Voilà, zo moet dat, beloond worden voor bewezen diensten
Waarvoor moet hij beloond worden en op welke manier is de vierde plaats op de Europese lijst een beloning?
You are not logged in. Please login or register.
Bende van Nijvel → Posts by Ben
Voilà, zo moet dat, beloond worden voor bewezen diensten
Waarvoor moet hij beloond worden en op welke manier is de vierde plaats op de Europese lijst een beloning?
Hij werd in 1981 gearresteerd voor een overval
Voor die overval - en twee andere overvallen op postkantoren - werd hij in januari 1982 veroordeeld voor de correctionele rechtbank van Brussel:
Zware straffen voor postovervallers
De Correctionele Rechtbank te Brussel velde maandag een vonnis over vier gangsters, die tussen 19 december 1980 en 30 maart 1981 betrokken waren bij drie overvallen op postgebouwen in Lot, Lembeek en Jette. De totale buit bedroeg 2.217.000 fr.
Het gaat om de thans voortvluchtige Koenraad Spitaels (25) uit Ukkel, die bij verstek veroordeeld werd tot zes en een half jaar en 24.000 fr. boete, de 35-jarige Marin Denis, een te Brussel geboren Fransman die vier en een half jaar gevangenisstraf kreeg en 8.000 fr. boete, de 36-jarige José Bayens, brandweerman uit Neerpede, die drie jaar cel kreeg en de 44-jarige Marcel Neffe uit Lembeek die drie en een half jaar cel kreeg en 8.000 fr. boete.
Bij de eerste overval op 19 december 1980 in het postgebouw aan de Dworpsestraat te Lot maakten deze drie gewapende kerels 596.466 fr. buit. De tweede overval werd gepleegd op 3 maart 1981 in het postkantoor aan de Puisstraat te Lembeek waar de buit 871.147 fr. bedroeg. Tijdens de derde overval, op 30 maart 1981 in het postgebouw aan de Eugene De Smetlaan 8 te Jette, legden de overvallers beslag op 750.000 fr. Ondertussen bleef een vierde aan het stuur van een wagen zitten.
De dag zelf van de derde overval konden de vier daders worden aangehouden nabij de woonplaats van de vriendin van Marin Denis aan de Brouwerijstraat te Elsene. De man, die volgens het openbaar ministerie als hoofd van de bende wordt beschouwd, Koenraad Spitaels (*), werd tijdens het onderzoek om een niet gekende reden in voorlopige vrijheid gesteld. De kerel is steeds zoek en vertoeft heel vermoedelijk in het buitenland. De rechtbank beval zijn onmiddellijke aanhouding.
Bron: Gazet van Antwerpen | 12 Januari 1982
(*) Deze Koenraad Spitaels werd in augustus 2018 weer gearresteerd » Nieuws | Nieuws
Brein achter valse cheques gekend
Bij de gerechtelijke politie van Brussel bestaat een sterk vermoeden dat het hoofdstedelijk milieu de grote oplichterij met valse postcheques heeft op touw gezet. ook het brein is gekend, maar toen de speurders bij hem aanbelden was de man reeds verdwenen. Toch wordt gedacht die kerel te kunnen klissen.
Dag en nacht werkt de gerechtelijke politie om de zaak volledig te kunnen ophelderen. Ook worden enkele personen, die bij de post werken, in het oog gehouden. Men sluit het immers in Brusselse speurderskringen niet uit dat er medeplichtigen zijn geweest die ofwel bij de post hun brood verdienen of in nauw contact stonden met personeelsleden.
Waar de cheques werden gedrukt is men nog niet te weten gekomen. Het is niet uitgesloten dat dit in het buitenland gebeurde. Intussen heeft de raadkamer van Brussel het aanhoudingsmandaat van de betichten met een maand verlengd.
De elf aangehoudenen zijn: Marc Parmentier uit Ukkel, Michel Ladriere uit Brussel, Marcel Vanderkelen uit Neder-over-Heembeek, Alfred Leskens uit Anderlecht, André Rogge uit Edingen, Marin Denis uit Brussel, Michel Chadi uit Parijs, Jean-Marie Callant uit Dilbeek, Magali Kinsbergen uit Sint-Gillis, Claude Vervaene uit Strombeek en Nadia Befeggio uit Elsene, die pas vorige maandag werd aangehouden.
In meer dan 160 postkantoren werden valse cheques geïnd, voor een bedrag van bijna zeven miljoen frank.
Bron: Gazet van Antwerpen | 22 Oktober 1982
Wapenhandelaar beroofd te Brussel
In de loop van de nacht van dinsdag op woensdag hebben onbekenden een twintigtal wapens geroofd uit het atelier en de winkel van een Brusselse wapenhandelaar. Onbekenden drongen binnen in de winkel van wapenhandelaar Hofmann, aan de Schildknaapstraat te Brussel. (*) De inbrekers openden eerst een achterdeur van een aanpalend huis, waarin Taverne Michel gevestigd is.
In dat gebouw trokken zij naar de tweede verdieping, stapten daar naar buiten op een plat dak en bereikten zo het raam van de werkplaats van de wapenhandelaar. Uit de werkplaats en uit de winkel op de benedenverdieping werden een twintigtal pistolen en revolvers gestolen en ook munitie voor die wapens. De inbrekers verlieten de wapenhandel langs dezelfde weg.
Bron: Gazet van Antwerpen | 30 December 1982
(*) Locatie » Google Maps
Moderatie: dit topic dient om foto's te plaatsen. Voor een discussie over de feiten in Nijvel kan je hier terecht » Forum
Auto gestolen te Sint-Pieters Woluwe
Toen de 45-jarige P.G., donderdag, omstreeks 17u30, bij zijn thuiskomst aan de Nijveldreef te Sint-Pieters-Woluwe (*) zijn garage wilde binnenrijden, stond hij er tegenover een gemaskerde kerel, die met een revolver dreigde. De aanrander nam G. zijn portefeuille af, evenels de sleutels van zijn voertuig. De kerel verplichtte vervolgens G. uit te te stappen en reed er zelf met de wagen vandoor.
Bron: Gazet van Antwerpen | 17 Januari 1981
Populaire straat om auto's te stelen » Forum
Jean-Pierre Delmotte was een man uit Brussel. Hij wordt omschreven als impulsief en gewelddadig en het is iemand met psychopathische neigingen. Hij is gehandicapt doordat zijn linkerarm verschrompeld is
Robert Delmotte, de broer van Jean-Pierre, omschreef zijn broer tijdens het assisenproces als “zeer lichtgeraakt en dat hij voor niets in woede ontstak”. Sociaal-assistente Eliande Despineto vervolledigde dit portret en zei dat Delmotte onder zijn handicap lijdt.
In de jaren '80 ontsnapt uit de gevangenis van Namen.
14 Maart 1985: Betrokken bij postoverval te Vivegnis. Eén postbode werd daarbij zeer ernstig gewond.
Mei 1985: gearresteerd door de groep Diane. Hij was toen 25 jaar. Hij zat in een Saab 900 Turbo.
21 op 22 augustus 1985 : Vermoord een oude vrouw in buurt van Charleroi.
Oktober 1988: staat terecht voor de moord op een bejaarde vrouw. De akte van inbeschuldigingstelling maakt tevens gewag van een overval op de bank Sud Belge te Montignies en een aantal andere diefstallen in dezelfde gemeente.
Hij werd veroordeeld tot levenslange dwangarbeid.
Brusselse rijkswacht arresteert verdachte van postoverval te Vivegnis
De BOB heeft met de hulp van het interventie-eskadron, de Groep Diane, Jean-Pierre Demotte, een 25-jarige Brusselaar, aangehouden, die wordt verdacht betrokken te zijn geweest bij een postoverval te Vivegnis, nabij Luik.
Daar hebben donderdag 14 maart, om 17u40, drie gewapende kerels, zowat 2 miljoen fr. geroofd alsmede biljetten van de loterij. Een van de gangsters droeg een politie-uniform.
Toen een brievenbesteller getuige was van de feiten en de toegangsdeur naar de kofferzaal probeerde te sluiten, aarzelde een van de overvallers niet om in de richting van de postbode te vuren. Een kogel verwondde zeer ernstig de postman in het aangezicht.
Diverse aanwijzingen bracht de rijkswacht op het spoor van Jean-Pierre Delmotte, die reeds een straf uitzat en werd opgespoord na een geslaagde vlucht uit de gevangenis van Namen. Omdat zijn ouders in Sint-Joost woonachtig zijn, hield de BOB die verblijfplaats discreet in het oog.
Vorige dinsdag werd Jean-Pierre Demotte opgemerkt aan boord van een Saab 900 Turbo, samen met nog drie anderen, onder wie twee Sicilianen. Het viertal werd ingerekend en in de kofferbak de wagen vond de rijkswacht valse autoplaten en een revolver van Tsjechische makelij. Na hun arrestatie werden de vier verdachten grondig aan de tand gevoeld over hun tijdgebruik op donderdag 14 maart, de dag van de overval te Vivegnis.
Bron: Gazet van Antwerpen | 24 Mei 1985
Bejaarde vrouw doodgedrukt voor 2.000 frank
Voor het assisenhof van Henegouwen te Bergen staan twee vrouwen en een man terecht. Ze worden beschuldigd van diefstallen met geweld, die in één geval de dood tot gevolg hadden, zonder het inzicht te doden.
De 30-jarige licht gehandicapte Jean-Pierre Delmotte uit Mons-sur-Marchienne, diens echtgenote de 26-jarige Hilda Saive en de 40-jarige Fernande Dorestan van het eiland Mauritius, waren alle drie betrokken bij een roofoverval in de nacht van 21 op 22 augustus 1985 te Montigny-le-Tilleul op de 80-jarige Anna Vandeplas, die dermate hardhandig werd aangepakt dat zij overleed aan de opgelopen verwondingen. De buit bedroeg 2.000 fr.
De akte van inbeschuldigingstelling maakt tevens gewag van een overval op de bank Sud Belge te Montignies en een aantal andere diefstallen in dezelfde gemeente.
Delmotte was bij alle “acties” betrokken. Zijn vrouw moest zich enkel verantwoorden voor de overval op de bejaarde Vandeplas en de Mauritiaanse leverde de “tip” en verschafte de wapens.
De overval met dodelijke afloop vond plaats tijdens het penitentiair verlof van Delmotte. Hij zei voor het hof dat hij handelde uit geldnood. “Mijn kinderen konden zelfs niet meer naar school omdat ze geen kleren hadden.” Voorzitter Vereecke repliceerde: “Indien u werk had gezocht, en wat minder had gedronken, dan had u een oplossing gevonden.”
Het was Saive, zijn vrouw, die de oude vrouw kon overhalen om de deur te openen. Delmotte sprong binnen, diende haar klappen toe en nam haar in een wurggreep. Hij duwde haar gezicht in een kussen. Saive doorzocht ondertussen de woning.
De onderzoeksrechter bracht vanop de getuigenstoel het probleem te berde van het inzicht om te doden bij Delmotte. Delmotte zei altijd dat hij niet het inzicht had de oude vrouw te doden, maar zijn vrouw ging er naartoe met onbedekt gezicht, zodat het slachtoffer “monddood” moest worden gemaakt. Daar ligt de moeilijkheid: spreekt Delmotte de waarheid of had hij werkelijk de bedoeling de bejaarde te doden opdat ze niet meer zou kunnen zeggen wie haar had overvallen?
De gerechtsarts zei dat het slachtoffer een doodstrijd van een tenminste een uur heeft gehad.
Bron: Gazet van Antwerpen | 25 Oktober 1988
Jean-Pierre Delmotte heeft psychopathische neigingen
Voor het Hof van Assisen van Henegouwen werd dinsdag het proces tegen Jean-Pierre Delmotte, zijn echtgenote Hilde Saive en van Fernande Dorestan voortgezet. Het gaat om een roofoverval die in de nacht van 21 op 22 augustus 1985 te Montignies-le-Tilleul werd gepleegd. De vrouw werd zo hardhandig aangepakt dat ze aan de opgelopen verwondingen overleed.
In zijn verslag stelde geneesheer-psychiater Schittecatte dat Jean-Pierre Delmotte een impulsief en gewelddadig iemand is met psychopathische neigingen. Hij is gehandicapt doordat zijn linkerarm verschrompeld is. Hij wil echter niet alleen aantonen dat hij evenveel als een normaal iemand; wil wil anderen zelfs overbluffen. Om dit te bewijzen is misdadigheid voor hem het enige middel.
Hilde Saive van haar kant is een kindvrouwtje dat sterk van haar man afhankelijk is. Ze neemt zelfs zijn denkwijze over. Voor Dorestan is stelen blijkbaar niet erg. Het drietal is evenwel niet onevenwichtig en volledig toerekeningsvatbaar.
Een inspecteur van de gerechtelijke politie van Charleroi gehoord, bevestigt dat Saive inderdaad onderdanig aan haar man is en dat Fernande Dorestan meewerkte aan de voorbereiding van meerdere diefstallen.
Suzanne Vaningh, buurvrouw van het slachtoffer, zei dat ze alarm sloeg toen ze Vandenplas niet meer buiten zag komen. Haar rol is in de hele zaak nogal duister. Ze sprak zichzelf meermaals tegen en dit bracht er de voorzitter van de rechtbank zelfs toe zich af te vragen of Vaningh eigenlijk niet op de beklaagdenbank had moeten zitten. Hij stuurde haar evenwel weg.
Robert Delmotte, broer van de eerste beklaagde, zei dat “zijn broer zeer lichtgeraakt was en dat hij voor niets in woede ontstak”. Sociaal-assistente Eliande Despineto vervolledigde dit portret en zei dat Delmotte onder zijn handicap lijdt.
Bron: Gazet van Antwerpen | 26 Oktober 1988
Levenslange dwangarbeid voor alledrie
Jean-Pierre Delmotte, zijn vrouw Hilda Saive en Fernande Dorestan werden donderdag door het assisenhof van Henegouwen te Bergen veroordeeld tot levenslange dwangarbeid.
De drie werden woensdagavond schuldig bevonden aan diefstal met geweld, en vrijwillige slagen en verwondingen met de dood tot gevolg voor één van hun slachtoffers, de bejaarde mevrouw Vandeplas.
