Voor het eerst zijn Britse en Belgische DNA-databank gelinkt: mogelijke doorbraak in 4 onopgeloste moorden

De koppeling van de Belgische en Britse DNA-databank heeft voor een mogelijke doorbraak gezorgd in 312 strafdossiers, waaronder 4 moorden. Enkele weken geleden werden de databanken voor het eerst met elkaar vergeleken. “De Britse databank is enorm”, zegt Bieke Vanhooydonck van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie. “Er zitten wel 5 miljoen gekende DNA-stalen in.”

In de Belgische DNA-databank zitten zo’n 61.000 stalen. Die stalen werden de afgelopen jaren ergens in ons land aangetroffen op een plaats delict. “Denk aan speeksel of sperma dat werd aangetroffen in een kamer waar iemand is aangerand. Of bloed dat werd aangetroffen bij een moord. Al die stalen worden verzameld en opgeslagen”, zegt Bieke Vanhooydonck. Zij is gerechtelijk deskundige bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) dat de databank beheert.

“Maar ongeveer 30.000 van die 61.000 stalen zijn totaal onbekend”, gaat Vanhooydonck verder. “We weten niet van wie het staal is. Zo kunnen dossiers waar dat DNA een hoofdrol in speelt vaak ook niet worden opgelost.” De andere 30.000 stalen konden wel al gelinkt worden, bijvoorbeeld aan Belgen die al eens veroordeeld werden.

Enkele weken geleden, net voor Kerstmis, werd voor het eerst de Belgische DNA-databank met de Britse vergeleken. “De bij ons onbekende stalen werden dus door de Britse lijsten van gekend DNA gehaald, en vice versa. Dat leverde voor België 312 matches op”, merkt Vanhooydonck op. Die matches zijn in hoofdzaak terug te leiden naar (soms gedeeltelijk) onopgeloste dossiers van woninginbraken. 223 van de identificaties hebben met zulke dossiers te maken. Maar er werden ook namen geplakt op onbekende DNA-stalen uit 4 moordzaken. Er zijn ook nog identificaties in dossiers van aanrandingen (12), diefstallen met geweld (18), criminele netwerken (14), drugsdossiers (12) en nog tientallen andere soorten dossiers.

Voor alle duidelijkheid: in 312 zaken is er nu een nieuw spoor, maar het is niet zo dat al die geïdentificeerde DNA-stalen ook automatisch tot absolute doorbraken in de dossiers zullen leiden. “Het Belgisch gerecht kan nu de namen opvragen van de mensen wier DNA is gematcht, en dan kijken of ze ze willen ondervragen. Want het is niet omdat iemands DNA gevonden is in de ruimte waar een aanranding heeft plaatsgevonden, dat die er ook daadwerkelijk iets mee te maken heeft en ook een verdachte wordt”, onderstreept Vanhooydonck. Al kunnen die mensen misschien wel extra context aanbrengen en zo het onderzoek een nieuwe wending geven.

Grootste database

De Belgische database wordt al op regelmatige basis vergeleken met die van zo’n 20 andere Europese lidstaten. “Naar de koppeling met de Britse databank keken we al extra lang uit”, onderstreept Vanhooydonck. “Want ze is echt enorm, er zitten maar liefst 5 miljoen gekende stalen in. Je moet in het Verenigd Koninkrijk al DNA afstaan als je wordt gearresteerd. En dat komt dus allemaal in de database terecht”, verduidelijkt de gerechtelijk deskundige. De Belgische database is volgens haar dan weer relatief klein, vanwege de strenge wetgeving in ons land. “In België moet je in principe pas DNA afstaan als je effectief veroordeeld wordt voor zware feiten. Dus de drempel om DNA te mogen afnemen is hier veel hoger, en dus is onze database ook veel kleiner.”

Door de koppeling van de databanken konden ook de Britse speurders enkele tientallen onbekende DNA-stalen uit Britse dossiers nu aan een naam linken. De koppeling tussen de twee databanken gebeurt vanaf nu elke dag, automatisch. Vandaag wordt ook voor het eerst een link gemaakt met de database van Hongarije. “Ze hebben veel gekend DNA, dus hopelijk levert het wat op. We zouden ook graag willen vergelijken met de Italiaanse databank, maar die staat nog niet op punt”, besluit Vanhooydonck.

Bron » VRT Nieuws

DNA-onderzoek Bende van Nijvel loopt maanden vertraging op: coronacrisis verhindert afname en analyse van 1.200 stalen

De coronacrisis heeft het DNA-onderzoek in het dossier van de Bende van Nijvel fel gehinderd. Ten vroegste eind dit jaar zullen alle stalen afgenomen zijn van de 1.200 mensen wiens naam in het dossier zit. Ook de analyses van de al afgenomen stalen liepen vertraging op.

Vorig jaar begonnen de speurders die de misdaden van de Bende van Nijvel onderzoeken met het opstellen van een lijst van iedereen wiens naam in het meer dan twee miljoen pagina’s dikke dossier zit. Ondertussen bevat die lijst 1.200 identiteiten. Bedoeling was van alle betrokkenen DNA af te nemen en die stalen vervolgens te vergelijken met DNA dat al in het dossier zit. Zo is er bijvoorbeeld een gescheurd kogelvrij vest dat gevonden werd in een tas die in november 1986 opgedoken werd uit het kanaal in de buurt van Ronquières. Van DNA-onderzoek was er toen nog geen sprake. Maar het vest werd in 2010 opnieuw bekeken. Bovenaan zat er een uniek mannelijk DNA-profiel.

Eind vorig jaar werd begonnen met het afwerken van de namenlijst. Eén na één worden sindsdien alle mensen op de lijst persoonlijk opgezocht om een wangstaal af te leveren. Weigeren is geen optie, de staalname is verplicht. De stalen gaan vervolgens naar het lab voor analyse.

Net extra speurders

Alles bij mekaar gaat het om een zeer arbeidsintensieve klus. Maar ongeveer op hetzelfde moment als deze operatie van start ging, kreeg het Bende-speurdersteam eindelijk de sinds 2017 door Justitieminister Koen Geens (CD&V) beloofde versterking, zo’n 15 extra krachten. Half maart strooide corona echter roet in het eten. DNA-stalen afnemen was geen optie meer. En de laboratoria die de al ingezamelde stalen moesten analyseren, gaven snel prioriteit aan covid-19-gerelateerd werk. Met als gevolg dat het DNA-onderzoek naar de Bende vertraging heeft opgelopen. Maanden vertraging. Om de namenlijst af te werken, zal er minstens nog werk zijn tot eind dit jaar, zo bevestigt het federaal parket. Alle analyses uitvoeren zal nog langer duren. De tijd dringt nochtans. De feiten toegeschreven aan de Bende van Nijvel vonden plaats tussen 1982 en 1985. Op 10 november 2025 treedt de verjaring definitief in.

Bron » Het Laatste Nieuws

Bende-speurders hopen op nieuwe robotfoto’s dankzij DNA-onderzoek

Speurders hopen nieuwe robotfoto’s te kunnen maken van de verdachten in het dossier rond de Bende van Nijvel. Daarvoor gaan ze een tiental DNA-sporen gebruiken die ze dankzij de nieuwste technieken konden verzamelen. Tegenwoordig kan uit DNA immers ook de huidskleur, haarkleur en haarlijn afgeleid worden.

DNA-analyse laat vandaag heel wat meer toe dan enkel het opmaken van een genetische ‘identiteitskaart’, waarmee in laboratoria stalen vergeleken worden. Dankzij nieuw ontdekte “merkers” in de DNA-structuur, die onder meer verantwoordelijk zijn voor huidskleur, kleur van ogen en haar, haarlijn, een deel van de vorm van de neus en de afstand tussen delen van het aangezicht, kunnen ook (gedeeltelijke) robotfoto’s opgemaakt worden.

“Het zou mooi zijn als we dankzij zo’n analyse de nieuwe portretten kunnen vergelijken met de beschrijvingen die wij al hebben”, klinkt het in onderzoekskringen. “En dan kunnen we onze speurtocht richten op een kleinere groep verdachten.”

Van van de neus

Volgens Peter Claes (KU Leuven), toonaangevend wetenschapper op het vlak van gezichtsreconstructie op basis van DNA, zijn we nog niet toe aan het volledig opmaken van een aangezicht op basis van erfelijk materiaal. “Dat lukt voor pakweg 30 procent, en het resultaat is nog niet zo accuraat. De vorm van de neus alleen al wordt bepaald door meerdere merkers. Bovendien moeten we er rekening mee houden dat leeftijd, de omgeving en de leefgewoontes invloed hebben op de vorm van het aangezicht.”

Wet aanpassen

De mogelijkheden met DNA-analyses gaan misschien met rasse schreden vooruit, de wetgeving blijft hopeloos achter. En dat is het grote struikelblok door de Bende-speurders. “Wettelijk mogen wij niet kijken in het coderende DNA dat de informatie over lichamelijke kenmerken bevat”, zei Gert De Boeck, directeur van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie onlangs nog in onze krant.

