“Speurders houden soms meer dan 30 jaar cold cases warm, dat is geruststellend”: Fatma Taspinar volgde opnieuw de cel vermiste personen

Van de zoektocht naar verdwaalde mensen met dementie over weggelopen kinderen tot de slachtoffers van de overstromingen in Wallonië: in zowat elke denkbare verdwijningszaak in ons land speelt de cel vermiste personen van de federale politie een rol. In het nieuwe seizoen van “De cel vermiste personen” loopt journaliste Fatma Taspinar weer mee in het spoor van speurders. Dit is haar bijgebleven.

We kennen de cel vermiste personen van de federale politie allemaal van de grote, spectaculaire zaken: verdwenen kinderen, Annick Van Uytsel, Julie Van Espen, … Toch is dat maar een fractie van wat de cel eigenlijk doet, leert ook het tweede seizoen van “De cel vermiste personen” op Eén. “Het gros van de tijd zijn ze aan het zoeken naar bijvoorbeeld minderjarigen die weglopen van huis of mensen met dementie”, legt journaliste Fatma Taspinar uit.

Recent was er nog het verhaal van Emilia Chini, de 75-jarige dame met dementie die verdween in Maasmechelen en uiteindelijk dood werd teruggevonden. Sinds 2010 behandelden de speurders zo al 1.532 dossiers rond mensen met dementie, gemiddeld een tweetal per week. Van hen werden er 1.423 levend teruggevonden, 104 mensen waren overleden, 5 dossiers staan nog open. “We leven in een vergrijzende samenleving, dus dat gebeurt vaker en vaker”, weet Taspinar.

“Je kan bij zulke mensen heel moeilijk inschatten wat er zal gebeuren, omdat hun gedrag zo onvoorspelbaar is”, legt Taspinar uit. “Ze volgen geen logica en daarom heeft de cel vermiste personen met woonzorgcentra een project. Ze houden van de mensen van wie ze weten dat ze dementie hebben een fiche bij. Als zo iemand verdwijnt, vinden ze daarin bijvoorbeeld het oude adres, want daar durven zulke mensen vaak naartoe gaan.”

De cel vermiste personen kan heel snel reageren in zo’n situatie en bij dat soort mensen is dat cruciaal. “Daarom bijvoorbeeld de oproep: zie je iemand die in een kamerjas rondloopt op een vreemde plek, reageer dan.”

Operatie Kerkhof

Recent was er ook het grote nieuws dat in Dinant na 12 jaar het lichaam van de vermiste Britta Cloetens was gevonden. Ook dat is het werk van de cel vermiste personen, die een databank heeft met DNA van mensen die vermist zijn. “Bij alle lichamen of lichaamsdelen die worden gevonden, kunnen zij gaan kijken of er een DNA-match is. Zo is dat ook gegaan bij Britta Cloetens”, legt Taspinar uit.

Om dat mogelijk te maken werkt de cel aan “Operatie Kerkhof”: alle ongeïdentificeerde lichamen die ooit zijn gevonden in ons land zijn ze een voor een aan het opgraven, om een DNA-staal te nemen en na te kijken in de databank. In totaal zijn er zo tot dusver 10 opgravingen gebeurd. In 3 gevallen was er een positieve match. Momenteel zijn er ook nieuwe dossiers in voorbereiding.

De cel vermiste personen doet ook een oproep: “Als er iemand van je familie of kennissen zou verdwenen zijn voor het jaar 2000: laat het ons weten, zodat we kunnen kijken of het dossier gekend is bij ons”.

Koekendoos vol brieven

De reeks toont hoe de speurders zelfs een nieuw spoor proberen te onderzoeken in de zaak rond Ilse Stockmans, een meisje dat al meer dan 36 jaar geleden verdween toen ze op weg was van Leuven naar Aarschot. Met een koekendoos vol dagboeken en brieven kloppen ze bij een specialist aan in de hoop zuiver DNA te vinden van het meisje, iets wat in die tijd nog niet werd bijgehouden.

“Haar mama heb ik ook gesproken”, vertelt Taspinar. “Een prachtige, kranige vrouw, die hoopt ooit nog een antwoord te krijgen om haar een laatste rustplaats te geven. We hebben gezien bij Britta Cloetens hoe belangrijk dat is.”

“Ik heb in die context ooit iemand horen spreken over de cel GEmiste personen. Want voor elke vermiste persoon is er minstens een iemand die hen mist. Dat deze speurders na meer dan 30 jaar alles op alles zetten om die zogeheten cold cases warm te houden, vind ik een heel geruststellende gedachte.”

Bron » VRT Nieuws

Oud-rijkswachter Robert Beijer reageert op onderzoek Bende van Nijvel en “1985”: “Ik heb genoeg van de beschuldigingen”

“Ik heb genoeg van de beschuldigingen”, zegt voormalig rijkswachter Robert Beijer in een interview met RTBF. Beijer, die al decennia wordt genoemd in het dossier van de Bende van Nijvel, is terug in België nadat hij door Thailand het land was uitgezet. Hij sprak met de Franstalige openbare omroep over de beschuldigingen, en over de recente fictiereeks “1985”, waarin opnieuw een link wordt gelegd tussen Beijer en de Bende.

Robert Beijer wordt al tientallen jaren in verband gebracht met de Bende van Nijvel, maar is nooit in verdenking gesteld. In januari dit jaar hield het gerecht nog een huiszoeking bij de voormalige rijkswachter in Thailand, waar hij al sinds 2000 verblijft. Eind februari keerde Beijer terug naar België omdat de Thaise overheid ontdekte dat zijn verblijfsvergunning niet in orde was. Het gerecht in ons land wil hem ook nog eens ondervragen over de Bende van Nijvel.

Over het huidige onderzoek wil Beijer niet veel kwijt, naar eigen zeggen om het geheim van het onderzoek te respecteren. Maar hij is wel verrast: “ik had het niet verwacht, en ik begrijp niet waarom men steeds terugkomt op die zaak.” Hij hoopt dan ook snel weer te kunnen vertrekken naar Thailand.

“1985”

Sinds zijn terugkeer heeft Beijer ook de reeks “1985” ontdekt, waarin zijn personage te zien is aan de zijde van voormalig rijkswachter Madani Bouhouche. Beijer zelf vindt de reeks maar onzin. “Ik vind het overdreven”, aldus Beijer, “er zijn personages die ik niet herken, de feiten kloppen niet, de tijdlijn is fout, en mijn personage komt helemaal niet overeen met de werkelijkheid. Het is allemaal onzin.”

“Ze doen alsof de rijkswacht alleen maar bestond uit seksverslaafden, extreemrechtse types en moordenaars”, zegt Beijer. Hij geeft het voorbeeld van commandant Léon François. Volgens Beijer was François helemaal niet corrupt of uit op persoonlijk gewin. Hij was een idealist die Amerikaanse politietechnieken in ons land wou toepassen, maar die waren hier helemaal niet legaal. “Toen alles fout liep (een burgerinfiltrant ging met geld lopen, nvdr.), moest hij het geld dat verloren was geraakt zelf zien te recupereren.”

Vanaf dat moment liep alles fout. Leden van het Nationale Bureau voor Drugs, waarover François de leiding had, geraakten zelf betrokken bij drugshandel en lieten zich ook rollen door ervaren criminelen. “Maar”, zo stelt Beijer, “met de Bende van Nijvel had François helemaal niets te maken.”

Misleidende artikels

Op de vraag waarom zijn naam regelmatig in verband wordt gebracht met de Bende van Nijvel, antwoordt Beijer dat ook de media hierin een rol hebben gespeeld. “Je opent de krant en ziet: ‘Bende van Nijvel, Beijer opgepakt in Thailand.’ Wat denken de mensen dan als ze dat lezen? Ze denken natuurlijk dat er een verband is. Ze lezen zelfs het artikel niet.”

Leugendetector

Zelf blijft Beijer volhouden dat hij niets te maken heeft met de Bende van Nijvel. Zo verwijst hij ondere andere naar verschillende ondervragingen eind jaren 90, en ook een test met de leugendetector die hem naar eigen zeggen heeft vrijgepleit. “Ik zat aan de leugendetector, en ze hebben mij nooit in verdenking gesteld voor dit dossier. Men heeft nooit iets gevonden.”

De voormalige rijkswachter heeft in het verleden ook verschillende keren voorgesteld om informatie te geven over de misdrijven van de Bende van Nijvel, in ruil voor strafvermindering. Maar daar is het gerecht nooit op ingegaan, vermoedelijk door de dubieuze reputatie van Beijer.

Of de waarheid ooit aan het licht zal komen, weet Beijer niet. “Zullen we de waarheid ooit kennen? Zit de waarheid niet al in het dossier? Kijk waar we nu staan, 40 jaar later met zakken vol hypotheses, en we weten niet wat we ermee moeten doen.”

Bron » VRT Nieuws

Kristel uit Tervuren heeft de hand van de ‘reus’ gevoeld in 1985 en durft niet naar serie over Bende van Nijvel kijken

Kristel Caron (56) uit Tervuren wil wel graag, maar durft niet naar de televisiereeks “1985” kijken. Waarom niet? Op 27 september 1985 stond ze, als 18-jarige, aan een kassa van de Delhaize van Overijse oog in oog met de ‘reus’ van de Bende van Nijvel. En dat beeld is ze nooit vergeten. En toch moest het ergste nog komen: 5 doden in en rond de Delhaize in Overijse.

Op vrijdagavond 27 september haalt de Bende Van Nijvel verwoestend uit. Na een stilte van bijna twee jaar vallen de overvallers schietend binnen in de Delhaize van Eigenbrakel, ze maken drie dodelijke slachtoffers. Een kwartier later rijden ze de parking van de Delhaize in Jezus-Eik (Overijse) op, twee mannen stappen uit een wagen en beginnen meteen te schieten. Daar begint het verhaal van Kristel Caron.

“Ik was net afgestudeerd en in september bij Delhaize begonnen. Vrijdagavond was ik aan het werk aan kassa 11, de voorlaatste kassa. Een klant riep: een overval! Ik hoorde precies ballonnen die sprongen. En dan zag ik twee mannen met zwarte lange jassen, een masker en een zwarte muts of hoed op het hoofd. Eerst gingen ze naar boven naar het bureel. Ik wist niet dat er nog een derde aan de ingang van de kassa stond, die man was de schutter, de killer, hij heeft iedereen doodgeschoten. Ze gingen kassa per kassa af. Het duizelde in mijn hoofd, ik was gaan liggen, maar kroop weer recht omdat ik zeker wou zijn dat ik de kassa wel open kreeg.” Iets wat achteraf belangrijk bleek, bij een collega kassierster, Rosa uit Huldenberg, ging het niet snel genoeg, zij werd doodgeschoten.

Grote handen en heldere blauwe ogen

“Als ik mijn ogen sluit kan ik die film weer helemaal afspelen. ‘De reus’ kwam naar mijn kassa, hij was opvallend groot. Of hij Nederlands of Frans sprak was me onduidelijk, misschien omdat ik zelf perfect tweetalig ben. Hij nam het geld en stopte het in een zwarte vuilniszak met daarop ‘Propsac’. Hij zei dat ik moest gaan liggen, zijn geweer in de hand en met de andere hand duwde hij me naar beneden. Het was een grote hand en hij had opvallend helderblauwe ogen. Die kon ik zien onder het masker, een aansluitend masker van een man waarmee je kon kijken en bewegen met je mond. Daarboven droeg hij een zwarte muts. Daarna waren ze snel weg met hun Volkswagen Golf GTi.”

Fles wijn gegooid

“Wat me opviel, is hoe koelbloedig en professioneel ze te werk gingen,” vertelt Kristel. “Daarna bleef het even stil en toen barste het gehuil en geschreeuw los. Vanaf dan weet ik niets meer of in flarden. Ik heb met een collega nog een deken over onze overleden collega gelegd. Eén van de hoofdkassiersters had haar schort uitgedaan en wou de overvallers achterna rijden met haar auto. Ze had eerst al een fles wijn in hun richting gegooid. Gelukkig was dat niet raak, je weet nooit hoe ze gereageerd zouden hebben,” aldus Kristel. Maandag erna ging ze opnieuw werken. Van hun werkgever Delhaize hoorde ze niets: “Geen brief, geen opvang en geen begeleiding. Zwijgen en weer aan de slag, dat was het.”

Maskers

“Ik ben nog steeds doodsbang voor maskers. Carnaval vind ik een vervelende periode. Als ik onverwacht iemand zie met een masker loop ik voor mijn leven. Mijn kinderen mochten ook nooit maskers dragen”, vertelt Kristel. “Ik heb de draad snel weer opgepikt en blijven werken bij Delhaize en later bij Di. Toen ik enkele jaren geleden de reconstructie van Aalst zag op Telefacts ging ik in shock en was ik weken out.”

