"Cold case: De moorden in Brabant of de definitief verloren eer van de Belgische justitie
Op 27 juni sloot de Belgische justitie de zaak van de gekke moordenaars van Brabant af. Dit is een reeks bloedige overvallen die in de jaren tachtig in België plaatsvonden, waarbij 28 doden en 22 gewonden vielen. Behoudens eventuele twists en bochten is de zaak nu gesloten en zal daarom voor altijd onopgelost blijven. Michel Leurquin, auteur van een onderzoeksboek over dit schandaal, woonde de bijeenkomst bij die door de rechtbank was georganiseerd om de slachtoffers te informeren. Hij is boos.
Op 27 juni 2024 wordt in het voormalige NAVO-gebouw een belangrijke bijeenkomst gehouden. Het gebouw werd door de staat gekocht om met name te worden gebruikt voor het houden van grote processen en andere evenementen georganiseerd door het Belgische rechtssysteem, dat erg krap was in het vervallen Brusselse gerechtsgebouw. De grote rechtszaal was onder meer het toneel voor het proces tegen de aanslagen in Brussel in het metrostation Maalbeek en de nationale luchthaven van Zaventem. Dit gebouw draagt nu de naam Justicia.
Incompetentie en corruptie?
De slachtoffers van de Brabantse Moorden werden door het federaal parket opgeroepen zonder opgave van de reden voor dit gesprek. Het gerucht gaat dat het onderzoek, begonnen in 1982, definitief zou kunnen worden afgesloten. Maar sommigen weigerden het te geloven. De afgelopen jaren heeft justitie inderdaad enkele sprankjes hoop geboden: een minister van Justitie die in 2018 verklaarde dat hij hoopte op een proces tegen de bende in de komende drie jaar, een wet die dergelijke daden onverbiddelijk maakt en een andere die het ouderlijk DNA toestaat monstername om het DNA van overleden verdachten te vergelijken met dat van hun directe mannelijke familie.
Ongeveer 80 mensen woonden deze bijeenkomst bij, waarbij werd gespecificeerd dat elke burgerlijke partij het recht heeft zich te laten vergezellen door een vertrouwenspersoon. Ik had de eer te worden uitgenodigd door Patricia Finné wiens vader op 27 september 1985 werd doodgeschoten op de parkeerplaats van de Delhaize-supermarkt in Overijse, met wie ik een boek schreef over de affaire (de gekke moordenaars van Brabant, het Boek Vervaardiging). We stellen een opmerkelijke afwezigheid vast: David Vandesteen die zag hoe zijn vader, zijn moeder en zijn zus Rebecca, slechts 14 jaar oud, vermoord werden met jachtgeweren tijdens de laatste aanval, op 9 november 1985 in het Vlaamse stadje 'Aalst'. ). Hijzelf, negen jaar oud, raakte ernstig gewond. Hij walgde van het disfunctioneren en de fouten van het onderzoek, beschuldigde het rechtssysteem van incompetentie en corruptie, en weigerde opnieuw de confrontatie aan te gaan met staatsvertegenwoordigers. Zijn advocaat vertegenwoordigt hem.
Alleen al de timing van deze bijeenkomst roept vragen op. Het komt na de parlementsverkiezingen en vlak voor de zomervakantie. De minister van Justitie is een technocraat die is aangesteld na het aftreden van de portefeuillehouder naar aanleiding van de aanval op Zweedse fans die een voetbalwedstrijd bijwoonden; hij voelt zich niet betrokken bij het onderwerp.
Nadat ze plaats hadden genomen in de grote zaal waar simultaanvertaling gepland staat, zagen de deelnemers vier mensen binnenkomen in een plechtige sfeer: de kersverse federale procureur Ann Fransen, de procureur-generaal Marianne Capelle en de onderzoeksrechter Martine Michel. De drie vrouwen met gesloten gezichten worden vergezeld door de voorzitter van de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden.
Einde onderzoeksacties
De hoop, voor zover die nog bestond, werd onmiddellijk de grond in geboord door de federale magistraat die meteen verklaarde: ‘Ik had je liever in andere omstandigheden ontmoet. Omdat de boodschap die ik u vandaag moet bekendmaken noch prettig is om aan te kondigen, noch om te horen. We kunnen alleen vaststellen dat er in deze kwestie nog geen actieve onderzoeksactie kan worden ondernomen.” Daarmee verlaat ze de kamer om een persconferentie te geven en laat ze haar twee zussen over om preciezere uitleg te geven.