“Dat soort onderzoeken mag wel in buurlanden Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Om het ook hier in strafzaken te kunnen gebruiken, moet de wet eerst worden aangepast.”

Bron » Het Nieuwsblad

‘Wij puren een DNA-profiel uit een speldenprik bloed’

Hightech in een handvol labo’s stelt de speurders in het Bende van Nijvel-dossier in staat een nieuwe klopjacht op DNA te organiseren. ‘We hebben veel minder biologisch materiaal nodig voor onze analyses.’

Leiden nieuwe DNA-sporen – 34 jaar na de laatste overval – tot een doorbraak in het onderzoek naar de Bende van Nijvel? Speurders identificeerden de voorbije maanden nieuwe sporen op voorwerpen die in de loop der jaren in beslag zijn genomen, meldde De Standaard. Ze willen DNA afnemen bij honderden mensen van wie de naam opduikt in het onderzoeksdossier en dat vergelijken met DNA uit het strafdossier.

De eventuele stroomversnelling komt er dankzij de vijf Belgische labo’s die erkend zijn om DNA-stalen te analyseren in strafzaken. ‘Dankzij nieuwe technologie zijn zulke analyses al veel gevoeliger’, zegt Bieke Vanhooydonck, gerechtelijk deskundige DNA-databanken van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC).

Cockpit

Het NICC, dat een van de labo’s huisvest, zit in de cockpit omdat het al die gerechtelijke DNA-analyses binnenkrijgt en verzamelt. Vanhooydonck ontfermt zich over zo’n 100.000 profielen in de nationale DNA-databanken, onder meer van verdachten en veroordeelden van zware feiten.

Het NICC gaat na of er een match is met profielen in een strafdossier. ‘Wij krijgen nooit een naam’, klinkt het. ‘In het belang van de privacy en de neutraliteit is alles uniek gecodeerd. Al die data wisselen we uit met 18 Europese landen.’

De labomachines die een DNA-profiel proberen te puren uit speekselstalen of bloedsporen worden almaar krachtiger, aldus Vanhooydonck. ‘Vroeger had je op een crime scene bij wijze van spreken een halve plas bloed nodig, nu volstaat een speldenprik. We hebben veel minder biologisch materiaal nodig omdat we zelfs een klein aantal cellen via machines kunnen vermenigvuldigen.’

‘Bovendien kunnen we inmiddels op meer plekken in het DNA kijken’, zegt Vanhooydonck. ‘Vroeger kon dat op een zestal plekken of ‘markers’, vandaag op 24. Daardoor is de kans op een foute match miniemer.’

Wattenstaafje

In het dossier van de Bende van Nijvel zijn de DNA-staalnames begonnen. De betrokkenen die instemmen, melden zich bij de politie, waar met een wattenstaafje aan de binnenkant van de mond wangslijm wordt weggenomen. Als iemand weigert, kan de onderzoeksrechter zo’n afname afdwingen. In het Bende-dossier worden ook DNA-stalen afgenomen van mensen bij wie dat ooit al gebeurde.

Dankzij verbeterde technieken kunnen ook afzonderlijke profielen geïdentificeerd worden op objecten waarop tot voor kort alleen zogenaamde ‘mengprofielen’ gevonden konden worden, van twee of meerdere personen.

‘Ik spreek me niet uit over de Bende-zaak’, zegt Vanhooydonck. ‘Maar in het algemeen kan het met nieuwe technologie de moeite lonen om oude overtuigingsstukken, zoals een pistool, opnieuw op DNA te analyseren.’ De speurders in het dossier van de Bende van Nijvel rest alleszins weinig tijd. De verjaringstermijn ligt in 2025.

Bron » De Tijd

“Een paar cellen volstaan”: waarom huidig DNA-onderzoek voor doorbraak in Bende-onderzoek kan zorgen

In het ultieme onderzoek naar de Bende van Nijvel speelt DNA-onderzoek een belangrijke rol. Waarom halen speurders DNA op bij oude verdachten? Wat kan er vandaag wat zoveel jaar geleden niet kon?

Hedendaags DNA-onderzoek voor dummies, in vijf vragen. Met antwoorden waarin wattenstaafjes en sigarettenpeuken een cruciale rol spelen.

Hoe wordt een DNA-staal afgenomen?

Bij mensen zijn er drie mogelijkheden: een bloedstaal, een haarstaal of een speekselstaal. “Dat laatste is veruit de vaakst voorkomende manier van werken”, zegt gerechtelijk deskundige bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) Bieke Vanhooydonck. Bijna alle profielen in de centrale DNA-databank van het NICC zijn er gekomen nadat een agent iemand uitnodigde om met een wattenstaafje een stukje wangslijmvlies af te nemen.

Een bloedstaal moet door een dokter afgenomen worden, en een haarstaal is nog delicater, want dat moet met wortel ter beschikking gesteld worden. Slechts vijf labo’s in ons land (Antwerpen, Leuven, Brugge, Luik en het NICC in Brussel) zijn bevoegd om DNA-profielen op te stellen. Die profielen gaan dan in de centrale databank, die enkel door magistraten van justitie geraadpleegd kunnen worden, niet door de politie zelf.

Wat kan er vandaag wat 20 jaar geleden niet kon?

Veel. Zo was de wet van 1 januari 2014 redelijk revolutionair inzake DNA-onderzoek in ons land. “Vroeger kwamen enkel profielen van mensen die zeer zware criminele feiten pleegden in aanmerking voor de databank, sinds 2014 kunnen er ook profielen in van veroordeelden voor drugsfeiten of mensenhandel. En zelfs, onder strikte voorwaarden, profielen van verdachten.”

Daarnaast is er sinds 2014 een internationale uitwisseling van DNA-profielen. Omdat gangsters nu eenmaal ook grenzen niet ontzien. België kan op die manier gegevens vergelijken met 17 andere landen, en dat aantal kan nog stijgen.

Last but not least is ook de technologie om DNA te onderzoeken enorm geëvolueerd. “Vroeger had je bij wijze van spreken een halve plas bloed nodig om een bruikbaar profiel op te stellen, vandaag volstaan een paar lichaamscellen”, weet Vanhooydonck. “Nieuwe technieken laten toe om met minder staal fijner te werken en DNA-profielen ook ‘groter’ te maken, zodat vergelijken met andere profielen preciezer wordt en meer zekerheid biedt wie er achter een bepaald profiel zit.”

Hoeveel DNA-stalen zitten er momenteel in de Belgische databank?

Op dit moment zo’n 120.000. Daarvan zijn er 54.000 DNA-profielen van mensen die al eens veroordeeld zijn voor een strafbaar feit. Een minderheid van de profielen betreft die van vermiste personen.

Wat met het idee om elke Belg een DNA-staal te laten afleveren?

Het onder meer door strafpleiter Walter Damen geopperde idee om van álle Belgen een DNA-staal in de databank te stoppen, vindt Vanhooydonck onzinnig. “Wat we nu doen, is een speld in een hooiberg zoeken. Als je 10 miljoen profielen in de databank stopt, wordt die hooiberg alleen maar groter, en de kans op toevallige overeenkomsten ook. Net omdat niet Jan en alle onschuldige man in de bank zitten, is onze hit rate (de ‘slaagkans’ van het DNA-vergelijk, nvdr.) groot.”

Je belandt niet zomaar in die databank, met andere woorden. En dan zijn er nog een paar bezwaren. Kan je alle sigarettenpeuken op pakweg de Meir verzamelen, om er het DNA af te halen en daarna iedereen te ondervragen waarom hij/zij daar op zeker moment was? Dat zou héél veel van de politie vergen, en er is ook het ethische aspect. Nu werkt ons rechtssysteem volgens het principe dat iedereen onschuldig is tot het tegendeel bewezen wordt. “Als je iedereen altijd tot de verantwoording kan roepen waarom die ergens was, wordt iedereen schuldig tenzij anders bewezen.”

Is het mogelijk om een dader te vatten als hij zelf geen DNA afstaat?

Ja. Via (bloed)verwantschap kan je dankzij profielen van familieleden bij de dader belanden. Als je weet dat ieder kind sowieso de helft van het genetisch materiaal van beide ouders meekrijgt, kan je gaan vergelijken met profielen die op brede stroken gelijklopend zijn. In het buitenland gebeurt dat al. Alleen: de Belgische wet voorziet (nog) niet dat dit soort afgeleid onderzoek uitgevoerd wordt.

Net als er in theorie wel al robotfoto’s opgesteld kunnen worden met oog-, haar- en huidskleur zoals door het DNA-onderzoek bepaald, maar de Belgische wet dat niet toelaat. “Het kan inderdaad niet de bedoeling zijn dat er een heksenjacht zou komen op alle roodharigen met een bepaald kleur ogen. Mensen kunnen ook hun haar kleuren of lenzen dragen”, aldus Vanhooydonck.

Slotsom: er kan al heel veel, maar er is ruimte om DNA nóg verregaander te gebruiken.

Bron » De Standaard