Ooit eens kijken

“De serie ‘1985’ neem ik op. Iedereen zegt me dat ze goed is en ik ben altijd alles over de Bende blijven volgen. Maar ik ben bang om opnieuw in shock te gaan. Misschien kijk ik later eens en zeker op mijn eentje, daar hoeft niemand bij te zijn. Maar nu durf ik het niet.” Op de vraag wie er achter de Bende zit heeft ook Kristel geen antwoord: “Ik volg de politiek en alle theorieën niet, maar ik ben wel blij met de serie, er moet aandacht blijven voor de gruwel van de Bende van Nijvel. Ik hoop dat de zaak niet verjaart en dat ze blijven zoeken naar de daders.”

Haemers

Op de vraag of de ‘reus’ met de opvallende grote ogen misschien Patrick Haemers was (Haemers was van het nabije Sint-Lambrechts-Woluwe en heeft nog steeds naaste familie in Overijse, n.v.d.r.), die ook in de serie 1985 opduikt, antwoordt Kristel negatief: “Nee, hij was het niet, dat zou ik geweten hebben. Waar ik wel zeker van ben is dat ze de Delhaize van Overijse goed kenden. Ze kenden de parking en ook de weg in de Delhaize zonder enig aarzelen. Ze zijn zeker op verkenning geweest.”

Bron » VRT Nieuws

Aflevering 8 van “1985”: de fictiereeks stopt, de vragen rond het bendedossier blijven

Vanavond kan je op Eén naar de laatste aflevering van “1985” kijken, de serie over de Bende van Nijvel. Het brutale geweld, de vervlechting van boven- en onderwereld en het weinig efficiënte onderzoek: het zijn de inmiddels bekende hoofdingrediënten van het Bendeverhaal. Maar wat na acht afleveringen rest, is toch vooral het open einde en de talloze vragen. Exact ook de realiteit van het Bendeonderzoek: veel hypotheses, weinig of geen exacte antwoorden.

Robert Beijer

De aflevering begint met een ondervraging van Robert Beijer. Door een toeval is dat stukje nu brandend actueel. Zoals bekend, reisden Belgische speurders enkele weken geleden naar Thailand, het land waar Robert Beijer al jarenlang resideerde. De Belgische onderzoeksrechter Martine Michel, iemand van het federaal parket en vijf speurders deden er een huiszoeking. Dat nieuws kreeg veel weerklank in de media. Maar zo veel deining het kortstondig veroorzaakte, zo stil bleef het daarna.

Voor zo ver bekend, vond men bij de huiszoeking niets interessants. Dat mag misschien ook niet verbazen. Als het zo is dat Robert Beijer samen met Madani Bouhouche de spin in het Bendeweb vormt, zou het vreemd zijn mocht hij, zo’n veertig jaar na de feiten, bewijzen daarvan voor het grijpen laten liggen.

Een gevolg van de huiszoeking was wel dat Beijer niet over de juiste Thaise papieren bleek te beschikken. Het is een administratieve kwestie die wellicht ook al wel eerder bekend was. Het blijft dus een beetje vreemd dat het werk van de rogatoire commissie ogenschijnlijk slechts dat opleverde. De kans is reëel dat er een onderzoeksstrategie gehanteerd wordt die op een ander effect mikt.

Want dat Robert Beijer een sleutelfiguur is in het Bendedossier, daarvan is er meer dan één indicatie. Zo bleek hij bijvoorbeeld kort voor de aanslag in Aalst, in het najaar van 1985, opgemerkt te zijn in de buurt van de plaats van de feiten. De speurders van de Deltacel onder leiding van onderzoeksrechter Troch voelden hem daarover aan de tand. Ze vermoedden dat hij een observatieopdracht uitvoerde om de aanslag voor te bereiden. Zijn uitleg was dat hij als privédetective informatie aan het inwinnen was in een banale zaak van overspel.

Beijer neemt zelfs foto’s van de omgeving.

Wellicht relevanter is het globale klantenbestand van A.R.I., het detectivebureau dat Beijer en Bouhouche oprichtten na hun vertrek uit de rijkswacht. In “1985” is te zien hoe Beijer enkele speurders voor een gesloten deur plaatst om dan bewijsmateriaal te vernietigen. Dat bewijsmateriaal was onder andere te vinden in de A.R.I.-fichebak. A.R.I. werkte blijkbaar in opdracht van niet bepaald de eerste de beste. Zo zien we enkele bekende namen passeren van de Amerikaanse ambassade in Brussel, ex-premier Paul Vanden Boeynants, de B.O.B., journalisten van het tijdschrift Pourqoui Pas….

Bolognaisesaus

De realiteit van het Bendeverhaal overtreft soms de fictie. Zo is er het onwaarschijnlijke verhaal van een wapen dat teruggevonden wordt in een potje diepgevroren bolognaisesaus.

Het was Anne Quittner, de vrouw van Bouhouche, die aan de speurders liet weten dat er bij hen thuis nog een wapen verstopt was, een FN GP 9mm pistool. Het pistool zat, zo zei ze nog, in een doos met bolognaisesaus in de diepvriezer. Zij zou het wapen gekregen hebben van Beijer.

Het wapen wordt door diverse wapendeskundigen geanalyseerd maar waar de ene expert het linkt aan de Bende, en meer bepaald aan de moord op wapenhandelaar Juan Mendez, ontkent de andere dat. “Had ik het u niet gezegd?” reageert een triomfalistische Bouhouche op het nieuws van de tegenexpertise die hem in zijn visie in het gelijk stelt. In het Bendeverhaal lijkt, Multatuli parafraserend, niets waar te zijn en zelfs dat niet.

Garageboxen

Wat materieel wel bewezen is, is het bestaan van garageboxen waar de Bende haar wapens, munitie en voertuigen verstopte. Dat gegeven wordt in de laatste aflevering van 1985 goed uitgewerkt.

Zo is er een garagebox ‘Louise’ op de Louisalaan in Brussel aan de rue du Beau Site. Het zou speurder Goffinon geweest zijn die de tip over deze opslagplaats kreeg maar hij hield de info voor zich.

In de reeks is te zien hoe Bouhouche vanuit de gevangenis aan zijn vrouw Anne Quittner via de telefoon vraagt om alles op te ruimen. Versta: laat het bewijsmateriaal verdwijnen.

Dat laatste gebeurde hoe dan ook. De box wordt op een bepaald moment helemaal leeggemaakt. De vraag blijft of dat met medeweten van sommige speurders gebeurde dan wel dat de Bende de speurders eens te meer te slim af was. In de reeks van vanavond krijgt u een Brusselse vloek als antwoord…

Versterking van de staat

In de reeks doet het personage van Madani Bouhouche een veelzeggende uitspraak. “Luister ‘s,” zo zegt de sluwe vos aan de idealistische speurder De Vuyst, “de rijkswacht rijdt tegenwoordig rond met Golf GTI’s, draagt kogelvrije vesten en schiet met riot guns. België is een stabiel land geworden.”

Het is natuurlijk slechts een fragment uit een conversatie uit een fictiereeks. Maar toch zal het voor velen als de bevestiging klinken van wat ze vermoeden: het bendegeweld had tot doel het veiligheidsapparaat te versterken.

Het is en blijft slechts een theorie als verklaring voor de feiten van de Bende.

Het hellend vlak

Ronquières is bekend door het hellend vlak. Maar de omschrijving van de locatie is figuurlijk eigenlijk perfect toepasselijk op een cruciaal element in het onderzoek dat tot op de dag van vandaag voor veel controverse zorgt en waar alle kanten mee uitgegaan wordt.

Alles start in de nacht van 10 op 11 november 1985. Aan de draaikom van het kanaal Brussel-Charleroi, op een paar tientallen meters van Ronquières, wordt een zak (of verschillende zakken) in het water gegooid. Het zijn getuigen die dit signaleren. Procureur Jean Deprêtre van Nijvel laat de plek doorzoeken maar zonder resultaat.

Maar een jaar na deze eerste zoektocht wordt er opnieuw gezocht. Deze keer door speurders van het Deltateam onder leiding van onderzoeksrechter Freddy Troch uit Dendermonde. Dit team zoekt wellicht beter want er worden verschillende zakken opgedoken. In die zakken zit bewijsmateriaal dat de feiten uit de eerste en de tweede periode van de Bende aan elkaar linkt.

Iedereen spreekt in eerste instantie over deze vondst in termen van ‘een belangrijke doorbraak’. Maar het Bendedossier zou het Bendedossier niet zijn, mocht er ook geen tweede lezing van deze vondst zijn. Het hellend vlak neemt eigenlijk een bocht van 180°. Wat voor de een een succes is, bekijkt de ander als sabotage. Dat zit zo.

In 1990 wordt het Bendeonderzoek gecentraliseerd in Charleroi. De Cel Waals-Brabant in Charleroi schakelt het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC). En het NICC stelt vast dat die gevonden wapens onmogelijk een jaar lang in het water hebben kunnen liggen. Sterker: men zou de stukken er zelf ingelegd kunnen hebben om zo het onderzoek opzettelijk te manipuleren. Wat in eerste instantie een belangrijk spoor leek wordt dus later door sommigen beschouwd als een bewust uitgezet dwaalspoor.

Het is de aanleiding voor onderzoeksrechter Martine Michel om een onderzoek te openen tegen de voormalige speurders in Dendermonde. Het conflict escaleert zwaar. Speurders worden door andere speurders in opspraak gebracht en er worden wederzijdse zware beschuldigingen geuit.

Wat in de reeks 1985 het einde is, is in werkelijkheid absoluut niet zo. Integendeel, het dossier werd er door de verwikkelingen rond Ronquières zo mogelijk nog raadselachtiger op. En in het verlengde daarvan kan gezegd worden dat een van de redenen waarom het bendedossier tot op de dag van vandaag niet opgelost is, precies het gegeven is dat ervaren speurders mekaar vakkundig de das omgedaan hebben.

Het is maar fictie

Wat heeft “1985” ons bijgebracht? We hebben 8 zondagavonden lang genoten van fantastische acteerprestaties, waarheidsgetrouwe decors, een soundtrack die de jaren ’80 muzikaal deed herleven. Het was kortom spannende televisie van de bovenste plank.

De makers meldden week na week expliciet dat het over fictie ging maar tegelijk zeiden ze dat alles gebaseerd was op waargebeurde feiten. In de sterkte zat tegelijk ook de zwakte van de reeks. Door tegelijk feitelijke informatie te geven en originele archiefbeelden te verwerken maar tegelijk ook te zeggen dat het slechts fictie is, kan je alle kanten uit.

En het ging in de reeks ook alle kanten uit. Verschillende verklaringen voor de Bende van Nijvel kwamen aan bod, soms impliciet, soms expliciet: extreem rechts, corruptie, afpersing, chantage, Gladio, strategie van de spanning, rancune, wraak, …

Over de Bende van Nijvel is er ondertussen een omvangrijk onderzoeksdossier van honderdduizenden pagina’s, er verschenen tientallen boeken, artikelen, films, … In die zin is het verhaal van de Bende met “1985” aangevuld met een bijzonder goed gemaakte reeks. Maar misschien heeft de bevolking en al zeker de slachtoffers naast een spannend verhaal over de Bende van Nijvel vooral ook behoefte aan duidelijke antwoorden.

Bron » VRT Nieuws | Dirk Leestmans

De fictiereeks ‘1985’ kent de waarheid over de Bende van Nijvel niet, maar komt er dicht bij

Zondag zendt Eén de laatste aflevering van 1985 uit. De reeks brengt een scherp beeld van de ‘loden’ jaren 80, de extreemrechtse paranoia en de terreur van de Bende van Nijvel. Feit of fictie? Het zijn de feiten zoals fictie ze plausibel kan maken.

Op een dik veertig jaar oud filmpje is te zien hoe de extreemrechtse gevangenisdirecteur Jean Bultot zich in de Brusselse nachtclub Le Jonathan vermaakt met prostituees in een met confituur gevuld bad. Het filmpje, ooit te zien op Youtube, duikt op in de fictiereeks 1985 over de Bende van Nijvel, waarvan Eén zondag de finale uitzendt. Getuigden zulke feestjes niet van veel finesse, naar verluidt deden politici, magistraten, zakenlui, rijkswachtofficieren en patsers allerlei er graag aan mee.

De fuiven creëerden een sfeer waar de ­makers van 1985 gretig gebruik van maken. Tussen drank en seks door waren daar ‘hooggeplaatsten’ aan het smoezen, en vast niet ­alleen over confituur. Of er ontstonden ­kansen om deze of gene te chanteren. En er stelt zich ook een logistieke vraag: waar haal je al die confituur vandaan? 1985 brengt het antwoord: rijkswachters gingen die ­opvorderen in hun eigen mess.

Zulke details maken het ook dramatisch sterk geschreven en geacteerde 1985 realistisch en geloofwaardig. Ze sterken vooral de these van de serie. En die is niet min. Kort ­samengevat: de Bende van Nijvel was een ­extreemrechtse machinatie die angst wilde creëren bij de bevolking om haar met die ‘strategie van de spanning’ rijp te maken voor een autoritaire machtswissel.

Pretentieuze versie

In 1985 belandt niet Bultot, maar ‘de minister van Landsverdediging’ in de confituur. Zijn naam wordt niet genoemd, maar de allusie is helder: Paul Vanden Boeynants, ­Brussels christendemocraat (PSC), die toen overigens al minister van Defensie af was. Deze populist avant la lettre stond voor een ­gespierde staat. Als spil van een reactionaire fractie in de PSC teerde hij op anticommunistische paranoia. Die kenmerkt ook een privémilitie als Westland New Post (WNP) in de periferie van de PSC. En ze bracht ‘VdB’ ertoe om, nog als minister, de paramilitaire ­inlichtingendienst Public Information ­Office (PIO) op te richten.

Als Defensieminister had hij mee de politieke voogdij over de rijkswacht, een op militaire leest geschoeide nationale politie. Die is volgens 1985 het operationele centrum van het extreemrechtse complot dat de ­Bende van Nijvel aanstuurde, meer bepaald de elite-eenheid Diane, nu het Directoraat Special Units (DSU). Zo kan de fictiereeks die 1985 is een meesterbrein vinden in een VdB-achtige figuur, in een wat pretentieuzere versie van het origineel.

Was Vanden Boeynants die spilfiguur? Vast niet – het complot was breed vertakt en niet zo strak georganiseerd. Dat verklaart de klungeligheid (met wapens verstopt in een pot ingevroren spaghetti bolognese) of de banaliteit van reële motieven, zoals bij de moord op een vermeende spion in de ­Herdersliedstraat, ‘toevallig’ ook de ex van de vrouw van een complotteur.

VdB botste wel met justitie, maar dan, ­aldus de rechter, als ‘verstokte en onver­beterlijke’ fiscale fraudeur. Toen kon hij zijn ambitie om burgemeester van Brussel te worden, voorgoed opbergen. En wat de ­confituur betreft, alleen al de gedachte dat hij zich met zulke decadente onnozelheden zou hebben ingelaten, vond hij beledigend.

Rivaliteiten alom

In en om de Bende kon moeilijk sprake zijn van een strakke organisatie, omdat in die ­jaren tussen alle betrokkenen ook grote rivaliteiten heersten. Zoals tussen de ministers en topambtenaren van Defensie, Binnenlandse Zaken en Justitie. Tussen de rijkswacht en de politie. Tussen de Staatsveiligheid en militaire inlichtingendiensten. ­Tussen privémilities als WNP en de Staatsveiligheid, die ze ervan verdacht dat ze door de KGB waren geïnfiltreerd. Waartussen nog opgeblazen ego’s van politici, speurders of magistraten met elkaar botsten, om de eer, uit ijdelheid of koppigheid.

Ondanks die rivaliteiten valt wel een constante op, die ook een onderstroom in 1985 is. Al die weldenkenden die het land dringend van het communisme wilden redden, voerden een oorlog tegen een binnenlandse vijand: vakbonden, studenten, linkse politici, de vredesbeweging. Al in 1973 kon Vanden Boeynants de scholieren niet ernstig ­nemen die betoogden tegen zijn plan om de dienstplicht te verstrakken. Dat protest, zei hij, was gemanipuleerd door ‘agitatoren’.

In de vroege jaren 80 bestond een acute aanleiding voor dat reactionaire wantrouwen in het maatschappelijke protest, dat overigens deels voortvloeide uit de brede vernieuwingsdrang die met mei 68 was ­begonnen. De verkiezing van de Amerikaanse president Ronald Reagan in 1980 draaide de Koude Oorlog flink wat graden hoger. Die wending was al concreet geworden in het ­Navo-dubbelbesluit, dat de Belgische politiek zonder meer accepteerde. Gebeurde dat ‘en stoemelings’ of omdat ‘men’ vond dat de democratie er geen zaken mee had? Zo ontstond de zogeheten rakettencrisis, over de plaatsing van Amerikaanse tactische nucleaire wapens in Europa, ook op de luchtmachtbasis van Florennes.

Dat systemische wantrouwen creëerde mee de sfeer van de ‘loden’ jaren 80, net als een gebrek aan transparantie. Het opende ook mogelijkheden voor de machinatie met de Bende. Die verschijnt minder als een strak complot dan als een samenloop van parallelle extreemrechtse, politieke, militaire en ­zeker ook kapitalistische ambities. 1985 kan plausibel maken hoe die convergentie tal van elementen samenbracht.

Verblinde links-radicalen

De lijst is lang: verbitterde ex-rijkswachters die naar de criminaliteit overstappen, de shootingclubs, waar wapengekken zich uit­leven, of de Groep G waarin rijkswachters en leden van privémilities elkaar vinden. Het is inderdaad denkbaar dat vanuit die milieus ook ideologisch verblinde links-radicalen zijn gemanipuleerd bij de bomaanslagen van de Cellules Communistes Combattantes (CCC). Ziedaar de binnenlandse vijand. Een Leuvense professor beschreef hoe de CCC extreemrechts diende: eens de CCC een aanslag had aangekondigd, in dit geval op een bank, kon de politie alleen wachten tot de bom ontplofte en de omstaanders op een afstand houden. Een sterker bewijs voor de onmacht van de staat was niet nodig.

1985 haalt er terecht ook Gladio bij, dat door de Navo werd opgezet om bij een Sovjetinvasie van West-Europa het clandestiene verzet te organiseren en waarvoor geheime wapendepots werden aangelegd. Hoorde Gladio in België bij de militaire veiligheidsdienst (als SDRA-8), ook de chef van de (civiele) Staatsveiligheid, Albert Raes, was erin ­actief, net als de rechtse liberaal (ooit nog ­Senaatsvoorzitter) Armand De Decker.

De Bende van Nijvel paste ongetwijfeld in een breder politiek opzet – zoals er zeker ook (ex-)rijkswachters bij betrokken waren. De intentie, het personeel, de kennis en de middelen waren beschikbaar. Dat het onderzoek ernaar zichtbaar is gesaboteerd en vergiftigd met bewust uitgezette dwaalsporen, geeft dat al aan. Al moet incompetentie niet altijd met moedwil worden verwaard. Zo is het ook denkbaar dat de raids op Delhaizewinkels de politieke uitloper waren van een aanvankelijk louter crimineel opzet: afpersing, al dan niet met Amerikaanse Delhaizevestigingen als inzet.

In de moorden van de Bende tonen zich ook de contouren van andere convergenties: criminele informanten die de rijkswacht gaan manipuleren, politiediensten die over weinig onderzoekstechnieken beschikken, zowel wettelijk als logistiek, dan maar op ­eigen houtje wat gaan bricoleren met illegale middelen en methodes, bewijsmateriaal ‘planten’ of doen verdwijnen.

Dutroux

Zo ontstonden schemerzones en raakten speurders gecompromitteerd. En was het niet daardoor, dan door pure corruptie of een drang naar snel geld. Zeer actief porden politieke verantwoordelijken de zaak ook niet aan. Achteraf lieten meerdere politici verstaan dat het oprollen van de Bende wel een prioriteit was, maar dat de schrik er bij hen pas inzat eens de CCC opdook en zij zich ook persoonlijk bedreigd voelden als zo’n symbolisch doelwit waar de CCC op mikte.

Omdat justitie en politie het raadsel van de Bende van Nijvel nooit konden oplossen, bleef de zaak een collectief trauma. Tien jaar later ging de wonde weer etteren, toen in de marge van de zaak-Dutroux en de zogeheten X-dossiers weer geruchten opdoken over seksschandalen zoals die rond de Bende circuleerden. Overigens volgde pas toen een lang uitgestelde politiehervorming.

Dat de waarheid over de Bende nog altijd niet bekend is, kan, aldus de makers van 1985, een rechtsstaat zich niet ‘veroorloven’. Van gerechtigheid is nog altijd geen sprake, daders zijn nooit ter verantwoording geroepen. De serie moet dan ook haar eigen waarheid verzinnen. Is het grote complot in 1985 er wellicht te veel aan, deze expliciet geëngageerde fictie moet het stellen met hypothesen die niet juridisch gestaafd maar wel plausibel zijn. Dat is waarvoor fictie kan ­dienen. Daar is deze serie, met haar dramatische kracht en nauwkeurige documentatie, uitstekend in geslaagd.

Bron » De Standaard | Marc Reynebeau