Reus van Nijvel kwam begrafenis Aalst bekijken – Een jaar later nog steeds geen reactie
Een jaar. Twaalf maanden. Twaalf lange maanden van stilzwijgen, verdenkingen, geruchten, maar geen concrete feiten. Precies twaalf maanden geleden vond de bloedigste overval plaats uit de geschiedenis van het Belgische gerecht: acht doden in één nacht, op de parking van de Delhaize van Aalst.
"De Bende van Nijvel" zei men: een algemene, allesomvattende term die niets zegt. Want de vijf verdachten [Borains], die nu opnieuw aangehouden werden te Nijvel, zijn zeker niet verantwoordelijk voor het bloedbad van Aalst. Zij zullen misschien voor een assisenhof terecht staan voor een paar feiten uit 1983, maar voor Aalst hebben ze een alibi.
Aalst en, zes weken eerder, Eigenbrakel en Overijse: gruwelijke misdaden waarvoor het gerecht één jaar later gewoon géén antwoord heeft. Veronderstellingen, theorieën, dat wel. Misschien zelfs aanhoudingen. Maar geen bekentenissen, geen harde feiten, geen materiële bewijzen. Alleen het feit dat, sindsdien, twaalf maanden lang, gelukkig niets gelijkaardigs gebeurd is.
Hebben de onderzoekers een misschien belangrijk spoor naar de Bende van Nijvel over het hoofd gezien? Of heeft een Aalsterse dame, nu nog, nachtmerries om iets wat zij zich heeft ingebeeld? Hoe dan ook, het is eigenaardig dat blijkbaar niet alle details, niet alle inlichtingen, zijn doorgespeeld naar de zogenaamde Info-Cel Waals Brabant, een info-cel die trouwens geleidelijk meer en meer wordt afgebouwd. Er komt immers steeds meer werk bij, er zijn politiemensen te kort en concrete informatie heeft deze Info-cel nooit opgeleverd. Maar misschien heeft men (alweer 'la guerre des polices') deze Info-cel ook niet alle kansen gegeven. Volgens ons was de Info-cel bijvoorbeeld niet op de hoogte van volgend verhaal.
Toen vrijdag 15 november 1985 drie slachtoffers van het vreselijk bloedbad te Aalst ten grave zouden worden gedragen, hadden alle handelaars langsheen de straten tussen de Sint-Martinuskerk en het kerkhof besloten, uit teken van verdriet en stil protest, de deuren te sluiten en de lichten te doven. Dit gold ook voor de anders toch wel drukke Zoutstraat, waarin de kledingzaak is gelegen van de vrouw, rond wie dit verhaal draait. De vrouw had de lichten van haar zaak gedoofd maar was achteraan nog aan het werk en was vergeten de deur op slot te doen toen, net voor het middaguur, een zeer grote, Franstalige man de zaak binnenstapte.
De kerel kwam kleding kopen voor zijn verloofde met wie hij binnenkort, zei hij, in het huwelijk zou treden. Hij liet zich allerhande kledingstukken tonen en telefoneerde zelfs een paar maal buiten de zone, zogezegd naar zijn verloofde, om haar maten te kennen. Ondertussen, zo meent de winkelierster, hield hij voortdurend de straat in het oog en hij was één en al aandacht toen de begrafenisstoet van de slachtoffers voorbij trok. Nadat de stoet was voorbijgetrokken, vroeg de kerel in het Frans aan de verkoopster om alle kledingstukken in te pakken. Hij zou ze even later komen halen, maar hij moest even zijn chequeboekje gaan halen in zijn auto. De winkelierster pakte alles keurig in, maar zag de man nooit meer terug.
Diezelfde namiddag vertelde de vrouw in een café in Aalst haar wedervaren aan een vriendin, over een kop koffie. Maar vlakbij zaten ook een paar politiemensen, die de oren gespitst hielden. Zij hoorden het verhaal van de vrouw, identificeerden zich en ondervroegen haar. Met haar toestemming werd haar winkel doorzocht en werden ook vingerafdrukken genomen. Men zegt zelfs, dat de politie binnen in de winkel dubbels van de autosleutels van een VW Golf zou hebben gevonden.
De man praatte volgens haar Frans met de tongval van het Zuiden. "Ik kan het weten", zegt de vrouw "want ik ga voor mijn vakantie altijd naar de buurt van Marseille". Steeds volgens de vrouw heeft zij sedertien dreigtelefoontjes gekregen, "maar dan wel in het Nederlands". "Ha, gij verklikt ons, wij zullen u vinden ..."
Heeft de politie van Aalst nagelaten dit verhaal door te spelen aan de Info-cel? Daar was men er in ieder geval niet van op de hoogte. Het kan natuurlijk zijn, dat de politie van Aalst gemeend heeft haar collega's niet lastig te moeten vallen. Misschien dachten zij dat het verhaal vooral ontsproten was aan de verbeelding van de handelaarster. Die staat echter bekend als kordaat en nuchter. Maar sinds die begrafenisochtend in Aalst doet zij geen oog meer dicht. Zij moest zelfs onlangs in het ziekenhuis opgenomen worden. Bezoek mag zij niet ontvangen. Haar identiteit wordt geheim gehouden. Zelfs de Info-Cel Waals-Brabant weet er niets van.
Het is misschien een toeval. Het gaat misschien om een overdreven reactie. Maar één ding staat vast: de informatie werd niet doorgespeeld. En in een drama als dat van Aalst is toch elke informatie belangrijk, ten minste het natrekken waard? Al was het maar om de herinnering aan acht personen, toevallig slachtoffer van gratuit geweld, levend(ig) te houden.
Bron: Het Laatste Nieuws | 8 november 1986