Ecoovie: de leden woonden in indianententen (tipi's), zonder enige vorm van hygiëne en werden onderworpen aan strenge diëten waaraan de belangrijkste voedingsstoffen ontbraken; ze dienden zeer zware lichamelijke inspanningen te leveren en kregen te weinig slaap; nooit werd een beroep gedaan op een arts.
De sekte, die al twintig jaar bestaat, deed zich in het begin voor als een beweging die de ideeën van mei 1968 wou uitdragen, gekruid met wat groene accenten, hippie-cultuur en niet-extremistisch links. De sekte telde nooit meer dan een honderdtal leden.
De Canadese sekteleider, Joseph Maltais, alias Norman William, stond onder verscheidene identiteiten bekend. In Europa deed hij zich voor als politiek vluchteling; hij liet zich doorgaan voor een geïnitieerde in de Indiaanse cultuur en stond een Indiaanse levenswijze van vóór de ijstijd voor. Aangezien die op mondelinge overlevering gebaseerd is, was het onmogelijk zijn verklaringen op hun juistheid te toetsen. Achteraf bleek zijn betoog een amalgaam van leugens te zijn.
De leden woonden eerst onder Indianententen in de Parijse regio. Nadien woonden ze twee jaar in Finland; in het arctische hoge noorden maakten ze zeer strenge winters mee, waarin de temperatuur tot -30°/-40° kon dalen. Ten slotte gingen ze zich in Calabrië vestigen. Toen de groepering uiteenviel, was er sprake van naar Afrika te vluchten, het continent dat hun eindbestemming moest worden. Toen de groepering uiteenviel, hield Norman William een tiental personen over. Hij beschikt nog over twee afdelingen in Frankrijk, terwijl hijzelf naar Canada zou zijn teruggekeerd. Hij ziet zichzelf veeleer als slachtoffer dan als schuldige, en doet zich ook zo voor.
William beweerde voortdurend in contact te staan met de Staatsveiligheid en contacten te onderhouden met tal van Belgische en Franse politici. Zo zou hij ontmoetingen hebben gehad met de heren Mauroy, Chirac en Toubon en in ons land met de heer Remacle, de baron de Bonvoisin en de heer de Benedetti, alsmede met verscheidene ambassadeurs. Volgens sommigen zou hij voor de Belgische, Franse en Canadese geheime diensten hebben gewerkt. Journalisten zouden bevestigd hebben dat hij toegang had tot de Canadese en Zwitserse ambassades, en wel na sluitingstijd.
William liep er ook hoog mee op dat hij behoorde tot degenen die in Australië de linkse regering hadden doen vallen. In België had hij tal van vrienden uit extreem-rechtse hoek, waarvan een aantal thans op verdenking van pedofilie in de gevangenis zitten. Als intimus van Keteleer en "gravin" Dumoulin zou hij ook gewerkt hebben met Mosbeux, die in Luik als de nummer één van de wapenhandel naar Lybië werd beschouwd. De zaken werden steeds zó voorgesteld dat ze met het linkse ideaal van de beweging verenigbaar leken.
Het dagelijkse leven van de leden leek vrij dicht bij hun oorspronkelijke verzuchtingen aan te sluiten: leven in het bos, aanleren van nieuwe dingen, bakken, ambachtelijk werk, ... De activiteiten liepen relatief goed maar William bestond het altijd alles te doen mislukken. Zo was er in Zuid-Frankrijk een vrij belangrijke vennootschap voor de distributie van biologische producten, waarvan hij de helft van de inkomsten opstreek. Met dat geld zou hij een Zwitserse rekening hebben gespijsd en zou hij op hotel zijn gegaan. In feite was Norman William voor driekwart van de tijd niet in de sekte aanwezig.
Elementen ten laste
Zodra de perscampagnes begonnen te lopen en de administratieve en politiediensten voor de activiteiten van de beweging belangstelling aan de dag gingen leggen, gaf William de leden de raad niet teveel echtelijke betrekkingen meer te hebben, van elkaar te scheiden, afstand te houden tegenover hun kinderen en zich van hun materiële goederen te ontdoen. In feite dienden die externe problemen als voorwendsel om al die dwangmaatregelen in te voeren. William verklaarde dat wie de beweging verliet, die in gevaar bracht. Sommige mensen zijn daar gek van geworden en werden met name in België maandenlang opgesloten.
Seksuele praktijken en pedofilie
Alles begon met het scheiden van mannen van vrouwen. Die scheiding zou maar tijdelijk zijn en het mogelijk maken een aura te creëren om de beweging tegen administratieve en politionele problemen te beschermen. Het kamp van de mannen heette "de Noorderlingen" en dat van de vrouwen "de Zuiderlingen". William onderstreepte de noodzaak om tot een bepaald kamp te behoren en daar ook te blijven. Op die manier werden mannen die niet homoseksueel waren, het naderhand wel. Zo had de sekteleider in feite dag een nacht een veertigtal mannen te zijner beschikking.
Voor de minderjarigen voorzag hij in een "overstap" (seksuele initiatieritus die bij het begin van de puberteit werd doorgevoerd door middel van een satanisch ritueel), wat hem de mogelijkheid bood ook belang te stellen in kinderen tussen 12 en 16 jaar. Ook werden jongeren, onder het mom van een medische handeling, betast. Het ging daarbij om jongeren die tot de beweging behoorden of die nauw verwant waren met leden ervan. Omdat de mannen gescheiden van de vrouwen leefden, stond Norman William in voor "het doorgeven van het zaad" om kinderen te verwekken.
Aangezien hij ondervoeding en extreme schaarste voorstond, slaagde hij erin de groep in een soort tweede bewustzijnsniveau te brengen, wat het hem mogelijk maakte dergelijke praktijken op te leggen.
Overlijdens in de groep
Tal van personen in de groepering zijn overleden omdat ze medische hulp hadden geweigerd of omdat de sekteleider had verzuimd te reageren. Twee volwassenen en verscheidene kinderen vonden op die manier in uiterst vreemde omstandigheden de dood. William trad alleen via tussenpersonen op, om zo elke mogelijke latere vervolging te voorkomen.
Satanisch netwerk
William heeft steeds staande gehouden dat zijn vijanden de satanisten waren, zeer machtige mensen die maar een wens hadden: de Staten en de gevestigde machten te ontwrichten. Hij zei onder meer dat die bewegingen werden georganiseerd op verscheidene niveaus die hij "P" noemde. Hij verwees graag naar het voorbeeld van de loge "P due", "niveau 2", het niveau van leidende figuren in een land of een regio. Het niveau P1 was dat van de mensen die op het terrein konden worden ingezet, P3 het niveau van hen die "de touwtjes in handen hebben".
Alvorens Ecoovie op te richten, hield hij zich nochtans vaak op in satanische kringen in Frankrijk, meer bepaald in Parijs, waar hij contacten had met Jacqueline Robin. Hij toonde tal van plaatsen in bossen en velden, waar zwarte missen werden opgedragen. Op die zeer afgelegen plaatsen waren dan een altaar, speciale voorwerpen en vastgespijkerde dieren (hindes, vossen, uilen, hazen, ...) voorhanden. Hij verklaarde dat er een hiërarchie bestond op grond van het soort dier dat in de nabijheid van de geviseerde woning was vastgespijkerd; het soort dier was bepalend voor de straf die de persoon die daar woonde te wachten stond. Dergelijke plaatsen werden aangewezen in Bretagne en in Zuid- en Midden-Italië.
William verklaarde dat men, om zich in satanische kringen te bewegen, honderden personen moest manipuleren zonder dat zij daar weet van hadden. Hij beweerde in die kringen te zijn doorgedrongen en er als grote redder van de mensheid, connecties mee te hebben.
Financiering
Tal van personen die tot de groep behoorden, leefden van hun renten. Een van hen stortte maandelijks tot 10.000 Franse Frank. Al het geld van de beweging verdween in de zakken van William, die dat geld gebruikte om vliegtuigreizen te maken of op hotel te verblijven.
Werving
De beweging, die vrij goed georganiseerd was, had gemakkelijk meer dan duizend leden kunnen tellen. Om onbekende redenen remde William bewust het aantal leden af.
Manipulatie van de leden
Tijdens de algemene raden van de beweging, waarop de beslissingen met eenparigheid van stemmen moesten worden genomen, manipuleerde William de leden om hun stemmen om toch nog in de wacht te slepen. Wie dreigde zich tegen zijn beslissingen te verzetten, nam hij terzijde. Die manipulatie ging zelfs zo ver dat de leden op termijn volledig van hun verleden afgesneden waren (familiaal, cultureel, affectief en professioneel). William voerde een centralistisch beleid: de leden mochten het onderling niet over hun problemen hebben, maar moesten zich altijd tot hem wenden. In feite voerde hij op die manier een soort verzuiling in, wat hem in staat stelde de leden onderling tegen elkaar op te zetten.
Bron: Eindverslag parlementair onderzoek naar sekten in België
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube