Belgische procureurs blijven actievoeren: “Justitie is uitgeput. Het is tijd om te handelen”

De woede bij de magistraten die een paar maanden geleden de kop opstak na de omstreden pensioenhervorming, is nog niet gaan liggen. Vijftien Belgische procureurs klagen in een open brief de wantoestanden bij justitie aan.

“Historisch”, noemden ze het donderdag in het Brusselse Portalisgebouw, de thuishaven van de Brusselse magistraten. De vijftien procureurs des Konings van het land ondertekenden samen in aanwezigheid van de pers twee brieven, die ze vervolgens verstuurden naar premier Bart De Wever (N-VA) en minister van Justitie Annelies Verlinden (CD&V).

De brief is een opsomming van de tientallen grieven waar justitie al tientallen jaren over klaagt. Het gaat over te hoge werklast, te weinig personeel, een gebrek aan opvangplaatsen in onder meer de jeugdzorg, beschimmelde gebouwen die op instorten staan en de fysieke veiligheid van de magistraten die in het gedrang komt door bedreigingen van de georganiseerde misdaad.

“Onderzoeken worden gevoerd, zittingen vinden plaats, maar uiteindelijk worden daders veroordeeld tot gevangenisstraffen die nauwelijks worden uitgevoerd. Jonge delinquenten of de vele tienduizenden minderjarigen die zich in een verontrustende opvoedingssituatie bevinden, kunnen niet geplaatst worden door een tekort aan plaatsen in de gemeenschapsinstellingen. Alternatieve straffen worden niet in voldoende mate uitgevoerd”, schrijven de procureurs.

De federale regering, De Wever (N-VA) en Verlinden (CD&V) in het bijzonder worden in de brief aangespoord om “structurele maatregelen” te nemen en justitie te herfinancieren. “Geen steekvlampolitiek meer”, zegt de Oost-Vlaamse procureur Geert Merchiers, die als woordvoerder van de Nederlandstalige procureurs optrad. “Er is een visie op lange termijn nodig. We willen heel graag suggesties geven over hoe het volgens ons moet, maar de beslissing om iets te doen moet uit de politiek komen.”

De actie van de vijftien procureurs was de zoveelste in een reeks. Al weken klagen de magistraten over het hele land de “alarmerende toestand” aan van het Belgische gerechtelijke apparaat. Zo werden zittingen de voorbije weken opgeschort en mochten beklaagden terug naar huis. In het regeerakkoord van de Arizona-regering wordt de noodzaak benadrukt om te investeren in veiligheid. “Wij roepen vandaag meer dan ooit op tot een samenhang tussen woorden en daden”, schrijven de procureurs. “Het maken van loze beloften voedt alleen de frustraties en het onbegrip.”

Voorlopig lijkt er nog geen sprake te zijn van actiemoeheid bij de magistraten. In Antwerpen klaagden de Antwerpse en Limburgse rechters en procureurs donderdagochtend aan dat het water hen tot de lippen komt door de niet-aflatende strijd tegen de drugscriminaliteit. “Het Stroomplan (tegen de drugsproblematiek, red.) is een goed plan”, zegt de Antwerpse procureur Franky De Keyzer. “Maar we moeten de middelen hebben om het uit te voeren.”

Bron » De Standaard | Mark Eeckhaut

CD&V wil onderzoeken waar “puinhoop” van Justitie vandaan komt

Door de ongeziene overbevolking in de gevangenissen en miljoenen aan onbetaalde facturen wil CD&V een audit naar de besteding van het geld binnen Justitie. Tegelijk wordt er nagedacht over kortere en alternatieve straffen.

“Er waren heel wat middelen, maar er is een puinhoop achtergelaten bij Justitie.” CD&V-voorzitter Sammy Madhi is bijzonder scherp voor het justitiebeleid van voormalig ministers Vincent Van Quickenborne en Paul Van Tigchelt (Open VLD). Onder de vorige federale regering steeg het budget van 1,9 naar 2,6 miljard euro. Maar de toestand is dramatischer dan ooit. Vooral de overbevolking in de gevangenissen is tot ongeziene proporties gestegen. Er zijn nu 13.000 gedetineerden voor 11.000 plaatsen. “Ze hebben vooral veel gecommuniceerd, maar geen beleid gevoerd”, zei Mahdi bij VTM Nieuws.

