1

Topic: Comité Hongrie

Het comité Hongrie 1956-76, gesticht in 1977, had als leden Ernest Töttösy, Francis Dessart, Emile Lecerf, Florimond Damman, Jacques Borsu, Bernard Mercier en Victor de Stankovich. Dit comité was vermoedelijk een CIA-antenne en vergaderde in de Belliardstraat 39, destijds de zetel van het CEPIC en van de Public Information Office (PIO).

2

Re: Comité Hongrie

Ernest (Ernö) Töttösy was lid van de AESP en vermoedelijk ook van de loge P7. Hij werd in 1918 als aristocraat geboren in Szombathely in Hongarije. In 1952 werd hij aangehouden onder het bewind van Stalin, waarna hij gefolterd zou zijn geweest. Hij verliet Hongarije in 1956, vestigde zich in Brussel en verwierf de Belgische nationaliteit dankzij steun van Caritas Catholica. Hij ontpopte zich tot een advocaat met uitgeproken anticommunistische opvattingen. Samen met Francis Dessart schreeft hij 'Hongrie 1956-1976' (Artigraph, 1976) en in 1977 stichtte hij het Comité Hongrie 1956-76, een antenne van de CIA, samen met Francis Dessart, Emile Lecerf, Florimond Damman, Jacques Borsu en Victor Stankovich. Het Comité kwam voor het eerst samen in de Béliardstraat 39 waar ook het CEPIC en de PIO gevestigd waren. Een Ernest Töttösy wordt ook genoemd als secretaris-generaal van de Tilapia Food Aid Organisation.

Bron » docs.lib.purdue.edu (PDF)

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

3

Re: Comité Hongrie

(...) Deze in Hongarije geboren en getogen advocaat [Ernest (Ernö) Töttösy] werd bij die gelegenheid geafficheerd als afgevaardigde van het in 1977 in België gestichte Comité Hongrie '56. Het comité was gevestigd in een pand aan de Beliardstraat 39 te Brussel. Evenals een kleine batterij van organisaties die gelieerd waren met de extreemrechtse vleugel van de christen-democratische partij, waarvan men in de jaren tachtig en negentig nog zou horen. In diezelfde jaren werd Töttösy's Comité Hongrie ontmaskerd als een "CIA-antenne".

De tot de Hongaarse adel behorende Töttösy was in 1952 in zijn geboorteland achter de tralies beland na een door de CIA gesteunde coup-poging. Ten tijde van de opstand in 1956 wist hij te ontsnappen en sloot zich aan bij het christen-democratische verzet. Nadat de Russen met zwaar geschut het wankele regime in Boedapest weer in het zadel hadden geholpen, vluchtte Töttösy en zijn gezin via Joegoslavië naar België. In 1964 werd hij genaturaliseerd en lid van de Brusselse balie.

Gesteund door spekpater Werenfried van Straaten (zie bijvoorbeeld Kleintje nummer 192 en 326) sloot hij zich aan bij de NTS (Narodnyi Trudovoy Soyuz). Een door Russische emigre's in het leven geroepen anti-communistische organisatie, waar hij in de loop der tijd een leidinggevende rol veroverde. In 1970 was de Hongaars/Belgische advocaat medeoprichter van het Amitalia Fund. Op het oog een zakenimperium. Maar in werkelijkheid de belangrijkste sluis van door de CIA met wapen- en drugsdeals verdiende kapitalen, die bijvoorbeeld door Fini's (*) schaduwen als Rauti en De Borghese en door P2 leider Licio Gelli in Italië werden aangewend voor hun destructieve werkzaamheden.

Bron: Kleintje Muurkrant | nr 328 | 8 januari 1999

(*) Gianfranco Fini, gewezen voorzitter van de Italiaanse partij Alleanza Nazionale (AN). AN is de opvolger van het neo-fascistische Movimento Sociale Italiano (MSI).

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

4

Re: Comité Hongrie

Nog in verband met deze Tôttösy:

  • Internationale advocaat; administrateur.

  • Szornbathely (Hongarije), 08. 12. 1918. Ep. Fraknoy Eve.

  • Opleiding: doctor in de rechten aan de Universiteit van Boedapest; doctor in het Europees recht, UCL.

  • Loopbaan: Advocaat aan de balie van Boedapest (sinds 1940); secretaris van de CSC; directeur van een Mutual Fund Company in New York; directeur van de United Atlantic JC en het Amitalia Fund; beëdigd vertaler; lid van de World Periodical Press Organization; Fegomee.

  • Adres professor: Lambeaulaan 3, 1200 Brussel, tel. 021735.26.64 of 734.24.50, telex 24472.

  • Datuminfo: 02.02.1981". (Wie is wie in Franstalig België 1981-85)

» archivio.unita.news | http://antoniosoaresrocha.com/outras / maconaria (vertaling) CIA-Mafia-P2: de Heilige Alliantie

In verband met dit Amitalia Fund » sip.temporel.lu

22 maart: (...) DEDID nodigt Luxemburg uit op de conferentie van de heer Ernest Töttösy , van oorsprong Hongaar, directeur van de United Atlantic Investment Corporation en het Amitalia Fund in Brussel, over: Zijn beleggingsfondsen in crisis? (...)

» core.ac.uk

In juli 1990 vond de Italiaanse justitie een dossier bij RAI-correspondent Enio Remondino met daarin verklaringen van voormalig CIA-agent Richard Brenneke. In dit dossier bevonden zich bewijzen van banden tussen de CIA en P2. Volgens deze indiening beschermde en financierde de CIA de P-2 van het begin van de jaren zeventig tot het midden van de jaren tachtig; de CIA gebruikte het P-2-contactnetwerk in Europa om de drugshandel te controleren en terroristische aanslagen uit te voeren.

In een uittreksel uit dit dossier werd de Iran-Contra-affaire genoemd, maanden voordat deze openbaar werd gemaakt, wat waarheidsgetrouwheid aan deze documentatie gaf. De toenmalige vice-president Bush werd ervan beschuldigd met Khomeini te hebben onderhandeld over het uitstellen van de levering van de Amerikaanse ambassade aan Iran in 1980, in afwachting van de Amerikaanse verkiezingen, die Reagan de overwinning zouden opleveren. In ruil daarvoor zou de CIA, via Gelli, wapens leveren aan het islamitische land. Er was echter nog veel meer. Olof Palme, die al deze aspecten kent, werd vermoord door de maffia op bevel van de CIA, gedelegeerd door de P-2. Een paar maanden later bevestigde een andere voormalige CIA-agent, Ibrahim Razim, deze gebeurtenissen.

Razim beweerde dat Gelli eind 1986 vanuit Brazilië een telegram naar Philip Guarino, een hoge leider van de Amerikaanse Republikeinse Partij, stuurde, waarin hij de dood van Palme aankondigde. In de kabel werd Guarino, een nauwe medewerker van Bush, gevraagd om tegen 'onze vriend' te zeggen dat 'hij de Zweedse boom zijn mond moest houden'. Drie dagen later werd Palme vermoord door een onbekende persoon, terwijl hij te voet en zonder escorte, met zijn vrouw, terugkeerde uit een bioscoop.

Rechter Francesco Monastero ontdekte dat de CIA meer dan $ 10 miljoen per maand aan de P-2 overmaakte. Voormalig CIA-agent Dick Brenneke zei tegen de rechter: ‘We hebben de P-2 gebruikt om situaties te creëren die gunstig waren voor de explosie van terrorisme in Italië en andere Europese landen in het begin van de jaren zeventig’ en dat ‘de P-2 nog steeds leeft en nog steeds wordt gebruikt’. gebruikt voor hetzelfde doel waarvoor het begin jaren zeventig werd gebruikt.” Het financiële verkeer tussen de CIA en Gelli vond plaats via een Luxemburgs bedrijf, genaamd “Amitalia Fund”, dat een geheime rekening (nummer 27321) had bij de Union des Banques Suisses in Zürich.

Dit is wat men ivm de Bende had moeten doen in Belgie. Het rapport Godbille was een goed begin. Men had alle firma's van bijvoorbeeld mannen als Ciolini binnenstebuiten moeten keren.