De enige praalwagen op Aalst Carnaval die er niét is om te lachen: “Eerste keer van Bende van Nijvel, met goedkeuring van slachtoffers”

De praalwagen van de Bende van Nijvel, het is de enige in Aalst waarbij de carnavalisten benadrukken dat ze “zeker niet willen schofferen”. Er werd zelfs goedkeuring gevraagd van slachtoffers van de Bende. “Zonder hun toestemming waren we niet uitgereden.”

In Aalst, het Vlaamse mekka van de satire en spot, ontspringt niets of niemand de dans. Conner Rousseau die uit de kast komt, Guy D’haeseleer met een koffer vol volmachten, Tom Waes die in een gocart tegen een praalwagen inbeukt, Bart De Pauw die als Jezus herrijst en Donald Trump die zijn oranje huid als vleeswaar verkoopt (“Make americain-preparé great again”): het getuigt niet altijd van een aan een genialiteit grenzende creativiteit, maar onder het credo “we lachen met alles en iedereen” is een carnavalist veel vergeven. Tenzij die met de Bende van Nijvel spot.

De dodelijke raid op de Delhaize van 1985 ligt in Aalst zo gevoelig dat daar zelfs tijdens carnaval niet mee gelachen wordt. Dat werd door de huidige burgemeester bevestigd toen er vijf jaar geleden controverse uitbrak rond Joodse karikaturen. De Joodse gemeenschap verweet de Ajuinen dat ze nooit met gevoeligheden van een ander, maar enkel met die van zichzelf rekening houden.

Dat er in Aalst niet met de Bende van Nijvel gelachen wordt, verantwoordde huidig burgemeester Christoph D’Haese (N-VA) toen als een bijna vanzelfsprekende vorm van “autocensuur”. “Natuurlijk leg ik geen verbod op, maar ik reken nog altijd op die autocensuur”, zegt D’Haese daarover vandaag, “omdat de wonden in Aalst van de Bende van Nijvel nog niet geheeld zijn.”

Gesprek met slachtoffer

Precies die zelfopgelegde censuur werd afgelopen weekend doorbroken, toen een gerenommeerde groep uitreed met een Bende van Nijvel-praalwagen. “Het is de eerste keer dat dit thema in Aalst Carnaval aan bod komt”, zegt Peter Verschueren, voorzitter van de “vaste” carnavalsgroep ‘De Loge’.

Net als zondag reed Peter maandag met zijn gerenommeerde carnavalsvereniging uit in Aalst. Met een praalwagen van de Bende van Nijvel.“We werken samen met de losse groep ‘Eftepië’, zegt Peter. “Zij zijn verkleed als blinde rijkswachters die met blindegeleidestok de daders niet vinden, terwijl wij met een grote pot de ‘doofpot van justitie’ uitbeelden, net als de ‘Roze Balletten’ (de seksfeestjes van notabelen waarvan sommigen een relatie met de aanslagen van de Bende van Nijvel vermoeden, red.).”

Burgemeester D’Haese noemt de keuze voor het gevoelige thema niet de meest “fijnzinnige”, maar onder de titel ‘De Bende verjoort’ willen de carnavalisten uitsluitend het onderzoek naar de Bende als “doofpotoperatie” aan de kaak stellen. “We willen justitie op de korrel nemen, die na 40 jaar onderzoek naar de daders niet met antwoorden wíllen komen. De slachtoffers schofferen of de Bende ridiculiseren willen we zeker niet doen, integendeel.”

Om er zeker van te zijn dat ze met hun praalwagen niet tegen de kar van nabestaanden rijden, gingen de carnavalisten vooraf in gesprek met David Van de Steen. Hij werd als kind neergeschoten in de Delhaize in Aalst en was de enige overlevende van zijn gezin. “Toen de carnavalisten me uitnodigden voor een gesprek wist ik niet wat te denken”, zegt David. “Nadat ik hoorde wat ze van plan waren, was ik fan van hun idee. Het is heel duidelijk dat ze lachen met het onderzoek, dat een hele klucht is waarmee wij als slachtoffers al 40 jaar getreiterd worden: hoe kan ik hier tegen zijn?”