Het is duidelijk dat CD&V een communicatie-offensief heeft ingepland om Van Tigchelt en Van Quickenborne de schuld van de ontsporing te geven. Want ook huidig minister van Justitie Annelies Verlinden (CD&V) ging in verschillende weekendinterviews vol op het orgel. “Onder de vorige regering is de bewuste keuze gemaakt dat straffen onder drie jaar volledig uitgevoerd moeten worden”, zei ze in De Tijd. “Maar er werd nooit in bijkomende gevangeniscapaciteit voorzien, dus kom je onvermijdelijk in de problemen.”

Onder Vivaldi werd inderdaad fors aangekondigd dat ook de korte straffen uitgevoerd worden. Maar bijkomende capaciteit in gevangenissen voorzien bleek moeilijker dan gedacht. In Haren werd wel een nieuwe gevangenis geopend. Maar Van Quickenborne en Van Tigchelt wilden vooral inzetten op kleinschaligere detentiehuizen. Hoewel er financiering voor vijftien zulke minigevangenissen is voorzien, zijn er slechts twee geopend. Van Tigchelt geeft toe dat in die context “de uitvoering van de korte straffen heeft geleid tot meer overbevolking”. “We hebben ons miskeken op de strafuitvoeringsrechters, die beslissen over de invrijheidstelling. Die blijken erg streng te zijn.”

Naast de uitvoering van de korte straffen zijn er nog terugkerende problemen die de gevangenis doen volstromen. Illegale gedetineerden bijvoorbeeld, die heel moeilijk teruggestuurd kunnen worden naar het land van herkomst. Het gaat om ongeveer één derde van de totale gevangenispopulatie. Huidig minister Verlinden laat daarom onderzoeken of er een gevangenis kan geopend worden in een ander land, zoals Kosovo of één van de Baltische staten. Ook de 1.200 geïnterneerden, die eigenlijk onder Volksgezondheid vallen, wegen op de capaciteit.

Als klap op de vuurpijl dreigden de parketmagistraten er vorige week mee de 4.000 mensen die nog geen oproepingsbrief hebben gekregen, toch naar de gevangenis te sturen. Uit onvrede met de pensioenmaatregelen van de regering-De Wever. Noodgedwongen moet Verlinden crisismaatregelen nemen. De installatie van mobiele containerunits bijvoorbeeld, die voor 500 extra plekken moeten zorgen. Bepaalde kortgestraften kunnen ook na een derde van hun straf in vrijheid komen onder voorwaarden. Dat geldt niet in gevallen als zedenfeiten of huiselijk geweld.

Alternatieve straffen

Zo wordt wel het beleid van de vorige regering deels teruggedraaid. Niet toevallig vindt Vincent Van Quickenborne (Open VLD), die nu oppositie voert tegen Arizona, dat Verlinden “straffeloosheid” organiseert. Nochtans was ook onder Vivaldi al het terugschroeven begonnen. Met strafkortingen en vrijstelling van kortgestraften om zich te melden in de gevangenis.

Maar Verlinden beseft dat ze er met zulke eenmalige maatregelen niet zal komen. Ze wil een grondig debat over hoe er in ons land gestraft wordt. “We moeten af van het idee dat een gevangenisstraf de enige optie is en dat elektronisch toezicht of werkstraffen geen straffen zouden zijn”, zegt de justitieminister in De Tijd.“Er is nooit een excuus voor criminaliteit, maar we mogen onszelf niet wijsmaken dat we een veiligere samenleving krijgen alleen maar door mensen zo lang mogelijk op te sluiten.”

Ze verwijst naar Nederland, waar mensen minder lang gestraft worden. Volgens Verlinden zal het nieuwe strafwetboek, dat volgend jaar in werking treedt, ervoor zorgen dat rechters vaker naar alternatieve straffen kijken. Gevoelig natuurlijk, want vaak is de maatschappelijke druk om streng te straffen groot.

Daarnaast kondigt Verlinden ook aan bij iedere begrotingsronde extra geld te vragen voor justitie. Bij het paasakkoord ging het nog om 150 miljoen eenmalige investeringen. Om in extra capaciteit te voorzien, maar ook om achterstallige rekeningen te betalen. Justitie kampt immers al met 28,5 miljoen aan vervallen facturen. Tolken raken gefrustreerd, takeldiensten willen snelwegen blokkeren. Volgens Van Quickenborne en Van Tigchelt heeft CD&V slecht onderhandeld bij de formatie en hebben ze onvoldoende extra middelen binnengehaald. In ieder geval zal het heel wat werk vergen om de puinhopen op justitie weg te werken.

Bron » Het Nieuwsblad

Minder gebouwen, een maximum aantal gevangenen en (nog) meer budget: nieuwe regering krijgt stevig verlanglijstje van FOD Justitie

“Zonder bijkomend budget kan Justitie de rekeningen niet meer betalen.” Met die moeilijke boodschap trekt de federale overheidsdienst Justitie naar de toekomstige federale regering. “Moeilijk”, want ons land moet in de komende 7 jaar net 23 tot 25 miljard euro besparen. Maar bij Justitie hebben ze toch een verlanglijstje klaar.

Justitie was de voorbije jaren niet het departement waar er fors beknibbeld werd op het budget. Van de uittredende federale regering kreeg de overheidsdienst 581 miljoen euro extra over 4 jaar, op een totaalbudget van zo’n 2 miljard euro. “Niet niks”, geven ze toe bij de overheidsdienst.

Met die extra duiten heeft de FOD onder meer broodnodige extra plaatsen in de gevangenissen kunnen creëren, duizenden nieuwe mensen kunnen aannemen en veel geld gespendeerd aan digitalisering.

En toch volstaan de extra miljoenen nog niet, klinkt het nu. Zo heeft de FOD Justitie ook 80 miljoen euro moeten besparen, woog de inflatie op de werkingskosten en hadden indexeringen een zware impact op de loonkosten. Bovendien bleef de vraag stijgen: meer zaken (die de nodige kosten met zich meebrengen), meer gedetineerden, de blijvende nood aan digitalisering en de stijgende kosten van de verouderde gebouwen.

“In de praktijk is budgettaire ademruimte onbestaande”, schrijft de FOD in een persbericht. “Sterker nog: we kijken dit jaar aan tegen een tekort van ongeveer 60 miljoen euro.” Geen goed nieuws nu er wellicht overal bij de overheid stevige besparingen zitten aan te komen om de miljardentekorten te kunnen wegwerken.

Overbevolking

Het verklaart waarom de FOD Justitie nu een verlanglijstje, op tafel legt voor voor de nieuwe regering. Daarin vraagt de overheidsdienst “een structurele budgetverhoging van 250 miljoen euro”. “Met die extra slagkracht kunnen we zowel de hoogste noden dekken als hervormen.”

Hoe de FOD Justitie wil hervormen? Daarvoor zijn er wel wat ideeën. Over gevangenissen bijvoorbeeld: ja, de capaciteit moet nog worden opgetrokken en de gebouwen moeten worden gemoderniseerd. Maar Justitie wil ook een quotum op het maximale aantal gevangenen per gevangenis.

“Het moet duidelijk zijn vanaf wanneer er niet méér mensen binnen mogen in een gevangenis”, zegt Sarah Blancke, voorzitter ad interim van het directiecomité van de FOD Justitie, in De Ochtend op Radio 1. “De eerste opdracht is om ervoor te zorgen dat er geen grondslapers meer zijn.”

