dayez in de kranten van Sudpresse. De veroordeelde seriemoordenaar zou een lijst van 40 zaken opgesteld hebben.

Dutroux zit al 26 jaar achter tralies en heeft beslist om nu zelf rechercheur te gaan spelen. Hij voert vanuit de gevangenis zijn eigen onderzoek naar allerlei zaken. “Hij heeft veertig personen opgelijst die vermoord of volgens hem op verdachte wijze overleden zijn en legt linken met het netwerk waarvan hij naar eigen slechts een klein deeltje was”, zegt advocaat Bruno Dayez.

Het gaat onder meer om de Bende van Nijvel, maar om welke zaken nog kon Dayez niet zeggen. De advocaat beweert wel dat inspecteurs Dutroux zijn komen ondervragen over de Bende van Nijvel. “Enkele maanden geleden”, zegt Dayez. Daarvan vonden de kranten die de advocaat interviewden geen enkel bewijs en geen enkele bevestiging. Het was in ieder geval geen succes, zegt Dayez nog. “Dutroux was verward en zijn betoog te onsamenhangend.”

Daarnaast is Dutroux ook “zijn eigen waarheid” aan het neerschrijven, zegt Dayez. “Dat is zijn grote droom: de waarheid aan het licht brengen. In een boek bijvoorbeeld. Af en toe laat hij me iets lezen.”

Bron » Gazet van Antwerpen