Applaus van Vermassen

David was er afgelopen zondag zelfs bij, en ging met de carnavalisten op de foto. In het midden van de groep “blinde rijkswachters” stond een breed glimlachende David. Allen met de middenvinger omhoog (letterlijk op de foto, spreekwoordelijk naar justitie). “We zijn 40 jaar later, niemand spreekt nog over het onderzoek”, zegt David. “Dan ben ik blij dat de carnavalisten onze noodkreet aandacht geven.” Ook advocaat van de nabestaanden Jef Vermassen stond zondag in Aalst te applaudisseren voor de Bende van Nijvel-praalwagen. “De wagen beeldt de strijdvaardigheid van de Aalsterse bevolking uit die zich niet wil neerleggen bij het einde van het onderzoek.”

Wie op de korrel genomen wordt tijdens carnaval en daar zelf niet mee kan lachen, wordt in Aalst lange tenen verweten. Maar bij de gruwel van de Bende van Nijvel ligt dat anders. “De slachtoffers waren voor ons de sleutel. Zonder hun goedkeuring waren we nooit uitgereden”, zegt Kurt Coene van ‘Eftepië’, de carnavalsgroep die het idee mee uitwerkte. Hij noemt de praalwagen een “hart onder de riem” voor de slachtoffers. “Om die boodschap duidelijk te maken, hebben we doelbewust gewacht op de verjaringstermijn van 40 jaar, want we spelen al enkele jaren met dit idee”. “En dit jaar valt het samen met ons 25-jarig bestaan”, zegt Peter. Met de “geheime seksfeestjes” van weleer nodigt zijn carnavalsgroep de Aalstenaren zo uit op hun 25ste verjaardag.

Als “hart onder de riem” voor de slachtoffers wordt de traditie in Aalst meer dan ooit gerespecteerd: op carnaval moet je met alles en iedereen kunnen lachen, behalve met de Bende van Nijvel.

Bron » Gazet van Antwerpen

Anja Vanrobaeys (Vooruit) vraagt oprichting Taskforce voor onderzoek naar de Bende van Nijvel

Federaal Vooruit parlementslid Anja Vanrobaeys vroeg in de commissie Justitie vandaag de oprichting van een taskforce voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel. 40 jaar na de overvallen van de Bende van Nijvel en nadat het onderzoek werd afgesloten door het federaal parket, verkreeg één van de slachtoffers bijkomend onderzoek. “Choquerend”, stelt federaal parlementslid Anja Vanrobaeys.

“Opnieuw is het, dankzij de enorme veerkracht van één van de slachtoffers, dat dit nu eindelijk wordt onderzocht. De waarheid achterhalen in dit dossier is essentieel, met alle mogelijke middelen. Een taskforce van historici en criminologen kan daarbij helpen”, aldus Vanrobaeys. Minister Verlinden liet weten dat ze de oprichting van een taskforce bekijkt.

28 doden

De Bende van Nijvel maakte 28 dodelijke slachtoffers, bij verschillende overvallen, inbraken en moorden. Ze sloegen verschillende keren toe in de periode 1982-1983. Hun zwaarste overval was die in de Delhaize in Aalst. Bijna 40 jaar na de bloedige overvallen van de Bende van Nijvel blijven slachtoffers en nabestaanden strijden om de waarheid te achterhalen. Het federaal parket liet vorig jaar weten dat het onderzoek na 40 jaar zou worden stopgezet. De minister bevestigde toen dat het parket al het mogelijke had gedaan.

Toch verkreeg één van de slachtoffers bijkomend onderzoek naar een auto die mogelijk van één van de daders is. Een verdachte nummerplaat, genoteerd door twee broers vlak voor de aanslag in Aalst, werd immers nooit nagetrokken. Ze werd vlak na de aanslag doorgegeven, maar de getuigen werden nooit ondervraagd. Eén van de nummerplaten werd wel getraceerd en bleek op naam te staan van een firma, maar de speurders hebben de firma nooit gecontacteerd of uitgezocht wie er toen mogelijk met de auto reed.