En bij overbevolking moeten er wettelijke maatregelen worden vastgelegd die als een soort ‘ventiel’ moeten dienen (bijvoorbeeld: korte straffen tijdelijk enkel via een enkelband uitvoeren of zelfs voorlopige invrijheidstelling).

Gebouwen sluiten

Of kijk naar de ruim 225 gerechtsgebouwen in ons land: volgens de FOD Justitie voldoen de meeste daarvan niet meer aan de huidige normen voor welzijn en veiligheid. En omdat er te weinig geld is om ze te onderhouden, gaan ze er alleen maar op achteruit.

“Wij komen regelmatig in de pers met gebouwen waar er lekken zijn of waar de archieven niet in orde zijn”, zegt Blancke. “We moeten ons dus afvragen of we al die gebouwen nog in orde kunnen brengen. In Nederland bijvoorbeeld hebben ze maar 50 gerechtsgebouwen.”

De overheidsdienst stelt daarom zelf voor om in de komende 5 tot 15 jaar liefst 100 gebouwen te sluiten. Door rechtscolleges te hergroeperen en meer in te zetten op digitalisering moet dat kunnen worden opgevangen. Met de besparing die dat oplevert, kunnen de overige gebouwen dan worden gemoderniseerd en onderhouden. “Ik denk dat dit een win-win is voor iedereen.”

Vernietigend rapport

Hoewel het memorandum een aantal prikkelende voorstellen bevat, is de timing best opmerkelijk. Een dikke maand geleden nog legde het Rekenhof de FOD Justitie over de knie. In een ronduit vernietigend (ontwerp)rapport kreeg de directie van de overheidsdienst de stempel “falend”, “passief” en “onverantwoordelijk”, zeker als het gaat over de digitalisering.

Zo heeft ze “onvoldoende aandacht voor het risico op fraude”, met name als het gaat over de samenwerking met consultancybedrijven. Verder ontbreekt het de FOD aan een duidelijke strategie voor de digitalisering en speelt er veel onduidelijkheid, onderlinge concurrentie en is er een gebrek aan vertrouwen. “Omdat de duurzaamheid van projecten niet wordt beoordeeld, bestaat bovendien het risico dat budgetten momenteel voor niets worden uitgegeven”, stelde het Rekenhof.

Het rapport kwam bovenop eerdere berichten dat Justitie de eigen regels niet lijkt te volgen als het gaat over contracten en dat het lange tijd te veel heeft betaald aan Bpost voor een kantoorgebouw. Ook pompt de overheidsdienst al jaren geld in moderne rechtszalen in gevangenissen die zelden of nooit worden gebruikt, omdat advocaten en rechters vrezen dat daarmee de openbaarheid van de rechtspraak in het gedrang komt. Of zoals advocaat John Maes eind vorig jaar stelde: “Dit is lichtzinnig omgaan met het geld van de belastingbetaler.”

Bron » VRT Nieuws | Stefan Grommen

Of de feiten in Sint-Martens-Latem nu verjaard zijn of niet lijkt een complexe puzzel te worden

Douglas De Coninck is journalist. Hij buigt zich op de nieuwe wet die de verjaring van sommige moorden afschaft en die sinds deze week geldt. ‘Het is op maat geschreven van de Bende van Nijvel.’

Met de aanhouding van de man die bekende dat hij in 1994 in Sint-Martens-Latem het lichaam van zijn levensgezellin begroef, lijkt het parket in Oost-Vlaanderen de eerste stap te hebben gezet in een procedure die normaal zou moeten uitmonden in een proces.

Of de feiten nu verjaard zijn of niet lijkt een complexe puzzel te worden. Toevallig viel de ontdekking van het lichaam dag op dag samen met het in voege treden van een wet die de verjaring voor sommige moorden afschaft. Bij de aankondiging van de nieuwe wet verduidelijke justitieminister Vincent Van Quickenborne (Open Vld) wat werd bedoeld met sommige. Het gaat, stond er, enkel om moorden die “de bevolking ernstige vrees hebben aangedaan” of “tot doel hadden de basisstructuren van het land te ontwrichten of te vernietigen”.

Het valt te betwijfelen of de zaak in Sint-Martens-Latem aan die definitie voldoet. De nieuwe wet is – net als alle vorige die de verjaringstermijnen in strafzaken recent verlengden – op maat geschreven van de Bende van Nijvel (28 moorden tussen 1982 en 1985). Of misschien eerder van mensen die ons willen doen geloven dat er een kans bestaat dat die bende ooit nog kan worden berecht.

Als je het louter statistisch bekijkt, lijkt de nieuwe wet die kans eerder te verkleinen dan te verhogen. De afgelopen jaren zijn drie cold cases, destijds door een onderzoekscommissie in de Kamer in verband gebracht met de Bende van Nijvel, opgehelderd geraakt. Het gaat om de moordaanslag op politietopman Herman Vernaillen in 1981, de wapenroof bij de speciale eenheden datzelfde jaar en de moord op geldkoerier Francis Zwarts in 1982.

Ze raakten opgehelderd doordat de destijds simultaan politieman en crimineel zijnde Robert Beijer zich er eerst van had vergewist dat de verjaring 100 procent zeker was ingetreden. Daarna pas stapte hij naar justitie om te bekennen.

Verjaring is een rechtsbeginsel dat dateert uit 1780 voor Christus met de Codex Hammurabi, een van de allereerste wetboeken uit onze beschaving. Blijkbaar was de mens toen meer dan nu vertrouwd met het gegeven dat er bij elke onopgehelderde moord een moment komt waarop de mogelijkheid tot redelijke bewijsvoering komt te vervallen.

In 2021 stond Alinda Van der Cruysen terecht voor het assisenhof in Leuven. Ze werd vervolgd voor de gruwelmoorden op haar eigen grootoom en -tante, 29 jaar eerder. Het proces werd er één met twijfelachtig bewijsmateriaal, getuigen die merendeels al waren overleden en een hoofdverdachte die niet geloofwaardig kon antwoorden op de vraag: “Hoe kwam uw DNA 29 jaar geleden op die broek?”

Zeven juryleden achtten haar schuldig, vijf onschuldig. Ze schoven zo de hete aardappel door naar de beroepsrechters, die de vrouw veroordeelden tot 15 jaar cel. Uit die relatief lichte strafmaat, in verhouding tot de feiten, kon je twijfel afleiden. Cold cases garanderen leuke televisie, maar soms ook hoogst ongemakkelijke situaties in de rechtszaal.

Hopelijk wordt die nieuwe wet enkel gebruikt waarvoor ze is geconcipieerd. Om nooit te worden gebruikt.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Bendeonderzoek definitief begraven?!

Zopas stemde de Kamer van Volksvertegenwoordigers op voorstel van de vorige justitieminister Vincent Van Quickenborne dat bepaalde moorden niet meer verjaren. Het gevolg van de huidige wetswijziging, de onverjaarbaarheid van de Bendemoorden, is tweemaal contraproductief volgens Walter De Smedt.

Het gaat om misdaden die van aard zijn dat ze ofwel een land of een internationale organisatie ernstig kunnen schaden, ofwel de bevolking een ernstige vrees aan kunnen jagen, ofwel de overheid of een internationale organisatie proberen te dwingen tot het verrichten of het zich onthouden van een handeling, ofwel om basisstructuren (de politieke, constitutionele, economische of sociale) van een land of een internationale organisatie ernstig te ontwrichten of te vernietigen.

Deze omschrijving is een bekentenis van formaat. Er wordt verwezen naar een internationale organisatie en de ontwrichting van de basisstructuren van een land. Daardoor is het overduidelijk dat het om de Bendeaanslagen gaat.

Maar het is ook even duidelijk waarom de wet er is gekomen: omdat het om de ontwrichting van de basisstructuren van ons land gaat. Dat is de bevestiging dat de Bendefeiten niet het werk waren van gewone criminelen maar er heel wat anders achter zat.

Van bij het begin van het onderzoek waren er twee grote onderzoekspistes. De toenmalige procureur van Nijvel, Deprêtre, hield voor dat het om gewone criminelen, “Des Zozo’s”, ging. Er was de andere piste dat het om extreemrechtse organisaties ging die de staat wilden ontwrichten.

In de tweede piste werden de feiten in de toenmalige context van de rakettenkwestie geplaatst. Het plan van president Reagan om in Europa nieuwe raketten met kernlading te plaatsen als antwoord op de plaatsing van soortgelijke raketten door de Sovjet-Unie stuitte toen op hevige weerstand.

Het publiek verzet er tegen had de grootste betoging ooit in ons land tot gevolg. De toenmalige premier Martens ging er president Reagan over praten en kreeg als antwoord dat de raketten reeds onderweg waren.

De huidige omschrijving van de misdaden die niet meer verjaren voldoet dus volkomen aan de tweede onderzoekspiste. De internationale organisatie is deze van het Noord Atlantisch Verdrag (NAVO).

Dit te Washington op 4 april 1949 getekend verdrag heeft een politiek en een militair facet. De NAVO heeft tot doel de vrijheid en veiligheid van haar lidstaten te garanderen met politieke en militaire middelen.

Politiek: De NAVO promoot de democratische waarden en biedt lidstaten de gelegenheid om te overleggen en samen te werken rond defensie- en veiligheidskwesties om problemen op te lossen, vertrouwen op te bouwen en uiteindelijk conflicten te voorkomen.

Militair: De NAVO zet zich in voor een vreedzame oplossing van geschillen. Als de diplomatieke inspanningen mislukken, heeft ze de bevoegdheid om crisisbeheersingsoperaties uit te voeren. De onderzoekspiste in het Bendedossier gaat over het politieke luik, waarin de aan elkaar verbonden inlichtingendiensten maar ook geheime parallelle organisaties werkzaam zijn, zowel als de in het militaire luik aangegeven “crisbeheersingsoperaties”.

In het Bendedossier vindt je de eigen geheime door de officiële inlichtingendiensten aangestuurde organisatie Gladio, het naoorlogs netwerk tegen de communistische dreiging. Je vindt er ook parallelle geheime organisaties als Westland New Post en de groep G binnen de toenmalige Rijkswacht in terug.

De verwijzing naar de NAVO is op zichzelf al een aanduiding van een formeel beletsel voor een lidstaat om er een eigen politiek in te voeren. Door het verdrag van Washington hebben de lidstaten een deel van hun soevereiniteit aan de organisatie afgestaan.

Dat maakt dat in het politieke luik de aan elkaar verbonden inlichtingendiensten gehouden zijn door specifieke werkingsregels als de classificatie van de door hen geheim te houden inlichtingen welke geheimhouding enkel mits toestemming van de diensten kan worden opgeheven en waarvan de openbaarmaking zelfs strafbaar is.

Dat achtentwintig moorden moeten worden bestraft is een niet te betwisten evidentie. Dat een land als het onze zich verzet heeft tegen de ontwrichting door de communistische dreiging van toen is wat je van elke democratische rechtsstaat kon verwachten.

Vraag is evenwel of door de nu, andermaal, verlengde en nu zelfs door de uitsluiting van de verjaring van de feiten beide doelen worden beantwoord. Niemand kan ontkennen dat het niet meer mogelijk is er een strafprocedure over te voeren die voldoet aan de vereisten van het eerlijk proces.

Voor zover de daders en/of getuigen nog leven kan je na meer dan een kwarteeuw niet meer tot een daadwerkelijke bestraffing komen. Het is wegens de omvangrijkheid van het dossier en de mogelijke betwistingen die er het gevolg van zijn ook praktisch niet meer doenbaar om er een proces over te voeren.

Anderzijds kan je het bestaan van geheime extreemrechtse organisaties die ons land willen ontwrichten niet onverlet laten. Het is in tegendeel een problematiek die brandend actueel is.

