Claudine M., de eerste echtgenote van majoor Bougerol, wil niet langer zwijgen. Ook zij werd geraakt door het boek van Guy Bouten:
"Zijn bijnaam was 'le Stratège'. Strategie is altijd zijn dada geweest. Na zijn vertrek bij de Jagers te Voet in Charleroi in 1970 verbleven we in het West-Duitse Euskirchen. Daar had hij bijna dagelijks contact met de verkenners van de Équipes Spéciales de Reconaissance en de Amerikaanse Special Forces. Wij waren bijna buren want onze kazerne bevond zich naast de hunne. Mijn man kreeg een speciale opleiding in de Amerikaanse legerbasis Fort Bragg in North Carolina. Daarna kreeg hij van de Amerikanen nog een cursus antiterrorisme en psychologische oorlogsvoering in Taiwan. Hij was vaak uithuizig zonder te zeggen waar hij verbleef. Dat gebeurde ook in de periode 1981-85 toen we al lang naar België waren teruggekeerd en hij afwisselend werkte in de legerbibliotheek in Evere en in het hoofdkwartier van de landmacht in Tervuren. 'Missions spéciales', zo luidde het dan. Ooit was ik getuige van een ontmoeting met een Amerikaan van wie de naam Bill Atkins luidde, in een wegrestaurant ter hoogte van Nijvel. Ik moest in de auto blijven zitten. De majoor was dik bevriend met Bernard Mercier, de ballistische expert Claude Dery en docteur Nancy, allen lid van zijn clubje in de abdij van Aulne."
- Deze, door de Amerikanen betaalde opleidingen, doen vermoeden dat Bougerol een betaalde agent was voor Amerikaanse geheime diensten.
"Oh, de zondag gingen de heren naar de mis, ze waren streng katholiek maar vergis u niet: 's avonds zaten ze bij de hoeren. Af en toe had hij contact met baron de Bonvoisin. De conversatie verliep dan heel gedistingeerd maar zodra de edelman zijn rug had gedraaid, stak hij een middelvinger in de lucht. De majoor bezat twee privételefoons. Allebei achter slot en grendel. De ene in zijn privéslaapkamer want na een tijd deden we chambre à part, de tweede in de secretaire in de keuken. De familie mocht er onder geen beding aankomen. Hij kon zeer agressief uit de hoek komen. Op een keer heeft hij jongens die op straat te veel lawaai maakten, beschoten met zijn riotgun (!). Hij bezat twee exemplaren in een zelfgemaakte tas in zijn slaapkamer. Met hem viel niet te leven. Een egocentrische, agressieve man die over lijken ging."
"We hebben driemaal een huiszoeking gehad. De eerste keer in 1981 toen er van de Bende nog geen sprake was. En daarna tweemaal door de Cel Waals Brabant. Die laatste keer in 1999 waren er drie speurders aanwezig. Lachlan en zijn collega Burnie waren ernstig aan het werk. Toen kwam de majoor binnen en was het direct handje-klap avec ce type farfelu Lionel Ruth. Ze lachten en tapten moppen."
"Door uw boek heb ik de naam Bouhouche in de oren geknoopt. Mijn ex had sporadisch telefonisch contact met hem. Ik weet ook van die keer dat hij in de buurt van de avenue Hippocrates in Woluwe garages en een appartement van Bouhouche heeft gecontroleerd. En in Brugge huurde hij een appartement en een garage. Waarschijnlijk om een of andere maîtresse in onder te brengen of misschien toch voor zijn missions spéciales. We zijn op de autoweg Luxemburg-Namen eens in een kettingbotsing terechtgekomen waarbij ik een whiplash opliep. De majoor zat aan het stuur met naast hem zijn Libanese vriend Victor El Khoury. Plots was mijn man verdwenen. Dan zijn enkele personen opgedaagd die El Khoury in veiligheid hebben gebracht, terwijl ik in een ambulance werd afgevoerd. Ik ben er zeker van dat ze tot de militaire veiligheidsdiensten behoorden. De verzekering is nooit tussengekomen. Er mocht van dat ongeval blijkbaar geen spoor achterblijven. Waarom?"
"Ik lees in jouw boek dat El Khoury gesignaleerd werd als een van de laatste bezoekers van de weverij in Temse waar de Bende zeven kogelvrije vesten stal. Ik weet in elk geval dat de Libanees een bijzonder gevaarlijke man was. Soms logeerde hij bij ons. En dan was er die keer dat de RTBF een reconstructie uitzond van de overval op de Delhaize in Aalst. Mijn man stond in de keuken naar de televisie te kijken. En maar commentaar geven. 'Dat was niet goed. Ze hadden dit moeten doen.' En patati en patata. Kortom, hij was niet te spreken over de werkwijze van de overvallers. Kunt u zich dat voorstellen? Toen ik mijn verontwaardiging uitdrukte, maakte hij meteen duidelijk dat hij aan een advocaat of notaris, ik weet het niet meer precies, geheime documenten in bewaring had gegeven die indien hem iets zouden overkomen, 'pouvaient faire sauter le royaume'."
"Na de publicatie van je boek bedreigde hij mijn zoon tijdens een toevallige ontmoeting op straat. Hij dreigde hem de keel over te snijden. Mijn zoon wil nu van naam veranderen. Bij mijn dochter Marie werden de remmen van haar auto gesaboteerd. Ze werd zelfs op de ring rond Charleroi ter hoogte van Marchienne-au-Pont beschoten, vlak bij het rusthuis waar de moeder van mijn ex toen verbleef."
Bron: De Bende van Nijvel en de CIA, Guy Bouten