De CEPIC werd in 1972 opgericht in de schoot van de PSC om er weerwerk te bieden aan de groeiende linkervleugel binnen de partij. Ze bond de strijd aan tegen de invloed van de vakbonden en de linkse subversieve elementen in het land. Op dat vlak vertoonde CEPIC dan ook overeenkomsten met de Mouvement Chrétien des Indépendents et des cadres (MIC). (...)
Uitgaande van het feit dat de maatschappij zich in een crisis bevond en dat door de slecht werkende instellingen de bevolking haar geloof in de politiek verloren had, wilde CEPIC een krachtig signaal geven om dit vertrouwen terug te winnen.
De focus kwam voornamelijk te liggen op de vrijheid van onderneming, het promoten van het privé-initiatief en het winstprincipe. Onder "la majorité silencieuse" diende een nieuwe solidariteit te ontstaan. De staat werd beschuldigd van etatisme, en haar rol in het economische leven moest worden ingeperkt. Eveneens kop van jut waren hier, logisch daaruit voortvloeiend, de vakbonden waarvan men de syndicale actie onomwonden als terroristisch bestempelde.
Daarnaast stelde CEPIC dat de westerse christelijke beschaving systematisch in gevaar werd gebracht door linkse subversieve actie. Die kon worden ingedijkt door in de pers een zuivering door te voeren en in het onderwijs de burger meer gemeenschapszin bij te brengen. Internationaal gezien stond CEPIC voor een sterke Europese en Atlantische solidariteit tegen het communistisch gevaar. De bewapening moest daarom worden opgedreven en de Westerse invloed in de Middellandse Zee en Afrika uitgebreid.
Vanaf 1974 besloot de CEPIC een volwaardige politieke beweging te worden, in plaats van als politieke club binnen de PSC te functioneren. Door het feit dat de statuten van de CEPIC bepaalden dat elk lid zich ook bij de PSC moest aansluiten, werd de partij van hoog tot laag systematisch door CEPIC geïnfiltreerd. Zo werd CEPIC een partij binnen de partij, met een parallelle structuur en eigen leden.
In 1975 werden de basisideeën van de CEPIC in een Manifest ondergebracht. Hieruit bleek een duidelijke westerse en christelijke strijdideologie waarbij CEPIC werkelijk op kruistocht trok tegen iedereen die het niet met hen eens was.
"Omdat we gekant zijn tegen de klassenstrijd, zijn we onvermijdelijk ook overtuigde tegenstanders van alle maatregelen die ertoe leiden ten onrechte de persoonlijke vrijheden te beperken, de ondernemingsgeest in diskrediet te brengen of de geldigheid in vraag te stellen van een rechtmatige winst in verhouding met de inzet en de bewezen diensten."
Waar CEPIC eigenlijk op aanstuurde was een organicistisch geordende maatschappij waarbij het bestaan van de klassen als dusdanig wel erkend werd, maar als statisch en onveranderlijk werd beschouwd. Dit is opnieuw het middeleeuwse denken zoals hoger aangehaald bij de ultramontanen in de 19de eeuw.
De feodale maatschappelijke ordening waarnaar men streefde impliceerde dat men moest leven naar de "orde" waarin men geboren was: de "orde" van de heren, die van de lijfeigenen en die van de ambachten. Er bestond geen enkele mogelijkheid om van de ene stand naar de andere over te gaan. Kortom CEPIC wilde binnen de kapitalistische maatschappij eenzelfde hiërarchie, waarbij de kapitalist de orders gaf, de proletariër die uitvoerde. Dit was de enige juiste ordening. Dit wordt duidelijk in volgende passages uit het manifest:
"De beschaving heeft haar wetten en haar normen. Ze is één in haar essentie, universeel in haar principes … (...) Ze begunstigt de geordende vooruitgang van de volkeren en hun verschillende elites, die normaal gezien en van nature uit veel eerder solidair zijn dan tegenstanders. (...) Gedurende haar ontwikkeling respecteert de beschaving de hiërarchie van de menselijke mogelijkheden en kent aan de geestelijke, morele en intellectuele waarden de doorslaggevende plaats toe. (...)"
"Tenslotte respecteert de beschaving in elke mens een persoonlijk en verantwoordelijk wezen, begaafd met redelijke intelligentie en vrije wil, dat in staat is de waarheden van zijn eigen orde te begrijpen en zijn welzijn na te streven in overeenstemming met zijn natuur. Door in elke mens deze eigenschappen te erkennen, vestigt de beschaving zowel het principe van de gelijkheid van de mensen onder elkaar, vanuit het oogpunt van hun gemeenschappelijke waardigheid, als het principe van de geldigheid van hun verschillen, vanuit het oogpunt van de verscheidenheid van hun noden, talenten en streven."
"Onze beschaving, de westerse en christelijke, heeft getracht deze ideële beschavingscriteria te concretiseren en ze is er ook dikwijls in geslaagd. (...) De crisis die ze vandaag meemaakt, is niet ontstaan omdat haar principes verkeerd of verouderd zijn, maar omdat men er niet trouw genoeg aan was."
Met die trouw aan de oude christelijke en westerse waarden zitten we helemaal in de ideologie van Coudenhove-Kalergi, die eveneens wees op de crisis waarin onze beschaving terecht was gekomen.
"Our democratic era is a miserable interlude between two great aristocratic epochs: the feudal aristocracy of the sword and the social aristocracy of the spirit."
Die crisis was onherroepelijk het gevolg van het algemeen stemrecht dat door Coudenhove-Kalergi bestempeld werd als de "anonieme dictator". Herinneren we aan wat Nietzsche schreef, en waarin we Coudenhove-Kalergi’s principe van een "democratie" geleid door een élite de l'esprit reeds zagen doorschemeren.
"Der höchste Mensch nämlich soll auf Erden auch der höchste Herr sein. Es giebt kein härteres Unglück in allem Menschen-Schicksale, als wenn die Mächtigen der Erde nicht auch die ersten Menschen sind. Da wird Alles falsch und schief und ungeheuer."
Het moge duidelijk zijn dat de CEPIC impliciet hetzelfde nastreefde, maar gezien haar plaats binnen de katholieke partij kon ze een dergelijke ideologie niet openlijk verkondigen. Als deelnemer aan het parlementaire democratische bestel zocht CEPIC dan ook andere kanalen om een dergelijk antidemocratisch streven te ventileren. Zoals we hoger al zagen werden NEM, de NEM-clubs, Jeune Europe en aanverwanten de fora waarop het principe van de neo-aristocratie kon worden gepredikt.
Intussen vond binnen de CEPIC een machtswissel plaats. In 1977 werd Paul Vanden Boeynants verkozen tot voorzitter. In 1979 werd hij evenwel opgevolgd door de Luikenaar Jean-Pierre Grafé, waarmee de CEPIC ook meer invloed in Wallonië trachtte te verwerven. Het zwaartepunt lag immers lange tijd exclusief in Brussel. De samenstelling van CEPIC ging van christen-democratische politici tot technocraten uit de middenstand en militanten van extreem-rechtse groepen.
Ook enkele adellijke lieden bevolkten de CEPIC zoals ridder Paul de Stexhe (samen met Florimond Damman in de permanente raad van de Conseil Belge pour l'Union Européenne), baron Donald Fallon, graaf Yves du Monceau de Bergendal (lid van de Cercle des Nations, net als de volgende vier personen), Nicolas de Kerchove d'Ousselghem, burggraaf Yves de Jonghe d'Ardoye, baron Benoit de Bonvoisin en ridder Jean Breydel.
Daarnaast kwam ook Paul Teichmann als CEPIC-lijsttrekker op te Elsene in 1976. Tot slot mogen in dit lijstje ook Edmond Nerinckx van de NEM niet ontbreken, Jo Gérard, die vanaf de jaren 1950 als ghost-writer de speeches schreef voor Paul Vanden Boeynants, en Paul Vankerkhoven. Met Jo Gérard zat de CEPIC stevig verankerd in de NEM, en ontwaren we tevens een verband met de Europeïstische beweging Cercle de Politique Etrangère. Met Edmond Nerinckx, Benoit de Bonvoisin, Paul Vankerkhoven en Jean Breydel, kwamen vanaf 1974 alvast vier high-society figuren uit de Cercle des Nations een sleutelpositie vervullen in de CEPIC.
Vooral met Paul Vankerkhoven is een ontegensprekelijke connectie vast te stellen met de Europeïstische bewegingen en met het mondiale anticommunistische netwerk. Dat Paul Vankerkhoven naast zijn betrokkenheid in WACL, LIL, AESP, de Cercle des Nations, MAUE/AENA en het Anti-Bolshevik Bloc of Nations ook lid was van de CEPIC, zegt in eerste instantie vooral iets over Paul Vankerkhoven zelf, maar onthult in tweede instantie ook het ondergrondse karakter van CEPIC.
CEPIC verzamelde net als de Europeïstische organisaties naast invloedrijke figuren uit de economische wereld ook enkele figuren uit de top van de politieke machtsuitoefening. CEPIC zette zich onverholen af tegen een parlementaire democratie, maar trachtte die vooral ondergronds te ondermijnen.
Bron: De netwerking van een neo-aristocratische elite | Klaartje Schrijvers
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube