De Académie Européenne de Sciences Politiques (AESP) fungeerde als belangrijk forum voor kopstukken van de opusiaanse PEU en Cercle Pinay. De Académie werd in januari 1969 gesticht door Florimond Damman en kwam in mei 1969 in de sfeer van de Cercle Pinay en de Paneuropese Unie (PEU). Dit gebeurde toen Damman in Wenen Jean Violet ontmoette op een symposium georganiseerd door Otto von Habsburg.
Op 28 oktober 1969 kwam Violet samen met Marcel Collet (ex-Euratom) en Vittorio Pons (PEU) naar Brussel om Damman op te zoeken. Hierbij werd AESP aanzien als instrument om de kern rond von Habsburg (CEDI) te bevorderen ten nadele van de gematigde stroming van Coudenhove Kalergi (die wel erevoorzitter werd van AESP). Het symbool van AESP was trouwens dat van het Heilige Roomse Rijk van Charlemagne, waarvan von Habsburg de troonopvolger was.
Damman had in die periode samen met Yves Guérin-Sérac (Aginter Press) het plan uitgebouwd om een alternatief voor AESP op te richten (CREC), mocht blijken dat von Habsburg het in een interne PEU-machtsstrijd niet zou halen tegen Coudenhove Kalergi. CREC zou als doelstelling hebben gehad om traditioneel rechts en extreem-rechts te groeperen.
Ook Guérin-Sérac was intussen bezig met het verenigen van gelijkgestemde anticommunistische groepen uit Italië, België, Duitsland, Spanje en Portugal. CREC ging uiteindelijk niet door omdat Coudenhove Kalergi overleed in 1972, wat von Habsburg vrij spel gaf, maar ook omdat volgens Guérin-Sérac de Italiaanse partners zich in te 'chaotische en revolutionaire' tijden bevonden (Stefano delle Chiaie was druk bezig Gladio-aanslagen voor te bereiden) en de Fransen zich aan het herstructureren waren.
Leden:
Het voorzitterschap van de AESP lag bij Damman, bijgestaan door Aldo Mungo (MAUE), maar de eigenlijke leiding lag bij kopstukken van de Cercle Pinay en de PEU/CEDI. Leden voor het leven waren oorspronkelijk:
Otto von Habsburg
Antoine Pinay
Jean Violet
vader Dubois
Alfredo Sanchez Bella
Manuel Fraga Iribarne
Giulio Andreotti
Carlo Pesenti
Ivan Matteo Lombardo
Hans-Joachim von Merksatz
Deze lijst werd in 1977-1978 uitgebreid met:
Jacques Soustelle (OAS)
John Biggs-Davison (PEU, Monday Club, SIF)
Peter Agnew (CEDI)
John Rodgers (CEDI, SIF)
Fritz Pirkl (CSU)
Heinrich Böx (CDU)
Franz Ludwig Schenk Graf von Stauffenberg (CSU, PEU)
De operationele eenheid van de AESP was de 'permanente delegatie', waarin o.a. de Belgische secties van PEU/CEDI en WACL verenigd werden:
Vincent Van den Bosch (MAUE, CEDI)
Bernard de Marcken de Merken (MAUE)
Marcel de Roover (MAUE, WACL, Milpol, Delcourt-netwerk)
Paul Vankerkhoven (CEDI, LIL)
Tot deze delegatie behoorde ook Rudolf Dumont du Voitel (Duitse PEU-sectie en audiovisuele divisie van de EEG) en vanaf 1977-1978 ook graaf Alain de Villegas, Elia Giancarlo Valori (P2-loge), Vittorio Pons (P7-loge), Hans Graf Huyn (ISP), de farma-industrieel François Vallet (Cercle Pinay) en Cees Van den Heuvel (Interdoc). Verder was er nog de 'studiegroep' met ondermeer Karl-Friedrich Grau (ISP), Vigneau, Marique, Bitschnau, Benoît de Bonvoisin, kolonel Fernard Thiebaud Schneider (ISP), generaal Paul Vanuxem (OAS) en prof. Leo Magnino.
De voorzitter van het militaire committé van AESP was (ten minste sinds 1974) Lt-kolonel Jean-Victor Marique. De AESP had nog een aantal andere opmerkelijke leden en/of contacten:
Marcel Collet (Euratom)
Alberto Ullastres
Gaston Eyskens
Roberto Jacobo
Ernest Töttösy (P7-loge)
Walter Kunnen
René-Louis Picard (Wilton Park)
Auguste Bekaert
Giovanni Malagodi (Bilderberg)
Jacques Médecin
Georges Vivario (DSD, voorloper van PIO)
André Voisin (EM, Bilderberg)
Ambassadeur La Orden (Opus Dei)
Daarnaast was er nog het College of Young European Leaders, de jeugdafdeling van het AESP. Wat betreft financiering werd AESP gesteund door de Cercle Pinay, die zelf in grote mate gefinancierd werd door Carlo Pesenti. In 1976 volgde een financiële crisis toen Pesenti bedreigd werd door overname door P2-financierder Michele Sindona. Samen met Philippe de Weck (UBS Zürich) ontworstelde Pesenti zich aan de greep van Sindona.
Maar de financiële problemen werden voornamelijk opgelost door een frauduleuze constructie: het snuffelvliegtuigschandaal, waarin de namen van AESP-leden Damman, Dubois, Violet, de Marcken de Merken en de Villegas genoemd werden naast Antoine Pinay. Vermoedelijk was ook de P2-loge hierbij betrokken. Valori was aanwezig op de AESP-bijeenkomsten van februari 1976, samen met de Villegas, Dubois en Vallet, toen de eindregelingen getroffen werden met Elf rond de snuffeltechnologie van Fisalma (het bedrijf van de Villegas, beheerd door Philippe de Weck), voor het contract ondertekend werd op 29 mei 1976 en een tweede contract volgde op 24 juni 1978.
Ook Pesenti was bij dit alles betrokken gezien hij de opstart van het snuffelvliegtuigproject had gefinancierd. Dankzij het snuffelvliegtuigcontract met Elf kon de financiering van de Cercle Pinay en AESP weer gegarandeerd worden. Voor de periode 1977-1979 staan er transfers van belangrijke bedragen door de Villegas aan Damman aangegeven, alsook van Jacques Jonet en Violet. Pas in mei 1979 werd het bedrog door Elf ontdekt, na waarschuwingen van Alexandre de Marenches. Intussen werd met het bekomen geld ondermeer in april 1978 een nieuw centraal secretariaat voor AESP opgezet, de Cercle Charlemagne, dewelke vijf maanden later afbrandde. In juli 1979 stierf Damman, waarop een rivaliteitsstrijd uitbrak en AESP uiteindelijk werd opgedoekt.
Vertakkingen allerlei
In de invloedsfeer van de Cercle, de beweging rond von Habsburg en de AESP is er ondermeer sprake van de "Association Europe Hongrie" (AEH), die verweven lijkt te zijn met de "Tilapia Food Aid Organisation" (TFAO), en waarin Jacques Jonet, Freddy Opsomer, Guyla Kovacs en Ernest Töttösy een hoofdrol lijken te spelen. Töttosy was ook betrokken bij de "Comité Hongrie". De Antwerpenaar Opsomer is dan weer te situeren in de invloedsfeer van Piet Derksen en is bestuurslid bij "European Media Studies" (EMS) en het "Catholic Radio and Television Network" (CRTN).
De Belgische tak van CEDI werd in 1961 opgericht door Marcel de Roover, een WACL-lid die betrokken was geweest bij de uitbouw van de Belgische Gladio via Milpol en het Delcourt-netwerk. Na zijn dood in 1971 nam Paul Vankerkhoven zijn rol als Belgische vertegenwoordiger van WACL over, waarbij deze tevens secretaris-generaal van CEDI werd. Vankerkhoven verhuisde CEDI naar Brussel en associeerde het met de Cercle des Nations. In België stuurde AESP de NEM-kringen rond Emile Lecerf en de plannen tot staatsgreep van 1973. Ook stond AESP in contact met Jean Bougerol en zijn PIO, wat leidt naar Paul Latinus en WNP. Interessant is ook het verband met de "Mouvement d'Action pour l'Union Européenne" (MAUE).
Een basis voor terreuroperaties?
Al sinds de oprichting van AESP waren er contacten met Aginter Press van Yves Guérin-Sérac. Op het XIIe Grand Carlemagne dinner van 27 januari 1969, een viertal maanden voor de terreuraanslagen in Milaan, werd Guérin-Sérac uitgenodigd, die er aan tafel 'G' zat met Emile Lecerf en de prins en prinses de Merode. Guido Giannettini, de voornaamste Italiaanse vertegenwoordiger van Aginter Press, getuigde in 1974 over contacten tussen Aginters 'Ordre et Tradition' en 'geopolitieke kringen' in ondermeer Frankrijk (i.e. Cercle Pinay), België (i.e. AESP) en Zwitserland, en met de CSU van Franz Josef Strauss.
Volgens journalist Serge Dumont, die de AESP bezocht onder de naam Maurice Sartan, bleven Damman en Guérin-Sérac in contact staan tot Aginter Press in mei 1974 werd opgedoekt. Emile Lecerf, een andere pion in de Strategie van de Spanning, werd samen met enkele AESP-leden uit CEPIC-kringen genoemd in een rijkswachtrapport daterend van 1973 over plannen tot een staatsgreep in België. Ook met Jean Bougerol van de PIO werd overleg gepleegd, waarbij Bougerol samen met de Bonvoisin CEDI- en AESP-bijeenkomsten in 1976 had bijgewoond.
Ook AESP-lid Marique, die ook de voorzitter was van de Brusselse reserveofficierenvereniging, doet een verband met de BROC en dus Jean Bougerol en zelfs Paul Latinus vermoeden. Verder zou ook de Nederlandse Gladio-structuur Interdoc (vanaf 1973) gaan samenwerken zijn met AESP, na overleg met het Institute for the Study of Conflict van Brian Crozier. Vanaf 1977-1978 breidde de AESP zich verder uit met NATO-contacten, inclusief de voorzitters van de Atlantic Committees van Italië, Frankrijk, Duitsland en België en vertegenwoordigers van Radio Free Europe.