De advocaat-generaal had enkel voor Delmotte levenslange dwangarbeid gevraagd, omdat die volgens hem een gevaar vormde voor de maatschappij. Voor Saive en Dorestan vroeg hij een straf van 10 tot 15 jaar.
De verdediging steunde op de psychische zwakheid van haar cliënten: “Delmotte was gehandicapt, Saive onderworpen aan haar man en Dorestan ontworteld.”
De jury en het hof volgen noch de verdediging, noch de beschuldiging en veroordeelde de drie tot levenslange dwangarbeid, een bijzonder zware straf.
Bron: Gazet van Antwerpen | 28 Oktober 1988
Simon Poncelet: l'enquête finie à l'été
L'assassinat de Simon Poncelet, dans la nuit du 21 au 22 février 1996 - ce qui fera exactement 5 ans mercredi -, avait rapidement pris une dimension particulière. Pour trois raisons: ce jeune et sympathique inspecteur de la police judiciaire de Mons avait été tué dans les locaux mêmes de la PJ; la piste interne avait vite paru être la bonne; Guy Poncelet, ancien procureur du Roi de Tournai, s'était publiquement élevé contre le traitement réservé au dossier de son fils
Que s'était-il au juste passé à Mons, ce mercredi-là vers 23h30? Une chose est sûre: Simon, qui était de permanence, fut abattu de 4 balles. L'arme? Un revolver volé dans les locaux de la... PJ, en 1986. Mais au départ, l'enquête avait patiné: compte tenu de l'existence de la piste interne, ce n'était sans doute pas une bonne idée de laisser d'abord la PJ enquêter elle-même. C'est ce qu'avait dénoncé le père de la victime (lire ci-dessous).
Finalement, au mois de septembre 1996, une «cellule Simon» avait été créée au sein de la BSR (brigade spéciale de recherche de la gendarmerie, aujourd'hui police fédérale) de Mons. Questions principales: avait-on, en abattant son fils, tenté d'atteindre Guy Poncelet? Ou bien Simon, qui enquêtait sur un trafic de voitures volées, avait-il représenté un danger pour le «milieu» ? Ou bien encore s'était-il, même involontairement, impliqué dans les dissensions graves qui régnaient à la PJ de Mons? On se souvient, à cet égard, des rivalités opposant le commissaire principal Franz Leclercq à son supérieur, le commissaire en chef Bernard Jonniaux.
Tout avait rebondi exactement deux ans après la mort de Simon: le 21 février 1998, la juge Christine Dutillieux ordonnait l'arrestation de M. Leclercq. La piste du règlement de compte interne était donc la bonne? Le mobile aurait par exemple pu être, disait-on à l'époque, que le commissaire, surpris par l'inspecteur alors qu'il fouillait le bureau de M. Jonniaux, avait tué le témoin gênant. Car si on avait su, cela aurait été très mauvais pour la carrière de M. Leclercq, malgré sa réputation de «bon flic» : il avait déjà été suspendu pour avoir écrit de sulfureuses lettres anonymes.
Toujours le "suspect n°1"
Pourtant, un tel mobile a pu paraître indigent: tue-t-on vraiment pour cela? Possible. Mais pas sûr, car certains indices peuvent également paraître légers. Ainsi, des traces de poudre relevées sur une veste appartenant à M. Leclercq sont similaires à celles prélevées sur les vêtements que portait Simon Poncelet. Certes. Mais pourquoi M. Leclercq, en policier expérimenté, n'a-t-il par exemple pas fait disparaître cette veste saisie de nombreux mois après l'assassinat? En clair, du côté de M. Leclercq, on ne plaide pas coupable (lire ci-dessous). Sa détention préventive avait d'ailleurs cessé le 10 juillet 1998. Depuis, le commissaire n'a plus été interrogé.
Quoi qu'il en soit, on approche du dénouement. Certes, la «cellule Simon» poursuit quotidiennement son travail, comme on nous l'a confirmé lundi: quatre hommes à temps plein et deux autres en appui continuent de nombreuses vérifications. Mais on prête à Mme Dutillieux l'intention d'effectivement clôturer le dossier prochainement. Vers le mois de juin, comme le dit un bruit de couloir, au palais de justice? «
Il est prématuré de fixer une échéance au mois près, car plusieurs expertises sont encore en cours », nous a-t-on indiqué à Mons.
En tout cas, Franz Leclercq reste clairement le suspect n°1: les travaux à achever ne divergent pas, selon nos informations, de ce qui est déjà connu. Il se dit même que le parquet sera probablement amené à demander à la chambre du conseil de renvoyer le suspect devant la cour d'assises.
Bron: La Libre Belgique 2001 | Roland Planchar | 18 Februari 2001
Raoul Moury reste confiant: il défend un homme innocent. L'avocat se dit parfaitement convaincu que son client, le commissaire Frans Leclercq, n'a réellement pas commis ce qu'on lui reproche. Mais la justice montoise, malgré une enquête productive, est décidément dans le collimateur de toutes les parties: « M. Leclercq a été arrêté à la date anniversaire du 21 février 1998. Je me demande sans plaisanter par quel processus il n'y a pas eu une sorte de déclenchement psychologique par rapport à cela ». En tout cas, Me Moury estime que l'accès au dossier ne lui a « pas appris grand-chose » - rien de très neuf depuis 1998? - et a le sentiment que « des éléments d'enquête que nous aurions souhaités n'ont pas été réalisés ».
Auraient-ils, le cas échéant, été de nature à montrer que M. Leclercq a raison de « persister absolument à dire qu'il n'est pas coupable » ?« Quand vous êtes inculpé de quelque chose, le problème n'est pas pour vous de démontrer votre innocence ni de rechercher le coupable », rappelle à bon escient l'avocat, « c'est aux autres de démontrer que vous êtes coupable ». Or, précisément, Me Moury n'a pas le sentiment que la démonstration est faite. Gageons que si, comme c'est probable, l'affaire va devant les assises, le débat sera rude. En tout cas, l'avocat aurait « souhaité que l'enquête, autrement diligentée, nous ait conduits vers d'autres pistes. J'ai le sentiment objectif que tout aurait pu évoluer autrement ».
Bron: La Libre Belgique 2001 | Roland Planchar | 18 Februari 2001
Mais qu'est donc devenue l'affaire Simon Poncelet?
Pas content: Jean-Philippe Mayence, l'un des avocats du principal suspect dans l'affaire Simon Poncelet, du nom d'un jeune inspecteur de la PJ de Mons abattu au cours de la nuit du 21 au 22 février 1996, n'est vraiment pas content, comme il l'a dit lundi sur les antennes de la RTBF. En bref: l'enquête, qui serait menée à la charge exclusive de son client, le commissaire Franz Leclerq, piétine et broie un innocent, le temps aidant. Rétroactes.
Le meurtre de Simon Poncelet avait tôt pris une dimension particulière, car ce jeune et sympathique inspecteur de la police judiciaire avait été tué dans les locaux mêmes de celle-ci. Un comble. D'autre part, la piste interne avait rapidement semblé être la bonne, du moins avait-elle ainsi été présentée peu après l'entame de l'instruction - qui avait bien mal débuté, puisque « tout le monde a par exemple marché sur les indices au sol », relevait un observateur, à l'époque. Enfin, le père de la victime, l'ancien procureur du roi de Tournai, Guy Poncelet, s'était publiquement élevé contre le traitement réservé au dossier, notamment en s'étonnant que, malgré les premiers éléments, l'enquête reste dans les mains des «péjistes» pendant plus de 6 mois.
Au-delà de la position judiciaire, on s'était longuement interrogé: peut-être avait-on tenté d'atteindre Guy Poncelet en abattant son fils? Ou bien Simon, qui travaillait sur un trafic de voitures volées, représentait-il un danger pour le «milieu», réputé dangereux en la matière? Ou bien encore, thèse plus proche de celle du juge d'instruction, Christine Dutillieux, s'était-il - même sans le vouloir - impliqué dans les dissensions graves qui ravageaient la hiérarchie de la PJ de Mons?
En tout cas, c'est exactement au deuxième anniversaire du meurtre que le commissaire Leclercq avait été arrêté (« Un coup aux apparences médiatiques », tonne désormais Me Mayence), le juge d'instruction privilégiant donc totalement la piste du règlement de compte interne. Malgré tout, les indices mis en avant n'avaient pas paru extrêmement convaincants. La chambre des mises en accusation avait d'ailleurs libéré M. Leclercq - qui a toujours affirmé avec véhémence être parfaitement innocent - après quelque quatre mois de détention préventive.
«Rien avant l'année prochaine»
Or, si au cinquième anniversaire de la mort de Simon, au mois de février 2001, la justice avait laissé entendre que l'enquête approchait de son terme, annoncé «pour l'été», nous avions en revanche appris, au mois de juin puis encore la semaine passée, au parquet de Mons, qu'on en est loin: « Non, il ne faut pas espérer que le dossier nous soit communiqué par l'instruction avant la fin de l'année au mieux», y disait-on sans ambages, mercredi dernier, « car les devoirs d'instruction n'ont pas été réalisés aussi vite qu'espéré ».
Rien d'étonnant, dès lors, à ce que Me Mayence nous indique, lundi, que « lorsque j'ai demandé pour la deuxième fois à consulter le dossier, on m'a dit au parquet général que l'instruction traînait ». Fâché, l'avocat: « C'est intolérable pour mon client, qui est innocent, car, en pratique, il ne travaille plus depuis 3 ans et il est totalement rejeté par son milieu professionnel, ce que je peux comprendre vu les lenteurs ». Jean-Philippe Mayence rejette en outre l'orientation prise par l'enquête de MMe Dutillieux: « Tout est fait dans un seul sens, sur une seule piste, alors qu'il en existe beaucoup d'autres qui méritent une attention soutenue et où se trouve la vérité ».
Bref, le défenseur de M. Leclerq a décidé de mettre le holà prochainement, si rien ne change: « Je dois, en novembre ou en décembre, pouvoir voir le dossier. Si cela coince encore, j'userai probablement de l'article 136 bis du code d'instruction criminelle », qui donne à la chambre des mises en accusation un droit de regard sur les instructions longues. Et là, l'instance d'instruction peut donner des directives aux magistrats instructeurs...
Bron: La Libre Belgique 2001 | Roland Planchar | 28 Oktober 2001
Simon Poncelet: 7 ans déjà...
Le procureur du Roi a tracé ses réquisitions. Pour le renvoi devant les assises de Franz Leclercq
Mons 21 février. Voilà sept ans, le jeune inspecteur de la PJ de Mons Simon Poncelet était abattu de quatre balles de revolver (du type d'arme qui fut naguère utilisée par les collègues du jeune homme), à la PJ de Mons, à l'époque installée dans des locaux vétustes, rue du Gouvernement à Mons. Simon Poncelet y effectuait la garde seul.21 février: c'est aussi le 5è anniversaire de l'incarcération de Franz Leclercq, son supérieur hiérarchique. Le commissaire principal était libéré le 10 juillet de la même année, par la chambre des Mises en accusation. Motif: absence d'indices sérieux de culpabilité». Depuis, il reste suspendu de ses fonctions. Début de cette année, il a encore étudié longuement le dossier au palais de justice de Mons.
A la clôture de l'instruction, le dossier, lourd de 50 cartons, a été étudié depuis mai dernier, par le procureur du Roi de Mons Claude Michaux. Interrogé ce vendredi, ce dernier explique que début du mois de février, il a tracé ses réquisitions, allant dans le sens d'un renvoi de M. Leclercq devant les assises.
Cette nouvelle est loin de ravir Me Jean-Philippe Mayence, avocat de la défense. «Les dernières expertises en date effectuées par le BKA, sont favorables à mon client. Veut-on justifier 7 années de procédures mal faites? On décide qu'il faut renvoyer mon client aux assises, quitte à ce qu'il soit acquitté: on jette un homme en pâture! M. Leclercq a réétudié le dossier jusque voilà une semaine: il n'y a pas trouvé trace de ce réquisitoire du parquet! J'espère que la chambre du conseil va requérir un non-lieu!»
Bron: La Dernière Heure | 22 Februari 2003
Eerste Belgische huurlingen in Suriname
Sinds enkele dagen vechten de eerste Belgische huurlingen mee met het zogeheten Jungle Commando van Ronnie Brunswijk in Suriname. Het tweetal, twee broers uit Brussel, arriveerde dinsdag jongstleden te Saint-Laurent-du-Maroni in Frans-Guyana, en vervoegde zich daar in hotel “Le Toucan” met de andere Europese huursoldaten: 5 Britten en één Fransman.
De groep wordt geleid door de Brit Barl “Panzer” Finch, een ex-para uit Liverpool. Het Jungle Commando van Brunswijk bestaat voor de rest uit Surinaamse Bosnegers.
Een tweetal maanden al circuleerden in huurlingenmilieus in ons land een telefoonnummer te Rotterdam, waar lieden, die met de guerrilla in Suriname willen gaan vechten, terecht kunnen. Volgens goed ingelichte bronnen hebben al ten minste een tiental Belgen op dit nummer hun diensten aangeboden. Verscheidene onder hen trokken zelf naar het bewuste aders te Rotterdam.
Toen ze daar vernamen dat er voor huursoldaten in Suriname momenteel wel plaats, maar hoegenaamd gen fondsen en zelfs wapens voorhanden waren zijn, haakten de meesten af. De enige “zekerheid”, die in het vooruitzicht werd gesteld, was “ruime beloning eens de guerrilla de macht in Suriname zal hebben overgenomen”.
Twee broers uit Brussel, die we voor de gelegenheid Guy (35) en Léon (36) zullen noemen, hadden eveneens verschillende malen met Rotterdam getelefoneerd. Uiteindelijk hadden ze 3 weken geleden rendez-vous met 3 Surinamers aan het Beursgebouw te Brussel. Daar werd hen nogmaals bevestigd dat er geen geld en geen wapens beschikbaar waren, dat het Jungle Commando hun diensten zeker kon gebruiken, maar dat ze zelfs het vliegtuigticket uit eigen zak zouden moeten betalen. Later, na de overwinning, zouden ze rijkelijk vergoed worden.
Léon, ex-para van het Franse Vreemdelingenlegioen en op dat ogenblik te Brussel werkzaam als beenhouwersgast, verzamelde al zijn spaargeld en verkocht enkele gouden ornamenten, terwijl zijn werkloze broer Guy zijn auto van de hand deed en daarmee 70.000 frank rijker werd.
Het tweetal liet zich op vrijdag 20 maart per auto naar de Parijse luchthaven Orly voeren, en stapte daar om kwart na elf op het vliegtuig met bestemming Cayenne in Frans-Guyana. Een Franse ex-legionair, met wie eerst een wachtwoord moest worden uitgewisseld, pikte hen daar op. Van daaruit arriveerden ze afgelopen dinsdag te Saint-Laurent-du-Maroni, aan de Guyaans-Surinaamse grens. Gisternamiddag bevestigde de baas van hotel “Le Toucan” ons telefonisch dat het groepje Europeanen, Belgen incluis, vertrokken was, Suriname in.
België verbiedt aan zijn onderdanen het in dienst treden bij een vreemde legermacht.
Bron: Gazet van Antwerpen | 28 Maart 1987
Belgische huurlingen weer thuis uit Suriname
De zes Europese huurlingen die met de guerrilla’s van Ronnie Brunswijk meevochten om het bewind van Desi Bouterse omver te werpen, hebben totaal ontgoocheld het land verlaten en bevinden zich weer op het Europese continent.
De huurlingen, vier Britten en twee Belgen, hadden er mooi genoeg van elke dag te moeten horen dat de beloofde zware wapens en dergelijke uitrusting “morgen” gingen arriveren, en dat ze pas rijkelijk konden worden vergoed eens de guerrilla de macht had overgenomen. “De Surinaamse Jungle Commando’s lieten ons volkomen in de steek”, zegt één der twee Belgische huurlingen, die we voor de gelegenheid Léon zullen noemen.
Léon, een 35-jarige Brusselaar en ex-legionair, trok met zijn broer Guy op 23 maart jongstleden op eigen kosten via Frans-Guyana naar Suriname. Het tweetal ontmoette er de 4 Britten in hotel “Le Toucan” te Saint-Laurent aan de Guyaans-Surinaamse grens. “Le Toucan” was voor de huurlingen een soort veilig hoofdkwartier op Frans grondgebied vlakbij de grens terwijl de guerrilla’s zich ophielden in junglekampen in Suriname zelf.
Toen Léon en zijn broer in “Le Toucan” arriveerden was de leider van de huurlingen, de Brit Carl “Panzer” Finch al van hun komst op de hoogte gebracht. “Finch zat ons op het terras in gezelschap van zijn landgenoot John Richards op te wachten”, aldus Léon. “Welkom, we kunnen hier iedere professionele vechtjas opperbest gebruiken”, luidde het onthaal. “Van nu af moeten jullie uit eigen zak geen centiem meer uitgeven aan voedsel, drank, sigaretten en logement. Surinamers in Nederland hebben met Robert, de hotelbaas, een overeenkomst gesloten dat zij dit soort onkosten voor hun rekening nemen. Voor de rest gaan jullie, net als wij, voorlopig geen rooie duit verdienen. En een degelijke uitrusting kunnen we jullie al evenmin bezorgen. Wij wachten al maanden op uniformen en ander tuig, waarover een Surinaamse contactman hier in Saint-Laurent, een zekere Paco, ons al die tijd wijsmaakt dat het “morgen” gaat arriveren …”
De twee Belgen werden gelogeerd op de hotelkamer van de Brit John Richards, de drie andere Britten, John “Mad Dog” Love, Carl “Panzer” Finch en Charles Moseley, deelden gezamenlijk een tweede kamer.
“De volgende dag kregen we wapens”, aldus Léon. “Een Beretta-geweer en een 9mm pistool. Zwaarder tuig, waarmee wij de pantserwagens van Bouterse zouden kunnen te lijf gaan, was nog steeds niet opgedoken.”
“In Le Toucan waren permanent twee leden van de Franse Buitenlandse geheime dienst, het zogeheten “Deuxième Bureau” aanwezig. Zij waren van het doen en laten van de Europese huurlingen tot in het kleinste detail op de hoogten maar legden ons geen strobreed in de weg. Integendeel, zij verwittigden ons wanneer we voor zeer nieuwsgierige gendarmes in Saint-Laurent best in het hotel weggedoken bleven.”
“Aan het “Deuxième Bureau hadden we ook te danken dat deze gendarmes nooit één voet in het hotel zelf hebben gezet …”
Het Surinaamse Jungle Commando, dat onder leiding van Brunswijk ergens in een junglekamp in Suriname zelf zat, kreeg volgens Léon enkele weken geleden 200 Winchester riot-guns plus bijhorden patronen bezorgd van een onbekende Amerikaanse schenker. “De 4 Britten vertelden ons dat ze de Bosnegers van het Jungle Commando voor geen fluit vertrouwden”, aldus Léon. “Paraderen met hun riot-guns, dat kunnen ze, zo zei Finch dikwijls maar neem ze niet mee op een of andere raid, want ze gaan lopen als ze een tak horen kraken.”
De Europeanen probeerden de afgelopen weken verschillende malen tevergeefs met Brunswijk in contact te komen. “Finch had een laatste gedurfde actie gepland”, vertelt Léon. “Met ons zessen zouden we in een stadje in het noorden van Suriname, ver weg van de staat van beleg en de onrust, infiltreren. Omdat daar geen soldaten waren gelegerd, zouden we enkel ’s nachts de plaatselijke politiemannen moeten liquideren, en dan zouden we zonder veel moeite de lokale bank kunnen kraken. Dat zou ons fondsen opleveren om zware wapens te kopen en ook een pakje zakgeld. Finch rekende daarvoor op 6 Bosnegers van het Jungle Commando, om proviand, munitie en dynamietladingen voor ons te dragen, want we zouden zowat 6 dagen te voet door de jungle moeten trekken vooraleer we ons doel bereikten."
"Maar Brunswijk bleek plots nergens meer te vinden. Bovendien hadden wij vernomen dat er 200 Libiërs in Suriname waren gearriveerd, die we iedere dag op ons dak konden krijgen. En twee weken geleden hadden we er allemaal, als bij afspraak, plots hartsgrondig genoeg van. Unaniem besloten we uit Suriname en Frans-Guyana te verdwijnen. Voor mijn broer en mijzelf betekende dat geen probleem, want wij waren ginds met een retourticket gearriveerd. Maar de 4 Britten hadden geen ticket voor de terugreis, en evenmin een rooie duit op zak."
"In samenspraak met het “Deuxième Bureau” in het “Le Toucan” hebben ze zich dan maar officieel het land laten uitzetten, met een “repatriëringsticket” Cayenne-Parijs-Londen in de hand. Ik weet echter zeker dat ze die laatste trip van de reis nooit hebben volbracht. Want het “Deuxième Bureau” bezorgde hen een contactadres te Parijs, waar ze zeer welkom zouden zijn, zo heette het …”
De huurlingen hebben al hun wapens achtergelaten bij Robert, de hotelbaas te Saint-Laurent. “Finch had een pracht van een nachtvizier” besluit Léon. “Dat was zijn persoonlijk bezit. Ook dat bleef achter in “Le Toucan”. Samen met een onbetaalde rekening van ruim 11.000 Franse frank. Maar daar kunnen lieden in Nederland zich om bekommeren.”
Bron: Gazet van Antwerpen | 24 April 1987
Rachid Errahmani was een bekend onderwereldfiguur in Brussel. Het parket in Neufchâteau beschikt over foto's met Errahmani, Nihoul en Philippe Deleuze erop. Errahmani, bijgenaamd Le Prince, werd vermoord op het Rouppeplein door een nachtwaker van een hotel. Hij werd destijds door verschillende getuigen in verband gebracht met seksfeesten met minderjarigen.
Bron: De X-dossiers: Wat België niet mocht weten over de zaak Dutroux | Annemie Bulté, Douglas De Coninck en Marie-Jeanne Van Heeswyck
Over de moord op Errahmani:
Man doodgeschoten in Brussels hotel
De Brusselse onderzoeksrechter Collin heeft zondag de nachtwaker in voorlopige vrijheid gesteld die zaterdag werd voorgeleid na een schietpartij in het hotel “A la Grande Cloche” aan het Rouppeplein te Brussel. Daarbij werd een man van vermoedelijk Noord-Afrikaanse afkomst gedood. Over de precieze omstandigheden waarin de feiten zich hebben afgespeeld, weigerde het gerecht enige informatie te verstrekken.
Volgens ter plaatse ingewonnen inlichtingen was het tot een treffen gekomen tussen de nachtwaker en een late klant. Toen een schijnbaar zwaar dronken vrouw omstreeks vijf uur aanbelde werd ze door de nachtwaker wandelen gestuurd. Haar vriend zou toen woedend geworden zijn en de deur hebben ingebeukt, waarna het tot een handgemeen kwam met de nachtwaker. Het feit dat de man op vrije voeten werd gesteld laat vermoeden dat hij heeft gehandeld in staat van wettige zelfverdediging.
Bron: Gazet van Antwerpen | 6 Maart 1989
Bij Errahmani wordt een bij Juan Mendez gestolen mitraillette gevonden.
Bende van Nijvel → Posts by Ben
Powered by PunBB, supported by Informer Technologies, Inc.