De Standaard lanceert eerste true crime-podcast

Hoe word je één van de meest gezochte gangsters van het land? En, nog interessanter, hoe word je daarna weer een gewone burger? Leraar. Vanaf vandaag kunt u luisteren naar het fascinerende levensverhaal van Philippe Lacroix, in de eerste true crime-podcastreeks van De Standaard: Lacroix. Ik was gangster.

Philippe Lacroix was in de jaren ’80 de luitenant van de beruchte gangster Patrick Haemers. Haemers werd door zijn lef en zijn looks het gezicht van de bende, maar volgens de speurders was Lacroix het brein ervan.

De bende pleegde verschillende gewapende overvallen, altijd met enorm veel geweld. Daarbij vielen officieel drie doden. Eenmaal op de radar van de politie, schakelden Lacroix, Haemers en co. over op een andere tactiek: ze ontvoerden oud-premier Paul Vanden Boeynants voor losgeld. Daarna volgde een leven op de vlucht. Met valse paspoorten, pruiken en plaksnorren. Tot eerst Haemers in Brazilië en twee jaar later ook Lacroix in Colombia werden gevat. In 1994 kreeg Lacroix, als één van de laatsten in ons land, de doodstraf.

13 jaar in de cel

Hij zat uiteindelijk ruim 13 jaar in de gevangenis en daar begon hij weer te studeren. Na zijn vrijlating begon hij een nieuw leven. ‘Alles is altijd mogelijk’, concludeert Lacroix, ‘ook voor mensen die iedereen heeft opgegeven.’ Het is meteen ook dé reden waarom hij toezegde om, voor het eerst, zijn hele levensverhaal te vertellen.

Niet alleen Lacroix, maar ook andere personen komen aan bod in de podcast. Van de rechercheur die hem opgesloten heeft tot zijn leraar Nederlands in de gevangenis. En we praten ook met één van de slachtoffers. Want dat is een kant van het verhaal die niet vergeten mag worden.

Schuldinzicht

Anno 2023 is Lacroix nog steeds dezelfde persoon, meent hij zelf, máár hij staat wel helemaal anders in het leven. ‘Ik besef nu dat ik vroeger geen maturiteit had en dat mijn vriendschappen naïef waren.’ Hij kijkt met nieuwe inzichten naar alles wat was, wat is, en wat nog zal zijn. En op die manier daagt hij onbewust de luisteraar – en bij uitbreiding de samenleving – uit om na te denken over goed en slecht, vriendschap en verraad, schuld en boete.

De podcast” Lacroix. Ik was gangster” werd gemaakt door Mark Eeckhaut, Marjan Justaert, Joris Van Damme en Lise Bonduelle. U vindt hem in de podcastapp van De Standaard of op uw favoriete podcastapp.

Bron » De Standaard

“Bende van Nijvel heeft met drugs en de Rijkswacht te maken” schrijft Hilde Geens in nieuw boek

In haar nieuwe boek “Het Complot van de Stilte” schrijft journaliste Hilde Geens over het verband tussen de zaak rond commandant François en de Bende van Nijvel. Drugs, geld en de Rijkswacht zijn woorden die steeds terugkomen. En de moordaanslag op majoor Herman Vernaillen in Hekelgem in 1981 is het scharnierpunt tussen de twee dossiers, aldus Geens.
In haar nieuwe boek over de Bende van Nijvel legt journaliste Hilde Geens (o.a. Humo en Knack red.) de kiem van de Bende van Nijvel bij de Rijkswacht en de zaak rond commandant François. “Einde jaren 70 zijn de Amerikaanse veiligheidsdiensten bezorgd over import en export van drugs vanuit Europa, vooral via de luchthaven van Zaventem. Rijkswachtcommandant Leon François mag als een van de eerste Europeanen een opleiding volgen in de VS. Hij leidt daarna het Nationaal Drugs Bureau (NDB) en laat mensen schaduwen, undercover gaan, drugs uithalen, zaken uitlokken, enzovoort. Dat liep helemaal uit de hand en dankzij onderzoek van majoor Herman Vernaillen werd het NDB ontbonden en François veroordeeld”, legt Geens uit.

Majoor Vernaillen

In 1981 werd Vernaillen het slachtoffer van een moordaanslag bij hem thuis in Hekelgem. De majoor overleefde de aanslag, zijn vrouw raakte zwaargewond. Volgens Hilde Geens is Vernaillen zeker dat het om dezelfde daders gaat als de mensen die achter de Bende van Nijvel zitten. “Hij onthult dat in het boek van Bende-slachtoffer David Van de Steen en journalist Annemie Bulté. Bende-verdachte Beijer schrijft dan weer zelf in zijn eigen boek dat hij betrokken was bij de aanslag op Vernaillen. Ik heb bovendien in het Rijksarchief aanwijzingen gevonden en verklaringen van getuigen uit Asse, over de betrokkenheid van garagist Willy D. en die zou, zo blijkt later, ook een rol spelen in enkele bendemoorden.”
Geens haalt veel linken en verbanden aan in haar nieuwe boek. “Na de overval op wapenhandel Dekaise in Waver werden de overvallers klemgereden en beschoten in Hoeilaart. Een rijkswachter die hen achtervolgde herkende zijn collega Bouhouche, hij leek geschminkt. Bij het onderzoek werden verschillende voorwerpen in de wapenwinkel gevonden waar fond de teint opzat.”

Daders: de usual suspects

Volgens Hilde Geens zijn er zo’n 20 hoofdverdachten betrokken bij de Bende van Nijvel. “Je hebt de Borains, die vrijgesproken werden, de kliek van Bouhouche en Beijer en de De Staerkes. Het gaat volgens mij niet om één bende, maar het zijn de wapens die misdaden met elkaar verbinden. Volgens een speurder kwamen ze allemaal van de roof bij wapenhandel Dekaise, maar dat bewijst natuurlijk niet dat ze telkens door dezelfde gangsters gebruikt werden.”
“Het intrigeerde me bijvoorbeeld dat de overvallers in Eigenbrakel woest werden omdat ze de “babykluis” niet open kregen. Het stond er in acht talen op dat de bank de tweede sleutel had. Een kwartier later in Overijse zijn ze opnieuw boos en verbaasd dat ze een gelijkaardige kluis niet open krijgen of kunnen meenemen. Dat wisten ze toch van de raid een kwartier daarvoor in Eigenbrakel? Ging het om dezelfde ploeg? De vraag is ook of al die daders elkaar zelfs kenden.”

De vier

Er zijn volgens Geens aanwijzingen dat vier mensen zowel bij de eerste als bij de laatste moorden van de Bende van Nijvel betrokken zijn. “Van de aanslag op Vernaillen tot de vreselijke overval op de Delhaize in Aalst: telkens is er een verband met ex-rijkswachters Robert Beijer en Madani Bouhouche, de vroegere adjunct-gevangenisdirecteur Jean Bultot en garagist Willy D.

Proces in 2025?

Hilde Geens zou na 2025 inzage krijgen in het strafdossier over Rijkswachtcommandant François. “Dat was het antwoord van federaal procureur Marianne Cappelle toen ik vroeg om het dossier in te kijken. Want, wat bleek, ze heeft de hele zaak toegevoegd aan dat van de Bende van Nijvel. Dat ondersteunt wel mijn stelling over de link tussen de twee dossiers. Maar tegen dan ben ik 80, ze is wel optimistisch.”
Toch gelooft Hilde Geens in een proces. “Er zijn veel fouten gemaakt en er zijn veel valse sporen gelegd, maar ik vang signalen op dat er een proces komt en dat de wet zou aangepast worden om een verjaring te stuiten. Ik zie dat allebei als een goed teken.

Geen DNA

“Maar gisteren kreeg ik opnieuw een schok. Een jaar of tien geleden was er in La Dernière Heure sprake van DNA op een kledingstuk van een verdachte van het bloedbad in Aalst. Ik vroeg toen aan een speurder of ze DNA hadden van al hun slachtoffers. “Maar natuurlijk”, zei die politieman. Wel, gisteren belde een slachtoffer om te zeggen dat ze zijn DNA hadden gevraagd. Dat hadden ze dus nog niet.” Toch blijft Geens hoopvol. “Eindelijk iemand die er toch achteraan gaat. Dus ja, ik heb nog hoop op een proces.”
Het boek “Complot van de Silte” van Hilde Geens is uitgegeven bij Borgerhoff & Lamberigts.
Bron » VRT Nieuws | Lennart Segers

Het complot van de stilte

Rijkswachtcommandant Léon François begint in de jaren 70 bedenkelijke onderzoeks-methoden te gebruiken in de strijd tegen drugshandelaars, zonder wettelijke regeling. Wie zijn de gangsters en wie de politie? De grenzen vervagen. De top van de politie en van de politiek, ex-premier Vanden Boeynants op kop, kijken toe en grijpen niet in. François wordt veroordeeld, maar de zaak raakt nooit echt opgehelderd. Heel wat zware misdaden worden nooit opgelost.

Dáár ligt de kiem voor de Bende van Nijvel die in de jaren 80 het land in rep en roer zet met moordende aanslagen. Net als bij de zaak-François laat de Bende vooral veel vragen achter. Wie zijn de daders? Wat zijn hun motieven? Wie houdt hen de hand boven het hoofd? Zeker is dat Bouhouche en Beijer, als BOB’ers in de misdaad verzeild geraakt, de spilfiguren zijn in beide dossiers.

De oorlog tegen de drugs wordt anno 2022 nog altijd gewonnen door de criminelen. Het onderzoek naar de Bende van Nijvel wacht nog steeds op antwoorden. Het verdoezelen van de waarheid, het complot van de stilte, is nog altijd aan de gang.

Auteur Hilde Geens werkte als onderzoeksjournaliste. Zij beet zich met indrukwekkende hardnekkigheid vast in politieverslagen en archieven, en ondervroeg talloze, cruciale getuigen. Het resultaat van haar onderzoek is verbijsterend …

Het complot van de stilte verschijnt 26 februari bij Borgerhoff & Lamberigts en kost 29,99 euro. Voor meer info: www.borgerhoff-lamberigts.be

Overlever David Van de Steen: “Peter R. de Vries wou zijn tanden zetten in Bende-dossier”

“Van de ene overlever naar de andere”, zo richt David Van de Steen, die zijn ouders en zus verloor bij de aanslag van de Bende van Nijvel in Aalst 36 jaar geleden, een bericht naar Peter R. de Vries, de Nederlandse journalist die vecht voor zijn leven na een moordaanslag. “Hij wou zijn tanden zetten in het Bende-dossier.”

“Het doet je wat als je vecht tegen misdaad waarbij onder- en bovenwereld samenhangen. Zaken die door de overheid niet opgelost raakten, zaken die het daglicht niet mochten zien”, aldus Van de Steen. Op 9 november 1985 raakte hij als kind zwaargewond bij de aanslag van de Bende van Nijvel op de Delhaize in Aalst. Hij verloor er zijn mama, papa en zus.

Nu de Nederlandse journalist Peter R. de Vries dinsdagavond neergeschoten werd in Amsterdam, wil David zijn steun betuigen. “Peter las ook het boek dat ik samen met Annemie Bulté maakte, Niet schieten, dat is mijn papa, en gaf me een ongelooflijk mooi compliment”, zegt David. “Hij vertelde ook dat hij wat graag zijn tanden in het dossier van de Bende van Nijvel wilde zetten. We zouden nog afspreken, hij zou ons nog iets te vertellen hebben over DNA-onderzoeken en hoe men het hier toch anders moest aanpakken.”

“Toen we op het spoor kwamen van de corrupte rijkswachter Bonkoffsky, hadden meester Vermassen en ik ook het gevoel dat we in een donker steegje waren beland. Peter was een pitbull als hij zich vastbeet in een zaak. Ik doe mijn hoed af voor jou”, zegt David. “Ik hoop dat je dit overleeft.”

Bron » Het Nieuwsblad

Topmagistratuur haalt uit naar politiek

‘Demagogische’ en ‘onwetende’ politici, tekorten die leiden tot straffeloosheid en ‘onzekere’ wetgeving: de procureurs-generaal trekken aan de alarmbel.

De eerste september markeerde gisteren ook de opening van het gerechtelijk jaar. Daarbij kunnen de parketten bij de vijf hoven van beroep en het Hof van Cassatie (zie hiernaast) zich uitzonderlijk laten horen via hun mercuriale redes. De procureurs-generaal, de hoogste vervolgende magistraten, waren opvallend kritisch voor de politiek.

1. Onafhankelijkheid in gevaar

Het scherpst was Ignacio de la Serna, de procureur-generaal van Bergen. Hij verdedigde de stelling dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in gevaar is, in de eerste plaats door publieke kritiek. ‘Beledigingen, laster, persoonlijke aanvallen, bedreigingen: vanaf een zeker punt moedigen ze ongehoorzaamheid en geweld tegenover de rechterlijke macht aan’, klonk het.

De la Serna viseerde specifiek politici, omdat hun uitspraken volgens hem door de klassieke media overgenomen worden, de bevolking beïnvloeden, magistraten in diskrediet brengen en het vertrouwen in justitie doen afnemen. De la Serna verwees onder meer naar de N-VA-campagne tegen ‘wereldvreemde’ en ‘activistische’ rechters.

Maar ook minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) kreeg de wind van voren, omdat ze beloofde zich altijd burgerlijke partij te stellen bij geweld tegen de politie. ‘Dat is in de praktijk onzin en het getuigt van een diepgaande onwetendheid over de strafprocedure’, klonk het. ‘Alsof het openbaar ministerie die dossiers zelf niet kan behandelen.’

Ook het parlement kreeg een veeg uit de pan, omdat het in de zaak-Chovanec magistraten uitnodigde tijdens een lopend gerechtelijk onderzoek. ‘Als die posities al geen populistische, opportunistische en demagogische wil weerspiegelen, zijn ze het resultaat van een volledige onwetendheid.’

2. Tekort aan middelen

Johan Delmulle, procureur-generaal in Brussel, hekelde het tekort aan middelen voor de aanpak van financiële en fiscale criminaliteit. ‘In 2002 waren er nog 131 gespecialiseerde speurders, vandaag 87.’ Om de grote achterstand bij het Brusselse hof van beroep weg te werken, kondigde Delmulle aan dat alleen nog prioritaire economische misdrijven zullen worden vervolgd. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) belooft wel versterking.

Volgens De la Serna hebben de besparingen, ook nog onder de vorige regering, de onafhankelijkheid in gevaar gebracht. ‘Deze gedwongen besparingen, in combinatie met een decennialange afwezigheid van investeringen, hebben justitie op de rand van de afgrond gebracht, tot het punt dat er stakingen ontstonden en sommigen zich afvroegen of de gerechtelijke macht nog steeds een macht was.’

De Belgische justitie krijgt volgens De la Serna geen frontale aanvallen te verduren zoals in Polen of Hongarije. ‘Het is op een veel subtielere manier dat haar onafhankelijkheid is ondermijnd, door chronische onderfinanciering.’ De Bergense procureur-generaal voegde er wel aan toe dat hij verbetering zag. De regering-De Croo voorziet in een substantiële verhoging van het budget voor justitie.

3. Manke wetgeving

De Antwerpse procureur-generaal Patrick Vandenbruwaene en zijn eerste advocaat-generaal Yves ­Liégeois focusten in hun rede op de nieuwe wet op de spijtoptanten, die voor het eerst gebruikt werd door voetbalmakelaar Dejan Veljkovic in de operatie ‘Propere Handen’.

De wet bevat volgens Vandenbruwaene ‘knelpunten, lacunes en onzekerheden die dringend opgelost moeten worden’. Volgens het Antwerpse parket-generaal moet het ‘weinig leesbaar en verouderd’ wetboek van strafvordering dringend hervormd worden. Zo’n hervorming zit in de pijplijn.

Ook elders was kritiek op manke wetgeving vanwege de politiek. De Bergense procureur-generaal hekelde dat de wetgevende en uitvoerende macht verschillende heikele kwesties te zeer overlaten aan rechters om over te oordelen, wegens gebrek aan politieke consensus. Als voorbeeld geeft hij de hoofddoekenkwestie, waarover geen alomvattende regels bestaan en waarin dus vaak zaak per zaak moet worden geoordeeld. Andere zulke kwesties waar de politiek volgens De la Serna in gebreke bleef zijn de onzekere wettelijke basis voor de coronamaatregelen en de afwezigheid van een wettelijk kader voor draagmoederschap.

‘Journalisten beoefenen schaduwstrafrecht’

De kloof tussen justitie en de burger is voor een groot deel de fout van de media. Dat was de boodschap van de eerste advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie, de hoogste rechtbank van het land. ‘We begeven ons op glad ijs wanneer de principes van de rechtsstaat onvoldoende geduid worden of wanneer de ­bevolking al te vaak met sloganeske taal wordt opgehitst tegen justitie’, zei Ria Mortier in haar mercuriale rede.

Zij hekelde de grote concurrentiestrijd. ‘Vele media zetten daarom niet in op grondige, goed onderbouwde en gestructureerde analyses van het rechtssysteem. Die vergen veel kennis en tijd van redacties. De beginselen van de rechtsstaat zijn moeilijk uit te leggen aan een breed publiek. Over een verwaarloosd gerechtelijk apparaat dat nog verrassend goed werkt dankzij de dagelijkse inzet van velen, wordt structureel weinig tot niet bericht wegens niet interessant.’

Media focussen volgens Mortier te veel op ‘fenomenologie’ en ‘faits divers’. Ze hekelde ook journalisten die nog voor een veroordeling op zoek gaan naar de waarheid. ‘Voordat een rechter heeft geoordeeld, is een zaak veel spectaculairder en sensationeler. Vaak gaan “onderzoeksjournalisten” op eigen onderzoek uit en beoefenen ze een soort schaduwstrafrecht dat niet formeel geregeld is. Zij drijven hierbij op de golven van veranderende gevoelens, houdingen of mentaliteiten en de journalist voelt zich, naar eigen zeggen, niet gebonden door beginselen als “het geheim van het onderzoek” of het “vermoeden van onschuld” die hij strikt formeel-juridisch enkel van toepassing acht op justitiefunctionarissen.’

‘Bovendien is er een duidelijke evolutie merkbaar van informeren naar opiniëren. Hierbij staan niet zozeer de feiten dan wel waardeoordelen centraal, die evenwel naar hun aard niet te bewijzen zijn. Ook het woordgebruik en de ­lichaamstaal van de journalist genereren een niet te onderschatten impact op de perceptie van het publiek.’

Bron » De Standaard