Federale politie zoekt in kanaal in Humbeek naar autowrakken met sporen naar vermiste personen

In Humbeek, een deel van Grimbergen, is de Federale Politie bezig met een bijzondere zoekactie. Ze gebruiken speciale boten en apparatuur om de bodem van het Zeekanaal Brussel-Schelde te onderzoeken tussen Humbeek en Kapelle-op-den-Bos. Ze halen autowrakken boven om een mogelijk spoor te vinden van vermiste personen.

De politie wil oude autowrakken uit het kanaal halen. Dat kan helpen bij het oplossen van zaken van vermiste personen. Het is een grote actie die ook verderop richting Antwerpen doorgaat. Korpschef Jurgen Braeckmans van de politiezone Grimbergen bevestigt dat ze op de hoogte zijn van de actie en dat ze de federale politie helpen waar nodig.

Buurtbewoners moeten zich geen zorgen maken

In Humbeek zijn ongeveer zestien plekken waar mogelijk voertuigen op de bodem van het kanaal liggen. Tot nu toe zijn er al drie oude auto’s boven water gehaald, maar ze lijken niets te maken hebben met een onderzoek naar vermiste personen. Burgemeester Bart Laeremans benadrukt dat mensen zich geen zorgen hoeven te maken als ze politie aan het kanaal zien. Dit hoort allemaal bij de zoekactie.

De eerste autowrakken lijken niets te maken te hebben met vermiste personen
De eerste autowrakken lijken niets te maken te hebben met vermiste personen

Oplossen van verdwijningszaken

Jana Verdegem, een woordvoerster van de Federale Politie, legt uit dat de zoekactie deel uitmaakt van een groter plan. “We werken samen met verschillende instanties om te kijken of er voertuigen in kanalen of rivieren zijn beland. Die voertuigen kunnen mogelijk verband houden met vermiste personen.”

De zoekactie strekt zich uit van Vilvoorde tot Antwerpen. “Eerst wordt er met een sonarboot gekeken waar de hotspots zijn, en daarna komen duikers in actie om verder onderzoek te doen. We hopen dat deze actie zal helpen bij het oplossen van belangrijke zaken “, besluit Verdegem.

Bron » VRT Nieuws

Vorig jaar 3 lichamen vermiste personen geïdentificeerd dankzij DNA-databank

Dankzij de DNA-databank voor vermiste personen zijn vorig jaar 3 onbekende lichamen geïdentificeerd. Dat zegt het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek, dat de databank beheert. In die databank zitten DNA-sporen van onbekende lichamen en vermiste personen. Sinds vorig jaar kunnen die vergeleken worden met sporen van buitenlandse databanken.

De DNA-databank van het NICC werd in 2018 opgericht met als doel onbekende lichamen te identificeren of sporen van vermiste personen te vinden. Sinds vorig jaar worden de profielen in de Belgische DNA-databank ook uitgewisseld met de DNA-databanken van de internationale politieorganisatie Interpol.

Die uitwisseling heeft in oktober 2024 geleid tot een doorbraak in de oude verdwijningszaak van Angelique Hendrix. De toen 19-jarige vrouw was op 13 juli 1990 verdwenen nadat ze met de fiets haar ouderlijk huis had verlaten in Stein, een gemeente net over de grens in Nederlands-Limburg. Haar DNA-profiel kon nu gematcht worden met een schedel die op 20 mei 1991 werd aangetroffen in Maasmechelen.

50 nieuwe profielen

Ook in 2 andere dossiers hielp de NICC-databank om een lichaam(sdeel) te identificeren. De gegevens konden worden gekoppeld aan een vermiste persoon en aan een persoon die gekend was in het buitenland.

Uit cijfers van NICC blijkt ook dat vorig jaar exact 50 nieuwe profielen zijn toegevoegd aan de DNA-databank. Het gaat meer specifiek om 23 niet-geïdentificeerde lichamen, sporen van 11 vermiste personen en DNA van 16 verwanten van vermiste personen.

Bron » VRT Nieuws

Alain Remue (Cel Vermiste Personen) bijna met pensioen: “In mijn ogen bestaat er niets ergers dan een kind verliezen”

“Eigenlijk zou ik het liefst van al mijn werk zo technisch mogelijk doen, alleen en ver van alle emotie.” Dat bekent Alain Remue, hoofd van de Cel Vermiste Personen. In de 29 jaar dat die cel bestaat, heeft hij een bijzondere band opgebouwd met veel ouders. Al bezorgde hem dat ook wel eens een dubbel gevoel. “Je wil me niet bij jou in huis”, zegt hij 1 jaar voor zijn pensioen.

Het was al een drukke zomer voor Alain Remue. Hij heeft er net 2 weken permanentie opzitten, en zijn team moest ook deze zomer weer slecht nieuws aan ouders brengen. Zo raakte Daan, een 25-jarige scoutsleider, vermist na een val in het meer van Vielsalm. Een dag later werd zijn lichaam gevonden, na een zoektocht van de hulpdiensten en de Cel Vermiste Personen.

Het verhaal van Daan is een van de ruim 32.000 dossiers die de Cel Vermiste Personen in de afgelopen 29 jaar heeft behandeld. Het gaat om onrustwekkende verdwijningen. “Daar zitten de weglopers dan niet eens tussen, want die dossiers komen niet bij ons terecht”, zegt Remue in ‘Op stap met Michaël’. In dat Radio 1-programma liet hij 1 uur lang in zijn hart en in zijn hoofd kijken.

Bijzondere band met getroffen ouders

“Eigenlijk kan je mijn job samenvatten in 2 woorden: antwoorden geven”, vertelt Remue. “Ik heb geleerd dat het voor sommige mensen niet uitmaakt wat dat antwoord ook is. Een antwoord hebben is belangrijker dan niks weten. Slecht nieuws is beter dan geen nieuws. Dat heb ik geleerd van ouders van vermiste kinderen. Het kan een verlossing zijn.”

Als hij het over die ouders heeft, gebruikt hij gewoon hun voornaam: Eric, Anita, Dirk, Danielle. (de ouders van Nathalie Geijsbregts en die van Liam Vanden Branden, red.) Remue kent hen na zoveel jaren dan ook erg goed, en ze mogen hem altijd bellen. “Ik heb liever dat ze een deftig antwoord krijgen, dan dat ze met twijfels blijven zitten.”

Toch schuurt die emotionele relatie ook wel eens. “Eigenlijk zou ik het liefst van al mijn werk zo technisch mogelijk doen, alleen en ver van alle emotie”, bekent Remue. Die emotionele betrokkenheid maakte het hem niet altijd makkelijk.

“Toen we in 2011 op zoek gingen naar Amélia en Alison, 2 zusjes die in de Maas waren gevallen, kwam de papa bij ons staan, met nog een broer en een zus”, geeft hij als voorbeeld. “Ze vertelden me hoe het vroeger allemaal was, en hoe die kinderen waren. En eigenlijk denk ik dan bij mezelf: ik wil dit niet horen. Die kinderen sluipen dan mijn emotioneel leven binnen.”

Het is een heel aparte band die hij heeft met al die ouders. “Als mensen me zien, bezorgt hen dat ook altijd een dubbel gevoel. Je wil me niet mij jou in huis, toch niet professioneel. Anderzijds roept het ook vertrouwen op als de ‘Cel Vermiste Personen’ ergens mee bezig is.”

Intense job en gezin veel gemist

Het is een understatement om zijn job ‘intens’ te noemen. Soms blijft hij wel 18 dagen ter plaatse. “Elke zaak is anders natuurlijk”, legt hij uit. “Het hangt allemaal van de omstandigheden af, maar als het over een kind gaat, dan blijf je, punt. Af en toe ga ik dan wel even naar huis, al was het maar om mijn eigen kinderen te zien slapen. Dat is heel belangrijk voor mij.”

Hij heeft veel steun gehad van zijn gezin. “Ze hebben me vaak moeten missen, ik was vaak het terrein op. Ik heb redelijk wat feestjes niet meegemaakt, of eerder moeten verlaten. Maar niemand heeft er ooit over gezaagd. Als ik hen niet had, had ik dit nooit op deze manier kunnen doen.”

Remue heeft veel leren relativeren doorheen de jaren. “Als je vrouw ergens vaststaat met een platte band, moet je natuurlijk niet aan haar zeggen dat er belangrijkere dingen in het leven zijn”, vertelt hij. “Je moet niet alles plat relativeren, maar ik heb wel geleerd dat sommige dingen ook mij hadden kunnen overkomen.”

Een zaak die hem enorm heeft doen nadenken is die van Julie Van Espen. Zij was onderweg met de fiets naar haar vrienden en raakte vermist. “Julie was een 23-jarige knappe, grote, flinke ‘madam’, met heel haar leven nog voor zich”, vertelt hij. “Ik zie haar nog altijd liggen op het asfalt onder de brug van Merksem, onder een zeil. Op dat moment was mijn dochter Eva ook 23. Zij is er nu 28, en haar leven gaat verder. Dat van Julie was gedaan.”

Hij heeft zich in die periode ook heel erg opgejaagd. “Mensen schreven of vertelden dat Julie pech had, en op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was. No fucking way, Julie had alle recht om op dat moment op die plek te zijn. De enige die er niet mocht zijn, was de dader.”

Slecht nieuws brengen

“In mijn ogen bestaat er niets ergers dan een kind verliezen”, zegt Remue meermaals tijdens het gesprek. Hoe moeilijk is het dan om slecht nieuws aan de ouders te brengen? “We moeten dat niet altijd zelf doen. Daarvoor hebben we slachtofferbejegenaars, goed opgeleide mensen binnen de politie.”

Maar in veel gevallen doet Remue het toch zelf. “Ik herinner me de zaak rond Aurore in Gent. Ik heb toen de slechtnieuwsmelding gedaan, en ik besefte 10 seconden voordat ik aanbelde dat ik die mensen hun leven ging kapotmaken. Je wil dan overal zijn, maar niet op de oprit van die mensen, dat kan ik je wel vertellen.”

“Hoe ik zoiets ga vertellen, weet ik vooraf nooit. Ik troost de mensen dan ook, maar wat stelt mijn troost dan voor? Het bizarre is trouwens dat mensen me op dat moment van allerdiepste ellende nog bedanken. Hoe sterk kunnen mensen zijn?”

Bijna met pensioen

Remue begon zijn carrière in de rijkswacht, maar werkt ondertussen al 29 jaar voor de Cel Vermiste Personen. Al loopt die carrière stilaan ten einde: hij is 64 jaar oud en gaat in september 2025 met pensioen. Zijn vrije tijd gaat hij zeker opvullen met ritjes op de motor, dat staat al vast.

“Ik heb het voorrecht gehad om deze fantastische job te mogen doen. Ik heb me er altijd goed in gevoeld, ondanks klotemomenten en triestige momenten. Ik voel me echt bevoorrecht dat ik dit hebben kunnen en mogen doen.”

En wie hem gaat opvolgen? “Ik denk daar toch vaak aan, er zijn al een paar ideeën. Maar weet je, iedereen is vervangbaar.”

Bron » VRT Nieuws | An Steegmans

DNA-databank van vermiste personen identificeert vier onbekende lichamen in één jaar tijd

Dankzij de DNA-databank voor vermiste personen zijn vorig jaar vier onbekende lichamen geïdentificeerd. Het gaat onder meer om het stoffelijk overschot van Britta Cloetens. Dat blijkt uit cijfers van het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC). Dat kon in 2023 ook 69 nieuwe profielen toevoegen aan de databank.

De DNA-databank werd op 1 juli 2018 opgericht met als doel onbekende lichamen te identificeren of sporen van vermiste personen te vinden.

Er bestaan drie soorten DNA-profielen. Ten eerste zijn er de niet-geïdentificeerde lichamen. Daarnaast worden ook sporen van vermiste personen, zoals tanden, aan de databank toegevoegd. Tot slot wordt het DNA van verwanten van vermiste personen bijgevoegd.

Bijna 12 jaar vermist

Vorig jaar zijn 17 niet-geïdentificeerde lichamen, sporen van 9 vermiste personen en DNA van 43 verwanten van vermiste personen toegevoegd aan de databank. In vier gevallen heeft de databank kunnen bijdragen in de identificatie van een onbekend lichaam.

Zo slaagden speurders er dankzij de databank in om gevonden menselijke resten te linken aan Britta Cloetens, die bijna twaalf jaar vermist was. In december 2022 vond een jager menselijke resten terug. Op basis van DNA-onderzoek werd in april vorig jaar een match gevonden met Cloetens.

In een ander geval werd een veroordeelde geïdentificeerd.

Bron » Het Laatste Nieuws

“Speurders houden soms meer dan 30 jaar cold cases warm, dat is geruststellend”: Fatma Taspinar volgde opnieuw de cel vermiste personen

Van de zoektocht naar verdwaalde mensen met dementie over weggelopen kinderen tot de slachtoffers van de overstromingen in Wallonië: in zowat elke denkbare verdwijningszaak in ons land speelt de cel vermiste personen van de federale politie een rol. In het nieuwe seizoen van “De cel vermiste personen” loopt journaliste Fatma Taspinar weer mee in het spoor van speurders. Dit is haar bijgebleven.

We kennen de cel vermiste personen van de federale politie allemaal van de grote, spectaculaire zaken: verdwenen kinderen, Annick Van Uytsel, Julie Van Espen, … Toch is dat maar een fractie van wat de cel eigenlijk doet, leert ook het tweede seizoen van “De cel vermiste personen” op Eén. “Het gros van de tijd zijn ze aan het zoeken naar bijvoorbeeld minderjarigen die weglopen van huis of mensen met dementie”, legt journaliste Fatma Taspinar uit.

Recent was er nog het verhaal van Emilia Chini, de 75-jarige dame met dementie die verdween in Maasmechelen en uiteindelijk dood werd teruggevonden. Sinds 2010 behandelden de speurders zo al 1.532 dossiers rond mensen met dementie, gemiddeld een tweetal per week. Van hen werden er 1.423 levend teruggevonden, 104 mensen waren overleden, 5 dossiers staan nog open. “We leven in een vergrijzende samenleving, dus dat gebeurt vaker en vaker”, weet Taspinar.

“Je kan bij zulke mensen heel moeilijk inschatten wat er zal gebeuren, omdat hun gedrag zo onvoorspelbaar is”, legt Taspinar uit. “Ze volgen geen logica en daarom heeft de cel vermiste personen met woonzorgcentra een project. Ze houden van de mensen van wie ze weten dat ze dementie hebben een fiche bij. Als zo iemand verdwijnt, vinden ze daarin bijvoorbeeld het oude adres, want daar durven zulke mensen vaak naartoe gaan.”

De cel vermiste personen kan heel snel reageren in zo’n situatie en bij dat soort mensen is dat cruciaal. “Daarom bijvoorbeeld de oproep: zie je iemand die in een kamerjas rondloopt op een vreemde plek, reageer dan.”

Operatie Kerkhof

Recent was er ook het grote nieuws dat in Dinant na 12 jaar het lichaam van de vermiste Britta Cloetens was gevonden. Ook dat is het werk van de cel vermiste personen, die een databank heeft met DNA van mensen die vermist zijn. “Bij alle lichamen of lichaamsdelen die worden gevonden, kunnen zij gaan kijken of er een DNA-match is. Zo is dat ook gegaan bij Britta Cloetens”, legt Taspinar uit.

Om dat mogelijk te maken werkt de cel aan “Operatie Kerkhof”: alle ongeïdentificeerde lichamen die ooit zijn gevonden in ons land zijn ze een voor een aan het opgraven, om een DNA-staal te nemen en na te kijken in de databank. In totaal zijn er zo tot dusver 10 opgravingen gebeurd. In 3 gevallen was er een positieve match. Momenteel zijn er ook nieuwe dossiers in voorbereiding.

De cel vermiste personen doet ook een oproep: “Als er iemand van je familie of kennissen zou verdwenen zijn voor het jaar 2000: laat het ons weten, zodat we kunnen kijken of het dossier gekend is bij ons”.

Koekendoos vol brieven

De reeks toont hoe de speurders zelfs een nieuw spoor proberen te onderzoeken in de zaak rond Ilse Stockmans, een meisje dat al meer dan 36 jaar geleden verdween toen ze op weg was van Leuven naar Aarschot. Met een koekendoos vol dagboeken en brieven kloppen ze bij een specialist aan in de hoop zuiver DNA te vinden van het meisje, iets wat in die tijd nog niet werd bijgehouden.

“Haar mama heb ik ook gesproken”, vertelt Taspinar. “Een prachtige, kranige vrouw, die hoopt ooit nog een antwoord te krijgen om haar een laatste rustplaats te geven. We hebben gezien bij Britta Cloetens hoe belangrijk dat is.”

“Ik heb in die context ooit iemand horen spreken over de cel GEmiste personen. Want voor elke vermiste persoon is er minstens een iemand die hen mist. Dat deze speurders na meer dan 30 jaar alles op alles zetten om die zogeheten cold cases warm te houden, vind ik een heel geruststellende gedachte.”

Bron » VRT Nieuws