Brusselse zakenwereld

Financiële instellingen en laboratoria

Inleiding

Twee garageboxen waarin bij het onderzoek naar de Bende van Nijvel wapens werden gevonden, vormen het middelpunt van een biotoop die wordt bevolkt door een aantal Brusselse zakenlieden. Verschillende namen uit deze kringen zullen in de eerste helft van de jaren 80 de pers halen als het slachtoffer van de Bende van Nijvel: Jacques van Camp, Léon Finné, José vanden Eynde. En nog drie lijken in hetzelfde milieu, ook al werden ze nooit op rekening van de Bende geschreven: Paul Cams, Alfred Vlassenroot en Juan Mendez.

Bij het gerechtelijk onderzoek naar de Bende van Nijvel stootte men op een klein netwerk van garageboxen, waarin bepaalde criminele milieus hun wapens en ander materieel onderbrachten. Eén van die garageboxen werd naar verluidt gehuurd door de vennootschap Progime, een dochtermaatschappij van de Banque Copine. Deze bank kwam in 1982 in de problemen toen bleek dat een aantal kaderleden zwaar met de boekhouding had gesjoemeld. Een externe audit wees destijds uit dat er bij de Banque Copine een gat van zowat 1 miljard frank in de kas zat.

Financiële fraude

In het kader van het tumult rond de financiële fraude werden verschillende bestuurders van de bank aan de deur gezet. Ook Léon Finné, directeur van het kantoor van de Banque Copine aan de Louisalaan in Brussel, werd van de loonlijst geschrapt. Léon Finné zou na zijn ontslag bij de Banque Copine overigens nooit zijn financiële activiteiten hebben stopgezet. Volgens bepaalde getuigen was Finné een koerier die regelmatig tussen België en Zaïre pendelde om er grote sommen zwart geld te gaan ophalen. Geld dat naderhand een veilig onderkomen vond op Luxemburgse rekeningen van de BIL. Léon Finné werd in september 1985 door de Bende vermoord.

In gerechtelijke kringen heeft men ook vastgesteld dat er een operationele band was tussen de Banque Copine en het Crédit Commercial et Financier (CCF), een financiële instelling die onder de vleugels zat van de in 1983 failliet gegane zakenman Richard van Wijk. Van Wijk, telg uit een bemiddelde Nederlandse familie, had zeer goed banden met kringen rond de CEPIC, de rechtse middenstandsdrukkingsgroep in de PSC.

De door de Bende van Nijvel vermoorde bankier Léon Finné.

De door de Bende van Nijvel vermoorde bankier Léon Finné.

CCF telde onder zijn debiteuren onder andere Karel de Lombaerde, oud-lid van de Waffen SS en inspirator achter het Front de la Jeunesse en WNP, baron Benoît de Bonvoisin, vastgoedmagnaat Ado Blaton en Renaat Blyweert van het bouwbedrijf Amelinckx. Verbazingwekkender is misschien dat ook Carmelo Bongiorno, een notoir lid van de koppelbazenmaffia, op de klantenlijst van CCF staat, evenals de met de Brusselse heroïnewereld gelieerde Albert Faccenda.

De verzekeringsmaatschappij North Europe Insurance & Reinsurance was een tweede financiële vehikel uit de bedrijvengroep rond Richard van Wijk. North Europe werd in 1975 opgericht, met als belangrijke aandeelhouders en bestuurders onder andere Alain de Pauw – van de vastgoedfamilie De Pauw – en Lello Vastapane – van de aperitievenimporteur Martini & Rossi.

Tegen het einde van de jaren 70 kocht Van Wijk zich in en kreeg hij samen met zijn zakenpartner Giorgio Gherardi Dandolo een plaats in de raad van bestuur van North Europe. Aan de hand van contracten die North Europe destijds in de verzekeringsmarkt aanging, maken experts op dat achter de schermen het vernuft van de Britse verzekeringsspecialist Paul Rankin schuilging. Rankin staat er samen met zijn zakenpartner George Tiney om bekend vernuftige financiële offshore-structuren te kunnen opzetten.

Commissaris-revisor van North Europe was Raymond Krokaert, een persoon die we ook tegenkomen als bestuurder van het Office de Représentation Fiscale (ORF). Deze fiduciaire leverde diensten voor onder andere de vastgoedgroep Blaton en de Compagnie Générale des Eaux. Uit politieverslagen blijkt dat Raymond Krokaert een tijd op hetzelfde adres heeft gewoond als Jacques van Camp.

Van Camp werkte een aantal jaren als architect voor de groep Blaton en stapte nadien in de horeca. Hij werd in oktober 1983 voor zijn restaurant in Ohain door de Bende vermoord. Rond ORF viel overigens nog een andere Bende-slachtoffer. Uit gerechtelijk onderzoek blijkt dat José Vanden Eynde een tijd als bediende van ORF werkte. De man werd in december 1982 door de Bende vermoord in het restaurant waar hij als concierge werkte.

Het restaurant "Aux Trois Canards" in Ohain.

Het restaurant “Aux Trois Canards” van Jacques Van Camp in Ohain.

Tweede garage

Een tweede garage waarvan het criminele milieu gebruikte maakte, werd gehuurd door de firma Beau-Site Louise. Beheerder van deze firma was André Dehaut, geen onbekende in het Bende-dossier, aangezien hij de garagehouder was waar de Mazda werd gestolen die werd gebruikt voor de aanslag op rijkswachtmajoor Vernaillen. Uit gegevens waarover het gerecht beschikt zou blijken dat André Dehaut financiële steun kreeg van Hilaire Beelen – bekend van de Kirschen-zaak – en René Meulemans, een ex-kaderlid van de Banque Copine.

René Meulemans elijke relaties hebben gehad met ex-gevangenisdirecteur en schietinstructeur Jean Bultot voor de import van vee uit Paraguay. Daarnaast had hij een vastgoedvennootschap onder de naam Société Immobilière Meulemans. En samen met onder andere Jacques Declercq – ooit een belangrijke aandeelhouder van de uitgeversgroep Rossel (Le Soir) – en Jacques Lacrosse – van de vastgoedgroep De Pauw – zat hij in de vennootschap World Trade Services. Het gerecht stelde vast dat World Trade Services in 1985 verschillende grote facturen stuurde naar Juan Mendez. Deze FN-ingenieur werd in januari 1986 in zijn auto vermoord. Officieel is hij geen Bende-slachtoffer.

Het gerecht stelde vast dat Meulemans banden had met enkele medische laboratoria, waaronder die van Paul Cams. Volgens politiebronnen in Frankrijk had Cams onder andere in Marseille de hand in een aantal drugslaboratoria. Cams werd in november 1983 bij hem thuis neergekogeld op een manier die gelijkenissen vertoont met de moord op Mendez. Bepaalde gegevens zouden erop wijzen dat Cams de opbrengsten uit zijn drugsactiviteiten witwaste via een handel in metalen die door zakenman Alfred Vlassenroot werd opgezet. Vlassenroot werd in 1985 met enkele schoten in het hoofd vermoord. Officieel is het een passionele moord. Vlassenroot was 65, zijn echtgenote die de opdracht gaf was 74.


 

Bron » De Tijd | René De Witte | 2005