Guy Bouten heeft Marcel Castris ontmoet. Hieronder het verslag uit De Bende van Nijvel:
Castris werkt nu overdag maar is verplicht de nacht door te brengen in een cel in Sint-Gillis. Uiterlijk gelijkt hij veel meer op een pastoor dan op een gangster. De kruin op zijn grote eivormige schedel heeft iets weg van een tonsuur en de zalvende toonhoogte en zijn weidse gebaren met de kromme duim telkens in de hoogte bevestigen mijn beeld van de priester tijdens de consecratie.
"Ik ben klein begonnen, valse cheques innen, af en toe inbreken, maar geen grote zaken totdat Bruno Farcy in mijn leven opdook. Ik werd bar-man in de Candy's. Daar deed ik mijn oren en ogen open en leerde de stiel. Ik geraakte bevriend met Stan Hormans, Denis Marin, Michel Gigot, Francis Lus, Vicky Van Obbergh, en Dominique Lhoir werd mijn lief."
"Eigenlijk gebruikte ik deze vinnige vrouw voor alles en nog wat. Neuken uiteraard maar ook als drugsdealer en spionne. Zij was uiterst charmant en deelde het bed met iedereen die nuttig kon zijn, zoals commandant François van het NDB, adjudant Goffinon en een inspecteur bij de GP. Zij kon uitvissen wat men bij de politiediensten over mijn baas wist en kwam telkens met een schat aan informatie terug. Dan zie je hoe dom mannen kunnen zijn, vooral als ze verliefd zijn op de verkeerde vrouw!"
Zo bleven jullie op de hoogte van de drugsrazzia's en huiszoekingen.
"Precies. Wie niet sterk is moet slim zijn. We kwamen aan de weet wie de informanten waren en wat ze met ons van plan waren. Maar Bruno Farcy was nog veel knapper dan ik en heel gevaarlijk. Als iemand hem iets in de weg legde, dan kon die er gegarandeerd een kruis over maken. Wat wil je over hem weten?"
Alles. Of tenminste zoveel mogelijk.
"Je begrijpt, hij was mijn baas en hij leeft nog."
Ben je gehouden aan de zwijgplicht zoals de maffia?
"Neen. We zijn geen Italianen. Maar toch moet ik voorzichtig zijn. Na het opdoeken van de French Connection waren wij, The Belgian Connection, aan zet."
Luister, Marcel, je kan me toch niet met lege handen naar huis laten gaan. Wat was Bruno voor een man? Een leider? Een capo di capi? Een Don Corleone? Hoe zou jij hem beschrijven?
"Ik was zijn rechterhand en organiseerde de drugshandel in Brussel. Bruno voerde la came, de cocaïne en heroïne, in en exporteerde een groot deel naar Nederland en Frankrijk. Belangrijke contacten in Amsterdam waren de Surinamer Henk Rommy, bijgenaamd 'de Zwarte Cobra' en een Chinees die luisterde naar de naam Sam. Oh ja, er was ook nog Piet Clement. Ik heb nog zaken met hem gedaan. Eens had ik een monster cocaïne bij me en hij heeft toen de coke gebrand en concludeerde dat het rotzooi was, alleen topkwaliteit interesseerde hem. Piet Clement vertelde me dat hij tonnen hasj via de haven van Antwerpen invoerde in ingewanden bestemd voor het slachthuis van Vilvoorde."
"Clement leefde op grote voet. Zo nam hij een briefje van honderd gulden (45 euro), legde daar brown sugar op, draaide een sigaret en rookte ze op. Vijftig gram elke dag! De heroïne betrok hij van twee landgenoten, Blom en de Graaf, maar hij beschouwde ze als knoeiers. Bruno heeft later enkele grote transacties met hem op touw gezet. Ik verdeelde hier het spul en opereerde zelf rond de Beurs en de Van Praetstraat met The White Horse als mijn favoriete stek. Bruno is ooit in Den Haag aangehouden en kon pas twintig maanden later vluchten. Hij trok naar het zuiden van Frankrijk en verbleef jarenlang in Le Grau du Roi bij Perpignan waar hij op zee ging vissen. Officieel dan toch. Intussen deed hij hier zijn zaakjes gewoon verder."
Waar verblijft hij nu?
"In Frans-Guyana, dichter bij de bron. Coke uit Colombia en Peru."
Castris lacht, maar het is eerder een zure lach. Afgunst?
"Door mijn goede contacten met commandant François en de DEA kon ik lang uit de cel blijven en mijn ding doen."
Die contacten zijn ooit anders geweest. In mei 1979, vlak voordat het schandaal rond het Nationaal Drugsbureau (NDB) losbarstte, weigerde je nog door de rijkswacht en commandant François te worden ondervraagd.
"Ik werkte toen nog als informant voor de GP, voor commissaris Christian De Vroom die later de grote baas is geworden. Jozef Vienne, een drugskoerier van Farcy, was toen in Karachi aangehouden en ik vreesde dat men Bruno problemen wou bezorgen. Later heeft de DEA mij aangeworven. Ik had een plek naast god, als je begrijpt wat ik bedoel."
Je kon Bruno Farcy afschermen.
"Inderdaad. Ook met de drugssectie van de BOB was het goed zaken doen. Met Bouhouche en Beijer bijvoorbeeld. In het leven is het geven en nemen. Ik gaf hen van tijd tot tijd een kleine dealer die mij voor de voeten liep. Pas op, die mannen waren ook niet van gisteren. Ik was voor hen de deur naar Bruno Farcy en die opende voor hen perspectieven naar de Chinese triades en ook de cosa nostra die in het begin van de jaren tachtig heel actief was in de aanmaak van heroïne."
Hoeveel heb jij in je hele carrière verdiend?
"Ik leefde heel kwistig en kon tot 100.000 frank (2500 euro) per dag uitgeven. Niet moeilijk. Vrouwen, casino's, coke, een dure auto, veel reizen en vooral goed eten. Restaurants als de Comme Chez Soi en de Villa Lorraine zijn door types als ik rijk geworden. Mijn rijkdom viel niet op want een villa met zwembad bezat ik niet."
Je verhandelde niet alleen drugs maar deed ook braquages?
"Vanzelfsprekend. Vooral wapens. Bij Binet heb ik tot tweemaal toe ingebroken en let op, in opdracht van een rijkswachter. Ik ga zijn naam niet noemen want hij leeft nog. De vrouw van Binet werkte toen bij het BIC. Ik heb enkele grote trafieken gedaan met het IRA en het Corsicaanse FLNC. FAL-geweren en 9mm-pistolen. Ze zaten nog in de olie en in jutezakken. Allemaal gestolen. Regelrecht van het Belgische leger. De schatkamer van Ali Baba. De verkoop ging door in een flathotel dichtbij het Stefaniaplein. Ik heb er goed aan verdiend. Telkens een getal met zes nullen. In die tijd kon je er in Brussel een mooi appartement mee kopen."
Je was ook actief in de prostitutie.
"Zoals iedereen zeker. We maakten de hoertjes verslaafd aan heroïne. Simple comme bonjour. Afzet op termijn verzekerd. In de Prince Leopold in de Marktstraat kon je een shot krijgen voor 5000 frank (125 euro). Een wip kostte toen tussen de 1000 en 1500 frank (tussen 25 en 37 euro). Gecontroleerd werd er nauwelijks. Daar zorgde adjudant Brams wel voor. Hij trok op met Nicole Andrien, een forse blondine met een grote boezem, d-cup en zeker tachtig kilo."
"Ze had een bar in de Plantenstraat, sm en van die toestanden. Ik ben eens langs geweest in haar kelder. Een beurt bij haar kostte 10.000 frank (250 euro). Ze werkte zelfstandig en wilde van geen pooier weten. Het was een bazige vrouw die haar rijke cliënteel, meestal zakenlui, moest vernederen, de rollen omkeren en eens de baas mocht spelen. Nicole was slim en investeerde haar geld in bars in de Aarschotstraat en plukt daar nu nog de vruchten van."
Eigenlijk was je ook een verwoede gokker en kaartspeler.
"Ja, eentje die altijd won."
Hoe kan dat nu?
"Je moet een pokerface kunnen opzetten en natuurlijk iets van kaarten kennen."
Gilbert Zemour was nog beter maar die las de kaarten dankzij een speciale bril.
"Ja. Hij heeft de truc ook met de dood moeten bekopen. Hij won altijd. Het milieu heeft de broers Zemour in Parijs vermoord tijdens de zogenaamde casino-oorlog. Mijn tactiek bestond er altijd in een advocaat te vinden die de voorzitter kende van de kamer die zou vonnissen. Dit heeft me heel wat straf bespaard."
En wie was jouw advocaat?
"Ik heb er veel versleten. Lancaster, Dumont, Risopoulos, François en de jongste jaren Hein Diependaele, hij is intussen ook al dood."
Moet je eens wat weten? Door François sta ik bij de federale politie geseind als pooier. In mijn strafdossier staat 'aanzetten tot prostitutie'. Castris schiet in een bulderlach en zijn maat verslikt zich in zijn Stella. Al de ogen in het café zijn op ons gericht.
"Jij bent dus een pooier. We zijn dus collega’s. En hoe heette ze?"
Nina.
"Een mooie naam. Het probleem van mensen als Stefan en ik is 'lareinsertion'. Met een strafregister als het mijne kan je in België geen werk vinden. Kijk wat er nu weer met Van Esbroeck gebeurd is. Hij weet ook niet meer van welk hout pijlen maken en is vorige week op de Zavel betrapt toen hij twee Afrikaanse beeldjes stal bij een antiquair. Triestig, vind je niet?"
Als ik met de dienster afreken, wil hij niet dat ik betaal en haalt uit zijn jeans een verfrommeld briefje van 50 euro te voorschijn.
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube