Gilles brengt robotfoto’s tot leven met AI: “Bij toeval een cold case helpen oplossen zou fantastisch zijn”

Gilles Vermeulen brengt robotfoto’s van criminelen en onbekende slachtoffers tot leven met artificiële intelligentie. “Bij toeval een cold case helpen oplossen zou fantastisch zijn.”

Het ene moment zie je nog robotfoto 19 van de Reus van de Bende van Nijvel, daarna gaat die compositietekening over in een foto van een mens van vlees en bloed. Alleen is dit geen echte foto én niet eens een mens van vlees en bloed. Het is wel een fotorealistische interpretatie van de robotfoto van de Reus gemaakt door artificiële intelligentie (AI) en de menselijke hand van creative developer Gilles Vermeulen (37) aan de knoppen. Sinds enkele weken post de Hasselaar onder de naam AI Witness Report regelmatig zulke beelden op sociale media.

“Ik wil vooral kijken hoe ver de technologie van AI reikt omdat ik erdoor gepassioneerd ben. Ik wil ook mijn volgers entertainen. Daarom vormde ik in het begin alleen opvallende robotfoto’s om naar realistische beelden. Gewoon om te zien of het resultaat wel op een echte man of vrouw zou lijken als de schets van de politietekenaar er heel vreemd uitziet.”

Intussen houdt Gilles het op zijn sociale media niet alleen maar bij grappige robotfoto’s. Hij neemt nu ook compositietekeningen van bekende cold cases onder handen. Zo maakte hij een fotorealistisch beeld van drie van de 22 nog ongeïdentificeerde, vermoorde vrouwen – van wie enkele in ons land – die vorige week nog via operation Identify Me werden opgespoord.

Niet dat hij zichzelf een speurder wil noemen of denkt dat hij het onderzoek in een stroomversnelling zal brengen. “De AI-afbeelding kan maar zo accuraat zijn als de robotfoto, en die zit er zelden boenk op. Ik denk dus niet dat mijn AI plots het gezicht van de dader zoals het in de realiteit is tevoorschijn zal toveren. Daarom vind ik mijn methode ook niet beter dan een gewone robotfoto. Al weet je nooit, het zou het fantastisch zijn mochten mijn beelden op een dag toch het speurwerk vooruithelpen.”

Instagram,Tiktok, Youtube: @ai.witness.report

Bron » Gazet van Antwerpen

Gevaarlijkste criminelen kunnen langer opgesloten blijven

Gevaarlijke veroordeelden kunnen langer opgesloten blijven. ‘Psychopaten komen soms te snel vrij zonder dat ze succesvol behandeld zijn’, zegt de minister van Justitie.

Soms zitten seksuele delinquenten hun straf gewoon volledig uit, zodat ze zich niet moeten ­schikken naar voorwaarden zoals therapeutische begeleiding. Het is een doorn in het oog van wie seksueel geweld bestrijdt. Ook al gaat het om uitzonderingen, het houdt een risico in. Eens hun ­opsluiting ten einde is, dreigen die seksuele delinquenten te hervallen. Steve Baekelmans, de moordenaar van Julie Van Espen, zat bijvoorbeeld jaren geleden een straf wegens zedenfeiten volledig uit. Ook ‘campusverkrachter’ Robbie G. herviel anderhalf jaar nadat hij was vrijgekomen.

Om die zwaarste delinquenten zo lang mogelijk op te volgen, komt er een extra beveiligingsmaatregel. Dat heeft de ministerraad vrijdag beslist. Zo’n maatregel houdt in dat de zeer gevaarlijke veroordeelden op het einde van hun straf en na een eventuele terbeschikkingstelling (tbs) toch langer opgesloten blijven. Die verdere detentie zal plaatsvinden in een gesloten psychiatrische ­inrichting zoals een Forensisch Psychiatrisch Centrum, waarvan er een in Gent en een in Antwerpen staat. De beveiligingsmaatregel maakt deel uit van een bredere hervorming van het Strafwetboek, die naar het parlement gaat.

Als voorbeeld van veroordeelden die in aanmerking komen voor de maatregel, geeft het kabinet-Justitie ‘moordenaars met psychopathische stoornissen of serieverkrachters voor wie op dit moment geen effectieve behandeling bestaat, maar ook niet onder de interneringscriteria vallen’. Een internering wordt toegepast bij personen die feiten hebben gepleegd, maar ook lijden aan een psychiatrische problematiek.

Daders met dat profiel kunnen na hun gevangenisstraf al ter beschikking worden gesteld van de strafuitvoeringsrechtbank. Die volgt de veroordeelde op, legt bijkomende voorwaarden op en kan iemand ook langer in de gevangenis houden. Maar zo’n terbeschikkingstelling is van bepaalde duur. ‘Voor sommige gevallen is een extra maatregel noodzakelijk’, luidt de motivatie. ‘Het komt voor dat er voor bepaalde veroordeelden nu nog geen effectieve behandeling bestaat, waardoor er bij een vrijlating een te grote kans bestaat op herval en nieuwe slachtoffers.’

Minstens vijf jaar cel

Een rechter kan de beveiligingsmaatregel opleggen bij het uitspreken van een nieuwe veroordeling. Er zijn ook voorwaarden aan verbonden. Het moet onder meer gaan om een gevangenisstraf van minstens vijf jaar en de veroordeelde moet ­lijden aan een ernstige psychiatrische aandoening waardoor men niet ontoerekeningsvatbaar is, want dat zou leiden tot een internering. De veroordeelde zal ook voor observatie worden opgenomen in een klinisch centrum.

Eens de straf en terbeschikkingstelling ten einde zijn, zal de veroordeelde worden opgevolgd door de Kamer voor de Bescherming van de Maatschappij. Die buigt zich nu al over de interneringsdossiers. Er is beroep mogelijk tegen een beslissing van die Kamer, en elk jaar moet die opnieuw beslissen over de beveiligingsmaatregel. ‘De betrokkene krijgt ook zicht of een behandeling in een minder beveiligde omgeving als het risico op recidive ernstig vermindert of er in de toekomst een behandeling mogelijk zou zijn’, zegt Justitie.

Bron » De Standaard

De negentien vingerafdrukken van de allerlaatste kans: hierin bijten speurders zich al 40 jaar vast in dossier-Bende van Nijvel

Negentien vingerafdrukken. Dat is de wetenschappelijke buit van de speurders die zich na veertig jaar nog steeds vastbijten in de Bende van Nijvel. Onze redactie kon de hand leggen op die lijst, en zo komen we voor het eerst te weten welke vingersporen precies waar zijn achtergelaten. Of: hoe een zakje chips misschien toch ooit nog voor een doorbraak kan zorgen.

De Bende van Nijvel ligt straks veertig jaar achter ons. In een reeks overvallen op warenhuizen en andere diefstallen met geweld, in de jaren 1982, 1983 en 1985, maakte de “groep” 28 doden en meer dan 40 gewonden. Het onderzoek naar de daders leverde al die tijd niets op. Waren het misnoegde rijkswachters? Kwamen de daders uit het extreemrechts milieu? Wilden ze een staatsgreep plegen? En wat met de befaamde “roze balletten”, waarvan getuigen geëlimineerd moesten worden? Alle pistes passeerden de voorbije vier decennia de revue, maar een doorbraak kwam er nooit. Tot grote teleurstelling van de nabestaanden.

In 2018 – na vele jaren van vruchteloos onderzoek en doodgelopen pistes – nam het federaal parket de zaak in de handen en besloot ze het over een andere, wetenschappelijke boeg te gooien. Het onderzoek van de allerlaatste kans, op basis van alle mogelijke gesofisticeerde technieken.

Het drie miljoen pagina’s tellende dossier? Daar vindt een kat haar jongen niet meer in. Zelfs als je per dag het ontzaglijke aantal van driehonderd pagina’s zou lezen, zou je tienduizend dagen of meer dan 27 jaar nodig hebben om het hele dossier gewoon te lezen. Onbegonnen werk.

Dus concentreerden parket en speurders zich op de wetenschappelijke sporen, DNA en vingerafdrukken op bestaande bewijsstukken. Kosten noch moeite werden hiervoor gespaard. Zesduizend (gewezen) gangsters en potentiële verdachten kregen de vraag om DNA en vingerafdrukken te leveren. Sommige overleden potentiële verdachten moesten zelfs opgegraven worden.

Van 6.000 naar honderdtal potentiële verdachten

In het dossier zaten eerst twee DNA-sporen van vermoedelijke Bendeleden, gevonden op een sigarettenpeuk en op de kraag van een kogelwerend vest. Maar in 2020 meldde het federaal parket dat er dankzij nieuwe technieken nog een tiental extra sporen gedetecteerd konden worden. Verder bleef het daar vaag over.

In het DNA-onderzoek zou er nog geen match zijn, zo horen we. Blijven over: de vingerafdrukken. Onze redactie kreeg de lijst in bezit van de negentien unieke vingerafdrukken die in het dossier zitten. Dat volledige overzicht werd nooit eerder gepubliceerd. De afdrukken zijn nagelaten op allerhande voorwerpen: in auto’s, op een vuilniszak, op een zakje chips, op een brandkast of op de deurknop waar de overvallers gepasseerd zijn.

De afdrukken werden vergeleken met een heel groot deel van de zesduizend profielen, en ook hier zou nog geen match tevoorschijn gekomen zijn. Het aantal potentiële verdachten qua vingerafdrukken is inmiddels geslonken van zesduizend naar een honderdtal potentiële verdachten. Voor zover we weten. Het federaal parket wil hierover geen bijkomende info kwijt, net omdat het onderzoek nog steeds volop loopt.

Slecht bewaard

Hoewel de kansen klein worden, blijft er hoop om de daders te klissen, klinkt het bij het federaal parket. Het dossier blijft ondanks de tegenslagen een absolute prioriteit, zeggen gerechtelijke bonnen.

Maar simpel is het niet. Een veertig jaar oude vingerafdruk checken is geen sinecure. Vooreerst is een vergelijking pas een juridisch bewijs als er op twaalf vaste punten op de afdruk een match is. Daarnaast valt het nog te zien hoe de vingerafdruk bewaard is gebleven. Een heikel punt in dit verhaal. Nu kan dat allemaal digitaal, maar in de jaren tachtig was dat gewoon een inktafdruk. Ook is niet elke vingerafdruk even goed achtergelaten door de potentiële daders.

De lijst die onze redactie in handen kreeg, maakt een onderscheid tussen “pertinente” en “minder pertinente” afdrukken. Daarnaast is een vingerafdruk nooit een op zich staand bewijs. Als je twee dagen voor een moord op die plek gepasseerd bent en een vingerafdruk nagelaten hebt, zal je initieel wel als verdachte beschouwd worden, maar ben je uiteraard niet per se schuldig.

“Op een vingerafdruk staat geen datum”, zeggen twee vingerafdrukspecialisten bij de federale politie. “Dus is er altijd ook heel wat empirisch onderzoek nodig om te zien of die persoon, die zijn vingerafdruk naliet, wel ter plekke was op het moment van de misdaad. En dat is heel moeilijk als de daders al overleden zijn, wat in het geval van de Bende best aannemelijk is. Net in dat empirisch onderzoek kruipt het meeste werk”, klinkt het bij de politiespecialisten.

Een doorbraak lijkt ondanks die bruikbare sporen nog (lang) niet voor morgen. Is het allemaal ijdele hoop? “We zullen niet rusten tot we de nodige antwoorden hebben waar de nabestaanden recht op hebben”, klinkt het bij het federaal parket.

Hier werden ze achtergelaten

14 augustus 1982 – Twee vingerafdrukken op glazen deur

  • Misdrijf? Overval op kruidenierswinkel Piot in Maubeuge, Frankrijk
  • Sporen? Twee vingerafdrukken op de klink van de glazen ingangsdeur, door het gerecht in Rijsel doorgegeven aan vijf aangrenzende landen

De overval in het Franse Maubeuge is de enige overval van de Bende in het buitenland, negen kilometer van de Belgische grens. Twee mannen, met bivakmuts en gewapend met karabijn met afgezaagde loop, slaan ’s nachts de dubbele glazen ingangsdeur van de kruidenierswinkel Piot stuk en dringen de winkel binnen. De eigenaars zijn niet thuis. De daders stelen voedingsmiddelen, wijn, champagne en ganzenlever.

Tijdens de overval belt een anoniem persoon naar de politie. Het politiecommissariaat is vlakbij en drie agenten gaan ter plekke. De daders vluchten, maar er ontstaat een schietpartij met de agenten. Politieagent Christian Delacourt krijgt een kogel in de buik, maar overleeft.

14 februari 1983 – Twee vingerafdrukken op gestripte Golf

  • Misdrijf? Diefstal van zilverkleurige VW Golf in Plancenoit, bij Lasne
  • Sporen? Twee vingerafdrukken op de deur aan de passagierskant van de Golf die, volledig gestript, werd teruggevonden

Op Valentijn komt mevrouw Geneviève Van Lidth de Jeugd thuis. Terwijl ze uit haar Golf stapt, stapt een man op haar af. Hij duwt de loop van een handvuurwapen in haar buik. “Beweeg u niet, in uw belang. Laat uw sleutels op het dashbord”, klinkt het dreigend. De man vertrekt met de wagen en een tweede dader scheurt met een Peugeot 504 achter hem aan. De twee waren met de Peugeot naar het huis van het slachtoffer gereden, zo blijkt.

Het slachtoffer verklaart dat haar overvaller van zuiderse afkomst was en kort, zwart krullend haar had. Van de vermoedelijke dader is een robotfoto gemaakt. Hij sprak onberispelijk Frans en maakte “een geschoolde indruk”.

Enkele dagen voordien was met de Peugeot een overval gepleegd op de Delhaize van Genval. De drie daders zijn tot de tanden gewapend en dragen carnavalsmaskers, type bril, snor, lachende gezichten. Ze schieten gericht, maar er vallen als bij wonder geen zwaargewonden. De Peugeot wordt later uitgebrand teruggevonden in Waterloo. De buit van de overval bedraagt 692.000 Belgische frank.

De VW Golf uit Plancenoit wordt veel later, op 9 juni, teruggevonden in het Bois de Hourpes, in Thuin, Henegouwen. De auto blijkt geheel gestript. De binnenbekleding, de zetels, de batterijen en de lichten zijn allemaal verwijderd. Toch vinden de speurders nog twee vingerafdrukken.