Vraag is dan of de onverjaarbaarheid van de feiten al of niet de juiste maatregel is om het mogelijk voortbestaan van dergelijke organisaties te bestrijden. Want de voortzetting van het gerechtelijk onderzoek heeft ook tot gevolg dat de geheimhouding van het onderzoek wordt aangehouden.

De wet Franchimont, die ingevolge de besluiten van het parlementair Bendeonderzoek de knelpunten in de strafprocedure moest weg nemen, heeft de problematiek van de tegenspraak tussen de geheimhouding van het vooronderzoek en de noodzaak om de maatschappij te beschermen tegen de geheime werking van extreemrechtse organisaties niet onverlet gelaten.

Deze wet gaf daarom aan de procureur de bevoegdheid, zelfs tijdens een lopend gerechtelijk onderzoek, publieke kennisgevingen te doen wanneer het openbaar belang het vereist. Daarvan werd in het Bendeonderzoek nooit echt een toepassing gemaakt. Zelfs in de parlementaire onderzoeken weigerde het parket er nuttige mededelingen over te doen.

Buiten voorgaande elementen zijn er ook nog andere gegevens die de voortgezette geheimhouding kunnen verklaren. Je kan het Bendeonderzoek ook de “vuilbak” van de recente Belgische geschiedenis noemen.

Zowat alles wat er in dit land verkeerd is gelopen komt er door het onderzoek van alles en nog wat in aan bod. Het is begrijpelijk dat niemand die betrokken was in het daardoor aangetoonde wanbeheer staat te springen om het openbaar te maken.

Anderzijds heeft de oorlog in Oekraïne nu de noodzaak van een sterke NAVO aangetoond. Dat houdt niet enkel de versterking van de militaire middelen in. De ontwrichting van een NAVO-lidstaat gebeurt nu ook met de moderne middelen als cyberaanvallen en fake news en een versterkte aanwezigheid van buitenlandse inlichtingendiensten.

Het gevolg van de huidige wetswijziging, de onverjaarbaarheid van de Bendemoorden, is dus tweemaal contraproductief. Het wijzigt in niets de onmogelijkheid om er een strafprocedure over te houden en door de voortgezette geheimhouding blijft ook de maatschappij verstoken van wat ook nu nog een ernstige bedreiging uitmaakt, het bestaan van geheime organisaties die onze democratische rechtsstaat willen ontwrichten om er een andere maatschappijopvatting voor in de plaats te stellen.

Over welke organisaties het nu gaat is recent in de media gekomen door de revelaties over door de diensten reeds voorheen gekende banden van Belgische politici met China en Rusland, en de werking van extreemrechtse organisaties die daarbij worden aangewend.

Vraag is dus hoe je de begrafenis eerste klasse van het Bendeonderzoek kan verzoenen met de noodzaak om ook de kiezer in kennis te stellen van wat ook nu nog, en zelfs meer dan voordien, een ontwrichting van onze democratische rechtsstaat uitmaakt.

Dat was juist de bedoeling met de uitbreiding van de bevoegdheid van het openbaar ministerie om die kennisgevingen te doen die openbaarheid vereisen. Hierbij kan ook verwezen worden naar de academische onderzoeken die aanleiding hebben gegeven over een gelijkaardige gebeurtenis.

De waarheid over de moord op de toenmalige communistenleider Julien Lahaut werd eveneens in het gerechtelijk onderzoek tegengewerkt. Het wetenschappelijk onderzoek dat werd gepubliceerd in de vorm van twee boeken bracht niet alleen de daders naar voor maar beschreef ook én de achterliggende organisaties én de verwevenheid met de onderzoekers.

Het openstellen van het onderzoeksdossier voor wetenschappelijk onderzoek naar extreemrechtse netwerken is daarom de meest aangewezen mogelijkheid om het dubbel contraproductief gevolg van de huidige ingreep van onverjaarbaarheid maatschappelijk aanvaardbaar te maken.

Bron » De Wereld Morgen | Walter De Smedt