De twee magistraten uiten zich om de beurt op een koude en mechanische manier. Het federaal parket heeft, na alle mogelijkheden en onderzoeksmethoden te hebben uitgeput, besloten het onderzoek definitief stop te zetten, of op zijn minst niet langer de geringste onderzoeksplicht uit te voeren, tenzij de burgerlijke partijen daarom verzoeken.
Methodisch wordt alles beoordeeld. Sinds haar komst aan het hoofd van het onderzoek in 2018 zweert de procureur-generaal al het mogelijke te hebben gedaan om de daders van deze smerige misdaden te identificeren, waarbij 28 doden vielen, onder wie vrouwen en kinderen. , Marianne Capelle beweert hard te hebben gewerkt aan vier gebieden:
Een nieuwe analyse van alle originele notulen.
Nieuwe wetenschappelijke analyses uitgevoerd op het bewijsmateriaal, met name door deskundigen op het gebied van vingerafdrukken, DNA en zelfs ballistiek, uitgerust met de nieuwste technologieën die in de criminologie worden gebruikt.
Analyse van oude aanwijzingen die min of meer gesloten zijn door andere onderzoekers.
Diepgaand onderzoek naar alle ‘tips’ die in de loop der jaren zijn ontvangen en breed zijn uitgemeten in de pers.
Toch een titanenklus
Een titanenklus volgens haar en die uiteindelijk op niets uitliep. Sommige cijfers zijn duizelingwekkend: er werden 40 lijken opgegraven voor DNA-onderzoek (meer volgens sommige bronnen), 593 DNA-monsters genomen en 1.815 stukjes informatie geverifieerd. Voor de magistraten is er niets meer te doen. Ze zeggen spijt te hebben en tonen medeleven met de slachtoffers, zonder zich te verontschuldigen of het functioneren van de gerechtelijke instelling in twijfel te trekken. Uiteraard is het nog wel nodig dat de raadkamer voor het einde van het jaar het verzoek tot definitief ontslag, ingediend door de officier van justitie, bevestigt. Bovendien kunnen de burgerlijke partijen alsnog onderzoeksopdrachten vragen als zij over nieuwe elementen in het bezit komen. Maar wie gaat het onderzoeken? Niemand gelooft meer dat deze mogelijke verzoeken gevolgen kunnen hebben.
Voor de burgerlijke partijen waren deze aankondigingen een enorme klap. Tijdens de vraag-en-antwoordsessie die volgde werd gesproken over compensatie – met variabele geometrie – voor slachtoffers, maar de voorzitter van de schadevergoedingscommissie wilde er liever niets meer over zeggen, wat vragen oproept over het nut van zijn aanwezigheid. Een getuige die zonder succes contact probeerde op te nemen met de onderzoekseenheid, heeft verzocht door de onderzoeksrechter te worden gehoord om de als belangrijk omschreven informatie vertrouwelijk te kunnen verklaren. Martine Michel gaf hem een categorische weigering.
Een Franse advocaat, Maître Ramaël, stond erop dat zijn verzoek om aanvullende onderzoekstaken met betrekking tot het Franse spoor van de gebroeders Sliman, dat de dag ervoor was ingediend, werd aanvaard. Hij kreeg het ontwijkende antwoord: "We hebben dit document nog niet gelezen, maar we zullen u binnen de door de wet gestelde termijn op de hoogte stellen van onze beslissing." (Opmerking: begin augustus weigerde het federaal parket deze taken, omdat ze “niet nuttig waren voor de manifestatie van de waarheid”. De Fransman zal in beroep gaan bij de kamer van inbeschuldigingstelling. De beslissing van laatstgenoemde wordt in september verwacht).
Families van slachtoffers hebben geklaagd over de minachting van bepaalde onderzoekers en bepaalde rechters. Een Vlaamse advocaat van zijn kant betreurde het dat zijn verzoek om een onderzoek naar de kentekenplaten die bij de laatste aanval waren aangetroffen, niet was ingewilligd. Algemeen ongemak in de kamer.
De bijeenkomst zou een uur duren, maar het duurde vijf uur.
Verdriet en woede
Toen we weggingen was het verdriet voelbaar. Net als woede, maar dan koud, ingehouden woede. Geen uitbarstingen of huilbuien. De burgerlijke partijen konden ondanks hun bitterheid waardig blijven. Niemand accepteerde deze beslissing en ze vertrouwden het toe aan de camera's. Het onbegrip is absoluut. Een burgerlijke partij verklaarde de “begrafenis van Justitie” te hebben bijgewoond. Een ander, op de rand van tranen, vertrouwde toe: “We hebben een beetje vertrouwen in het onderzoek als er nog iemand aan werkt. Maar er is niemand meer. Dit betekent dat we nooit antwoorden zullen hebben, en ook nooit gerechtigheid. Er zijn niet veel feiten in België waar we dat kunnen zeggen... En het is voor veel gezinnen een groot probleem. »
Het is een schok voor iedereen, zowel de slachtoffers als hun dierbaren. De meeste mensen nemen deze aankondiging slecht op. “Het onrecht is groot! » Onrecht, het woord valt weg en het lijkt erg schamel om het falen van ruim veertig jaar onderzoek uit te drukken.
Het is waarschijnlijk de ernstigste ‘cold case’ in de Belgische gerechtelijke geschiedenis, om nog maar te zwijgen van de mondiale gerechtelijke geschiedenis.
De Belgische justitie heeft gefaald. Jammerlijk. Er zijn zeker verzachtende omstandigheden: een gebrek aan middelen en personeel, het onvermogen van linkse en rechtse regeringen om de fondsen te vergroten, politieke benoemingen, politieoorlog, daden begaan in verschillende gerechtelijke arrondissementen, vandaar de benoeming elke keer van een andere onderzoeksrechter, taalkundige rivaliteit ... Maar we weten ook dat niet alles is gedaan om dit onderzoek op te lossen, dat er sprake was van manipulatie en druk.
Een situatie die herhaaldelijk aan de kaak is gesteld, door de hoofdrolspelers van het onderzoek zelf, maar ook door twee parlementaire onderzoekscommissies. Tevergeefs. Dysfuncties was het woord dat werd gebruikt om deze reeks oorzaken te benoemen. Het was ook het enige politieke antwoord op het fiasco van de Dutroux-affaire. Disfuncties waarvoor niemand ooit verantwoordelijk of schuldig is en die niemand echt zal proberen op te lossen, behalve door een paar wetswijzigingen in de marge. Maar het is duidelijk dat de slachtoffers en hun families voortdurend vergeten zullen blijven door het gerechtelijk apparaat dat de procederende partijen letterlijk verplettert.
Een onverschrijfbaarheid die verbiedt het bestand openbaar te maken...
Op die noodlottige dag presenteerde Justitie zichzelf als een administratief en technocratisch monster dat zichzelf had verslonden en zijn koers had hervat alsof er nooit iets was gebeurd... Veel andere spraakmakende zaken werden nooit opgelost (de vilder van Bergen, de moord op de paddenstoel boerderij, de moord op de ingenieur van de wapenfabriek FN Juan Mendez, gevallen van verdwijningen van kinderen….). Jaarlijks blijven ongeveer veertig moordzaken onopgelost. Er was een kleine cold case-afdeling bij de Federale Politie in Brussel, maar die werd opgeheven. We kunnen hopen dat de volgende regering ermee instemt om met middelen een cold case-centrum zoals in Nanterre op te richten.
De gerechtigheid van het vlakke land bleef blind voor de pijn van de families en de terechte bezorgdheid van de publieke opinie door er niet in te slagen het mysterie op te lossen. Het heeft, naast de geloofwaardigheid die in de jaren zeventig al was aangetast, ook zijn eer en respectabiliteit verloren. Een verschrikkelijke afdaling in de hel waarvoor ieder lid van dit staatsapparaat min of meer verantwoordelijk is. Achtentwintig slachtoffers die nooit gerechtigheid zullen krijgen, zieke gezinnen, een bevolking die op het punt staat in handen te vallen van extremisten die ook geen oplossing zullen bieden.
Een absolute tragedie, zoals een land in verval waarvan de toekomst onzeker is. Niemand zal er nog iets aan veranderen, ondanks de inspanningen van een paar mensen die het bestand willen herstellen en het door historici of kunstmatige intelligentie willen laten analyseren. Maar, en dit is vreselijk tegenstrijdig, de nieuwe wet op de onverdraagbaarheid betekent dat het dossier nooit openbaar zal worden gemaakt uit naam van de bescherming van de vertrouwelijkheid van het onderzoek. De wetgever heeft aan alles gedacht, zeggen degenen die denken dat dit onderzoek van binnenuit gemanipuleerd is en/of dat er vanaf het begin een bewuste wens was om het niet op te lossen.
Zou de waarheid het openen van de doos van Pandora hebben mogelijk gemaakt, waaruit vele onuitsprekelijke geheimen zouden zijn voortgekomen die de staat, zijn soevereine functie en zijn instellingen in twijfel zouden trekken? Iets dat koste wat het kost vermeden moet worden? Niets en niemand zal iets veranderen.
Spijt is eeuwig.
Bron » www.actu-juridique.fr | Michel Leurquin | 21 Augustus 2024