3 maart 1983 – Drie vingerafdrukken op telefoonhoorn

  • Misdrijf? Overval op de Colruyt van Halle, waarbij 1 dode valt
  • Sporen? Drie vingerafdrukken gevonden op de hoorn van de telefoon, helaas niet van goede kwaliteit

In maart 1983 is de Bende zowat wekelijks in het nieuws. Drie weken na de overval op de Delhaize in Genval en goed een week na een andere overval op de Delhaize in Ukkel vallen drie mannen de Colruyt van Halle binnen. De daders spreken Frans, zoals steeds, en één dader is gewapend met een geweer met korte loop. Hij blijft aan de ingang staan en verplicht een werknemer op de grond te gaan liggen. Andere klanten en werknemers gaan ook onmiddellijk op de grond liggen.

De man vuurt enkele kogels af. Zijn twee kompanen begeven zich naar het bureel, een verdieping hoger. Daarin bevinden zich winkelgerant Walter Verstappen en twee werknemers. Verstappen moet de brandkast openmaken onder bedreiging van een wapen. De twee overvallers hebben een reistas en vullen die met bankbiljetten. Eén werknemer die op de grond ligt, krijgt een harde klap van een knuppel van een overvaller, omdat hij opkijkt. Daarbij zou de telefoon op de grond gevlogen zijn. Daarna draaien de daders zich terug naar de directeur en jagen hem een kogel door de keel. Walter Verstappen zal later in het ziekenhuis overlijden.

De daders vluchten in hun donkerkleurige golf. Tijdens hun ontsnapping schieten ze meerdere keren op de werknemers, vanuit het open raampje langs de passagierskant. De buit van de gangsters bedraagt 1.182.115 frank.

Volgens ooggetuigen is de eerste dader een man van ongeveer 1,80 m. Hij heeft donkerkleurige handen en blauwe ogen. De tweede persoon is even groot en heeft een getaande huidskleur. Andere getuigen spreken van een grote man, gekleed in een regenjas, zwarte schoenen. Hij droeg tijdens de overval een bivakmuts, zwart en afgeboord met een lichtere kleur. Rond zijn ogen was de huid ingesmeerd met donkere verf, zoals commando’s doen. De derde overvaller zou kleiner zijn. Ook hij droeg een bivakmuts.

17 september 1983 – Vingerafdruk op leeg zakje chips

  • Misdrijf? Overval op Colruyt van Nijvel, waarbij 3 doden vallen
  • Sporen? Zeven vingerafdrukken gevonden op een vuilniszak, een achtste op een leeg achtergelaten zakje chips

Die nacht rond 1 uur rijdt een Saab met aan boord een onbekend aantal gangsters de parking van de Colruyt in Nijvel op. Ze stappen uit en met een gasbrander proberen ze de toegangsdeur aan de achterzijde van de winkel open te branden. Op dat moment rijdt het echtpaar Jacques Fourez en Elise Dewit in hun witte Mercedes ook de parking op, om te tanken. Fourez moet ook naar het toilet. De overvallers krijgen hem in het oog en schieten hem een kogel door het hoofd. Elise Dewit ziet het gebeuren en loopt naar haar echtgenoot. De gangsters vuren op haar, maar raken haar niet meteen. Ze overmeesteren haar en sleuren haar naar de achterzijde van het gebouw. Daar wordt ze afgemaakt met twee kogels in het hoofd.

Intussen is de deur van de Colruyt geforceerd en is het stil alarm afgegaan. De gealarmeerde rijkswacht komt ter plekke, met wachtmeester Marcel Moreu (31) en Jean-Marie Lacroix (30) in de combi. Op de parking zien ze het tafereel van de inbrekende gangsters. Ze stoppen met hun combi, maar worden meteen onder vuur genomen. Lacroix krijgt twee kogels in de enkel en overleeft, Moreu wordt in de keel getroffen.

De gangsters vluchten met de Saab én de Mercedes. Hun buit bedraagt vijf dozen pralines, enkele bussen arachideolie en maïsolie, en enkele zakjes koffie. Het parelsnoer en de ringen met briljanten die mevrouw Dewit draagt, worden opmerkelijk genoeg niet gestolen.

De vlucht van de gangsters eindigt met een heuse achtervolging. Een politiepatrouille die ter versterking is opgeroepen, komt de gangsters van de andere kant met zwaailichten tegemoet gereden. De daders in de Mercedes openen het vuur op de politie. Eén agent wordt aan het hoofd getroffen, maar overleeft. De gangsters laten op de plek van de schietpartij hun Mercedes achter. In de Saab kunnen alle gangsters uiteindelijk toch ontsnappen, ondanks een speractie van de politie en rijkswacht. De auto wordt enkele uren later teruggevonden.