Schandvlek

“Choquerend”, stelt federaal parlementslid Anja Vanrobaeys. “Dit dossier is de grootste schandvlek in de geschiedenis van justitie. Opnieuw is het, dankzij de enorme veerkracht van één van de slachtoffers, dat dit nu eindelijk wordt onderzocht. Dat kan niet. De slachtoffers moeten dit leed hun hele leven meedragen. En zij zullen geen rust vinden zolang de waarheid niet gekend is, maar dit tast ook opnieuw het geloof in justitie aan. Hoe is dit mogelijk en welke gevolgen heeft dit voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel?” vroeg Vanrobaeys aan minister Verlinden.

Volgens Minister Verlinden werden de nummerplaten onderzocht, maar oordeelde de Kamer van Inbeschuldigingstelling dat bijkomende onderzoekshandelingen gesteld moeten worden. Dat onderzoek wordt eerstdaags afgerond. De slachtoffers dienden daarnaast nog een bijkomende onderzoeksvraag in. Daarover zal eind maart worden beslist.

Historici

“De waarheid achterhalen in dit dossier is essentieel, met alle mogelijke middelen”, stelt Vanrobaeys, die in de Commissie Justitie de oprichting van een taskforce vroeg voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel. “De aanslag in Aalst is een litteken op onze ziel. Slachtoffers hebben recht op de waarheid. Een taskforce kan helpen om die waarheid eindelijk aan het licht te brengen, met de hulp van historici en criminologen, die toegang krijgen tot het volledige dossier.” Minister Verlinden liet weten dat ze de oprichting van een taskforce bekijkt

Bron » Het Laatste Nieuws

Drie moordzaken mogelijk opgehelderd na uitwisseling met Italiaanse DNA-databanken

De Belgische justitie wisselt sinds vorige week de DNA-gegevens in openstaande misdaadonderzoeken uit met het Italiaanse gerecht. Dat leverde meteen 378 matches op. “In drie moordzaken kunnen we nu een naam kleven op het dossier.”

Honderden misdaden in ons land raken maar niet opgelost, hoewel de speurders het DNA van een mogelijke dader hebben gevonden op de plek van de misdaad. Maar ze vinden geen match met het DNA van een verdachte, en er duikt ook geen match op bij de vergelijking met de DNA-databanken van justitie. Een mogelijke verklaring is dat de dader na de misdaad België heeft verlaten.

Daarom wisselt België sinds 2014 DNA-gegevens uit met intussen 27 andere landen, in de hoop dat daar wel een match opduikt. Tientallen misdaden konden zo al worden opgelost.

Sinds 12 februari wisselt ons land die DNA-gegevens ook uit met Italië. “Dat land stond al lang op ons lijstje, omdat er een vermoeden was dat er connecties konden zijn tussen de dossiers van beide landen”, zegt Bieke Van Hooydonck, DNA-experte bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC).

Italië lag achter met het tegemoetkomen aan de Europese regelgeving. Nu dat in orde is, was België een van de eerste landen om een uitwisseling te regelen. “Die uitwisseling kwam er op onze vraag”, zegt Van Hooydonck.

Drie databanken

België heeft drie DNA-databanken, met daarin 41.000 sporenprofielen. Er is de databank met onbekende daders: daarin zitten DNA-sporen die zijn aangetroffen op de plek van onopgehelderde misdaden. Dat kan om geweldsdelicten gaan, maar ook om zedenzaken, inbraken of diefstallen.

Daarnaast heeft België een databank met alle DNA van veroordeelde misdadigers, en nog een databank met het erfelijke materiaal van vermiste personen. In Italië bestaan alleen de eerste twee databanken.

De vergelijking tussen die databanken leverde meteen 378 matches op. “In 247 gevallen is er een link tussen een niet-geïdentificeerd sporenprofiel dat in België op de plek van een misdaad werd gevonden, en een persoon die gekend is bij de Italiaanse autoriteiten”, zegt Van Hooydonck. Het zou dus kunnen zijn dat de dader van die misdaden is gevonden. “In drie moorddossiers kunnen we nu een naam kleven op het dossier.”

Zedenfeiten en drugs

In 131 gevallen gaat het om een match tussen een sporenprofiel dat in België is gevonden, en een sporenprofiel dat in Italië bij een onopgeloste misdaad is gevonden. Ook dat kan relevant zijn: als speurders een verband zien tussen de beide zaken, kan dat een spoor naar de dader opleveren.

De resultaten worden de komende dagen doorgegeven aan de betrokken parketten in ons land. Vervolgens moeten de magistraten beslissen of de mogelijke link verder onderzocht wordt, wat eventueel tot vervolging kan leiden. In welke drie moordzaken er een mogelijke hoofdverdachte is opgedoken, is nog niet bekend.

Naast de drie moordzaken gaat het om vijf dossiers van het federaal parket, vijf zedenfeiten, en heel wat matches uit drugsdossiers, bendevorming en diefstallen. “Het grootste aantal overeenkomsten werd gevonden in ­Antwerpen, en daarna in Dendermonde, Gent en Brussel”, zegt Van Hooydonck. “Voor de slachtoffers binnen deze gerechtelijke dossiers betekent dat dat er mogelijk een nieuwe stap gezet kan worden om hun zaak op te lossen.”

Bron » De Standaard

Van visser tot huurmoordenaar: Belgisch gerecht zet recordaantal undercoveroperaties op in onderzoeken

De Belgische justitie heeft vorig jaar 65 undercoveroperaties op poten gezet om te infiltreren in het criminele milieu. Maar waarom wordt er nu meer beroep gedaan op undercoveragenten, en wat doen ze precies?

Vorig jaar zijn er in 65 onderzoeken politieagenten undercover gegaan. Dat blijkt uit cijfers van het federaal parket. Het aantal undercoveroperaties ligt hoger dan in de voorbije jaren, al is er voorlopig geen sluitende verklaring voor.

Volgens verschillende bronnen kan het hoger cijfer liggen door de grotere vraag van speurders vanuit het buitenland: ook voor hen is het soms nodig om Belgische undercovers in te zetten in internationale dossiers die zich in ons land afspelen.

Ook horen we van bronnen dat het kan liggen aan de “goede resultaten van het undercoverteam”, waardoor de vraag hoger ligt. In grote bendedossiers volstaan observaties of het installeren van telefoontaps niet om in de hoogste kringen te infiltreren.

Het inzetten van undercoveragenten is strikt gereglementeerd en kan alleen voor zware misdrijven. Het is een ‘last resort’, als alle andere onderzoeksmethoden al zijn toegepast. Alle aanvragen worden bekeken door speciale commissies binnen het federaal parket en daar ook nauwgezet opgevolgd.

Hoe de toekenning en opvolging precies gebeurt, kan het parket niet kwijt omdat het over heel vertrouwelijke procedures gaat.

Een van de eerste langdurige infiltraties was operatie-Balatum, in 1993 en 1994. Een undercoveragent infiltreerde in de visserswereld in Zeebrugge. Vissers werden verdacht van het importeren van hasj vanuit Spanje en Marokko. Het resulteerde in een betrapping op heterdaad en de veroordeling van een twintigtal mensen.

In de jaren 2000 infiltreerden speurders jarenlang in het netwerk rond Janus van Wesenbeeck, toen de grootste drugsbaron van de Benelux genoemd. Van Wesenbeeck stond model voor Ferry Bouman, het personage in de serie ‘Undercover’, waar Tom Waes een undercoveragent speelt.

Maar er zijn ook kortere infiltraties. Nog in de jaren 2000 wilde een man vanuit de gevangenis een huurmoord bestellen op zijn vrouw. Hij kwam telefonisch in contact met een huurmoordenaar waarbij hij de moord bestelde. Alleen: het was geen echte huurmoordenaar, maar een undercoveragent.

In het onderzoek naar een geradicaliseerde jongeman die een aanslag wilde plegen, deed een agent zich voor als een wapenhandelaar bij wie de man wapens kon kopen. Ook dat was eerder een kortere undercoveroperatie. De zaak rond de geradicaliseerde jongeman wordt vandaag behandeld in Brussel.

Doorgaans blijven de operaties van undercoveragenten geheim, ook nadien. Zelfs in de strafonderzoeken (die al geheim zijn) worden niet alle details opgenomen, om de veiligheid en anonimiteit van de undercoveragenten volledig te waarborgen.

Bron » VRT Nieuws

“Wij zijn hem zelf gaan zoeken in het mortuarium”: het horrorverhaal van familie die het onderzoek naar Bende van Nijvel openbreekt

Hallucinant is de lijdensweg van de kinderen van Georges De Smet, die door de Bende van Nijvel op 9 november 1985 werd vermoord aan de Delhaize van Aalst. Pas 34 jaar later hoorden ze voor het eerst officieel iets van Justitie. Dochter Carine De Smet (65) en meester Kristiaan Vandenbussche (49) vertellen waarom het belangrijk is dat het onderzoek nog niet wordt afgesloten.

Afgelopen zomer draagt federaal procureur Ann Fransen het Bende-onderzoek na veertig jaar ten grave. Na jaren intensief speurwerk en volgehouden inzet, zijn alle pistes uitgeput. Voor de zowat tachtig nabestaanden voelt die boodschap aan als een “fuck you”. Onder hen de nabestaanden van Georges De Smet die amper 62 was toen hij werd afgemaakt op de parking van de Aalsterse Delhaize. Zijn dood werd nooit officieel gemeld aan zijn acht kinderen.

“Wij hebben hem zelf moeten zoeken in het mortuarium”, vertelt dochter Carine (65). “Mijn broer Dirk had op de radio gehoord over een overval op de Delhaize. Vader ging daar elke zaterdagavond net voor sluitingstijd winkelen, en bleef onvindbaar. De rijkswacht stuurde ons door naar het ziekenhuis. Rond vier uur ’s nachts arriveerde Carine in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis van Aalst. In het mortuarium ligt een zestiger, hoorde ze daar. Ik mocht hem identificeren. Dat beeld ben ik nooit meer kwijtgeraakt. Ik droom er nog van. Vaders gezicht was ongeschonden. Maar achter zijn oren en in zijn nek zag hij blauw, zijn buik stond dik door vochtophoping. Zijn ogen waren dicht, maar hij had een verbaasde blik alsof hij zich afvroeg wat er gebeurde.”

Baret met kogelgat

‘Heeft hij afgezien?’ vroeg Carine zich af. In het ziekenhuis zag ze een dokter die ze kende. “Uw vader is binnengebracht met acht kogelwonden in zijn rug. Hij was op slag dood”, klonk het nadat hij het medisch dossier had ingekeken. “Enkele weken na zijn begrafenis kwamen er twee BOB’ers (Bewakings- en opsporingsbrigade, onderdeel van de rijkswacht, red.) langs. Ze toonden een baret waar een kogelgat in zat. Of ik die herkende? Natuurlijk, die was van vader en niet van de daders. In zijn huis haalde ik een identieke muts uit de kast. Die hebben ze meegenomen. ‘Waarom?’, wou ik weten. De speurders reageerden bits: ‘Wij stellen hier de vragen. Het was het enige contact dat Carine ooit had met rijkswacht. Slachtofferhulp bestond nog niet. Onze broer Guido die nog thuis woonde, en na de dood van vader voor zichzelf moest zorgen, heeft het nooit kunnen verwerken. Hij is uit het leven gestapt. Onze hele familie viel uiteen.”

Carine begint te huilen. “Ik sleepte me voort voor mijn kinderen. ‘Mens toch, zet u erover’, heb ik zo vaak moeten horen. Het heeft mijn huwelijk gekost. Ook op het werk ben ik gecrasht.” Pas twintig jaar na de dood van haar vader zocht Carine contact met andere nabestaanden. “Ik las in de krant over een herdenking in Aalst, ze hadden ons niet uitgenodigd. Ik liet het stadsbestuur weten dat ik er de volgende keer ook bij wou zijn. Zo leerde ik lotgenoten kennen. Zij vertelden me dat ik me burgerlijke partij kon stellen. Dat deed ik in 2019 na een infosessie. Voor mij was dat mijn eerste officiële contact met justitie, bijna 35 jaar na de feiten.”

Miljoen pagina’s

De familie kwam via-via bij Kristiaan Vandenbussche terecht. Als geen ander bijt de advocaat zich vast in het dossier. Minstens een miljoen pagina’s, hoofdzakelijk in het Frans. “Ik heb het op mijn computer, telkens ik ergens moet wachten lees ik er in.” Zo ontdekte de advocaat in 2021 een getuigenverklaring die een nieuw licht wierp op hoe Georges De Smet stierf. Deze ooggetuigen hadden pas geparkeerd bij de Delhaize, toen ze zagen hoe een man bij de schouder werd gegrepen toen hij een winkelkar wilde nemen. Een grote man zette een riotgun tegen zijn rug en duwde hem richting ingang. De getuigen zien de man tegenstribbelen, waarop hij in de nek en de rug is geschoten. De beschrijving stemt overeen met de verwondingen van Georges De Smet. Zijn familie is nooit ingelicht over de ware toedracht van zijn dood. Ze wisten niet dat hun papa door de Reus van de Bende is gegijzeld. Al die jaren dachten ze dat vader was gedood toen hij de winkel verliet met zijn boodschappen, amper beseffend wat hem overkwam.

Twee jaar geleden ontdekte Vandenbussche een spoor dat niet afdoende is onderzocht. “Ik was aan het scrollen in het dossier toen ik een foto van een papier uit een schriftje zag. Het stond vol nummerplaten en automerken. Die dateerde van 1985, er was een pv aan gekoppeld. De zoontjes van een man uit Opwijk noteerden alle auto’s die in hun straat passeerden. De zaterdag van de overval hadden zij om 17 uur een lichtgrijze Mercedes en een donkergrijze Golf zien voorbijrijden. De Mercedes reed zo snel, dat ze twee letters misten. Maar van de Golf hadden ze de volledige nummerplaat. ‘In die Golf zaten vier zwart geklede, ruige mannen,’ hadden de broertjes gezien. Omdat nog meer getuigen die auto’s hadden gezien, stapte de vader naar de rijkswacht.”

Verontrustende hiaten

Volgens het dossier is de nummerplaat opgezocht: die leidde naar een drankenhandel in Brussel, de firma F.

“Maar daar stopte het. Die firma heeft nochtans verdachte linken met het dossier. Zo leverde ze wekelijks drank aan L’Auberge du Chevalier in Beersel, waar de nachtwaker eind 1982 door een moordcommando is gefolterd en omgebracht. Het kan toeval zijn, maar het restaurant dook ook op in een zaak van valse facturen. Een verdachte in dat onderzoek werd gelinkt aan twee feiten die aan de Bende van Nijvel worden toegeschreven. Toch heeft men nooit gevraagd aan de firma wie hun Golf bestuurd kan hebben. Ik hoop dat de leidinggevenden van toen nu nog ondervraagd kunnen worden, net als de twee broers die de auto’s in hun straat noteerden.”

Dat hij zulke hiaten in het onderzoek kon ontdekken, vindt meester Vandenbussche verontrustend. “Ik doe dit naast mijn werk. Minstens dertig gespecialiseerde mensen hebben jarenlang elke dag op het dossier gewerkt. Dat Justitie er alles aan deed om het grootste dossier uit de Belgische misdaadgeschiedenis op te lossen, geloof ik niet meer.”

Bron » Het Laatste Nieuws | Ingrid De Vos