Beersel

De mysterieuze getuige

Met de overval op het Delhaize-warenhuis van Beersel viel het doek over het luik-De Staerke in het onderzoek naar de moord op Van Camp. Onder die nieuwe hold-up stond in vette letters de handtekening van de Bende van Nijvel en Johnny, hun kortstondige hoofdverdachte, zat in de gevangenis toen de bende Freddy Vermaelen doodschoot.

De raid op de Delhaize van Beersel gebeurde op vrijdagavond 7 oktober 1983 rond tien voor acht. Onmiddellijk werd de toenmalige wapendeskundige Claude Dery ingeschakeld. De bedrijfsleider was doodgeschoten en drie mensen werden gewond. Er werd een .12-huls gevonden waarop vingerafdrukken zaten. Dery moest onderzoek of er een verband kon zijn met de roofmoorden bij de Colruyt van Nijvel. Van Van Camp was er geen sprake. De daders droegen wel maskers, zoals bij de moord op de restauranthouder, maar in de supermarkt schoten ze met een riot gun, een wapen dat ook gebruikt werd in Nijvel, maar de restauranthouder was afgemaakt met een 7.65mm-pistool.

Een achterbank valt uit de lucht

Vier dagen na de moord op Vermaelen kreeg commissaris François ‘de Susse’ Monsieur van de Brusselse gerechtelijke politie telefoon van een man die zich niet wilde bekendmaken en die beweerde dat hij de overval van a tot z had gezien. Diezelfde middag nog zat de man die gebeld had in het café met Monsieur en diens collega Guy Collignon. Hij was de getuige waar elke politieman van droomt. Hij wist iets van wapens en wagens. De gangsters droegen riot gun en een bijl, had hij gezien. Hij had zien aankomen met nylonkousen over hun gezicht en een carnavalsmasker boven op hun voorhoofd, klaar om voor hun gezicht te trekken.

Ze reden met een rode Volkswagen Golf die zwart overschilderd was. Dat wist hij, omdat de overvallers de achterbank uit de wagen hadden gehaald, en die ter plekke achterlieten. Over de kussens liep een rode strook, wat volgens hem alleen het geval was bij rode Volkswagens. De twee politiemannen lieten hun hersens draaien. De bende van Nijvel had de week daarvoor de rode Golf van Catherine van Camp gestolen. Ze gingen naar de Delhaize van Beersel en vonden daar inderdaad een “rijkelijk met haren bezaaide” achterbank. Ze namen haar in beslag en haalde er de dochter van Van Camp bij, die haar onmiddellijk herkende als de hare. Ze had een hond die verhaarde, vandaar. Overigens werd er ook een vrouwenhaartje aangetroffen en naar het lab gestuurd, maar dat was niet van de dochter of van de weduwe van Van Camp.

Collignon en Monsieur maakten onmiddellijk een proces-verbaal voor de twee onderzoeksrechters die belast waren met de moorden op Freddy Vermaelen en Jacques Van Camp, en ze slaagden erin om hun getuige om te praten om toch, zij het anoniem, een verklaring af te leggen.

De man, die technicus was bij Volkswagen, ging elke vrijdagavond rond zeven uur, half acht winkelen in de Delhaize van Beersel. Hij kende de bedrijfsleider. De avond van de raid kwam hij net uit de supermarkt toen hij de gangsters naar de ingang zag lopen. Door de etalageruiten had hij buiten alles kunnen volgen wat er binnen gebeurde. Hij had gezien hoe de schutters de bedrijfsleider doodschoten en daarna de rij kassa’s afgingen om een zak te laten vullen met de opbrengst.

De getuige was naar een café gelopen om de hulpdiensten te bellen en daarna keerde hij terug naar het parkeerterrein, waar hij de overvallers in hun Golf zag stappen. Omdat zijn eigen wagen vlakbij stond, kon hij de achtervolging inzetten tot aan het kampeerterrein van Beersel. Daar was hij ze uit het oog verloren. Toen was hij teruggereden naar de Delhaize, en daar had hij de achterbank zien liggen. Uit de rode streep op de kussens had hij opgemaakt dat het koetswerk oorspronkelijk rood moet geweest zijn. Hij had dat onmiddellijk gesignaleerd aan de rijkswachters die met hun onderzoek begonnen waren.

In dit vage verhaal zat een belangrijke tegenstrijdigheid. Wanneer zag hij die achterbank? Voor de raid, zoals de commissarissen schreven, of erna, zoals hij zelf blijkbaar schreef. En waarom had de door hem gewaarschuwde rijkswacht die achterbank niet meteen gevonden? Dat was raadsel nummer één. Omdat die er niet lag, zeiden de rijkswachters en ze bleven erbij dat ze daar later gegooid moest zijn en dat de daders daarvoor speciaal waren teruggekomen. De rijkswachtbrigade van Beersel was eerst ter plaatse en grendelde de boel af, zodat in principe niemand meer het terrein op kon. De BOB van Halle, die was uitgerukt met een half dozijn mensen, kon zo de identiteit van de aanwezigen noteren en beginnen met de verhoren, die doorgingen tot diep in de nacht. Maar de anonieme getuige die hen over de achterbank aangesproken zou hebben, zat daar niet bij. Dat was raadsel nummer twee.

Het was ook curieus dat de gerechtelijke politie van Brussel de avond van de hold-up zelf ter plaatse was geweest. Monsieur was er zelfs bij. Hadden hij en zijn collega’s daar dan geen ronde gemaakt door het warenhuis en over het parkeerterrein, hadden zij dan ook al over de achterbank heen gekeken? Dat was raadsel drie.

En wat met de schoonmaakploeg van Delhaize? Er waren vier dagen verlopen tussen de raid en het eerste contact met de anonieme getuige, en zelfs twee weken voordat de achterbank in beslag werd genomen. Hebben de schoonmaakteams van Delhaize de gewoonte rondslingerende achterbanken niet op te ruimen? Raadsel vier.

Een zwarte Volkswagen Golf zoals de Bende van Nijvel er één gebruikte in Beersel.

Een zwarte Volkswagen Golf zoals de Bende van Nijvel er één gebruikte in Beersel.

De angst van een koelbloedige getuige

De gouden getuige was het grootste raadsel van allemaal. Hij had alles gezien en meegemaakt, vanaf de aankomst, de moord en de rooftocht langs de kassa’s, tot en met het naar buiten komen en de vlucht. Hij kon hun wapens bepalen, en de oorspronkelijke kleur van de auto waarin de gangsters reden. Hij was slim en onverschrokken, want terwijl iedereen binnen plat op de vloer lag in het bloed van de dode bedrijfsleider, had hij buiten bij de etalageruiten staan volgen alsof het een film was. Pas dan, vermoedelijk toen de gangsters boven naar de kofferruimte gingen, was hij weggelopen om in het café de hulpdiensten te bellen, en toen was hij nog eens teruggekeerd, terwijl de gangsters, die iemand onder zijn ogen hadden vermoord, nog ter plekke waren, en had hij de achtervolging ingezet.

Wat een koelbloedigheid. Het kan allemaal, ook Freddy Vermaelen zelf had totaal geen angst toen hij op de schutter was afgestapt die hem bedreigde met in zijn ene hand een riot gun en in zijn andere een tomahawk. De bedrijfsleider zette zijn handen op de borst van die schutter om hem naar buiten te duwen en riep: “Sortez!” Dat was zijn doodvonnis.

Maar de getuige die niet bang was voor de moordenaars, legde een opmerkelijke angst aan de dag tegenover justitie, want hij wilde absoluut anoniem blijven. Het kan best zijn dat de technicus zo zijn eigen redenen had om justitie niet te vertrouwen. Het is heel goed mogelijk dat hij geen strafblad had, en geen enkele connectie met de De Staerke-clan, of met de Bende van Nijvel. Het kan allemaal precies zo gebeurd zijn als hij het beschreef.

Waar het om draait, is dat we het niet weten. De rijkswachtploeg sprak hem tegen over de achterbank, en de BOB’ers van Halle hadden geen herinnering aan een reconstructie met of zonder de anonieme getuige. Waar was alles precies gebeurd? Waar stond zijn auto eigenlijk, en hoe kon hij het gebarricadeerde parkeerterrein af rijden zonder dat de rijkswachters zijn identiteit noteerde? Nog een mysterie: de getuige kwam naar buiten toen de gangsters naar binnen wilden stappen. Hoe was dat dan gegaan? Hadden ze hem dan niet gezien? Hadden ze elkaar niet gekruist? Hoe kon dat, aangezien het warenhuis maar één in- en uitgang had?

Hoe dan ook was het interessant dat de daders absoluut op die plek die achterbank kwijt wilden. