Re: Ohain: 2 Oktober
Na de moord op Van Camp gebeurde er een slachtofferonderzoek. Personeel, klanten van die avond en buren werden uitvoerig verhoord en cliënteel werd nagetrokken. De lijst leek een telefoongids van mondain Brussel. De hele golfclub van Waterloo ging dineren bij Van Camp. De toenmalige prins Albert kwam er één keer "met de moeder van chose, dingske, de kunstenares Delphine Boël", vertelde Chaterine van Camp tegenover Hilde Geens, prins Alexander zat er een keer of vijf aan tafel, prinses Marie-Christine twee keer met haar vrienden. De extreemrechtse dokter Daniel Féret kwam er, net als veel blauw bloed en de Brusselse vastoedtycoon Aldo Vastapane. "Ik weet niet waarvoor de mensen het meest kwamen, de keuken van mijn moeder of de verhalen, de grappen en de gezelligheid van mijn vader", zei de dochter.
De familie had een huis in Frankrijk en leefde bourgondisch. Over Van Camp waren zijn kennissen unaniem: hij was een bon vivant die aquarellen schilderde en fietste, maar geen belangstelling had voor politiek. De speurders gingen er niettemin van uit dat de daders niet kwamen om een Porsche of een Golf te pikken, maar om Van Camp een lesje te leren. Zijn portefeuille, waar doorgaans veel geld in zat, had hij nog op zake. Als ze alleen maar uit waren op een wagen en de kassa, waarom dan de restauranthouder apart buiten houden? Daardoor moest één dader binnen zeven mensen bewaken, een onnodig risico.
Bron: Beetgenomen | Hilde Geens