‘Wij puren een DNA-profiel uit een speldenprik bloed’

Hightech in een handvol labo’s stelt de speurders in het Bende van Nijvel-dossier in staat een nieuwe klopjacht op DNA te organiseren. ‘We hebben veel minder biologisch materiaal nodig voor onze analyses.’

Leiden nieuwe DNA-sporen – 34 jaar na de laatste overval – tot een doorbraak in het onderzoek naar de Bende van Nijvel? Speurders identificeerden de voorbije maanden nieuwe sporen op voorwerpen die in de loop der jaren in beslag zijn genomen, meldde De Standaard. Ze willen DNA afnemen bij honderden mensen van wie de naam opduikt in het onderzoeksdossier en dat vergelijken met DNA uit het strafdossier.

De eventuele stroomversnelling komt er dankzij de vijf Belgische labo’s die erkend zijn om DNA-stalen te analyseren in strafzaken. ‘Dankzij nieuwe technologie zijn zulke analyses al veel gevoeliger’, zegt Bieke Vanhooydonck, gerechtelijk deskundige DNA-databanken van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC).

Cockpit

Het NICC, dat een van de labo’s huisvest, zit in de cockpit omdat het al die gerechtelijke DNA-analyses binnenkrijgt en verzamelt. Vanhooydonck ontfermt zich over zo’n 100.000 profielen in de nationale DNA-databanken, onder meer van verdachten en veroordeelden van zware feiten.

Het NICC gaat na of er een match is met profielen in een strafdossier. ‘Wij krijgen nooit een naam’, klinkt het. ‘In het belang van de privacy en de neutraliteit is alles uniek gecodeerd. Al die data wisselen we uit met 18 Europese landen.’

De labomachines die een DNA-profiel proberen te puren uit speekselstalen of bloedsporen worden almaar krachtiger, aldus Vanhooydonck. ‘Vroeger had je op een crime scene bij wijze van spreken een halve plas bloed nodig, nu volstaat een speldenprik. We hebben veel minder biologisch materiaal nodig omdat we zelfs een klein aantal cellen via machines kunnen vermenigvuldigen.’

‘Bovendien kunnen we inmiddels op meer plekken in het DNA kijken’, zegt Vanhooydonck. ‘Vroeger kon dat op een zestal plekken of ‘markers’, vandaag op 24. Daardoor is de kans op een foute match miniemer.’

Wattenstaafje

In het dossier van de Bende van Nijvel zijn de DNA-staalnames begonnen. De betrokkenen die instemmen, melden zich bij de politie, waar met een wattenstaafje aan de binnenkant van de mond wangslijm wordt weggenomen. Als iemand weigert, kan de onderzoeksrechter zo’n afname afdwingen. In het Bende-dossier worden ook DNA-stalen afgenomen van mensen bij wie dat ooit al gebeurde.

Dankzij verbeterde technieken kunnen ook afzonderlijke profielen geïdentificeerd worden op objecten waarop tot voor kort alleen zogenaamde ‘mengprofielen’ gevonden konden worden, van twee of meerdere personen.

‘Ik spreek me niet uit over de Bende-zaak’, zegt Vanhooydonck. ‘Maar in het algemeen kan het met nieuwe technologie de moeite lonen om oude overtuigingsstukken, zoals een pistool, opnieuw op DNA te analyseren.’ De speurders in het dossier van de Bende van Nijvel rest alleszins weinig tijd. De verjaringstermijn ligt in 2025.

Bron » De Tijd

“Een paar cellen volstaan”: waarom huidig DNA-onderzoek voor doorbraak in Bende-onderzoek kan zorgen

In het ultieme onderzoek naar de Bende van Nijvel speelt DNA-onderzoek een belangrijke rol. Waarom halen speurders DNA op bij oude verdachten? Wat kan er vandaag wat zoveel jaar geleden niet kon?

Hedendaags DNA-onderzoek voor dummies, in vijf vragen. Met antwoorden waarin wattenstaafjes en sigarettenpeuken een cruciale rol spelen.

Hoe wordt een DNA-staal afgenomen?

Bij mensen zijn er drie mogelijkheden: een bloedstaal, een haarstaal of een speekselstaal. “Dat laatste is veruit de vaakst voorkomende manier van werken”, zegt gerechtelijk deskundige bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) Bieke Vanhooydonck. Bijna alle profielen in de centrale DNA-databank van het NICC zijn er gekomen nadat een agent iemand uitnodigde om met een wattenstaafje een stukje wangslijmvlies af te nemen.

Een bloedstaal moet door een dokter afgenomen worden, en een haarstaal is nog delicater, want dat moet met wortel ter beschikking gesteld worden. Slechts vijf labo’s in ons land (Antwerpen, Leuven, Brugge, Luik en het NICC in Brussel) zijn bevoegd om DNA-profielen op te stellen. Die profielen gaan dan in de centrale databank, die enkel door magistraten van justitie geraadpleegd kunnen worden, niet door de politie zelf.

Wat kan er vandaag wat 20 jaar geleden niet kon?

Veel. Zo was de wet van 1 januari 2014 redelijk revolutionair inzake DNA-onderzoek in ons land. “Vroeger kwamen enkel profielen van mensen die zeer zware criminele feiten pleegden in aanmerking voor de databank, sinds 2014 kunnen er ook profielen in van veroordeelden voor drugsfeiten of mensenhandel. En zelfs, onder strikte voorwaarden, profielen van verdachten.”

Daarnaast is er sinds 2014 een internationale uitwisseling van DNA-profielen. Omdat gangsters nu eenmaal ook grenzen niet ontzien. België kan op die manier gegevens vergelijken met 17 andere landen, en dat aantal kan nog stijgen.

Last but not least is ook de technologie om DNA te onderzoeken enorm geëvolueerd. “Vroeger had je bij wijze van spreken een halve plas bloed nodig om een bruikbaar profiel op te stellen, vandaag volstaan een paar lichaamscellen”, weet Vanhooydonck. “Nieuwe technieken laten toe om met minder staal fijner te werken en DNA-profielen ook ‘groter’ te maken, zodat vergelijken met andere profielen preciezer wordt en meer zekerheid biedt wie er achter een bepaald profiel zit.”

Hoeveel DNA-stalen zitten er momenteel in de Belgische databank?

Op dit moment zo’n 120.000. Daarvan zijn er 54.000 DNA-profielen van mensen die al eens veroordeeld zijn voor een strafbaar feit. Een minderheid van de profielen betreft die van vermiste personen.

Wat met het idee om elke Belg een DNA-staal te laten afleveren?

Het onder meer door strafpleiter Walter Damen geopperde idee om van álle Belgen een DNA-staal in de databank te stoppen, vindt Vanhooydonck onzinnig. “Wat we nu doen, is een speld in een hooiberg zoeken. Als je 10 miljoen profielen in de databank stopt, wordt die hooiberg alleen maar groter, en de kans op toevallige overeenkomsten ook. Net omdat niet Jan en alle onschuldige man in de bank zitten, is onze hit rate (de ‘slaagkans’ van het DNA-vergelijk, nvdr.) groot.”

Je belandt niet zomaar in die databank, met andere woorden. En dan zijn er nog een paar bezwaren. Kan je alle sigarettenpeuken op pakweg de Meir verzamelen, om er het DNA af te halen en daarna iedereen te ondervragen waarom hij/zij daar op zeker moment was? Dat zou héél veel van de politie vergen, en er is ook het ethische aspect. Nu werkt ons rechtssysteem volgens het principe dat iedereen onschuldig is tot het tegendeel bewezen wordt. “Als je iedereen altijd tot de verantwoording kan roepen waarom die ergens was, wordt iedereen schuldig tenzij anders bewezen.”

Is het mogelijk om een dader te vatten als hij zelf geen DNA afstaat?

Ja. Via (bloed)verwantschap kan je dankzij profielen van familieleden bij de dader belanden. Als je weet dat ieder kind sowieso de helft van het genetisch materiaal van beide ouders meekrijgt, kan je gaan vergelijken met profielen die op brede stroken gelijklopend zijn. In het buitenland gebeurt dat al. Alleen: de Belgische wet voorziet (nog) niet dat dit soort afgeleid onderzoek uitgevoerd wordt.

Net als er in theorie wel al robotfoto’s opgesteld kunnen worden met oog-, haar- en huidskleur zoals door het DNA-onderzoek bepaald, maar de Belgische wet dat niet toelaat. “Het kan inderdaad niet de bedoeling zijn dat er een heksenjacht zou komen op alle roodharigen met een bepaald kleur ogen. Mensen kunnen ook hun haar kleuren of lenzen dragen”, aldus Vanhooydonck.

Slotsom: er kan al heel veel, maar er is ruimte om DNA nóg verregaander te gebruiken.

Bron » De Standaard

Hoe DNA-analyse voor een doorbraak zorgde in heel wat cold cases: “Eén minuscuul druppeltje is voldoende”

Toen de Bende van Nijvel op 9 november 1985 in Aalst voor het laatst toesloeg, was de forensische DNA-analyse nog pure sciencefiction, maar amper een jaar later werd in Engeland aan de hand van die techniek een tweevoudig moordenaar geklist. “Intussen zijn de technieken zo verfijnd dat één minuscuul druppeltje speeksel volstaat om een DNA-profiel op te stellen”, zegt Jean-Jacques Cassiman, professor menselijke genetica van de KU Leuven.

Op 31 juli 1986 verdween in het graafschap Leicestershire een 15-jarig meisje dat twee dagen later dood werd teruggevonden. De zaak geleek op die van een ander 15-jarig meisje dat drie jaar eerder op identieke manier werd verkracht en gewurgd. Een seriemoordenaar, kopten de kranten.

Op hetzelfde moment was geneticus Alec Jeffreys erin geslaagd om een DNA-profiel uit cellen te extraheren. Toen een 17-jarige verdachte op basis van deze analyse onschuldig bleek, vroegen de speurders DNA-stalen van 5.000 mannen uit de omgeving. Een jaar later bleek een 27-jarige bakker de dader. Dat had even geduurd omdat de dader zijn beste vriend met een vervalste pas naar de DNA-analyse had gestuurd. Een grote bek op café deed hem alsnog de das om.

Tien jaar later, in 1996, werden in het forensisch instituut van de Universiteit Gent de eerste DNA-analyses gedaan. “We waren een van de eerste labo’s in het land die zich daarmee bezig hield”, zegt professor Dieter Deforce. “Tegenwoordig doen we zo’n 1.000 tot 1.500 gerechtelijke analyses per jaar en er zijn intussen al heel wat positieve matchen uitgekomen die ook tot veroordelingen hebben geleid. Dat gebeurt altijd in de context waarin de politie een aantal verdachten kan identificeren van wie dan doelgericht een staal wordt afgenomen.”

“Daarnaast is er een nationale DNA-databank waar verdachten staan opgenomen voor eerder gepleegde feiten. In die databank, die wordt beheerd door het Nationaal Instituut voor Criminaliteit en Criminologie, staan zo’n 50.000 tot 100.000 profielen, mensen maar ook sporen die werden gevonden op de plaats van een misdrijf.”

Seriemoordenaar Stephaan Du Lion belandde in die databank toen hij werd veroordeeld voor een inbraak bij zijn vorige werkgever. De glazenwasser kon op die manier worden gelinkt aan de moord op Ariane Mazijn en bekende vorig jaar nog drie andere moorden.

Vingerafdruk volstaat

Inmiddels is de DNA-analyse danig geëvolueerd. “Onderzoekers hebben steeds minder nodig om een DNA-profiel op te stellen”, zegt Jean-Jacques Cassiman. Dat was vroeger wel anders: toen had je relatief veel bloed of speeksel nodig maar vandaag gebruikt men veel gevoeligere technieken.

Vandaag volstaat een druppeltje: als iemand praat, vliegt er altijd wat speeksel uit de mond, soms nauwelijks met het blote oog zichtbaar. Tegenwoordig kan je ook uit een vingerafdruk een DNA-profiel opmaken. Een huidschilfer? Daar zit niet veel bruikbaar materiaal in, maar als je er voldoende van hebt, kan het weer wel.”

“We kunnen tegenwoordig ook op basis van een onbekend DNA-profiel, waarbij geen verdachten in beeld komen, fenotypische kenmerken gaan bepalen, zoals oogkleur en haarkleur”, zegt Deforce. “Maar in ons land ontbreekt de wettelijke context en zijn daar ethische vragen rond. In Nederland mag het dan weer wel. Die massascreens zijn bij ons trouwens ook niet mogelijk. Waarmee we ook mee bezig zijn, is het uitvoeren van DNA-analyse op chip. Het idee is daar dat politiediensten op de plaats van het misdrijf met deze technologie heel snel een DNA-profiel kunnen bepalen, binnen een half uur bijvoorbeeld. Daar zijn we mee bezig, maar dat is nog toekomstmuziek, natuurlijk.”

Bron » Het Laatste Nieuws

Honderden Belgen moeten DNA afstaan in onderzoek naar Bende van Nijvel

34 jaar na de laatste overval van de Bende van Nijvel, in 1985 in de Delhaize van Aalst, gaat het gerecht DNA afnemen bij honderden mensen. Hun erfelijk materiaal zal vergeleken worden met DNA uit het dossier. ‘We halen alles uit de kast’, zegt Eric Van der Sypt van het federaal parket.

De woordvoerder van het federaal parket wil eerst een misverstand de wereld uit: het is niet omdat er lange tijd niet wordt gecommuniceerd over een lopend dossier dat het onderzoek op apegapen ligt. “Dat is een misvatting bij veel mensen. Het onderzoek naar de Bende van Nijvel ligt niet stil. Integendeel! Achter de schermen worden er bergen werk verzet”, zegt Eric Van der Sypt. De grote klopjacht op DNA van honderden mensen is daarvan het sprekende bewijs. Van der Sypt wil niet horen van een zoveelste wanhoopspoging in een onderzoek dat veel nabestaanden van Bende-slachtoffers al lang wantrouwen. “Dit is net een weloverwogen onder­zoeks­trategie. We willen het verkregen DNA-materiaal vergelijken met DNA uit het onderzoek.”

Met welk DNA wil Van der Sypt niet zeggen. Mag hij ook niet. Geheim van het onderzoek. Voor zover bekend zitten in de miljoenen bladzijden van het gerechtelijk onderzoek slechts twee volledige DNA-profielen. Het eerste is afkomstig van een sigarettenpeuk die gevonden werd in de auto van de vermoorde taxichauffeur Constantin Angelou. Het DNA op de peuk zou van een van de daders zijn. En dan is er ook nog het DNA dat teruggevonden werd op een stukgesneden kogelvrije vest die in 1986 opgevist werd in Ronquières.

“Zoals iedereen weet, is er niet heel veel vergelijkingsmateriaal beschikbaar”, vervolgt Van der Sypt. “Maar het moet en zal gebeuren – wat het ook kost. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) heeft daar een bijkomende inspanning gedaan. Als het goed is, mag het ook worden gezegd.”

Gigantisch onderzoeksdossier

De eerste afnames gebeurden al de voorbije weken. Het gaat om zowel mannen als vrouwen wier naam opduikt in het gigantische onderzoeksdossier. “Sommigen stonden destijds ook al DNA af, zonder dat er een match was”, zegt Van der Sypt. “Maar ook van hen vragen we een nieuw staal. Omdat we met een goede basis willen werken. Want wie zegt dat die oude DNA-stalen al die jaren goed zijn bewaard? En de DNA-technologie van vandaag biedt ook veel meer mogelijkheden. Om maar één voorbeeld te geven: vroeger kon een gemengd profiel niet uit elkaar worden gehaald. Vandaag wel.”

Ook mensen die destijds geen DNA moesten geven, zullen de komende weken of maanden dus moeten dulden dat de politie met een wattenstaafje in hun mond speurt naar wangslijm. De swab, zoals dat officieel heet, wordt vervolgens verzegeld en bezorgd aan een laboratorium. De analyse daar kost 60 euro. Per staal.

Volgens Bieke Vanhooydonck, gerechtelijk deskundige DNA-databanken van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, is het technisch mogelijk om een DNA-profiel op te stellen in twee dagen. “Dat is dan wel bij hoogdringendheid en dat kost dat meer. De wettelijke termijn tussen afname van het staal en het opstellen van een profiel bedraagt sowieso 30 dagen.”

“Eigenlijk vertrekt deze hele operatie op vrijwillige basis”, zegt Van der Sypt. “Maar het spreekt voor zich dat wie weigert in zo’n dossier zich verdacht maakt. Dan kan de onderzoeksrechter zo’n staal afdwingen.” Het gerecht hoopt met dit huzarenwerk minstens pistes te sluiten. “Maar natuurlijk hopen we op veel meer. Op een doorbraak, ja.”

Nicky Verstappen

Die doorbraak dankzij een DNA-jacht forceerden de Nederlandse speurders al in 2018 in het vastgelopen moordonderzoek naar Nicky Verstappen. De 11-jarige jongen was twintig jaar eerder verdwenen van een zomerkamp op de Brunssummerheide. Een dag later werd het kind dood teruggevonden. Er zat DNA van een onbekende in Nicky’s onderbroek, pyjama en lichaam. Jarenlang zat het onderzoek muurvast. Tot de politie begin 2018 bekendmaakte dat ze een grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek zou uitvoeren.

De politie riep 21.500 mannen op die in 1998 in de omgeving woonden waar het lichaam van Nicky Verstappen werd gevonden. Of daar in de buurt waren. Uiteindelijk gaven 14.049 mannen vrijwillig een staal af. De politie wilde ook het DNA van een zekere Jos Brech, maar die reageerde niet op de oproep. Jos Brech was de nacht na de moord op Nicky Verstappen langs de plaats delict gefietst. De politie noteerde die nacht zijn gegevens, zonder meer. Via familie van Jos Brech kreeg de politie uiteindelijk zijn DNA. Het matchte. De spoorloze Jos Brech – hij was kort na de DNA-oproep snel vertrokken voor een wandeling in de Vogezen – werd uiteindelijk in augustus 2018 in Spanje in de buurt van Barcelona opgepakt.

De Bende van Nijvel maakte tussen 1982 en 1985 liefst 28 doden bij een hele reeks diefstallen, inbraken en overvallen. Aanvankelijk zouden de misdaden van de Bende op 9 november 2015 verjaren. Maar de verjaringstermijn werd vlak voor de verjaring verlengd met tien jaar – tot 9 november 2025 dus. Het federaal parket durft niet te gissen tegen wanneer het DNA van alle honderden mannen en vrouwen vergeleken zal zijn met die uit het dossier. “Maar we halen écht alles uit de kast.”

Bron » De Morgen

Advocaat Walter Damen pleit voor databank met DNA van álle Belgen: “Meer cold cases kunnen worden opgelost”

Advocaat Walter Damen pleit voor een algemene DNA-databank. Dat zou betekenen dat iedere Belg DNA moet afstaan aan een centrale databank. Het Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, die de databanken beheren, is juist geen vragende partij: “Je kan het vergelijken met een speld in een hooiberg waar we naar op zoek zijn maar je gaat enkel de hooiberg vergroten.”

Advocaat Walter Damen pleit voor een algemene DNA-databank. Dat zou betekenen dat iedere Belg DNA moet afstaan aan een centrale databank. Damen, die nabestaanden in de zaak rond seriemoordenaar Stephaan Du Lion vertegenwoordigt, ziet er enkel maar de voordelen van in. Volgens Damen zou er geen enkel probleem zijn rond privacy. “Als men iedereen zijn DNA zou verzamelen in een databank zouden verschillende cold cases kunnen worden opgelost”, zegt Damen.

Maar daar stopt het niet. Een algemene DNA-databank zou er ook voor kunnen zorgen dat seriemoordenaars niet jarenlang onder de radar blijven. “Op dit moment moeten mensen die niet veroordeeld zijn geen DNA afstaan en zij zouden vrij hun gang kunnen blijven gaan.”

Drie databanken

Op dit moment zijn er in ons land drie verschillenden databanken actief die beheerd worden door het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC).

Zo is er een databank waarin er DNA van vermiste personen en hun verwanten wordt opgeslagen. “Dat is eigenlijk een humanitaire databank waarbij het DNA wordt opgeslagen tot de zaak opgelost is. Verwanten staan vrijwillig DNA af en kunnen dus steeds vragen om hun DNA te verwijderen”, zegt Bieke Vanhooydonck van het NICC.

Een andere databank is deze waarin DNA van verdachten wordt opgeslagen. Volgens Vanhooydonck is het gebruik van deze databank zeer strikt: “Verdachte profielen worden vergeleken met specifieke sporen. Het DNA wordt eenmaal vergeleken. Is er geen match, dan wordt het DNA verwijderd uit de databank.”

De derde en laatste actieve databank is de DNA-databank van veroordeelde personen. Wanneer iemand veroordeeld wordt voor een specifiek misdrijf, zoals moord, verkrachting, maar ook diefstal met braak, dan moet die zijn DNA afstaan. Het DNA wordt 30 jaar opgeslaan vanaf het moment dat de veroordeling wordt uitgesproken. Wordt de persoon later opnieuw veroordeeld, dan start een nieuwe termijn van 30 jaar.

Geen voorstander

Bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) zijn ze geen voorstander van een algemene DNA-databank. “In ons land geldt het principe dat iedereen onschuldig is tot het tegendeel bewezen is. Een algemene databank zorgt ervoor dat dit principe omgekeerd wordt en dat je juist je onschuld gaat moeten bewijzen”, zegt Bieke Vanhooydonck.

“Wanneer iedereen DNA gaat afstaan is de succesratio om een match te vinden juist kleiner. Je gaat heel veel toevallige overeenkomsten krijgen en die moeten allemaal onderzocht worden”, gaat Vanhooydonck verder. “Je kan het vergelijken met een speld in een hooiberg waar we naar op zoek zijn maar je gaat enkel de hooiberg vergroten. Op die manier is het moeilijker om de speld te vinden.”

Bron » VRT Nieuws