Eén van de daders zou tijdens de overval in Nijvel een tijdlang een plastic vuilniszak vastgehouden hebben. De zak wordt teruggevonden, met daarop zeven vingerafdrukken. Eén van de daders moet ook een zakje chips gegeten hebben. Ook dat zakje vinden ze terug, met daarop een vettige vingerafdruk.

17 september 1983 – Twee vingerafdrukken op autokrik

  • Misdrijf? Vondst van de Saab waarmee Colruyt van Nijvel werd overvallen
  • Sporen? Twee vingerafdrukken gevonden op de krik in de koffer van de auto, één op de uitsparing voor de autoradio

De overvallers van de Colruyt in Nijvel (sindsdien had de Bende voorgoed haar naam beet) vluchten weg met een Mercedes en een Saab 900. De Mercedes laten ze staan na een schietpartij met de politie. De Saab, waarmee ze uiteindelijk wegvluchten, is door de politie de volgende ochtend een eind verderop teruggevonden.

De Saab staat op de oprit van een huis in een zijstraatje van de Chaussée d’Alsemberg in Eigenbrakel. Ondanks de klopjacht van de politie is van de daders geen spoor.

De Saab is onklaar gemaakt. In de koffer vindt men de gestolen olie en koffie. Twee vingerafdrukken worden gevonden op de krik van de wagen, een derde aan het dashboard op de uitsparing voor de autoradio.

De Saab 900 turbo blijkt op 8 juni dat jaar gestolen in een garage in Eigenbrakel. Tijdens die inbraak hebben de daders de Duitse herder van de garagehouder, die in zijn kooi zat en onrustig werd, doodgeschoten.

9 november 1985 – Vingerafdruk op kast met geldkoffer

  • Misdrijf? Overval op Delhaize van Aalst, waarbij 8 doden vallen
  • Sporen? Vingerafdruk gevonden aan de binnenkant van de kast waarin zich de geldkoffer van het warenhuis bevindt

De overval van Aalst is de bloedigste en de laatste van de Bende van Nijvel.

Om 19.40 uur parkeert een VW Golf GTI zich op de parking van de Delhaize aan de Parklaan. Drie mannen, met bivakmutsen en sjaals rond hun gezicht, stappen uit en begeven zich in de richting van de winkel. Ze zijn gewapend en beginnen direct te schieten op voertuigen en klanten op de parking. De schoten zijn tot in de winkel te horen. De werknemers en klanten vluchten naar de achterzijde van het warenhuis of verstoppen zich achter de rekken.

De daders grijpen de gerant en nemen hem mee naar de burelen. Ze halen de brandkast leeg. De gerant kan ontkomen. De drie gangsters gaan naar de uitgang. Daar liggen twee kinderen op de grond, onder wie David Van De Steen. Ze worden onder vuur genomen. Voor de deur aan de uitgang ligt een vrouw. Zij overleeft het niet. De overvallers vluchten. Eén van de daders neemt plaats in de open kofferruimte.

Acht mensen blijven dood achter: Dirk Nijs, zijn dochtertje Els Nijs, Marie-Jeanne Van Mulder, Georges De Smet, Jan Palsterman, Gilbert Van De Steen, Thérèse Van Den Abiel, en Rebecca Van De Steen. Die laatste drie mensen behoren tot hetzelfde gezin. Alleen hun negenjarige zoon David overleeft de kogels.

De buit bedraagt 737.777 frank. Onder meer de gestolen geldkoffer vinden speurders nadien terug in het kanaal van Ronquières, waar nadien ook wapens blijken gedumpt.

De daders zijn gemaskerd. Eén van hen omschrijven ooggetuigen als “een reus” van 1,90 meter, die de leiding over de overvallers heeft. Getuigen zeggen dat ze hun gezicht verbergen achter een sjaal of een bivakmuts. Ze dragen lange overjassen en militaire schoenen.

Bron » Het Nieuwsblad | Dirk Coosemans, Pieter Huyberechts en Yves Barbieux

Studenten gaan op zoek naar onterecht veroordeelden in assisenzaken

In België is het officieel nog nooit gebeurd dat mensen onterecht veroordeeld werden voor moord of doodslag. Maar studenten van de KU Leuven pluizen oude dossiers uit. ‘Het gaat over mensenwerk. Dan ben je nooit zeker.’

In de Verenigde Staten bestaat een database met 3.307 mensen die zijn vrijgesproken, na een onterechte veroordeling. In Duitsland zijn 31 personen erkend als onterecht veroordeelden, in Nederland 11. ‘In België werd nog nooit een onterechte veroordeling gerapporteerd. Dat kan niet’, zegt Tamara De Beuf. ‘Een gerechtelijk onderzoek, een ondervraging door de politie, een veroordeling voor assisen. Het gaat altijd over mensenwerk. Dan kan je fouten nooit honderd procent uitsluiten’. De Beuf is projectleider bij ‘Voordeel van de twijfel’, een project van de KU Leuven waarbij een tiental masterstudenten van de richtingen rechten, criminologie en forensische wetenschappen een jaar lang aan de slag gaat met een waargebeurd moord- of doodslagdossier.

Inspiratie vonden de onderzoekers bij onze Noorderburen, waar in 2003 het onderzoeksproject ‘Gerede twijfel’ aan de Universiteit Maastricht werd opgestart. Momenteel loopt het project verder aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De Vlaamse tegenhanger, die vorig academiejaar als proefproject werd opgestart, is momenteel op zoek naar zaken waar studenten volgend jaar mee aan de slag kunnen gaan.

Maar wat kan het werk van de studenten precies betekenen voor een mogelijk onterecht veroordeelde? ‘Op het einde van het schooljaar maken de studenten een dossier met hun bevindingen over aan de advocaat van de veroordeelde’, legt De Beuf uit. Die kan dan kiezen daarmee verder te gaan, en een herziening van de zaak aanvragen bij de in 2018 opgerichte Commissie Herzieningen in Strafzaken (CHS). Zelf zullen de studenten dus geen zaken bepleiten. Om zo onpartijdig mogelijk te blijven, is er voor de rest trouwens geen contact met de advocaat of getuigen in het dossier, beklemtoont De Beuf. ‘De studenten mogen zelf geen onderzoeksdaden stellen (zoals opnieuw met getuigen spreken, red.)’.

Nieuwe technieken

Wat ze dan wel onderzoeken? Heel wat, klinkt het: ‘De studenten kijken vooral naar welke pistes destijds misschien te snel werden losgelaten, hoe stevig de bewijslast is en of door nieuwe technologie geen nieuwe opties onderzocht moeten worden’. Dat de studenten uit verschillende departementen komen, maakt dat ze de zaak telkens vanuit een verschillende hoek benaderen, legt De Beuf uit. ‘Studenten rechten en criminologie kijken naar andere aspecten van het onderzoek dan die van forensische wetenschappen. Hoe werd het verhoor gevoerd, werden er suggestieve vragen gesteld? Tegenwoordig is het gangbaar dat er opnames zijn van belangrijke ondervragingen, maar vroeger was een proces-verbaal eigenlijk een samenvatting van het verhoor, waarin niet de letterlijke vragen en antwoorden werden neergepend. Studenten kijken wat ze kunnen leren uit de bewoordingen. Maar ook hoelang het duurde vooraleer een bepaalde getuige voor het eerst werd verhoord. Uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat de mogelijke foutenmarge in een eerste verklaring toeneemt naarmate de feiten waarover de getuige moet vertellen langer geleden zijn.’

Studenten forensische wetenschappen kijken dan weer naar de wetenschap. Zijn er nieuwe DNA-technieken die gebruikt kunnen worden? Hoe werd het bewijs destijds verzameld? ‘Vroeger kwam het bijvoorbeeld voor dat verschillende kledingstukken in dezelfde zak werden meegenomen van de plaats delict. Dan kan je contaminatie niet uitsluiten’, aldus De Beuf. Maar ook simpele praktijktesten worden uitgevoerd: ‘Stel, je hebt een getuige die verklaart ’s nachts de veroordeelde aan de overkant van de straat te hebben gezien. Kan dat wel? Is er straatverlichting in die straat? Wanneer werd het donker op het moment van de feiten? Onze studenten doen het allemaal nog eens over.’

Bron » De Standaard

Wie gelooft de leugendetector nog? Deze drie technieken zijn betrouwbaarder (maar niet perfect)

Kijkers van De mol ondervinden elke zondagavond hoe lastig het is om te achterhalen of iemand liegt. Op zoek naar een beter alternatief dan de omstreden polygraaf letten wetenschappers alvast op drie opvallende eigenschappen van leugenaars.

Eigenschap 1: leugenaars zijn gestrest

Een zwetende verdachte die via talloze sensoren en draden verbonden is met een mysterieuze machine, dat is het clichébeeld van een leugendetector: de polygraaf. Een polygraaf meet de lichamelijke reactie van een verdachte tijdens een verhoor. Veranderingen in ademhaling, bloeddruk en zweetsecretie kunnen wijzen op stress.

Ondervragers gebruiken de polygraaf onder meer in de zogeheten controlevragentest. Een examinator stelt dan delictvragen (heb je de moord gepleegd?) en controlevragen (heb je in de afgelopen vijf jaar iemand pijn gedaan?). Het idee is dat daders gestrester reageren op delictvragen omdat ze liegen als ze die ontkennen. Onschuldige verdachten kunnen de delictvragen terecht met nee beantwoorden. Daarom maken zij zich meer zorgen om de controlevragen en reageren daar heftiger op.

De praktijk is weerbarstiger. Gershon Ben-Shakhar is emeritus hoogleraar psychologie aan de Hebrew University of Jerusalem en wijdde zijn carrière aan de polygraaf. Volgens hem is het lastig om geschikte controlevragen te bedenken. Daardoor schrikken niet alleen daders, maar ook onschuldige verdachten vooral van delictvragen. Zo kunnen zij onterecht als leugenachtig uit de test komen.

