LPF-grossmaul Ferry Hoogendijk heeft in het verleden bij het schaarse aantal vragen over zijn connecties met Carl Armfelt altijd volgehouden dat hij de CIA-agent nooit persoonlijk heeft ontmoet. Het was volgens hem een contact van Daan van Rosmalen, zijn alter ego bij Elsevier's Magazine. Maar volgens een schriftelijke verklaring van een Nederlander die Armfelt jarenlang terzijde stond bij allerlei illegale praktijken is dat ronduit niet waar.
Volgens hem woonde Hoogendijk midden jaren zeventig diverse vergaderingen bij in een gehucht in Zeeuws Vlaanderen waarbij niet alleen Armfelt, Hoogendijk en hijzelf aanwezig waren, maar ook de Saoedische journalist en wapenhandelaar Al Ajaz, een Nederlandse ex-minister van Defensie en verder een bonte verzameling van Britse, Duitse, Zweedse en Israëlische vertegenwoordigers van de schaduwwereld (namen grotendeels bij ons bekend). De vergaderingen werden genotuleerd door de toenmalige, uit het Belgische Maldegem afkomstige secretaresse van Armfelt (naam bij ons bekend). En er zouden zelfs foto's zijn gemaakt van deze gezellige bijeenkomsten. Waarover de heren het hadden laat zich raden: wapenhandel. Hoogendijk rangschikte dit verhaal tijdens een telefonisch onderhoud onder de verzamelde werken van de gebroeders Grimm. Maar daarmee is wat ons betreft de kous niet af. Daarvoor zit in deze affaire toch teveel perspectief.
Nog over Armfelt en enkele van zijn bedrijven:
Carl Armfelt mocht zich graaf noemen. Hij stamde uit een Zweeds/Finse adellijk geslacht dat zowel geparenteerd was aan de Zweedse koninklijke familie als aan de familie Palme. Volgens onze bron voor dit verhaal rond de voor de CIA in touw zijnde graaf riep hij samen met Armfelt de firma Ex-Orbit in het leven. Een façade voor hun illegale praktijken die werd geregistreerd in het Zwitserse Zug en veel van haar zaken liet lopen via het in Brussel gevestigde Asscher en Co. Een van die zaken was het leveren van nachtzichtapparatuur van de Nederlandse onderneming Oldelft aan twee Arabische landen: Irak en Lybië. Over de Iraakse affaire is in de loop van de tijd het nodige bekend geworden.
Direct na de Oktoberoorlog in 1973 waarin Egypte en Syrië bij verrassing Israël bijna op de knieën kregen, stelden de Arabische olieproducerende landen een embargo in tegen Nederland. Aanleiding waren de stiekeme leveranties van munitie, wapens en wapenonderdelen aan Israël, waarvoor de toenmalige minister van Defensie Henk Vredeling op eigen houtje toestemming had gegeven. Uiteraard met medeweten van de CIA. Irak hield zich ten opzichte van Nederland niet strikt aan het ingestelde embargo en werd daarvoor in 1974 beloond toen het een order plaatste voor nachtzichtapparatuur met een gezamenlijke waarde van 200 miljoen gulden. De regering-Den Uijl verleende haar fiat en de leveranties gingen vlotjes van start.
Mede dankzij de noeste arbeid van een aantal tussenfiguren onder wie ene "Eagle" wiens identiteit altijd onduidelijk is gebleven (mogelijk was de schuilnaam een referentie aan het embleem van de CIA, hoewel dat wel erg veel lijkt op een staaltje "hineininterpretieren" onzerzijds). Alles verliep redelijk soepel tot in september 1980 Irak en Iran elkaar te lijf gingen. De leveranties gingen vrolijk door, zij het vanaf dat moment illegaal. Nou ja, illegaal.
De toen nog in leven zijnde Inlichtingen Dienst Buitenland (IDB) en de Marine Inlichtingen Dienst (MARID) waren wel degelijk op de hoogte, maar hielden zich woestijnmuisstil om hun informatiepositie in Bagdad niet naar Allah te helpen (zie voor dit verschijnsel ook De verborgen listen van de biochemo-boys in De Morgenster). Niet voor niets overigens, want Israël maakte daar op 7 juni 1981 dankbaar gebruik van om de Iraakse kerncentrale Osirak plat te bombarderen. In dit soort schemersituaties tussen legaal en illegaal valt voor lieden die een beetje handig zijn op dit terrein een bom duiten te verdienen. Daar heb je ook een bank voor nodig die desnoods bloemen plukt aan de rand van de afgrond. Armfelt cs. vonden zo'n bank: Slavenburg. Wordt vervolgd.
En:
Graaf Armfelt was niet alleen dikke mik met Piet Slavenburg, de grote baas van de gelijknamige bank, maar ook met een van de directeuren van het filiaal in Amsterdam: Piet Iedema. Net als de Amerikaan een fanatiek aanhanger van de World Anti Communist League en niet vies van zo links en rechts een wapenhandeltje. Dat moge bijvoorbeeld blijken uit zijn fiat voor ruime financiële steun aan de Noordierse wapenhandelaar Jim McCann die via diens frontfirma’s Tara Containers in Tilburg en Tamara Shipping in Terneuzen de IRA van wapens voorzag. Mc Cann’s organisatie werd met name in Nederland geïnfiltreerd door de als drugshandelaar voor de Britse geheime dienst MI 6 in het veld zijnde Howard Marks.
Die werkte daarbij driftig samen met de ook al niet van geheimedienst-smetten vrije club van de Amsterdammers Arend Terhorst, Hugo Krop en Edmond Verrijn Stuart (zie vooral de serie eerder in deze rubriek “Hardhout met een luchtje” van zomer vorig jaar). Daar liet McCann het overigens niet bij. Ook de ETA, de PLO en de Mossad maakten van zijn diensten gebruik. Merkwaardigerwijs volgens onze bron dezelfde doelgroepen als die van de eveneens vanuit Terneuzen opererende Armfelt cs., aangevuld met landen als Irak en Lybië.
Geassisteerd door dezelfde bank. De affaire rond de leveranties van Oldelft-nachtzichtapparatuur aan Irak werd in de eerste helft van de jaren tachtig breed uitgemeten zowel voor de kadi als in de pers. Maar vreemd genoeg trokken de levering van zowel een partij handwapens als van hetzelfde soort nachtzichtapparatuur aan Lybië noch juridisch noch journalistiek erg veel aandacht. Toch waren die vooral in deze context wel degelijk uiterst interessant. Daarover meer in een volgende aflevering.
De waarheid schaadt nooit een zaak die rechtvaardig is.