Audi van gangsterbroers opgevist uit kanaal: na negen jaar nieuw spoor in onwaarschijnlijk verdwijningsdossier

Speurders hebben eindelijk een belangrijk nieuw spoor te pakken in de zaak van Claude en Frédéric Hilger. De gangsterbroers verdwenen negen jaar geleden van de aardbodem en zijn wellicht opgelost in zuur. Krijgt het onwaarschijnlijke verdwijningsdossier toch nog een doorbraak?

Geen politieman in dit land die nog een cent gaf voor de slaagkansen van het onderzoek naar de verdwenen gangsterbroers Frédéric en Claude Hilger. Het duo, gekend van spectaculaire overvallen op geldtransporten, verdween op 8 maart 2016, goed negen jaar geleden. Frédéric (toen 52) en Claude (toen 50) woonden in die tijd in Antwerpen en zouden die avond een hapje gaan eten zijn in een pizzeria in Zaventem. Daarna zijn ze nooit meer levend gezien.

Het onderzoek schoot aanvankelijk nochtans goed op. Twee dagen na de verdwijning, op 10 maart 2016, doken speurders een bestelwagen op uit het kanaal in het Waalse Seneffe. Daarin vonden ze niet alleen een identiteitskaart van een van de broers, maar ook een voet in een schoen en doppen van bidons chemische producten. Speurders vermoedden dat de broers in zuur zijn opgelost, en dat het ging om een lugubere afrekening in het milieu. De broers werden ooit zelf verdacht van moorden waarbij hun slachtoffers in zuur werden opgelost. “Nu zijn ze met hun eigen wapens omgebracht”, klonk het bij speurders.

“Frusterend”

Na de vondst in het kanaal raakte het onderzoek in het slop. De daders en opdrachtgevers van de ‘zuurmoord’ op de gangsters bleven onvindbaar. “Een frustrerende zaak, omdat de dood van de broers in veel beruchte maar onopgeloste zaken een rol lijkt te hebben gespeeld”, klinkt het daarover in politiemiddens. Er kwam nog een opsporingsbericht met naast een foto van iedere broer ook de vraag om uit te kijken naar hun Audi met nummerplaat 1-JTU-799. Maar ook dat zorgde niet voor een doorbraak.

De broers werden ooit zelf verdacht van moorden waarbij hun slachtoffers in zuur werden opgelost. “Nu zijn ze met hun eigen wapens omgebracht”, klonk het bij speurders
Jaren gingen voorbij en de zaak raakte helemaal vast, tot twee weken geleden.

Bij een routineuze zoekactie in het kanaal van Vilvoorde eind maart, stootten speurders van de Cel Vermiste Personen ter hoogte van het viaduct op een autowrak. Dat lag op de bodem van het kanaal. Het voertuig werd bovengehaald en bleek zowaar de Audi te zijn van de broers Hilger. Het parket van Charleroi beaamt de vondst. “We kunnen bevestigen dat een Audi die toebehoord heeft aan de broers Hilger, teruggevonden is in het kanaal van Willebroek, ter hoogte van het viaduct van Vilvoorde”, stelt het parket in een mail. “In de auto zijn geen menselijke resten aangetroffen. Meer kunnen we voorlopig niet kwijt.”

Zuur verkocht

Toch hopen speurders hartsgrondig dat deze vondst uiteindelijk tot een doorbraak zal leiden. Want zoals gezegd, vermoeden politiemensen dat de moordenaars van de gangsterbroers ook de hand hebben in twee andere bizarre en onopgeloste zaken.

Zo is er de moord op Johan Verhaeghe, een drogist met een winkel in Schaarbeek. Speurders vermoeden dat hij zuur verkocht heeft aan de latere moordenaars van de broers. Op 3 mei 2016, nog geen twee maanden na de verdwijning van de broers Hilger, wachtte een onbekende Verhaeghe op toen die net voor middernacht met zijn auto de oprit van zijn woning in Kampenhout opreed. Nog voor hij kon uitstappen, kreeg Verhaeghe een nekschot.

Speurders vermoeden dat hij uit de weg is geruimd omdat hij te veel wist. In de week voor de moord op de broers zou drogist Verhaeghe 195 liter zwavelzuur verkocht hebben aan een onbekende die hem “royaal” vergoedde. De dop van een bidon zwavelzuur die in de bestelwagen lag die uit het kanaal van Seneffe gehaald werd, zou ook afkomstig zijn uit de winkel van Verhaeghe.

Bizarre aanslag

De tweede zaak die aan de ‘zuurmoord’ wordt gelinkt, is de bizarre aanslag op het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC), een belangrijke bewaarplaats voor bewijsmateriaal in criminele zaken. We zijn nog eens vier maanden verder. In de nacht van 28 op 29 augustus van datzelfde jaar 2016, niet lang nadat de voet en ander gevonden DNA-materiaal uit de bestelwagen bij het NICC werd binnengebracht, breken drie onbekenden het gebouw binnen. Op camerabeelden is te zien hoe ze eerst op het dak van hun auto klimmen, een raam inslaan en dan het gebouw binnendringen.

Daar plaatsen ze explosieven waarna ze terug naar hun auto gaan. Vanuit de achterklep van de wegrijdende wagen rolt een van hen een bobijntje af die de springlading tot ontploffing brengt, net zoals in films. De vleugel waar het DNA-materiaal van de broers – en mogelijk ook dat van de daders – ligt opgeslagen, gaat helemaal in vlammen op.

Net voor de brand kreeg het NICC een bizar telefoontje van iemand die het juiste dossiernummer van de zaak-Hilger gaf en vroeg waar precies het materiaal opgeslagen was. Speurders gaan ervan uit dat de daders het gemunt hadden op het DNA uit deze zaak – en dat dus de vermoedelijke moordenaars van de gangsterbroers ook hierin een hand hebben. Maar een dader is nooit gevonden, het onderzoek is inmiddels afgesloten.

Albanese bende

Blijft er nog de vraag van één miljoen. Wie heeft de broers Hilger doen verdwijnen en opgelost in zuur? Wie zit er bijgevolg ook achter de moord op de drogist en de brandstichting van het NICC?

De waarheid is dat gerecht en politie het niet weten. Er is geen gram bewijs gevonden in de twee belangrijke pistes die de revue gepasseerd zijn. De eerste piste is dat de broers overhoop lagen met een Albanese bende. Zonder dat we veel details kennen over de vete, zou de ruzie wel van dien aard geweest zijn dat de broers uit de weg moesten worden geruimd.

De tweede piste naar de opdrachtgevers is de spectaculairste. In 2014 zat de Fransman Mohamed Benabdelhak, toen Europa’s grootste drugsbaron, in de gevangenis in Sint-Gillis. De man staat gekend als nietsontziend en plande een ontsnappingspoging. Daarvoor zou hij, zo vermoeden de speurders, de broers Hilger, ervaren en schietgrage gangsters, gecontacteerd hebben. Op 13 april beukte een commando van vier personen de gevangenispoort in. Ze schoten in het rond en gijzelden zelfs even een verpleegster.

De ontsnappingspoging mislukte en het commando droop af. De broers zouden 100.000 euro gekregen hebben voor hun medewerking. Maar omdat de zaak mislukt was en omdat de broers geen andere pogingen meer wensten te ondernemen, viseerde de drugsbaron hen, zo denken de speurders. Ook voor die piste is er tot op heden geen spat bewijs gevonden.

Door de vondst van de auto in het kanaal van Vilvoorde hopen de speurders nu op een nieuwe impuls in het onderzoek naar de broers Hilger.

Bron » Het Nieuwsblad

‘Aan Van Mechelen kon je niet raken’: wie is de beruchte ex-politiecommissaris die nu een van de spilfiguren is in het Costa-proces?

In het proces Costa is de wraking van de rechters van tafel geveegd. Eén van de beklaagden in dat grote drugsproces is ex-superflik Willy Van Mechelen (81), die al zijn halve leven meedraait in het criminele milieu, maar als een gladde aal altijd aan het gerecht ontsnapt. Portret van een houdini met een politiebadge.

Het was dé verrassing bij de start van het proces-Costa in Tongeren, enkele weken geleden: een tachtiger wandelde gebogen over zijn stok naar het gerechtshof en sjokte moeizaam de trappen op. Die man was Willy Van Mechelen, ooit een gevierd speurder, nu een van de hoofdverdachten in een gigantische cocaïnesmokkel.

“Ik schrok toen ik hem, na meer dan dertig jaar, terugzag in het televisiejournaal. Ik kon moeilijk geloven dat hij er werkelijk zo erg aan toe was. Ik verwachtte elk moment dat hij dat pak zou openritsen en er weer als de stoere krachtpatser zou staan die ik altijd heb gekend.”

We praten met David Gutkind (71), een Joodse zakenman die in de jaren 80 heel close was met Willy Van Mechelen. Die beleefde toen zijn hoogdagen als boevenvanger bij de Antwerpse BOB, de opsporingsbrigade van de toenmalige rijkswacht. Van Mechelen kende zowat iedereen in de Antwerpse onderwereld en kliste aan de lopende band dieven, oplichters en overvallers. Tegelijk ging hij in zee met criminelen en verdiende hij veel geld met de duistere zaakjes die ze samen opzetten.

In het milieu stond hij bekend als ‘de Nonkel’ of ‘de Kiezel’. Boeven werkten graag met hem, omdat hij hen door zijn unieke positie bij de rijkswacht kon beschermen. Eén van hen was de jonge fraudeur David Gutkind, bedreven in oplichting, diefstal, BTW-carrousels en valsmunterij.

Gutkind: “Ik deed bijna al mijn zaken met Van Mechelen. We hebben samen veel geld verdiend. Iedereen in het milieu wist dat ik de Nonkel kende, en als ze een linke zaak wilden opzetten, vroegen ze me of ik niks met hem kon regelen. En Willy was altijd bereid om te helpen, in ruil voor 50 procent van de opbrengst.

“Eind jaren 80 is het fout gelopen tussen ons, maar ik had destijds veel bewondering voor hem. Hij was een sterke persoonlijkheid, een ex-paracommando van 1,90 meter, sportief en voor niemand bang. Helemaal anders dan wat we op het proces-Costa zagen.”

Deed Van Mechelen er een schep bovenop toen hij op het proces zijn gezondheidsproblemen etaleerde voor de televisiecamera’s? Misschien niet. In 2013 kwam hij ook al vervroegd vrij om medische redenen, toen hij in de gevangenis zat wegens drugssmokkel.

Zijn zwakke gezondheid hield hem niet tegen om opnieuw in het milieu te duiken, en op zijn 76ste werd hij betrapt terwijl hij zakendeed met de zwaarste jongens uit de drugswereld: cokebaronnen Lucio Aquino, Geert Frisson, Joseph ‘Bolle Jos’ Leijdekkers, Nathan Steveniers (zoon van basketballegende Willy Steveniers) en Tom Bastiaanse. “Als zwakkeling houd je geen stand tussen die viriele kerels”, zegt Gutkind.

Met die zware criminelen stond Van Mechelen in maart terecht op het belangrijkste drugsproces van de afgelopen jaren. Dat werd al na een dag stilgelegd, na de wraking van de rechters door een van de advocaten. Het hof van beroep in Antwerpen heeft nu beslist dat de rechters kunnen aanblijven, maar sowieso kan het proces al niet voor het najaar voortgaan.

Van Mechelen wordt beschouwd als één van de kopstukken van de bende. Hij liep al sinds oktober 2019 in het vizier van de speurders, toen hij samen met Bastiaanse in een val liep die de politie voor de drugssmokkelaars had opgezet. Van toen af lieten ze hem niet meer los. Ze luisterden de Nonkel maandenlang af met verborgen microfoons in zijn auto, waar hij honderduit over zijn drugsactiviteiten praatte.

Gutkind: “Het is raar dat Van Mechelen zich daaraan heeft laten vangen, want hij was zelf een kampioen in het afluisteren. Was je in zijn buurt geweest, dan moest je goed uitkijken of je niet met een microfoontje in je zak vertrok. Dat was zijn grote sterkte.”

“Destijds gonsde het van de verhalen over Van Mechelen die zijn boekje te buiten ging als flik, maar niemand deed hem wat. Waarom? Omdat hij veel wist over veel mensen: magistraten, collega’s bij de politie, advocaten, politici… Dat hoefden niet per se strafbare feiten te zijn, maar ook dingen die mensen liever verborgen houden: overspel, een homoseksuele relatie… Zijn broer Hugo Van Mechelen had enkele prostitutiebars en ook daar viel interessante informatie te rapen.”

“Ik heb veel van hem geleerd, want hij wist als geen ander hoe de politie te werk gaat. ‘Je moet altijd blijven ontkennen’, zei hij. ‘Zelfs als je met een rokende revolver in je hand wordt betrapt, moet je doen alsof je van niets weet. Laat ze het maar bewijzen.’ Dat was de beste raad die hij me ooit kon geven: het heeft me vaak geholpen om uit de gevangenis te blijven. Mensen bekennen dikwijls omdat ze denken dat ze klem zitten, maar vaak zijn die bewijzen op zich niet voldoende. Als politieman besefte Van Mechelen dat maar al te goed. Toen hij zelf in de problemen kwam met het gerecht, heeft hij altijd zijn eigen raad gevolgd. En ik denk dat hij dat ook in de zaak-Costa zal doen.”

Suikerdief

Het is niet de eerste keer dat Van Mechelen in opspraak komt voor drugssmokkel. Op 30 juni 1995 wordt hij gearresteerd in de rijkswachtkazerne waar hij die ochtend aan het werk is. Speurders hebben in de haven van Antwerpen een container met 3,5 ton marihuana onderschept, verstopt onder een lading theebuiltjes uit Cambodja, en hebben van de op heterdaad betrapte smokkelaar François C. te horen gekregen dat zijn opdrachtgever niemand minder is dan Van Mechelen.

De rijkswachter ontkent in alle talen en zegt dat François C. een oude tipgever van hem is die hem probeert te flikken. Hij komt snel vrij, maar wordt een paar maanden later een tweede keer aangehouden. En een derde keer, in juli 1996. Er is intussen nog een tweede drugssmokkelaar opgedoken, Frans W., die Van Mechelen aanwijst als de organisator van een drugstrafiek. Dit keer gaat het om een in beslag genomen container uit Guinea waarin 20 ton marihuana onder een laag witte handdoeken zit.

“Willy Van Mechelen ontkende alles”, zegt oud-speurder Etienne Kerremans (78), die destijds het onderzoek voerde bij de gerechtelijke politie en Van Mechelen urenlang ondervroeg.

Kerremans: “Ik verwachtte natuurlijk niet dat hij de feiten zou toegeven, maar hij vocht werkelijk alles aan, zelfs de evidentste dingen. Dat was niet zo slim, want als dan blijkt dat je daarover hebt gelogen, wordt het moeilijk om er nog een draai aan te geven.”

Van Mechelen beweert dat hij erin is geluisd door gewezen informanten die oude rekeningen met hem willen vereffenen. François C. en Frans W. zijn beiden doorgewinterde havendieven die in de jaren 70 containers met suiker, sigaretten of televisietoestellen stalen en doorverkochten – François C. stond bekend als ‘de suikerdief’. Tot ze merkten dat er veel meer te verdienen viel met drugscontainers, bestemd voor de in Nederland groeiende markt voor – toen nog vooral – cannabis en hasj. En blijkbaar, zo vertellen de omgeschoolde containerdieven onafhankelijk van elkaar aan de politie, deden ze dat onder toezicht van Willy Van Mechelen.

Kerremans: “Uiteraard moet je altijd voorzichtig zijn met het woord van een crimineel, zeker als die een politieman beschuldigt. Daarom werd Van Mechelen na zijn eerste twee aanhoudingen ook snel weer vrijgelaten. Maar uiteindelijk waren de bewijzen niet meer te negeren.”

Op zijn proces blijft Van Mechelen ontkennen, en betwist hij zelfs dat de in beslag genomen stoffen wel marihuana waren “want dat is toch niet in een laboratorium onderzocht”. Het mag niet baten. De rechter tilt er zwaar aan dat Van Mechelen zijn positie als politieman heeft misbruikt om drugstrafieken te organiseren. Op 19 september 2002 wordt hij in beroep veroordeeld tot vijf jaar cel.

Alleen: hij wordt níét onmiddellijk aangehouden. Van Mechelen vlucht naar Afrika en gaat in Angola aan de slag als veiligheidsagent bij een diamantbedrijf. Na vijf jaar zet hij zijn clandestiene leven verder in Nederland. Geregeld wipt hij over de grens en wordt hij gesignaleerd op de Antwerpse Linkeroever en in Sint-Niklaas. “Jarenlang werd hij ongemoeid gelaten door de politie”, vertelt oud-speurder François Kind (72), die het onderzoek voerde naar de handdoekencontainer met 20 ton cannabis.

Kind: “Van Mechelen had nog veel vrienden bij de politie in Antwerpen. Er liepen verschillende tips binnen – ik heb er zelf ook nog een informatierapport van opgemaakt – maar niemand ondernam actie. Loyaliteit, heet dat dan. Heel wat oud-collega’s keken nog altijd naar hem op.”

In maart 2011 is Van Mechelen nog altijd op vrije voeten, zijn straf is bijna verjaard. Maar dan slaat het FAST-team van de federale politie toe. De dienst die speciaal is opgericht om voortvluchtige gangsters op te sporen, vindt hem in Dordrecht. Hij wordt er gearresteerd in een flat met zes gsm’s in zijn bezit, én de valse identiteitskaart van zijn broer Paul. “Dit moet een vergissing zijn”, protesteert hij. “Jullie zoeken mijn broer Willy.” De vingerafdrukken vertellen een ander verhaal, en Van Mechelen moet alsnog naar de gevangenis.

Bijna tien jaar lang is de ex-flik aan zijn straf ontsnapt. En zo glipte hij voordien, tijdens zijn tumultueuze loopbaan bij de rijkswacht, telkens als een gladde aal door de mazen van het net.

Verdwenen diamanten

Gouden pilotenbril, brede schouders én een grote mond. Iedereen heeft Willy Van Mechelen gezien wanneer hij in 1973 bij de BOB in Antwerpen komt werken. Hij heeft er dan al enkele jaren als paracommando in het leger en in de cavalerie bij de rijkswacht op zitten. Hij is een straatflik die ’s nachts in de bars in de stationsbuurt rondhangt en als een jachthond op wild aast, verslaafd aan de adrenaline. In een paar jaar tijd wordt hij de ster van de afdeling Zware Criminaliteit, met een enorm netwerk van informanten. Maar van in het begin doen ook verhalen de ronde over zijn louche methodes en te losse omgang met informanten. Dat is ook François Kind opgevallen, die werkt bij de gerechtelijke politie, in die tijd de concurrent van de BOB.

Kind: “We zaten achter dezelfde boeven aan: overvallers, inbrekers, pooiers, containerdieven… Als er ergens iets gebeurde, was het altijd een wedstrijd welke dienst het eerst ter plaatse was: die kreeg het onderzoek. Soms was Van Mechelen er een uur voor ons, en dan dacht ik: petje af. In het begin vond ik hem gewoon een goeie flik. Maar ik hoorde steeds meer vreemde verhalen over hem, zowel van criminelen die beweerden dat Van Mechelen dingen voor hen kon regelen, als van collega’s die niets tegen hem durfden te ondernemen.

“Zo is zijn broer Hugo ooit met een uzimitrailleur in zijn wagen betrapt door de wegpolitie. Nog dezelfde dag stond Willy Van Mechelen in het politiekantoor met nóg twee uzi’s. “Die horen bij die van mijn broer”, zei hij. Normaal gezien zou er direct een onderzoek worden geopend, maar de politie stelde een simpel proces-verbaaltje op, zonder uitleg te vragen. Waarom rijden een flik en zijn broer met die zware wapens rond? Waarvoor hebben die gediend? Het parket hoeft het allemaal niet te weten. De zaak wordt geseponeerd.”

“Een andere keer krijg ik een dossier onder ogen over een vrouw die haar diamanten halsketting bij een inbraak is kwijtgeraakt. Van Mechelen vindt het dure sieraad terug dankzij een tip van een informant, en incasseert het verzekeringsgeld. Maar de halsketting zelf raakt opnieuw zoek, en de vrouw krijgt ze ondanks maanden aandringen niet terug. Uiteindelijk dient ze een klacht in. De collega die het onderzoek voert laat er niet de minste twijfel over bestaan: Van Mechelen en zijn tipgever hebben de halsketting zelf achtergehouden… En daar stopt het dossier. De twee mannen worden nooit ondervraagd en de zaak wordt zonder gevolg geklasseerd.”

“Ik bel naar mijn collega, die intussen met pensioen is. ‘Wat is daar gebeurd?’ De man geeft toe dat hij door de procureur is gebeld met het order dat hij moest stoppen met het onderzoek. Ja, dan weet je genoeg. Aan Van Mechelen kon je niet raken.”

“Hij was een soort God de Vader bij de Antwerpse BOB”, zegt Walter De Smedt, destijds onderzoeksrechter in Antwerpen.

De Smedt: “Ieder belangrijk dossier kwam bij hem terecht. Hij lag ook goed bij de magistraten. De toenmalige journalist van Gazet Van Antwerpen Ward Hulselmans haalde zijn info bij hem. Ook nadien, toen Hulselmans scenarist werd en de succesreeks Salamander maakte. Ik heb lange tijd goed met Van Mechelen samengewerkt. We hadden allebei een militaire achtergrond en we waren beiden scherpschutters – hij kon zelfs vanuit de heup schieten. Maar tijdens een onderzoek naar de prostitutiebar van zijn broer Hugo begon ik te merken dat Willy veel te diep in het criminele milieu zat. In een onderzoek naar overvallers bleek ook dat er meer in beslag was genomen dan wat er in zijn proces-verbaal stond genoteerd.”

Op 10 mei 1988 worden drie Duitse oplichters gearresteerd door de Antwerpse BOB onder leiding van Van Mechelen. Onderzoeksrechter De Smedt krijgt het piepkleine proces-verbaal ten behoeve van het parket onder ogen en ruikt onraad. Het pv is ondertekend door maar liefst acht BOB’ers. Acht! En het telt slechts een paar regels. In een artikel over de ‘opgerolde miljardenzwendel’ in Gazet Van Antwerpen schrijft Hulselmans een uitgebreid artikel waarin véél meer informatie te vinden is. Waar heeft de journalist de mosterd gehaald? Walter De Smedt convoceert de ondertekenaars, en al snel blijkt dat geen van de acht BOB’ers bij de arrestatie aanwezig was.

De Smedt: “Het was pure schriftvervalsing om het parket om de tuin te leiden, opgesteld door Willy Van Mechelen, die niet eens zelf in het pv vermeld stond. Hij had ook geen melding gemaakt van het miljoen Duitse marken (ruim een half miljoen euro, red.) dat bij de arrestatie in beslag was genomen – iets waar hij later van zei dat het ‘een vergetelheid’ was.”

De Smedt zet zijn tanden in het onderzoek en ontdekt dat de arrestatie van de drie oplichters een week eerder is opgezet door het toenmalige CBO (Centraal Opsporingsbureau) van de rijkswacht in Brussel.

De Smedt: “Dat gebeurde achter de rug van het parket, en zonder huiszoekingsbevel van een onderzoeksrechter. Totaal illegaal. Zo ontdekte ik dat de rijkswacht in het geheim een eigen dienst had opgericht om parallelle onderzoeken te voeren zonder het parket in te lichten – iets wat ze later ook in de zaak-Dutroux zou doen. Daar deed Van Mechelen natuurlijk zijn voordeel mee: hij kon zijn eigen gangen gaan en knoeien met pv’s, en werd daarbij dan nog gedekt door zijn hiërarchie.”

Wanneer De Smedt de zaak verder wil uitspitten, krijgt hij van het Antwerpse parket-generaal orders om het onderzoek onmiddellijk stop te zetten. Het hele dossier wordt in de vuilnisbak gekieperd, en geen van de betrokken rijkswachters wordt gestraft. Walter De Smedt wél: die krijgt een pak tuchtonderzoeken op zijn bord, omdat hij het heeft gewaagd de rijkswacht aan te pakken.

Donald Trump

Gutkind: “Dat merkte ik ook als ik bij hem op bezoek ging in de lokalen van de BOB. Hij blafte tegen zijn oversten, en niemand durfde hem tegen te spreken. Hij deed me denken aan Donald Trump vandaag: als hij iets zei, moest het zo gebeuren, en niet anders. Ik droeg bijvoorbeeld altijd mijn pistool als ik over de vloer kwam bij de rijkswacht. Van Mechelen gaf instructies dat zijn collega’s mij niet mochten fouilleren. Hij gaf me ook kogels voor mijn wapen. Die kon ik zelf niet kopen aangezien ik geen vergunning had.”

Wat voor zaken deden jullie samen?

Gutkind: “Oplichting, btw-fraude, witwascircuits opzetten en verzekeringen tillen. Een heel makkelijke waren de autoverzekeringen. Van Mechelen liet auto’s stelen en belde dan naar de verzekeringsmaatschappij om te zeggen dat hij een tipgever had die wist waar de auto was. Die wilde wel praten, in ruil voor een beloning. De verzekeringen schoven meestal zonder morren 10 procent van de waarde van de auto toe, wat bij duurdere wagens een aardige som was. Dan kwam ik op de proppen als de tipgever om de premie te innen. Achteraf deelden we de opbrengst.”

“We deden ook grotere oplichtingszaken, met een diefstal van juwelen of diamanten en een neparrestatie in het scenario – dan was Willy uiteraard onze man.”

“Zo kregen mijn vriend Charles Snijders en ik in het midden van de jaren 80 een voorstel van Chinezen die geld wilden witwassen door er diamanten mee te kopen. We spraken er de vroegere biljartkampioen en diamantair Raymond Steylaerts over aan, die een partij diamanten voor 200.000 euro leverde. De Chinezen betaalden in guldens, Steylaerts berekende de wisselkoers en betaalde onze commissie. Iedereen verdiende er goed aan.”

“Maar toen bleek dat Steylaerts knoeide met het gewicht van de stenen en ook nog wat van onze commissie afkneep door een te hoge wisselkoers aan te rekenen. Wij confronteren hem daarmee, en hij reageert heel laconiek: ‘Dat is zakendoen.’ Ah zo? Is dat zakendoen? Wij stappen naar Van Mechelen. ‘Geen zorgen,’ zegt die. ‘We pakken Steylaerts.’

