Veertig jaar na aanslag van de Bende van Nijvel blijft Aalst onthutst achter: “Alles is kapot, alleen de waarheid kan nog rust brengen”

Veertig jaar na de aanslag van de Bende van Nijvel op de Delhaize in Aalst, op 9 november 1985, zijn de slachtoffers zondag herdacht. Acht mensen verloren daar hun leven. De Bende maakte in totaal 28 dodelijke slachtoffers, maar tot een veroordeling of bestraffing van de daders kwam het nooit. “Er zijn heel veel antwoorden, maar ze willen ze niet geven, ze willen ze niet naar buiten brengen”, sprak David Van de Steen na het herdenkingsmoment. Ook burgemeester Christoph D’Haese (N-VA) was snoeihard voor Justitie in zijn toespraak.

De Bende van Nijvel maakte 28 dodelijke slachtoffers bij een reeks overvallen, inbraken en moorden tussen 1982 en 1985. Hun zwaarste aanslag vond plaats in de Delhaize van Aalst, waar acht mensen omkwamen.

Veertig jaar geleden is het al dat de Bende van Nijvel acht mensen doodschoot in Aalst. Onder hen bevonden zich familieleden van David Van de Steen. “Het voelt niet als veertig jaar, het voelt veel korter aan. Het is vreemd als je erover nadenkt dat we al zo lang in deze situatie zitten. Een dossier dat oneindig lijkt. Er zijn heel veel antwoorden, maar ze willen ze niet geven, ze willen ze niet naar buiten brengen. Justitie mag zeggen wat ze wil, ze weten alles. Zo simpel is het. Al de rest is gelogen”, zei hij na het herdenkingsmoment.

Waarheid

“Er kan niets meer gebeuren. Alles is kapot. Het dossier is kapot. Het enige wat je nog kan doen, is de nabestaanden toch de waarheid brengen. Zodat ze toch iet of wat weten van wat er ooit is gebeurd. Dat is het enige menselijke wat ze nog kunnen doen. Voor de rest is het te laat. Ik denk wel dat het belangrijk is dat je een verhaal te horen krijgt en dat men zegt: ‘dat en dat is daar gebeurd’”, zegt hij.

“Het verhaal bestaat, zit in de dossiers. Vertel het dan aan de mensen, vind ik, maar dat doen ze ook niet. Anderhalf jaar komt men dan met de boodschap naar buiten: ‘We weten van niks’. Stop daarmee. Dat is zever. Pure zever. Vanuit het parlement zou er wel druk opgezet kunnen worden om de nabestaanden toch dat verhaal nog te geven.”

Er waren twee federaal volksvertegenwoordigers aanwezig: burgemeester Christoph D’Haese (N-VA) en Anja Vanrobaeys (Vooruit). “Veertig jaar na de gruwelijke aanslag van de Bende van Nijvel in de Delhaize Aalst blijft vooral de stilte oorverdovend. Justitie laat slachtoffers in de onwetendheid, maar laat ook de samenleving en alle Aalstenaars verweesd achter. Ook na 40 jaar mag er geen straffeloosheid zijn. Goed dat het dossier niet verjaart. Alleen de waarheid kan rust brengen”, zegt Vanrobaeys (Vooruit). “Na decennia van stilstand mogen we geen enkele kans laten liggen om dit duistere hoofdstuk eindelijk op te helderen.”

Vergeten

Burgemeester Christoph D’Haese (N-VA) was snoeihard voor Justitie in zijn toespraak. “Aalst weigert te vergeten. Aalst blijft herinneren, aanklagen en herdenken. In onze stad is de stilte niet de stilte van berusting, maar een stilte van respect. Het is de rust van het wachten op gerechtigheid. Zolang die gerechtigheid uitblijft, zullen wij hier blijven staan”, zei hij.

“De familieleden hebben veertig jaar gewacht, maar ze zijn nooit stilgevallen. Ze hebben nooit opgegeven, zelfs toen de wereld dat van hen verwachtte. Daarom zal Aalst dat ook nooit doen. We dragen samen dit onrecht, zolang het nodig is. Zolang de waarheid niet gekend is, blijft dit dossier onvoltooid. We eisen voor de slachtoffers wat hen toekomt: recht, waarheid en erkenning.”

Bron » Het Laatste Nieuws

Aalst herdenkt laatste en dodelijkste aanslag Bende van Nijvel: “40 jaar van teleurstelling”

Op de parking van het Delhaize-warenhuis in Aalst werd zondagmorgen de dodelijkste aanslag van de Bende van Nijvel herdacht. Die vond vandaag exact 40 jaar geleden plaats. Terwijl slachtoffers en burgemeester van Aalst Christoph D’Haese wezen op het gebrek aan antwoorden en het teleurstellende onderzoek, erkende oud-speurder Eddy Vos dat “we gefaald hebben”.

De herdenking van de aanslag is een jaarlijkse traditie aan het Delhaize-warenhuis. Daar pleegde de Bende van Nijvel op zaterdag 9 november 1985 haar laatste aanslag. Een bloederige overval waarbij 8 mensen werden vermoord en verschillende anderen raakten zwaargewond.

Tijdens de herdenking maakt Aalsters burgemeester Christoph D’Haese (N-VA) na 40 jaar het balans op van justitie. “We moeten ons de vraag durven stellen of ons gerecht het tempo van de waarheid nog kan volgen”, klinkt het.

“Een rechtssysteem dat 40 jaar nadenkt zonder antwoorden te geven dient niemand. Elke dag zonder antwoord is een dag waarop het vertrouwen verder afbrokkelt. Justitie hoort de spiegel van de samenleving te zijn, maar in dit dossier is justitie een spiegelpaleis waar de waarheid verdwijnt achter elk nieuw gezicht en elke nieuwe verklaring.”

David Van den Steen, die zijn beide ouders en zijn zus verloor bij de aanslag spreekt over “40 jaar van teleurstelling”. “Het dossier is er. Het antwoord op al onze vragen staat erin. De vraag is wie de opdracht gaf om hier mensen te liquideren. Wie heeft dit ooit gecommandeerd? Maar op die vraag krijg je zeker geen antwoorden”, zegt hij.

“Geen sabotage”

Opvallende aanwezige was oud-speurder Eddy Vos, die van 1996 tot 2011 zich over het dossier boog en steeds heel open was over het onderzoek. “Ik heb van het eerste tot het laatste moment geloofd dat we die zaak konden oplossen”, zegt Vos.

“We waren op een gegeven moment bezig met 100 man. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik werd tegenwerkt. Het is de taak van de magistraat om de richting van het onderzoek aan te geven. Dat is het gerechtelijk systeem. Als je op voorhand weet dat een piste niet klopt, zou je er natuurlijk niet aan beginnen, maar sabotage is zoiets niet.”

“We hebben gefaald ja, maar je kan maar geven wat je hebt”, geeft de speurder toe. “Het verschil tussen een hypothese en de waarheid is de bewijslast. In dit dossier is er helaas geen bewijslast. Ik denk dat we, op marsmannetjes na, elke hypothese intussen hebben onderzocht.”

Bron » VRT Nieuws

Een massale afluisteroperatie en een nepproductiehuis: hoe het federale parket een doorbraak in het Bendedossier probeerde te forceren

Een massale afluisteroperatie van oud-speurders, een uitzending van Faroek als valstrik, de oprichting van een nepproductiehuis: het federale parket hanteerde de voorbije jaren in het onderzoek naar de Bende van Nijvel een aantal bedenkelijke en geldverslindende onderzoeksmethodes om een doorbraak te forceren – zonder enig resultaat. HUMO maakte een onthutsende reconstructie van het onderzoek van de laatste kans. ‘Het gerecht is hier een grens overgegaan.’

De enige substantiële vondst in veertig jaar Bende-onderzoek dateert van eind 1986, toen het team van onderzoeksrechter Freddy Troch de wapens van de Bende van Nijvel opviste uit het kanaal Brussel-Charleroi, in Ronquières. Jarenlang is de suggestie hardnekkig gebleven dat de oude Delta-speurders uit Dendermonde de boel hadden belazerd en de zakken er een dag of twee eerder zelf in hadden gegooid.

Om dat te bewijzen zette het federaal parket in 2018 een valstrik op: een uitzending van het opsporingsprogramma Faroek en de Franstalige tegenhanger Indices werd op 30 oktober 2018 gewijd aan de piste van de manipulatie van Ronquières. In de aanloop naar de uitzending werd bij meer dan dertig mensen een telefoontap geplaatst, vooral bij oud-speurders van de Deltacel, maar ook bij twee oud-rijkswachtkolonels en andere oudgedienden uit het Bende-onderzoek, zoals Eddy Vos. Men hoopte dat ze elkaar naar aanleiding van de reportage zouden opbellen, en dat ze hun mond voorbij zouden praten.

Ook oud-HUMO-journaliste Hilde Geens, die het Bendedossier al meer dan dertig jaar volgt, kwam in het vizier. De onderzoekers trokken ook haar telefoonverkeer na in de maanden rond de uitzending van Faroek, in de hoop haar contacten in het politionele of criminele milieu te achterhalen.

De Algemene Vereniging van Belgische Beroepsjournalisten (AVBB) reageert scherp op de manier waarop het gerecht de journalistiek in deze zaak voor zijn kar heeft gespannen.

Charlotte Michils (algemeen secretaris): “Een opsporingsprogramma als Faroek, gebaseerd op samenwerking tussen pers, gerecht en politie, werkt alleen wanneer je de rol en de autonomie van de ander respecteert. Een journalist is een journalist, justitie is justitie. Als het gerecht de journalistiek gaat gebruiken voor eigen doeleinden, gaat het een grens over. Journalistiek is niet het verlengstuk van justitie.”

Het telefoonverkeer van oud-journaliste Hilde Geens werd nagetrokken om haar bronnen te achterhalen. Kan dat zomaar?

Michils: “Nee, het journalistieke bronnengeheim is geregeld in nationale en EU-wetgeving. Je kunt als journalist niet gedwongen worden om informatiebronnen vrij te geven. Op die regel bestaat een uitzondering, maar die is strikt geregeld. Een vrijgave van bronnen kan alleen ‘om misdrijven te voorkomen die een ernstige bedreiging opleveren voor de fysieke integriteit’. De info moet ook van cruciaal belang zijn en mag niet op alternatieve wijze verkregen kunnen worden. Als de speurders de wet niet naleefden, is er sprake van schending van het bronnengeheim.”

Deel 1 van de HUMO-reeks over het Bende-onderzoek gaat over een nepproductiehuis dat werd opgericht door het gerecht, met speurders die zich voordeden als journalisten. Ze benaderden oude Bendeverdachten in de hoop hun informatie te ontfutselen.

Michils: “Ook dat is een bedenkelijke praktijk die als een boemerang kan terugkeren in het gezicht van echte journalisten. Mogelijk worden bronnen hierdoor ook argwanend tegenover journalisten. Het vertrouwen van het publiek in de pers is fragiel en vraagt de grootste zorg. Als journalist heb je het natuurlijk niet in de hand als je rol opportunistisch wordt misbruikt door een speurder. Dit is onethisch en mogelijk onwettig. Het kan negatieve gevolgen hebben voor het journalistieke vak en het maatschappelijke vertrouwen in de media uithollen.”

De massale afluisteroperatie naar aanleiding van Faroek heeft niet de verhoopte resultaten opgeleverd. Twee oud-speurders, Philippe V. en François A., werden de klok rond geschaduwd en afgeluisterd, in hun eigen huis en auto, en op café. Uiteindelijk werden ze gearresteerd en in verdenking gesteld, maar enig bewijs dat zij het onderzoek hadden gemanipuleerd, werd niet gevonden.

“Het is onwaarschijnlijk hoeveel middelen er besteed zijn aan het onderzoek tegen de speurders van de Deltacel”, reageert Walter Damen, advocaat van Philippe V.

Walter Damen: “Die mensen hebben hun leven opgeofferd om de Bende op te sporen. De impact van een hechtenis en meer dan honderd uur ondervraging mag je niet onderschatten. Woningen werden afgeluisterd, verdachtmakingen gelanceerd. Gelukkig zijn het weerbare, geharde en eerlijke speurders. Een normaal mens was in een diepe depressie terechtgekomen na een onderzoek waarin je wordt beschuldigd van mededaderschap aan een bende die je je hele leven lang hebt bevochten.”

Advocate Frederieke Cloet staat de vierkoppige leiding van de Deltaspeurders bij, die zwaar onder vuur kwamen te liggen in het onderzoek dat niets heeft opgeleverd. In deel 2 van de Bendereeks doen zij hun verhaal.

Frederieke Cloet: “Tot op vandaag is er geen enkel concreet bewijs aangeleverd dat één van mijn cliënten betrokken zou zijn bij de zogenaamde manipulatie van het onderzoek. Het is dan ook begrijpelijk, zowel juridisch als menselijk, dat mijn cliënten het justitie bijzonder kwalijk nemen dat zij vooralsnog op geen enkele manier in eer werden hersteld. Zij hebben nochtans alles gegeven in dit dossier. Wij verwachten dan ook dat dit wordt rechtgezet.”

Pierre Chomé is advocaat van François A. Hij verwacht dat het onderzoek tegen zijn cliënt en Philippe V. de komende maanden een stille dood zal sterven, voor zover dat nu nog niet het geval is.

Pierre Chomé: “Het is een knotsgekke situatie. De verdenkingen tegen de twee oud-speurders zijn officieel afgesplitst van het grote Bendedossier. Al wat nog moet gebeuren, is ons, advocaten, drie minuten gunnen om voor een raadkamer – vermoedelijk die in Brussel – de buitenvervolgingstelling te pleiten. Die zal onvermijdelijk volgen, want ondanks de inzet van de meest buitenissige middelen is geen enkel bewijs, van wat dan ook, gevonden. We wachten nu al maanden op een datum.”

Bron » De Morgen | Annemie Bulte

40 jaar na de laatste aanslag … Voormalig hoofdspeurder Eddy Vos: “Zolang er over de Bende van Nijvel gepraat wordt, is er hoop”

Exact veertig jaar na de laatste aanslag die toegeschreven wordt aan de beruchte Bende van Nijvel komen vandaag de slachtoffers samen in Aalst. Ook voormalig hoofdspeurder Eddy Vos (70) zal daar bij zijn. “Justitie heeft misschien de handdoek geworpen, maar de maatschappij mag dat niet doen”, zo pleit Vos. Hij roept in deze krant op om een ‘Waarheidscommissie’ op te richten, zodat de zwaarste cold case uit de Belgische geschiedenis misschien toch nog opgelost raakt.

Op 9 november 1985 maakten drie gangsters in totaal acht dodelijke slachtoffers op de parking van de Delhaize in Aalst. Het is het laatste wapenfeit dat toegeschreven wordt aan de beruchte Bende van Nijvel (zie kader, red.). Mocht men vorig jaar de wet niet gewijzigd hebben en beslist hebben dat moorden met een grote maatschappelijke impact niet meer kunnen verjaren, dan zou vandaag – na exact veertig jaar – het Bende-onderzoek definitief verjaren.

Volgens commissaris Eddy Vos (70), die tussen 1996 en 2011 het onderzoek leidde vanuit Charleroi, zou dat niet eens zo slecht geweest zijn. “Dan zou het onderzoek niet langer geheim zijn en kunnen bijvoorbeeld ook wetenschappers, data-analisten, historici en onderzoeksjournalisten ermee aan de slag. Ze zullen er een vette kluif aan hebben. Het zou een impuls kunnen geven en misschien – heel misschien – toch nog tot een doorbraak kunnen leiden”, zegt hij.

U bent ook dit jaar aanwezig op de herdenking in Aalst. Waarom?

“Uit sympathie voor slachtoffer David Van de Steen, die zijn beide ouders en zijn zus verloor en tot op vandaag met hagel in zijn been rondloopt. Uit respect ook voor alle slachtoffers en hun nabestaanden die blijven hopen dat er toch nog ooit een oplossing komt. Het is belangrijk om dit jaarlijks te herdenken. Zolang erover gepraat wordt, is er hoop. Als het Bende-dossier vergeten wordt en niemand er nog over praat, zal het pas echt afgesloten zijn.”

Het federaal parket hééft het dossier al afgesloten.

“Justitie heeft de handdoek inderdaad al in de ring geworpen, maar daarom mag de maatschappij dat nog niet doen. Er is altijd hoop. Volgens mij zit er één bruikbaar DNA-staal in het dossier van de man die De Killer genoemd wordt. Wat als dat ooit een hit oplevert met een ander staal in de databank? Wat als de gebruikte wapens ooit opduiken? Er is altijd een kans dat er een doorbraak komt, maar de vraag is: wat doe je daar dan mee?”

“Een assisenproces bijna vijftig jaar na de feiten heeft volgens mij weinig zin. Veel mensen weten amper nog wat ze vorig jaar gedaan hebben, hoe zou je ze dan op een assisenproces vragen kunnen stellen over veertig jaar geleden? Ik snap dus dat men het dossier niet wil laten verjaren – er is altijd hoop – maar eigenlijk is dat zinloos.”
“Volgens mij zit er één bruikbaar DNA-staal in het dossier van de man die ‘de Killer’ genoemd wordt”

Velen zeggen dat de waarheid in dit dossier niet aan het licht mág komen.

“Hand op het hart: ik heb als speurder nooit iets gemerkt van enige druk of obstructie. Zijn er verkeerde keuzes gemaakt? Zeker. Maar die moet je achteraf niet gaan vertalen als een poging om het onderzoek te dwarsbomen. Het waren fouten. Mijn indruk is ook dat de daders heel goed op de hoogte waren van hoe politie en justitie te werk gingen en heel bewust sporen achterlieten. Dwaalsporen, zo bleek achteraf, vaak na jaren onderzoek.”

“Ze legden ook bewust zelf linken tussen de feiten die ze pleegden. Welke dader doet dat nu? Daar zit een strategie achter. Het dossier is ondertussen een mastodont geworden. Ik krijg het dan ook een beetje op mijn heupen van advocaten die zeggen dat ze het dossier ingelezen hebben en grote verklaringen afleggen in de media terwijl ze nog niet één farde bekeken hebben.”

Jef Vermassen zegt dat de namen van de daders in het dossier staan.

“Dat kan goed zijn. Er staan tienduizenden namen in. Ik vind Jef een sympathieke man, maar wat hij zegt, voedt alleen maar de complottheorieën. De realiteit is dat men er nooit in geslaagd is om daders te identificeren, laat staan dat men een motief – of motieven – heeft kunnen achterhalen. Ook daarover doen de wildste verhalen de ronde. Ik heb zelf mijn eigen overtuiging – die ik hier niet ga delen – maar ook dat zal maar een deeltje van de puzzel zijn. Daarom pleit ik voor een openbare parlementaire commissie, een soort van Waarheidscommissie. Er zijn eerder al twee parlementaire commissies geweest, maar die formuleerden nadien vooral aanbevelingen. Nu moet het echt over de feiten gaan, en over het waarom.”

Een openbare commissie, botst dat niet met het geheim van het onderzoek?

“Misschien. Maar weet u dat er twee internetfora zijn – een Nederlandstalig en een Franstalig – over het Bende-dossier en dat daarin zowat het hele dossier circuleert? Dat dossier ligt al lang op straat. Processen-verbaal, getuigenverhoren, deskundigenverslagen: je vindt het er allemaal.”

“Kijk, dat onderzoek is een symbooldossier geworden voor het falen van justitie en politie. Anderzijds is het ook een laboratorium geweest voor nieuwe politietechnieken: DNA, daderprofilering, forensische geomatica (het analyseren van geografische informatie, red.). Er zijn ook goeie dingen uit voortgekomen, al besef ik dat dit voor de slachtoffers hard om horen en een magere troost is. Maar zij – en de hele samenleving – hebben recht op de waarheid.”

Bron » De Zondag | Laurens Kindt

“Ils ont repris pendant 14 ans des enquêtes qui avaient déjà été faites”

Débarqué de la Cellule d’enquête Brabant Wallon qu’il dirigeait, le commissaire en retraite Liionel Ruth veut parler et tout dire.

Quand la tuerie au Delhaize d’Alost a lieu le 9 novembre 1985, Lionel Ruth est dans l’enquête sur les Tueries du Brabant depuis le mois précédent. Bientôt commissaire, il prendra la direction de la Cellule Brabant wallon (CBW) dans les années 1990, mais sera brusquement écarté en janvier 2010, sur base d’accusations infondées, comme la justice – pénale et administrative – allait l’établir, trop tard, cependant, pour imaginer un retour.

Son collègue Eddy Vos, qui dirigeait le volet flamand, subira un sort identique en 2012 pour avoir, lui, refusé de communiquer l’identité d’un informateur à la juge d’instruction et au procureur du roi. Alors qu’on commémore ce dimanche le 40ème anniversaire de la tuerie d’Alost, Lionel Ruth sort du silence. “Ma mise l’écart était volontaire. On a utilisé un artifice pour me faire perdre toute crédibilité (parce que) j’avais l’oreille de la presse et des parties civiles. L’(ancien, ndlr) procureur du roi de Charleroi est à l’origine du départ des deux chefs d’enquête historiques”.

Lionel Ruth et Eddy Vos écartés en 2010 et 2012, s’installait une équipe nouvelle d’enquêteurs. Pour quel résultat? “Il faut faire le constat que l’enquête qui a suivi pendant 14 ans n’a jamais pu évoluer. Ils ont repris des recherches qui avaient déjà été faites, et notamment retravaillé sur les pièces à conviction – sans même être certain de l’origine de certaines pièces -, en se privant de beaucoup de connaissances et d’une certaine mémoire vivante. L’enquête est partie dans tous les sens. Certains ont voulu concrétiser leurs théories intellectuellement séduisantes comme l’aurait dit (l’ancien juge d’instruction, ndlr) Jean-Claude Lacroix, pour se rendre compte que ces théories étaient bâties sur du sable”.

Des dessous de l’enquête

Lionel Ruth détaille les graves divergences apparues en 2008-2009 sur la conduite de l’enquête. “Les chefs d’enquête que nous étions Vos et moi, dépendaient du juge d’instruction (Jean-Paul Raynal, ndlr), ce qui déplaisait énormément à la hiérarchie policière. Le directeur-général de la police judiciaire a alors placé à la tête de la Cellule Brabant Wallon une commissaire venue de Bruxelles, G.D. qui, dans un rapport d’évaluation, allait soutenir que le maintien des deux chefs historiques – Vos et moi – constituait un frein à la réussite du dossier. Voyant la manœuvre, les magistrats de Charleroi ont obtenu le départ de la commissaire G., ce qui n’a pas dû plaire à la hiérarchie (de la police). Et quand en janvier 2010, le procureur de Charleroi a entamé des procédures à mon encontre, il trouvait le soutien de l a hiérarchie qui accédait ainsi à ce qu’elle demandait depuis des mois: mon départ”.

Suivait, en 2012, celui d’Eddy Vos, après une période de “mise en quarantaine” comme votre journal l’expliquait à l’époque. Les années suivantes, les enquêteurs qui avaient pris le relais allaient se casser les dents. En 2017, Koen Geens, ministre (CD & V) de la Justice, pressé par les milieux flamands, bouleversait à nouveau l’organisation et déchargeait le procureur de Charleroi au profit du parquet fédéral.

Il est cruel de rappeler que ce ministre Geens faisait la promesse “d’un procès d’ici trois ans” (2020/2021). Quelle dégelée, huit ans après de tels propos!

Bref. Au parquet fédéral, une magistrate-pitbull prenait l’affaire en main. Des hypothèses hasardeuses étaient suivies, en vain, ce qui installait un climat détestable au sein de la CBW que beaucoup voulaient quitter.

Pour Lionel Ruth, “ce jeu de chaises musicales a certainement desservi l’enquête”.

Dans la DH le 5 septembre 2023, Eddy Vos tirait la conclusion “Les auteurs ont gagné. Ils ont été plus malins que nous”.

Prémonitoire. Neuf mois après, le parquet fédéral faisait le même constat et, le 30 juin 2024, annonçait la fin de l’enquête. Dans l’entretien qu’il nous accorde, Lionel Ruth parle d’un gâchis: “Je reste plus que jamais persuadé que la seule possibilité d’aboutir eût été de se remettre à travailler sur les faits, et pas sur ce qu’on croyait ce qu’il s’étaient”.

Le Géant d’1 m 92

Exemple. Samedi 13 mars 1982, en début d’après-midi, deux hommes, dont un de grande taille, dérobent un fusil dans la devanture de l’armurerie Bayard, rue Adolphe Sax à Dinant. L’arme est un Faul de calibre 10 (une sorte de canardière). Fin 1986, les enquêteurs apprennent que le vol, a priori anodin, était en réalité le premier fait de la bande. Du moins, le premier identifié. Rue Sax, un voisin de l’armurerie, qui n’est pas petit et a gardé bon souvenir, leur apprend que le plus grand des voleurs du Faul mesurait, comme lui, environ 1m92. Or la caissière d’un Delhaize braqué par la bande avait fourni la même précision.

“Le plus grand, qui se trouvait près de la caisse, était grand comme mon mari, qui mesure 1m92”. À l’époque, rappelle Lionel Ruth, le service militaire était obligatoire et les recrues défilaient au Petit-Château pour un examen médical complet.

“Par conséquent il était possible de faire une recherche ciblée sur les hommes d’environ 1m92 nés entre 1952 et 1964 et, partant de là, travailler ‘en filtre’ en commençant par ceux qui avaient un passé, étaient fichés, étaient morts de façon violente ou avaient complètement disparu de la circulation.”

Lionel Ruth va plus loin. “Les Tueries du Brabant ont mobilisé deux commissions parlementaires. Je ne comprendrais pas qu’il n’y en ait pas de troisième pour tirer le bilan. Les victimes, leurs familles, le pays, méritent de savoir ce qui s’est passé. Le bilan, c’est un écheccuisant, un gâchis énorme.”

Bron » La Dernière Heure | Gilbert Dupont