Ben-Shakhar noemt de controlevragentest ‘zeer problematisch’ en ‘niet wetenschappelijk onderbouwd’. Toch wordt de techniek veelvuldig toegepast, onder meer in de Verenigde Staten, Canada en Israël. Ook dicht bij huis nam de Belgische politie tot de coronapandemie elk jaar honderden verhoren af met de controlevragentest.

Ook de Japanse politie gebruikt de polygraaf, maar dan op een andere manier. Verdachten krijgen meerkeuzevragen voorgeschoteld over het misdrijf. Bijvoorbeeld: hoe heb je de moord gepleegd? Met een mes, een pistool, een hamer of een touw? Omdat mensen lichamelijk reageren op bekende informatie geeft de test aan of een verdachte daderkennis heeft.

Deze zogeheten verborgeninformatietest is gestoeld op een belangrijke aanname: dat onschuldige verdachten geen daderkennis hebben. Het grootste risico voor de test is dan ook het uitlekken van informatie over het misdrijf, bijvoorbeeld via de media.

Volgens Ben-Shakhar is dat geen onoverkomelijk probleem. Uit recent onderzoek van zijn groep blijkt dat je dit kunt oplossen door gedetailleerdere vragen te stellen. Dus niet: heb je de moord gepleegd met een mes of een pistool? Maar wel: heb je een broodmes of een schilmes gebruikt?

De verborgeninformatietest is onder wetenschappers breder geaccepteerd dan de controlevragentest. Het grote voordeel is dat de verborgeninformatietest bescherming biedt aan onschuldige verdachten. De kans is klein dat zij per toeval een sterke lichamelijke reactie vertonen op het juiste antwoord van alle vragen.

Universitair docent forensische psychologie aan de Universiteit Maastricht Ewout Meijer beaamt dit. “Net als de controlevragentest heeft de verborgeninformatietest een foutmarge, maar die zit aan de andere kant: de test beschuldigt minder onschuldige verdachten, maar mist meer daders. Dat is beter, want in het Nederlandse strafrecht hebben we liever tien daders vrij dan één onschuldige in de gevangenis.”

Eigenschap 2: leugenaars bewegen (waarschijnlijk) meer

De polygraaf is al een eeuw oud. Hebben wetenschappers in die tijd niets beters bedacht? Zeker wel, zegt Sophie van der Zee, die aan de Erasmus Universiteit onderzoek doet naar de lichaamsbeweging van leugenaars. Volgens de universitair docent is het automatisch analyseren van lichaamsbeweging een potentieel betere manier om leugens te ontmaskeren dan de polygraaf. Een polygraaf meet namelijk alleen stress, maar negatieve emoties, waaronder stress, zijn slechts een van de redenen waarom leugenaars zich anders gedragen dan mensen die de waarheid spreken.

Er zijn nog twee manieren waarop liegen een indirecte invloed heeft op ons gedrag. Liegen is moeilijker dan de waarheid vertellen, waardoor leugenaars meer automatisch gedrag vertonen. Een voorbeeld daarvan is spiegelgedrag: leugenaars kopiëren meer bewegingen van hun gesprekspartner dan mensen die de waarheid spreken. Daarnaast passen leugenaars hun gedrag bewust aan om eerlijk over te komen. Veel mensen denken bijvoorbeeld dat leugenaars wegkijken van hun gesprekspartner. Daarom doen leugenaars in werkelijkheid vaak het omgekeerde: ze maken zoveel oogcontact dat het onnatuurlijk wordt.

Alle drie de factoren beïnvloeden lichaamsbeweging. Daarom kun je er in theorie beter leugens mee opsporen dan met de polygraaf.

Andere experts zijn terughoudend als het gaat om het ontrafelen van leugens door te kijken naar lichaamstaal. Volgens Ewout Meijer leverde decennia aan onderzoek naar non-verbaal gedrag teleurstellend weinig op. Om diezelfde reden is ook Bruno Verschuere, universitair hoofddocent forensische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam, ‘heel sceptisch’.

Voor Van der Zee was de wetenschappelijke consensus dat lichaamsbeweging niets zegt over leugenachtig gedrag juist een motivatie om het bestaande onderzoek tegen het licht te houden. Ze besefte dat de bestaande conclusies gebaseerd waren op handmatige analyses van videobeelden. “Op die manier laat je veel informatie weg, bijvoorbeeld kleine bewegingen en informatie over de richting en snelheid van bewegingen. Ik was jong en enthousiast en vond dat het beter kon.”

De onderzoeker ontwikkelde een preciezere methode om lichaamsbeweging in kaart te brengen. Ze trok liegende en de waarheid sprekende mensen een ‘full body motion capture suit’ aan: een elastisch pak vol sensoren op gewrichten en ledematen die zelfs de subtielste bewegingen nauwkeurig vastleggen.

Het onderzoek met die pakken heeft Van der Zee ervan overtuigd dat de hoeveelheid lichaamsbeweging wel degelijk iets zegt over leugenachtig gedrag. “Wij zien dat vier op de vijf mensen over hun hele lichaam meer bewegen als ze liegen dan als ze de waarheid spreken. Een op de vijf mensen beweegt juist minder als die liegt dan als die de waarheid spreekt.”

Ook wanneer mensen het geheim van de leugendetector kennen, blijven de resultaten overeind. In een recent herhaalexperiment vertelde Van der Zee haar proefpersonen van tevoren dat leugenaars vaak meer bewegen dan mensen die de waarheid spreken. Het gevolg: leugenaars gooiden hun gedrag om en gingen expres weinig bewegen. Maar dat deden ze zo overdreven dat onderzoekers hen alsnog relatief vaak konden herkennen als leugenaar.

De vertaalslag van het laboratorium naar de praktijk is lastig. Leugenaars bewogen volgens de sensoren weliswaar meer dan mensen die de waarheid spraken, maar Van der Zee kon dat verschil niet terugzien in de videobeelden. Waarschijnlijk gaat het om kleine bewegingen, maar het is ondoenlijk om iedereen een pak aan te trekken om die bewegingen te meten. Daarnaast moeten onderzoekers in andere laboratoria de Rotterdamse studie nog herhalen om te kijken hoe solide de resultaten zijn.

Eigenschap 3: leugenaars vertellen minder details

Hoe kun je er dan achterkomen of je gesprekspartner liegt? Simpel, volgens universitair hoofddocent Bruno Verschuere. Leugenaars zijn volgens deze psycholoog te ontmaskeren door te letten op de hoeveelheid details in hun verhaal.

In samenwerking met Ewout Meijer voerde Verschuere een reeks experimenten uit. Proefpersonen moesten ofwel een tentamen ‘stelen’ ofwel een onschuldig rondje lopen op de universiteitscampus. Bij terugkomst vertelden de onderzoekers aan de proefpersonen dat ze verdacht werden van een diefstal. Na een ondervraging van de proefpersonen beoordeelde een tweede groep proefpersonen wie van hen de waarheid sprak.

Wat bleek: proefpersonen die de verklaringen beoordeelden op de mate van detail waren het best in staat om leugens en waarheden uit elkaar te houden. Dat deden ze beter dan proefpersonen die geen instructies kregen en zelfs beter dan proefpersonen die naar de mate van detail én andere signalen keken.

Het succes van de methode valt te verklaren vanuit het leugenaarsdilemma. Aan de ene kant beseffen leugenaars dat ze met details moeten komen om geloofwaardig over te komen. Aan de andere kant weten ze ook dat hoe meer details ze verzinnen, hoe groter de kans is dat ze in de knoop komen en dus door de mand vallen.

Tot nu toe was de focus te veel gericht op het combineren van verbale aanwijzingen die leugenaars kunnen ontmaskeren, stelt Verschuere. Onderzoekers letten dan bijvoorbeeld op consistentie, emotie én plausibiliteit van een verhaal.

Aan die traditionele methode zitten haken en ogen. Zo vinden mensen het lastig om op meerdere signalen tegelijkertijd te letten. Signalen komen niet altijd met elkaar overeen, dus wat te denken als iemand wel een plausibel verhaal vertelt, maar het verhaal niet consistent is?

Daarnaast hebben de meeste verbale signalen een zwak effect of zijn ze slechts in een paar studies gevonden. “De mate van detail is het enige signaal dat een robuuste analyse over vele studies overleeft”, stelt Meijer.

Van de drie leugendetectiemethodes is het beoordelen van de mate van detail het makkelijkst toe te passen in de praktijk. “Als iemand een vaag verhaal vertelt, moet dat een signaal zijn om door te vragen”, licht Verschuere toe. “Als iemand dan nog niet met details komt, is dat wel een teken dat er iets aan de hand is.”

Toch is ook deze manier van leugens spotten niet zaligmakend. De proefpersonen van Verschuere maakten in zes tot acht van de tien verklaringen een correct onderscheid tussen leugen of waarheid. De aanpak werkt dus beter dan het opgooien van een muntje. Tegelijkertijd is de foutmarge nog te groot om bijvoorbeeld met zekerheid moordenaars en onschuldigen aan te wijzen.

Hetzelfde geldt voor de polygraaf en het meten van lichaamsbeweging. Beide methoden scoren beter dan het toeval, maar ze zijn verre van perfect.

Alle benaderde leugenexperts benadrukken: een leugendetector met 100 procent nauwkeurigheid is niet mogelijk, alleen al omdat er zoveel soorten leugens zijn. Leugenaars kunnen een beetje overdrijven, belangrijke informatie achterhouden of een totaal onzinverhaal vertellen.

Bron » De Morgen