“Toen Steylaerts zijn volgende partij diamanten leverde, liep er iets mis. Wij gaven de diamanten door aan een Chinese klant, een zekere meneer Tang, die ermee naar zijn hotelkamer in de Drugstore op het Astridplein liep om de kwaliteit te controleren. Meneer Tang bleef wel heel lang weg – wat ook moeilijk anders kon, want er bestond helemaal geen meneer Tang.

“Charles gaat informeren in de lobby van het hotel. Groot is zijn verbazing als hij hoort dat er helemaal geen meneer Tang in het hotel logeert. Wat is er dan met de diamanten van Steylaerts gebeurd? We bellen direct de politie, en Willy Van Mechelen – die natuurlijk op ons telefoontje zit te wachten – komt meteen ter plaatse en laat het hele hotel uitkammen. Geen spoor van de Chinees.

“Charles en ik moeten mee naar het bureau voor ondervraging. Steylaerts komt ook naar het bureau maar Willy laat hem gewoon op de gang staan en gaat verder met ons. ‘En jullie hebben die diamanten zomaar aan die meneer Tang gegeven? Holala, niet slim.’ Einde verhoor. Niet meer dan twee regels.

“Achteraf moesten we nog eens terugkomen omdat het parket hem een bijkomende onderzoeksdaad had gevraagd: of hij kon nagaan of Gutkind en Snijders geen rookgordijn hadden opgetrokken om een oplichting te camoufleren. Van Mechelen nodigt ons uit in zijn bureau. ‘Ga zitten. Hebben jullie een rookgordijn opgetrokken om een oplichting te camoufleren?’ Antwoord: ‘Nee.’

“Hopla, geklasseerd. In ruil stak Van Mechelen de helft van de opbrengst op zak.”

Hoe is het na al die jaren fout gelopen tussen jullie?

Gutkind: “Eind 1987 hadden we een nepoverval opgezet met de Antwerpse diamantair Kronengold, die de verzekering wilde tillen. En dat is dramatisch afgelopen, want er viel een dode: de jonge diamantair Schlomo Goldberg.

“We zouden Kronengold in zijn kantoor overvallen en een grote partij diamanten roven – in werkelijkheid paperclips gewikkeld in briefjes. Achteraf zouden we het geld van de verzekeringen delen. Simpel. We betrokken Van Mechelen erbij om de zaak af te dekken. Maar toen zei Kronengold dat hij het zonder de BOB’er wilde doen, omdat die in zijn eentje de helft van de opbrengst wilde. Van Mechelen was natuurlijk wel van onze plannen op de hoogte. We wisten dat hij achteraf misschien geld zou vragen, maar besloten het erop te wagen.”

Op 1 december 1987 vallen Charles Snijders en Jempi Sarens binnen bij Kronengold, die zijn collega-diamantair Goldberg heeft uitgenodigd, zonder dat die weet heeft van het complot. Goldberg raakt in paniek en verzet zich, waarop Snijders en Sarens hem knevelen, zijn mond dichtplakken met kleefband en hem met chloroform verdoven. Zodra de twee overvallers zijn weggevlucht, maakt Kronengold zich los en ziet hij dat Goldberg onwel wordt.

Gutkind: “Hij liep naar buiten om hulp te zoeken, maar de zware securitydeur viel achter hem dicht, zodat niemand het kantoor nog in kon, terwijl het slachtoffer binnen lag te sterven.”

Buiten zit een rijkswachtploeg die de hele overval heeft zien gebeuren en niet heeft ingegrepen. Ze zijn gestuurd door Van Mechelen, die zelf ‘toevallig’ een halve dag verlof heeft genomen.

Gutkind: “Hij was het tijdstip van de nepoverval te weten gekomen dankzij een tipgeefster die in ons groepje zat en met wie hij een affaire had. Van Mechelen wilde ons laten voelen wie de baas was. Wij vlogen de cel in wegens roofmoord en hij trok het onderzoek naar zich toe.

“Na een paar maanden werd duidelijk dat hij ons had laten vallen. Toen zijn Charles en ik beginnen te praten met de gerechtelijke politie. Niet alleen over deze nepoverval, maar over alle oplichtingen die we samen met Van Mechelen hadden opgezet, de ene onthulling na de andere.”

De corruptieverhalen komen naar boven tijdens een stormachtig assisenproces in 1990, waar Van Mechelen voor het eerst in zijn carrière in nauwe schoentjes komt. De voorzitter Edwin Van Fraechem laat zelfs een huiszoeking bij de BOB’er doen en vindt daar bewijzen dat Van Mechelen 250.000 frank heeft ontvangen van verzekeringsmaatschappijen en dat ook Gutkind hem geld heeft betaald. ‘U hebt bloed aan uw handen,’ bijt Van Fraechem de BOB’er toe. Als hij zijn job als politieman had gedaan, had hij de overval kunnen voorkomen. Van Mechelen is razend en ontkent alles.

Wie het assisenproces volgt, verwacht elk moment dat Van Mechelen zal worden aangehouden en in beschuldiging gesteld. Maar dat gebeurt niet. Van Mechelen ontspringt opnieuw de dans – dankzij de bescherming van een hoge magistraat, zo wordt gefluisterd.

Kind: “Ik was stomverbaasd dat de corruptieverhalen opnieuw zonder gevolg bleven, want ik vond ze heel concreet en geloofwaardig. Maar het onderzoek was gevoerd door een collega die blijkbaar goed bevriend was met Van Mechelen. Toen die in 1995 werd verdacht van drugssmokkel was het die oud-collega die Van Mechelen een vals alibi bezorgde.”

Het proces-Goldberg is de eerste kleine deuk in het blazoen van Van Mechelen, die geen gerechtelijke onderzoeken meer mag voeren en geen tipgevers meer mag runnen.

Babbelkous

Vijf jaar later komt de speurder opnieuw in opspraak wanneer hij maar liefst drie keer wordt aangehouden wegens het organiseren van drugstrafieken. In Nederland woedt op dat ogenblik het IRT-schandaal, een variant op de affaire-François in België. Politiediensten in Nederland gingen eind jaren 80 samenwerken met kleine drugscriminelen om de grote vissen te vangen, en begonnen daarvoor zelf drugs te smokkelen – een tactiek die hun was ingefluisterd door de Amerikanen.

Maar de opsporingsmethodes liepen uit de hand. De politie bleek samen met de infiltranten tientallen tonnen drugs op de markt te brengen en slaagden er intussen toch niet in om de grote drugscriminelen te pakken. Het was bovendien onduidelijk wie de regie had: de politie of de criminelen?

Er kwam een geruchtmakend onderzoek in het Nederlandse parlement door de commissie-Van Traa. En in die commissie viel de naam van Willy Van Mechelen. Hij zou zakendoen met criminelen die op hun beurt slim zakendeden met de politie, en innige banden hadden met de bende van de Nederlandse drugsbaron Johannes ‘de Hakkelaar’ Verhoek. Commissievoorzitter Maarten van Traa linkte hem in een parlementaire brief aan de liquidatie van een Belgische drugstrafikant in Amsterdam, Martin Swennen.

Swennen was in oktober 1995 in Antwerpen veroordeeld voor drugssmokkel en daarom naar Nederland gevlucht. In maart 1996 kon hij toch worden opgepakt in Antwerpen, en begon hij bij de gerechtelijke politie te praten over Van Mechelen.

“Volgens Swennen zat Van Mechelen tot zijn nek in de drugssmokkel”, zegt oud-speurder Etienne Kerremans.

Kerremans: “Hij zou ons daar ook de bewijzen van leveren: foto’s, communicatiecodes en audio-opnames die hij in een kluis in Nederland bewaarde. Zijn verhaal leek geloofwaardig, en de onderzoeksrechter besloot om Swennen een kans te geven en hem vrij te laten. Een paar dagen later hadden we een afspraak met hem in Rotterdam en zou hij ons de bewijzen overhandigen.”

Maar zo ver komt het niet: de avond voordien krijgt Swennen zes kogels in zijn lijf in een Amsterdamse bruine kroeg. “Jij praat met de politie!”, roept de schutter net voor hij de schoten lost in café De Blauwe Druif. De dader laat zich gewillig arresteren maar zal later nooit vertellen waarom hij de moord heeft gepleegd, of in opdracht van wie.

Kerremans: “’s Anderendaags kregen mijn collega en ik telefoon in Rotterdam: ‘Swennen zal vandaag niet naar jullie afspraak komen, want hij ligt sinds vannacht op een blauwe steen bij de wetsdokter.’

“We hebben nooit geweten of Swennen al dan niet blufte, of wie de informatie had gelekt dat hij met ons zou praten. Er waren natuurlijk wel wat collega’s bij de gerechtelijke politie op de hoogte, en ook magistraten en Nederlandse politiemensen.”

Kind: “De rol van Van Mechelen in het Nederlandse IRT-schandaal of in de liquidatie van Swennen is later nooit onderzocht. Het Antwerpse parket had er geen interesse voor, en toen wij informatie opvroegen bij de commissie-Van Traa weigerde ze die te geven.”

Uiteindelijk wordt Van Mechelen in 2002 enkel veroordeeld voor de twee drugscontainers met marihuana die in de haven van Antwerpen werden onderschept.

Bijna twintig jaar lang slaagt de Nonkel er vervolgens in om uit het vizier van de Antwerpse speurders te blijven, waar hij nog heel wat supporters heeft. Af en toe duikt er een bericht op waaruit blijkt dat Van Mechelen zich nog steeds met duistere zaken bezighoudt. In 2014 wordt hij in Nederland gearresteerd op een parking langs de snelweg, met 325.990 euro cash in zijn koffer. Hij blijkt voor geldkoerier te spelen in een netwerk van orthodoxe joden die misdaadgeld witwassen voor Zuid-Amerikaanse cocaïnekartels.

In 2015 duikt zijn naam dan weer op in het dossier-Makreel, een groot onderzoek naar de invoer van cocaïne – het gaat al lang niet meer om softdrugs – via de haven. Speurders zien hem in De Nachtegaal, de taverne van de familie Steveniers, in het gezelschap van verschillende drugscriminelen. Maar het Antwerpse parket doet geen moeite om zijn rol verder te onderzoeken. Wat kan een 72-jarige met een zwakke gezondheid tenslotte nog uitvreten in de drugsbusiness, die vandaag veel harder en gewelddadiger is dan in de gloriedagen van de Nonkel?

Nog heel wat, zo blijkt wanneer hij in 2019 tegen de lamp loopt. Limburgse speurders ontmaskeren hem op zijn 77ste als één van de kopstukken in een cocaïnetrafiek tussen Zuid-Amerika en Antwerpen. Het geld dat hij ermee verdient, is een welkome aanvulling op zijn klein pensioentje van 1.500 euro, waar hij steen en been over klaagt. Tegen een vriend zegt hij dat hij in zes jaar tijd zo’n 3 miljoen euro heeft verdiend in de cocaïnehandel.

Hij heeft een huis en een vriendin in Thailand, een carrosseriebedrijf, en veel goud en cash dat hij bij oude vrienden in bewaring geeft. Speurders vinden onder meer 340.000 euro, vacuüm getrokken, in de tegengewichten van de garagepoort van zijn buurman. Twee van zijn kinderen moesten aanvankelijk op het proces-Costa terechtstaan voor het witwassen van het misdaadgeld van hun vader. Intussen is zijn zoon onverwacht overleden. Zijn dochter riskeert wel een fikse celstraf. Voor de hoofdverdachten zal de aanklager wellicht straffen van 15 tot 20 jaar vorderen – als het proces er uiteindelijk komt.

Gutkind: “Ik was natuurlijk heel nieuwsgierig naar hoe Van Mechelen er zich dit keer uit zou lullen. Maar blijkbaar heeft hij een geweldige engelbewaarder.”

Kind: “Je moet het Van Mechelen wel nageven: hij praat nooit. Als ik ooit een misdaad had willen plegen, had ik het met hem gedaan. Dan was ik zeker dat ik niet zou worden verraden.”

Al na één dag werd het proces-Costa stilgelegd, na een verzoek van de advocaat van Tom Bastiaanse om de drie rechters te wraken, die volgens hem niet onpartijdig waren. Vandaag heeft het hof van beroep in Antwerpen het wrakingsverzoek afgewezen, maar dat betekent niet dat het proces meteen weer wordt hervat: de advocaat van Bastiaanse kan die beslissing nog bij Cassatie aanvechten. En als dat niet gebeurt, moet er sowieso nog een nieuwe datum worden gevonden. En als die er eenmaal is en het proces hervat, is het nog afwachten of geen van de andere advocaten een nieuw wrakingsverzoek bovenhaalt.

Willy Van Mechelen zal in het najaar 82 zijn. Als advocaten de boel blijven vertragen, ontspringt de oudste drugsbaas van het land misschien gewoon opnieuw de dans.

Bron » Humo | Annemie Bulté

Marokkaanse koning geeft gratie aan Abdelkader Belliraj, ooit verdacht van 6 moorden in België

Abdelkader Belliraj, de Belg van Marokkaanse origine die in 2010 in Marokko levenslang kreeg wegens terrorisme, heeft gratie gekregen van de Marokkaanse koning Mohammed VI ter gelegenheid van Eid al-Fitr, de feestdag aan het einde van de ramadan. Dat melden verschillende lokale media. In totaal kregen 1.533 mensen gratie, onder wie een 30-tal gevangenen die voor extremisme en terrorisme veroordeeld werden.

Belliraj werd in Marokko tot levenslang veroordeeld voor het leiden van een terroristisch netwerk en voor 6 moorden in België. In 2022 was zijn straf al ingekort tot 25 jaar.

In ons land werd Belliraj verdacht van 6 politieke moorden in de jaren 80 van vorige eeuw, maar het dossier is sinds 2020 verjaard. Een van de slachtoffers toen was dokter Joseph Wybran, de toenmalige voorzitter van het Coördinatiecomité van Joodse Organisaties in België.

Abderrahim Lahlali, de Gentse advocaat van Belliraj, noemt zijn vrijlating “een donderslag bij heldere hemel”. “Mijn cliënt werd gisteren om 23.00 uur op de hoogte gebracht van de beslissing tot gratieverlening. Om middernacht mocht hij de gevangenis verlaten”, aldus Lahlali. Nochtans lag een vervroegde vrijlating volgens hem wel in de lijn der verwachtingen omdat hij al een strafvermindering had gekregen. Bij de gratieverlening komt geen motivering.

Hier nooit in verdenking gesteld

Voor wat betreft de onderzoeken in België wijst Lahlali erop dat zijn cliënt nooit officieel in verdenking is gesteld. “Er zijn nooit voldoende aanwijzingen gevonden. Op vraag van het parket zelf is de zaak afgesloten.” In 2020 werd Belliraj door de Kamer van Inbeschuldigingstelling buiten vervolging gesteld. Het is nog onduidelijk of hij zal terugkeren naar België.

In het verleden was Belliraj ook informant voor de Belgische staatsveiligheid. Dankzij hem zou een aanslag in een Europees land zijn verijdeld. De staatsveiligheid heeft nooit toegegeven dat Belliraj voor hen werkte.

Bron » VRT Nieuws

“Toen we arriveerden, zag ik een proper gedekte tafel. Daarrond: vijf mensen, dood”: het vergeten verhaal van een seriemoordenaar

Een hopeloos gefaalde Eddy Merckx op amfetamines. Dat was Michel Van Wijnendaele (28), een bankbediende uit Denderwindeke die zelfs de amateurs niet kon volgen. Stijf van frustratie richtte hij in mei 1987 op drie boerderijen zijn long rifle op zeven onschuldige mensen.

Zes biefstukken, van eigen makelij, sissend in de pan. Met een stevige portie patatten erbij. Het is elke middag vaste prik ten huize Decrem. Ook die 12de mei 1987 staat de tafel gedekt na een ochtend hard werken op het uitgestrekte erf in Bogaarden, deelgemeente van Pepingen, hartje Pajottenland. Edgard (54), vrouw Liliane (46) en zoon Christian (20) schuiven aan tafel bij Jean Baptiste (90) en diens vrouw Margriet (84), de inwonende grootouders. De koeien op het veld zijn gemolken, Christians broer Guy heeft tandpijn en zit boven nog wat te studeren. Het gezelschap wacht op Guy om de biefstukken op te scheppen.

Buiten aan de poort waakt Tibo, de herdershond. Het regent pijpenstelen. Geen weer om een Flandrien door te jagen. Maar plots houdt een blauwe Opel Kadett halt aan de Bautebrugstraat. Buiten het geblaf van de herdershond gebeurt er minutenlang niets. Tot een wat rossige slungel uitstapt. De gealarmeerde moeder des huizes aanschouwt op de dorpel het tafereel en stelt vast dat de onbekende man – hooguit een twintiger – dubbel gewapend is. In de ene hand een karabijn, in de andere een long rifle. Hij zwijgt, briest en vuurt op de binnenkoer op alles wat beweegt. Eerst buiten, vervolgens binnen. Op de hond, op Margriet, op Jean, op Liliane, op Edgard, op Christian en op Guy, die verschrikt door de kogels naar beneden is gespurt. Hij is de enige die het bloedbad zal overleven. Hevig bloedend strompelt hij de straat op en zoekt hulp. “Iedereen is dood, zelfs de hond”, roept hij, vooraleer hij het bewustzijn verliest. Wat later arriveerden sirenes en politiewagens.

“Dood op de grond”

“Om 13.20 uur kreeg ik op mijn bureau in Brussel telefoon van een rijkswachter uit het dorp”, zegt Jan Steppe, toenmalige procureur. “Die arme man kon geen woord meer uitkramen, zo geschokt was hij door wat hij gezien had.” Steppe spreekt van een slachtpartij en zegt dat hij nooit zoiets weerzinwekkends heeft gezien. “Toen we die middag op het erf arriveerden, zag ik een proper gedekte tafel, met de pan vol biefstukken in het midden. Daarrond: vijf onschuldige mensen, dood op de grond.”

Uitzonderlijk krijgt Steppe een helikopter van de rijkswacht ter beschikking. De woelige jaren van de Bende van Nijvel en de aanslagen van de CCC zijn net voorbij. “We wisten hoegenaamd niet waar beginnen zoeken”, vertelt de oud-procureur. “Was het een uit de hand gelopen boerenruzie? Een zot die rondliep? Een gewetenloze killer? Wisten wij veel.”

Het blijkt zelfs nog veel erger wanneer de toegesnelde agenten een paar landerijen verder nóg twee lijken aantreffen. In de living vinden ze Marie-Thérèse en haar driejarig zoontje Ludovic. Zij zijn over de middag teruggekeerd van school. Ook zij zijn van kortbij afgemaakt met schoten uit een karabijn. Een ijskoude liquidatie. Haar man Jacques, de hele ochtend in de weer in de stallen, heeft niets gehoord. “Ons onderzoek heeft nooit uitsluitsel gebracht, maar allicht was ze ongewild getuige geweest van de eerste slachtpartij”, vertelt Steppe.

Guy Decrem, intussen afgevoerd naar het ziekenhuis met een schotwonde in de maag, kan enkel nog meegeven dat de dader “een rosse gast is met een blauwe Opel Kadett”.

Zijn eigen schoonouders

De uren gaan voorbij, angst regeert het land. Tot de rijkswacht vijftien kilometer verderop, in Denderwindeke, opnieuw moet uitrukken. Een koppel is er met een long rifle neergeschoten, waarna buren alarm hebben geslagen. Het koppel overleeft als bij wonder. De seriemoordenaar met de rosse haren krijgt een naam: Michel Van Wijnendaele. Zijn laatste slachtoffers blijken zijn eigen schoonouders.

Van Wijnendaele is dan een getrouwde vent van 28, heeft een kind en heeft jarenlang als klerk in een bank gewerkt. Het is zijn ding niet. Net voor de moorden heeft hij zijn ontslag gegeven. “Hij wilde professionele wielrenner worden en was als een bezetene beginnen te trainen”, vertelt oud-procureur Steppe. Van Wijnendaele rijdt echter nog geen deuk in een pak boter. Volgens de overlevering hangt hij zelfs bij de amateurs aan de rekker. De grote droom, de nieuwe Eddy Merckx worden, is volstrekt onbereikbaar. En dus grijpt hij naar amfetamines. Het maakt zijn ambities, en bijgevolg zijn frustraties, des te groter.

Een laatste kogel

De boerderij van de familie De Crem ligt op zijn vaste parcours om te trainen. Volgens Steppe moeten zijn stoppen zijn doorgeslagen, en heeft hij in een vlaag van blinde razernij gehandeld. Al zullen psychiaters zijn psyche nooit kunnen analyseren. “We hebben nooit kunnen uitklaren waarom hij de hele familie aan de eettafel heeft uitgemoord. Voor ons blijven het louter toevallige slachtoffers.”

Na zijn moordraid slaat Van Wijnendaele op de vlucht in zijn blauwe Kadett. De gefrustreerde wielrenner is in enkele uren tijd uitgegroeid tot een seriemoordenaar. Op drie verschillende plekken heeft hij slachtoffers gemaakt. Hij heeft op één middag meer slachtoffers gemaakt dan beruchte seriemoordenaars als Freddy Horion, Andras Pandy, Michel Fourniret of Marc Dutroux. Zijn daden zullen een dag later zelfs The New York Times halen.

Nadat rijkswachters een naam op de schutter hebben kunnen plakken, volgt een nationale klopjacht. Ook de Group Diane, de voorloper van de Speciale Eenheden, jaagt mee op de gefrustreerde en doorgeslagen wielrenner uit Denderwindeke. ’s Avonds laat komt een tip binnen: een rosse man in een blauwe Kadett staat te tanken in Sirault, een deelgemeente van Saint-Ghislain. Hij wordt omsingeld door rijkswachters en beseft dat hij geen kant meer op kan. Met zijn laatste kogel berooft Van Wijnendaele zichzelf van het leven. Zijn weduwe zal later verklaren aan de onderzoekers dat zijn frustratie om de geflopte wielercarrière de trigger moet zijn geweest. Maar ook zij heeft verder het raden naar zijn motief.

Op de begrafenissen van de zeven slachtoffers staan de mensen rijendik, leren de archieffoto’s. Niemand die begrijpt wat Van Wijnendaele heeft bezield en waarom hij net die gezinnen heeft uitgemoord. Een assisenproces komt er nooit, de schutter is dood. In Bogaarden en omstreken doven de stemmen langzaam uit. En zo wordt dit een vergeten verhaal.

Dertig jaar na de feiten trekt deze krant opnieuw naar het erf in Bogaarden. Guy De Crem, de enige overlevende op het erf, blijkt al een tijdje overleden. “We proberen het drama als familie een plaats te geven”, zegt zijn zoon. “Af en toe wordt er hier nog over gepraat. Maar niet veel. Wat valt er eigenlijk nog te zeggen? De feiten spreken voor zich.”

“Orgie van blind geweld”

Gewezen VRT-journalist Louis van Dievel trok die dramatische 12de mei 1987 naar Bogaarden om er voor de radio verslag uit te brengen. Op oude foto’s zie je hem buurtbewoners interviewen. Samen met wielercommentator Michel Wuyts brengt hij dit vergeten verhaal opnieuw onder aandacht in een boek. Het resultaat is een roman, “80 procent fictie”.

Het hoofdpersonage – naar analogie van Van Wijnendaele – is “Rik Ganzemans”, oftewel “Rik III”, een mislukte wielrenner die de nieuwe Rik Van Looy of Rik Van Steenbergen wilde zijn. Met fictieve gastrollen voor Peter Van Peteghem, Marc Sergeant en Claude Criquelion. Renners die met “Ganzemans” op pad trokken en die hij hoegenaamd niet kon volgen. Michel Wuyts: “Hetgeen de dader uitzette, was niet minder dan een orgie van blind geweld. Als ons boek een film was, verscheen in de generiek: Based on a true story.”

‘Rik III, een Vlaams wielerdrama’, Louis van Dievel & Michel Wuyts, uitgeverij Manteau. In de boekhandel vanaf woensdag 19 maart.

Bron » Gazet van Antwerpen | Pieter Huyberechts

Federale politie zoekt in kanaal in Humbeek naar autowrakken met sporen naar vermiste personen

In Humbeek, een deel van Grimbergen, is de Federale Politie bezig met een bijzondere zoekactie. Ze gebruiken speciale boten en apparatuur om de bodem van het Zeekanaal Brussel-Schelde te onderzoeken tussen Humbeek en Kapelle-op-den-Bos. Ze halen autowrakken boven om een mogelijk spoor te vinden van vermiste personen.

De politie wil oude autowrakken uit het kanaal halen. Dat kan helpen bij het oplossen van zaken van vermiste personen. Het is een grote actie die ook verderop richting Antwerpen doorgaat. Korpschef Jurgen Braeckmans van de politiezone Grimbergen bevestigt dat ze op de hoogte zijn van de actie en dat ze de federale politie helpen waar nodig.

Buurtbewoners moeten zich geen zorgen maken

In Humbeek zijn ongeveer zestien plekken waar mogelijk voertuigen op de bodem van het kanaal liggen. Tot nu toe zijn er al drie oude auto’s boven water gehaald, maar ze lijken niets te maken hebben met een onderzoek naar vermiste personen. Burgemeester Bart Laeremans benadrukt dat mensen zich geen zorgen hoeven te maken als ze politie aan het kanaal zien. Dit hoort allemaal bij de zoekactie.

De eerste autowrakken lijken niets te maken te hebben met vermiste personen
De eerste autowrakken lijken niets te maken te hebben met vermiste personen

Oplossen van verdwijningszaken

Jana Verdegem, een woordvoerster van de Federale Politie, legt uit dat de zoekactie deel uitmaakt van een groter plan. “We werken samen met verschillende instanties om te kijken of er voertuigen in kanalen of rivieren zijn beland. Die voertuigen kunnen mogelijk verband houden met vermiste personen.”

De zoekactie strekt zich uit van Vilvoorde tot Antwerpen. “Eerst wordt er met een sonarboot gekeken waar de hotspots zijn, en daarna komen duikers in actie om verder onderzoek te doen. We hopen dat deze actie zal helpen bij het oplossen van belangrijke zaken “, besluit Verdegem.

Bron » VRT Nieuws