“Wij zijn hem zelf gaan zoeken in het mortuarium”: het horrorverhaal van familie die het onderzoek naar Bende van Nijvel openbreekt

Hallucinant is de lijdensweg van de kinderen van Georges De Smet, die door de Bende van Nijvel op 9 november 1985 werd vermoord aan de Delhaize van Aalst. Pas 34 jaar later hoorden ze voor het eerst officieel iets van Justitie. Dochter Carine De Smet (65) en meester Kristiaan Vandenbussche (49) vertellen waarom het belangrijk is dat het onderzoek nog niet wordt afgesloten.

Afgelopen zomer draagt federaal procureur Ann Fransen het Bende-onderzoek na veertig jaar ten grave. Na jaren intensief speurwerk en volgehouden inzet, zijn alle pistes uitgeput. Voor de zowat tachtig nabestaanden voelt die boodschap aan als een “fuck you”. Onder hen de nabestaanden van Georges De Smet die amper 62 was toen hij werd afgemaakt op de parking van de Aalsterse Delhaize. Zijn dood werd nooit officieel gemeld aan zijn acht kinderen.

“Wij hebben hem zelf moeten zoeken in het mortuarium”, vertelt dochter Carine (65). “Mijn broer Dirk had op de radio gehoord over een overval op de Delhaize. Vader ging daar elke zaterdagavond net voor sluitingstijd winkelen, en bleef onvindbaar. De rijkswacht stuurde ons door naar het ziekenhuis. Rond vier uur ’s nachts arriveerde Carine in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis van Aalst. In het mortuarium ligt een zestiger, hoorde ze daar. Ik mocht hem identificeren. Dat beeld ben ik nooit meer kwijtgeraakt. Ik droom er nog van. Vaders gezicht was ongeschonden. Maar achter zijn oren en in zijn nek zag hij blauw, zijn buik stond dik door vochtophoping. Zijn ogen waren dicht, maar hij had een verbaasde blik alsof hij zich afvroeg wat er gebeurde.”

Baret met kogelgat

‘Heeft hij afgezien?’ vroeg Carine zich af. In het ziekenhuis zag ze een dokter die ze kende. “Uw vader is binnengebracht met acht kogelwonden in zijn rug. Hij was op slag dood”, klonk het nadat hij het medisch dossier had ingekeken. “Enkele weken na zijn begrafenis kwamen er twee BOB’ers (Bewakings- en opsporingsbrigade, onderdeel van de rijkswacht, red.) langs. Ze toonden een baret waar een kogelgat in zat. Of ik die herkende? Natuurlijk, die was van vader en niet van de daders. In zijn huis haalde ik een identieke muts uit de kast. Die hebben ze meegenomen. ‘Waarom?’, wou ik weten. De speurders reageerden bits: ‘Wij stellen hier de vragen. Het was het enige contact dat Carine ooit had met rijkswacht. Slachtofferhulp bestond nog niet. Onze broer Guido die nog thuis woonde, en na de dood van vader voor zichzelf moest zorgen, heeft het nooit kunnen verwerken. Hij is uit het leven gestapt. Onze hele familie viel uiteen.”

Carine begint te huilen. “Ik sleepte me voort voor mijn kinderen. ‘Mens toch, zet u erover’, heb ik zo vaak moeten horen. Het heeft mijn huwelijk gekost. Ook op het werk ben ik gecrasht.” Pas twintig jaar na de dood van haar vader zocht Carine contact met andere nabestaanden. “Ik las in de krant over een herdenking in Aalst, ze hadden ons niet uitgenodigd. Ik liet het stadsbestuur weten dat ik er de volgende keer ook bij wou zijn. Zo leerde ik lotgenoten kennen. Zij vertelden me dat ik me burgerlijke partij kon stellen. Dat deed ik in 2019 na een infosessie. Voor mij was dat mijn eerste officiële contact met justitie, bijna 35 jaar na de feiten.”

Miljoen pagina’s

De familie kwam via-via bij Kristiaan Vandenbussche terecht. Als geen ander bijt de advocaat zich vast in het dossier. Minstens een miljoen pagina’s, hoofdzakelijk in het Frans. “Ik heb het op mijn computer, telkens ik ergens moet wachten lees ik er in.” Zo ontdekte de advocaat in 2021 een getuigenverklaring die een nieuw licht wierp op hoe Georges De Smet stierf. Deze ooggetuigen hadden pas geparkeerd bij de Delhaize, toen ze zagen hoe een man bij de schouder werd gegrepen toen hij een winkelkar wilde nemen. Een grote man zette een riotgun tegen zijn rug en duwde hem richting ingang. De getuigen zien de man tegenstribbelen, waarop hij in de nek en de rug is geschoten. De beschrijving stemt overeen met de verwondingen van Georges De Smet. Zijn familie is nooit ingelicht over de ware toedracht van zijn dood. Ze wisten niet dat hun papa door de Reus van de Bende is gegijzeld. Al die jaren dachten ze dat vader was gedood toen hij de winkel verliet met zijn boodschappen, amper beseffend wat hem overkwam.

Twee jaar geleden ontdekte Vandenbussche een spoor dat niet afdoende is onderzocht. “Ik was aan het scrollen in het dossier toen ik een foto van een papier uit een schriftje zag. Het stond vol nummerplaten en automerken. Die dateerde van 1985, er was een pv aan gekoppeld. De zoontjes van een man uit Opwijk noteerden alle auto’s die in hun straat passeerden. De zaterdag van de overval hadden zij om 17 uur een lichtgrijze Mercedes en een donkergrijze Golf zien voorbijrijden. De Mercedes reed zo snel, dat ze twee letters misten. Maar van de Golf hadden ze de volledige nummerplaat. ‘In die Golf zaten vier zwart geklede, ruige mannen,’ hadden de broertjes gezien. Omdat nog meer getuigen die auto’s hadden gezien, stapte de vader naar de rijkswacht.”

Verontrustende hiaten

Volgens het dossier is de nummerplaat opgezocht: die leidde naar een drankenhandel in Brussel, de firma F.

“Maar daar stopte het. Die firma heeft nochtans verdachte linken met het dossier. Zo leverde ze wekelijks drank aan L’Auberge du Chevalier in Beersel, waar de nachtwaker eind 1982 door een moordcommando is gefolterd en omgebracht. Het kan toeval zijn, maar het restaurant dook ook op in een zaak van valse facturen. Een verdachte in dat onderzoek werd gelinkt aan twee feiten die aan de Bende van Nijvel worden toegeschreven. Toch heeft men nooit gevraagd aan de firma wie hun Golf bestuurd kan hebben. Ik hoop dat de leidinggevenden van toen nu nog ondervraagd kunnen worden, net als de twee broers die de auto’s in hun straat noteerden.”

Dat hij zulke hiaten in het onderzoek kon ontdekken, vindt meester Vandenbussche verontrustend. “Ik doe dit naast mijn werk. Minstens dertig gespecialiseerde mensen hebben jarenlang elke dag op het dossier gewerkt. Dat Justitie er alles aan deed om het grootste dossier uit de Belgische misdaadgeschiedenis op te lossen, geloof ik niet meer.”

Bron » Het Laatste Nieuws | Ingrid De Vos

Hobby van twee broertjes is mogelijk laatste reddingsboei om Bende van Nijvel alsnog te ontmaskeren

Het onderzoek naar de Bende van Nijvel wordt niet stopgezet. Twee jongens die op de dag van de aanslag op de Delhaize in Aalst nummerplaten van passerende auto’s noteerden, zagen ook een Golf en Mercedes die mogelijk bij de overval gebruikt zijn voorbijrazen. Het gerecht in Bergen besliste nu dat de twee broers ondervraagd moeten worden, veertig jaar na de feiten.

Het onderzoek naar de Bende van Nijvel, die in de jaren tachtig 28 mensen doodde bij vooral overvallen op supermarkten, is nog niet ten einde. Hoewel het federaal parket en de onderzoeksrechter eerder hadden beweerd dat “alle sporen onderzocht zijn, dat de daders onvindbaar blijven en dat het onderzoek daarom beter afgesloten wordt”, blijkt nu dat één uiterst merkwaardig spoor veertig jaar lang in de lade blijven liggen is.

Op 9 november 1985, de dag van de bloedigste en laatste overval van de Bende, die op de Delhaize in Aalst, zaten twee broertjes van zeven en negen jaar oud bij hen thuis in buurgemeente Opwijk op de stoep. De oudste had een schriftje waarin hij de nummerplaat en het merk van de passerende auto’s noteerde. Een hobby van de beide broers.

“Ongure types”

Het is 17 uur, twee uur voor de overval op de Delhaize die acht levens zal eisen. Op dat moment passeren aan het huis van de jongens twee auto’s. Eerst raast een antracietkleurige Golf voorbij met hoge snelheid. De oudste van de broers noteert meteen de nummerplaat. Meteen daarna, als in een konvooi, volgt een lichtkleurige Mercedes. Ook die heeft een razende vaart, waardoor de jongens de Nederlandse nummerplaat niet helemaal kunnen noteren.

“Wat voor mannen waren dat”, zeggen de broers tegen elkaar als de auto’s gepasseerd zijn. Volgens wat ze later aan hun vader zouden vertellen, zaten zowel in de Golf als de Mercedes “donker geklede, ongure types”.

Gewapende man

Twee uur later volgt dan de overval in Aalst. Getuigen spreken van een donkere Golf en van een Mercedes met Nederlandse nummerplaat die op de parking van Aalst zouden gezien zijn, mogelijk de auto die de broers ook gezien hadden. Soortgelijke auto’s zouden die dag ook gesignaleerd zijn aan het Texacostation in Groot-Bijgaarden, tussen Brussel en Aalst. Getuigen zagen daar een gewapende man instappen in een van de auto’s.

Terug naar de broers. Dat weekend was ook de tante van de jongens op bezoek bij het gezin. Zij was zelf in de Delhaize op het moment van de overval en kon ontsnappen langs het bos achter de parking, zo vertelde een van de broers enkele maanden geleden aan Humo.

Nooit ondervraagd

Tijdens het gesprek komt ook ter sprake dat de daders met een Golf gevlucht zijn. “Die Golf hebben wij gezien”, zeggen de jongens, met het schriftje in de hand. De dag nadien stapt hun vader met het schriftje naar de rijkswacht: “Mijn zoons hebben mogelijk belangrijke informatie.” Het schriftje belandde echter in een lade, zonder veel onderzoek. De broers zijn nooit ondervraagd geweest.

Maar nu, veertig jaar na de feiten, zullen de broers toch een verklaring mogen afleggen. De Golf uit het schriftje zou een bedrijfswagen geweest zijn van een drankenhandel uit Brussel. Een verdacht bedrijf, zo blijkt. De drankenhandel leverde onder meer drank aan de Auberge du Chevalier in Beersel. De nachtwaker daar, José Vanden Eynde, is in 1982 gruwelijk vermoord. De feiten worden toegeschreven aan de Bende van Nijvel.

Kogelvrije vest

Er zouden ook (valse) facturen zijn van de drankenhandel op naam van Robert Becker, ook een verdachte in het Bendedossier. Speurders vermoeden dat hij achter een diefstal van kogelvrije vesten in Temse zit en overval op de Colruyt van Nijvel. Bij die twee feiten vallen in totaal vier doden.

Advocaat Kristiaan Vandenbussche, die opkomt voor de kinderen van de in Aalst doodgeschoten Georges De Smet, zorgde er zowat in zijn eentje voor dat het onderzoek niet stopgezet wordt. Hij ging in beroep bij de kamer van inbeschuldigingstelling in Bergen die de onderzoeksrechter nu sommeert om het onderzoek verder te zetten.

“Zaak-Dutroux opgelost door halve nummerplaat”

“De Bergense kamer van inbeschuldigingstelling tikt eigenlijk het federaal parket op de vingers”, aldus de advocaat gisteren. “Ze moeten nu alvast dat gedeelte van de zaak écht gaan onderzoeken. De broers zullen ondervraagd worden. Ook het genoemde bedrijf zal speurders over de vloer krijgen in een poging om de bestuurder van het voertuig op de dag van de feiten te identificeren. De zaak-Dutroux is opgelost toen iemand een halve nummerplaat van zijn bestelwagen noteerde. Hier hebben ze een volledige nummerplaat.”

Bron » Gazet van Antwerpen

Onderzoek naar Bende van Nijvel dan toch nog niet stopgezet: slachtoffer verkrijgt bijkomend onderzoek naar verdachte nummerplaat

Het onderzoek naar de Bende van Nijvel wordt dan toch nog niet stopgezet. Een van de slachtoffers heeft bijkomend onderzoek verkregen naar een auto die mogelijk van een van de daders is. Getuigen die de auto hadden gezien, zijn nooit ondervraagd. Zij noteerden nochtans de nummerplaat die leidde naar een firma. Ook daar is nooit iemand ondervraagd. Dat zal nu dus wellicht wel moeten gebeuren.

Het federaal parket liet vorig jaar weten dat het onderzoek, wat hen betreft, was afgerond. De daders werden, bijna 40 jaar na de laatste overval, nooit gevonden. “Helaas hebben we de waarheid niet kunnen bovenhalen”, zei federaal procureur Ann Fransen toen. De slachtoffers konden wel nog bijkomend onderzoek vragen.

Willy De Smet stapte daarom naar de rechter. Zijn vader, Georges De Smet, werd op 9 november 1985 gegijzeld en neergeschoten door de zogenoemde ‘Reus’ tijdens de zwaarste overval in de Delhaize in Aalst. De Smet heeft bijkomend onderzoek gevraagd nadat zijn advocaat, Kristiaan Vandenbussche, iets had opgemerkt in het dossier.

Nummerplaat nooit onderzocht

De bewuste overval in Aalst is gepleegd door mensen met een donkere Volkswagen Golf en een lichtere Mercedes. Twee broers van 7 en 9 jaar hadden die combinatie twee uur voor de overval gezien in Opwijk. Volgens hen reden de auto’s heel snel voorbij. In de auto zouden mannen met zwarte kledij gezeten hebben die verdacht overkwamen.

Toen de broers die avond beelden van de overval zagen op het nieuws, meldden ze meteen aan hun vader wat ze hadden gezien. Die ging met die informatie naar het politiekantoor.

De getuigen werden nooit ondervraagd. Een van de nummerplaten werd wel getraceerd en bleek op de naam te staan van een firma. Speurders hebben de firma nooit gecontacteerd en uitgezocht wie er toen mogelijk met de auto reed, zegt Vandenbussche.

De Bende van Nijvel staat erom gekend om nummerplaten te wisselen om speurders op een dwaalspoor te krijgen, was het argument. “Maar een nummerplaat die twee uur voor de overval gezien is, is misschien niet vals”, zegt Vandenbussche.

Twee dagen na de overval werd overigens een uitgebrande Golf gevonden. Speurders hebben die wagen toen wel onderzocht, maar het is niet duidelijk of het over dezelfde Golf gaat. “Het zou kunnen dat de Bende van Nijvel zo speurders op een dwaalspoor wilde brengen, wat wel vaker gebeurde.”

De Smet is daarom in beroep gegaan bij de kamer van inbeschuldigingstelling in Bergen. Die heeft hem gelijk gegeven en eist nu bijkomend onderzoek naar de auto. “De zaak Dutroux is opgelost met een halve nummerplaat”, zegt Vandenbussche. “Hier heb je de volledige en dan is die niet eens onderzocht?”

Bron » VRT Nieuws

Bende van Nijvel-onderzoek toch niet afgelopen: spoor naar schriftje van twee broers moet onderzocht worden

Het federaal parket moet het onderzoek naar de Bende van Nijvel voortzetten. Een spoor naar een nummerplaat zou nooit grondig zijn onderzocht.

Het federaal parket riep op 28 juni vorig jaar alle nabestaanden van de 28 slachtoffers van de Bende van Nijvel samen om te zeggen dat ze het onderzoek zouden afsluiten. De grootste misdaad in de Belgische naoorlogse geschiedenis zou nooit opgehelderd worden. “Er was niets meer te onderzoeken”, klonk het.

Het voornemen van het parket leidde tot grote ontgoocheling bij de nabestaanden en de onderzoeksrechter kreeg zware kritiek. “Belangrijke sporen zijn niet onderzocht”, vond een aantal nabestaanden. De voorbije weken kregen de partijen die dat wensten de kans om bijkomende onderzoeksdaden te vragen. Een van de partijen die dat deed, was advocaat Kristiaan Vandenbussche. Hij verdedigt de kinderen van Georges De Smet. Die man werd door de overvallers op de parking van supermarkt Delhaize in Aalst gegijzeld en kreeg daarna een kogel in het hoofd.

De kamer van inbeschuldigingstelling (KI) in Bergen vindt nu dat het spoor dat door Vandenbussche werd aangedragen, nader onderzocht moet worden. Het federaal parket had op de zitting de KI ervan proberen te overtuigen dat het spoor wel degelijk was onderzocht, maar ongeloofwaardig was. Maar de KI oordeelt dat het spoor toch grondiger onderzocht moet worden.

Schriftje van twee broers

De overval in Aalst in november 1985 was met acht doden de bloedigste en ook de laatste van de Bende. Het niet onderzochte spoor waarvan sprake leidt naar twee broers uit Opwijk, een gemeente op 10 kilometer van Aalst, die twee uur voor de overval van 9 november 1985 een donkerkleurige Golf en een lichtkleurige Mercedes zagen passeren in de straat waar ze woonden. Dergelijke auto’s zijn later genoemd door getuigen als zijnde de wagens waarmee de overval gepleegd is.

De jongens, die toen negen en zeven jaar waren, hadden een hobby waarbij zij alle passerende auto’s in een schriftje noteerden met daarbij telkens ook de nummerplaat. Na de overval vertelden de jongens aan hun vader dat ze mogelijk de Golf van de overval gezien hadden, omdat die met hoge snelheid was gepasseerd, samen met de Mercedes. “Aan boord zaten ongure types”, vertelden de twee nog aan hun vader, die de dag nadien met het schriftje naar de politie stapte en alles vertelde.

Verplicht extra onderzoek

“Met dat spoor is eigenlijk niks gebeurd”, zegt advocaat Vandenbussche. “De Bergense KI ziet dat ook zo en tikt het federaal parket op de vingers. De jongens, die nog leven, zullen ondervraagd worden. De Golf stond ingeschreven als bedrijfsauto van een Brusselse handelszaak. Ook die mensen die daar toen werkten, zullen nu speurders over de vloer krijgen.”

Vandenbussche hoopt “dat het parket dit spoor eindelijk ter harte neemt. Op die veelbesproken informatievergadering zag ik dat de fut eruit was, zowel bij de procureur als bij de onderzoeksrechter. Ik hoop dat ze dit spoor echt met goede moed en hoop op een doorbraak gaan onderzoeken. Als ze geloven in de zaak, kan er veel. De zaak-Dutroux is opgelost toen iemand een halve nummerplaat van zijn bestelwagen noteerde. Hier hebben ze een volledige nummerplaat.”

Zelfs als dit nieuwe spoor niet tot een doorbraak leidt, geeft Vandenbussche de moed niet op. “We hebben nog troeven achter de hand, maar daarover kan ik nog niets kwijt.” Ook enkele andere partijen in de zaak zullen de KI de volgende weken vragen om verder onderzoek te doen naar wat volgens hen ernstige sporen zijn.

Het federaal parket reageert bij monde van de woordvoerster op het nieuws: “Wij respecteren de beslissing van de KI . De onderzoeksrechter zit nog steeds op de zaak, dus het onderzoek kan hervat worden. Ook de federaal procureur hoopt dat deze zaak ooit opgelost raakt.”

Bron » De Standaard

Eerste film over zaak-Dutroux mengt feit en fictie: “Koren op de molen van complottheorieën”

Regisseur Fabrice du Welz heeft zich als eerste gewaagd aan een verfilming van de zaak-Marc Dutroux – al lopen feit en fictie in ‘Maldoror’ sterk door mekaar. “Het is onze collectieve plicht om dit verhaal niet te vergeten”, vindt hij. Justitiejournalist Caroline Van den Berghe hekelt de vele onwaarheden in de film. “In tijden waarin veel complottheorieën de ronde doen, gooit dit koren op de molen.”

‘Maldoror’ brengt het verhaal van Paul Chartier, een 20-jarige rijkswachter die is opgegroeid in de criminaliteit en – in alle naïviteit – hoopt gerechtigheid te vinden in het rechtssysteem. Hij neemt deel aan ‘Operatie Maldoror’, een geheime missie om Marcel Dedieu te klissen, notoir seksdelinquent en hoofdverdachte in de ontvoering van 2 jonge meisjes.

Chartier botst echter al snel op de muren van een doorrot en corrupt justitieapparaat en raakt steeds meer persoonlijk geobsedeerd door de zaak.

Fabrice du Welz, vandaag 52, was niet veel ouder dan het hoofdpersonage uit zijn film toen Marc Dutroux in 1996 werd gearresteerd. Hij herinnert zich die periode als de dag van gisteren, vertelt hij in een interview met RTBF. Bijna 30 jaar na datum was voor hem de tijd rijp om cinematisch met enkele van de zwartste pagina’s uit de geschiedenis van België aan de slag te gaan.


Waarover ging de zaak-Dutroux?

Op 13 augustus 1996 werd België opgeschrikt door de arrestatie van Marc Dutroux, een klusjesman uit Marcinelle bij Charleroi. Hij werd verantwoordelijk gesteld voor het ontvoeren, gijzelen en misbruiken van 6 jonge meisjes. Julie Lejeune (8), Mélissa Russo (8), An Marchal (17), en Eefje Lambrecks (19) werden vermoord, Sabine Dardenne (12) en Laetitia Delhez (14) konden worden bevrijd.

Dutroux werd in 1989 al veroordeeld voor ontvoering en verkrachting. Hij zat daarvoor 3 jaar in de cel. Dat hij nadien in staat was om alsnog zulke gruwelijke misdaden te plegen, leidde tot woede en onbegrip bij de bevolking. Tijdens de Witte Mars, op 20 oktober 1996 in Brussel, kwamen 300.000 mensen op straat om verandering te eisen in de manier waarop politie en justitie in ons land functioneerden.

In 2004 werd Dutroux veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. De zaak had verregaande gevolgen voor het Belgische rechtsstelsel en leidde tot grondige hervormingen in de politie en het gerecht.


Volgens de Brusselse regisseur, voornamelijk bekend van horrorfilm ‘Calvaire’, is het een “noodzakelijk kwaad” dat we met z’n allen terugkijken op de zaak-Dutroux. “Ik wil verdelen noch provoceren”, benadrukt hij. “Het is waar dat hiermee wonden opengereten kunnen worden, maar dat is broodnodig: om als samenleving te functioneren, moet je in staat zijn om jezelf onder ogen te komen. Je moet de trauma’s kunnen benoemen, zodat je ook kan helen.”

Bovendien, zegt Du Welz, is het onze collectieve plicht om dit verhaal niet te vergeten. “Mijn dochter leert niets over deze tijd op school. Ze weet niks over de oorlog die vroeger tussen de politiediensten heerste.” Dat is eveneens thematiek die hij aan de kaak stelt in ‘Maldoror’: de constitutionele afgrond waarop België na de zaak-Dutroux heeft gestaan.

Ook wil hij de bevolking van Charleroi, Henegouwen en Luik – “vaak een zeer kwetsbare bevolking” – met zijn film een hart onder de riem steken. “Zij hebben meer te verduren gehad dan nodig. Deze mensen zijn bespot, gestigmatiseerd en met de vinger gewezen.”

2 centrale thema’s

Aan motivatie geen gebrek om ‘Maldoror’ in te blikken. Du Welz koos er daarbij bewust voor feiten en fictie te vermengen. “Waarom zou dat niet mogen? Kijk naar de geschiedenis van dramaturgie: we halen altijd inspiratie uit maatschappelijke gebeurtenissen om fictie te creëren. Het was nooit mijn doel om dicht bij de werkelijkheid te staan – in dat geval had ik wel een documentaire ingeblikt. Ik heb een fictie gemaakt omdat ik een man van fictie ben en omdat ik geloof dat cinema kan genezen.”

Zijn film draait om 2 centrale thema’s: het thema van gerechtigheid en het thema van het kwaad. “Wat kan een eerlijk mens doen in een samenleving waar gerechtigheid wankelt? En wat is hier het kwaad? Is het enkel Dutroux die in de kelder verschrikkelijke dingen deed? Of is het ook de oorlog tussen de politiediensten, het achterhouden van informatie en de wijdverbreide corruptie?”

Du Welz steekt niet onder stoelen of banken dat hij weinig gelooft van de officiële, gerechtelijke versie van de feiten, die stelt dat Marc Dutroux een seriemoordenaar was die in zijn eentje handelde. Hij gelooft in het bestaan van een groter pedofiel netwerk waarin Dutroux een pion was.

“Had ik een film moeten maken over de officiële theorie, dan zou het een zeer slechte film zijn geweest. Ik respecteer de gerechtelijke beslissing, maar dit is mijn overtuiging – en met mij die van velen. Volgens mij zouden heel wat mensen willen dat dit dossier heropend werd.”

“Feiten zijn wat ze zijn”

Justitiejournalist Caroline Van den Berghe heeft naar ‘Maldoror’ gekeken. Zij heeft destijds het dossier van begin tot eind voor VRT NWS gevolgd. “Alles komt naar boven”, vertelt ze in De Afspraak op VRT Canvas. “Hoofdpersonage Paul Chartier was in het echte leven René Michaux, rijkswachter in Charleroi. Hij nam deel aan Operatie Othello, zoals de geheime missie in de jaren 90 echt heette. Hij heeft zich inderdaad verbeten ingezet om Julie en Mélissa te vinden, maar om hem nu als superflik te bestempelen, zoals bij Paul Chartier wordt gedaan… Dat was niet het geval.”

Dat fictie en feiten in ‘Maldoror’ door elkaar lopen, stoort Van den Berghe mateloos. “Het verhaal begint realistisch, maar ontspoort al snel wanneer de complottheorieën over hooggeplaatsten in pedofilienetwerken de kop opsteken. Je ziet bijvoorbeeld hoe cassettes in beslag worden genomen. Daarop zouden beelden van een rijkswachtkolonel staan. In werkelijkheid was er echter alleen Marc Dutroux op te zien die Slovaakse meisjes verkrachtte.”

“We kennen de feiten, ze zijn onderzocht”, betoogt Van den Berghe. “Het proces heeft maanden geduurd. Er is een onderzoek bis gebeurd naar mogelijke netwerken. De feiten zijn echter wat ze zijn. Ze zijn heel erg, maar de waarheid is dat er 1 man was, een serieverkrachter en seriemoordenaar, die deze feiten met een aantal handlangers heeft gepleegd. Het onderzoek heeft niet aangetoond dat er daarboven nog netwerken waren.”

“Persoonlijk vind ik het niet nodig dat je hierover fictie maakt. Zeker in tijden waarin veel complottheorieën de ronde doen, gooit dit koren op de molen.” In plaats daarvan pleit Van den Berghe ervoor om meer in te zetten op de vele documentaires die de voorbije jaren zijn gemaakt. “Die gaan over de feiten. Het is belangrijk dat mensen weten wat er precies is gebeurd.”

Jean-Denis Lejeune reageert

Jean-Denis Lejeune, vader van de vermoorde Julie, reageert bij RTBF op de film. “We hebben al veel zaken geprobeerd om de ogen van de politieke verantwoordelijken te openen. Als deze film erin zou slagen om een bepaald bewustzijn terug op te wekken waardoor er nog verbeteringen aan ons rechtssysteem zouden komen, zou dat een hele goede zaak zijn”, is hij van mening.

“Wie ben ik om dat tegen te spreken”, aldus Van den Berghe. “Wat Jean-Denis Lejeune zegt, is waar: na Dutroux is er veel veranderd. Maar dat betekent niet dat er vandaag geen fouten meer worden gemaakt. Denk aan moord van Julie van Espen, of aan de Tunesiër die in Brussel de Zweedse voetbalsupporters heeft vermoord. Dat waren ook dossiers die in een kast bleven liggen.”

“Het blijft mensenwerk”, gaat ze voort. “Natuurlijk moeten mensen hun uiterste best doen bij Justitie en politie zodat zulke fouten niet meer gebeuren. Er moeten voldoende mogelijkheden, mensen en middelen zijn om goed te kunnen werken. Wat dat betreft, vind ik de boodschap van Lejeune waardevol.”

Bron » VRT Nieuws