Zaak Dutroux

Inleiding

De zaak Dutroux was een onderzoek en rechtszaak in België rond de crimineel Marc Dutroux. Hij stond terecht op verdenking van ontvoering, gijzeling, verkrachting, moord en illegale handel en is veroordeeld tot een levenslange celstraf. Op 13 augustus 1996 werd Dutroux gearresteerd nadat de zes dagen tevoren ontvoerde Laetitia Delhez in zijn huis ontdekt werd, samen met Sabine Dardenne, die er al bijna drie maanden zat.

Het bleek snel dat Dutroux ook verantwoordelijk was voor de ontvoering van Julie Lejeune, Mélissa Russo, An Marchal en Eefje Lambrecks, en voor de dood van zijn handlanger Bernard Weinstein. Zij werden allen dood teruggevonden.

Onderzoek

Het gedwongen vertrek van onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte, vanwege het spaghetti-arrest, leidde in het najaar van 1996 tot commotie. Connerotte had op een benefietavond voor de ouders van vermiste kinderen deelgenomen en er een bord spaghetti gegeten en een vulpen gekregen. Dit was een overtreding van de onpartijdigheid die zijn functie vereiste en hij werd ontslagen.

Het grote publiek wantrouwde politie en overheid, en toonde dat met een grote protestdemonstratie in Brussel, de zogeheten Witte mars. Connerottes opvolger Jacques Langlois bleek een beginner, het onderzoek-Dutroux was zijn eerste zaak. Anders dan procureur Michel Bourlet geloofde hij niet dat Dutroux en medeverdachte Michel Nihoul betrokken waren bij een prostitutienetwerk.

Het kostte Langlois bijna acht jaar om de zaak rond te krijgen: een record in de Belgische rechtsgeschiedenis. De verklaringen van Regina Louf, alias getuige X1, over een geheim netwerk waarin kinderen werden misbruikt en vermoord en waarvan Dutroux en Nihoul deel zouden uitmaken, werden onderzocht, maar er werden geen aanwijzingen gevonden dat haar verhaal op waarheid zou berusten.

Het gerecht besloot dit ‘spoor’ niet verder te volgen. Marc Dutroux wist op 23 april 1998 kortstondig te ontsnappen. Dit kostte het ontslag van twee ministers – Minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte en Minister van Justitie Stefaan De Clerck – en van luitenant-generaal Willy Deridder, commandant van de rijkswacht. De boswachter die Dutroux ving, Stéphane Michaux, werd later ontvangen door de koning.

Marc Dutroux vlak na zijn arrestatie.

Marc Dutroux vlak na zijn arrestatie.

 Proces

Op 1 maart 2004 startte het proces tegen Marc Dutroux, zijn vrouw Michelle Martin, vriend Michel Lelièvre en zakenman Michel Nihoul. Het werd gehouden in Aarlen, omdat de zittingszaal van het Hof van Assisen niet voldoende plaats zou bieden aan de duizenden journalisten en andere belangstellenden voor “Het proces van de Eeuw”.

Hoofdverdachte Dutroux stond terecht voor de ontvoering en opsluiting van Julie Lejeune, Mélissa Russo, An Marchal, Eefje Lambrecks, Sabine Dardenne, Laetitia Delhez en zijn handlanger Bernard Weinstein, en tevens voor de moord op Bernard Weinstein en An & Eefje. Daarnaast werd hij aangeklaagd wegens de gijzeling van vier tieners in zijn vrachtwagen, verkrachting van de bovengenoemde meisjes en nog 3 andere meisjes, drugshandel, illegale autohandel, valse identiteitsbewijzen en diefstal met geweld. Deze misdaden werden in een apart proces behandeld.

Op de eerste dag werd uit 180 kandidaten de Jury gekozen: 12 leden en 12 reserve-leden. De Akte van beschuldiging, die op de tweede dag wordt voorgelezen, besloeg 56 pagina’s. Op 3 maart 2004 vonden de verhoren van de verdachten plaats. Dutroux bekende de ontvoering en verkrachting van An, Eefje, Sabine en Laetitia, maar verklaarde dat de ontvoering van Julie en Mélissa het werk van Michel Nihoul was. Ook ontkende hij de verantwoordelijkheid voor de dood van de meisjes. Hij beweerde slechts een klein radertje in een veel groter netwerk te zijn en in opdracht gehandeld te hebben. Volgens hem zouden agenten hem hebben meegeholpen bij de ontvoering van An en Eefje.

Op 4 maart 2004 begonnen de getuigenverhoren. Naast onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte werden ook de beide overlevende slachtoffers Sabine Dardenne en Laetitia Delhez gehoord. Beide meisjes verklaarde door Dutroux te zijn ontvoerd en langdurig te zijn vastgehouden en misbruikt. Sabine zat 81 dagen vast in een kleine ruimte in Dutroux’ kelder. Ze weigerde nadrukkelijk de excuses van Michelle Martin te aanvaarden.

Laetitia verklaarde hoe zij als 14-jarige op straat door Dutroux in een busje werd ontvoerd en naar zijn huis gebracht. Hier werd ze door hem gedrogeerd en misbruikt. Ze zat samen met Sabine opgesloten in de kelderruimte. In tegenstelling tot Sabine geloofde Laetitia wel dat Dutroux onderdeel uitmaakte van een pedofielennetwerk. Het bestaan van dit netwerk werd niet onderzocht in het proces.

Tussen 8 maart en 19 mei 2004 werden meer dan 560 getuigen gehoord. Na het requisitoir en de pleidooien kregen op 10 juni 2004 de verdachten het laatste woord. In een drie uur durend betoog presenteerde Dutroux zich andermaal als slachtoffer in plaats van dader. Op 17 juni 2004 verklaarde de jury de verdachten schuldig aan alle ten laste gelegde feiten, behalve Michel Nihoul, die grotendeels werd vrijgesproken. Dutroux werd ook schuldig bevonden aan ontvoering en moord van zes meisjes.

Volgens de jury stond hij aan het hoofd van een criminele bende en is hij ook verantwoordelijk voor de verkrachting van drie meisjes uit Slowakije. Op 22 juni 2004 werd hij veroordeeld tot levenslange celstraf en 10 jaar tbs. Dutroux vond het proces echter oneerlijk omdat van tevoren al vaststond dat hij veroordeeld zou worden en verklaarde in cassatie te willen gaan. Michelle Martin kreeg 30 jaar cel, Michel Lelièvre 25 jaar. Michel Nihoul werd vrijgesproken van betrokkenheid bij de ontvoeringen maar kreeg 5 jaar voor de drugshandel en bendevorming.


Bron » Wikipedia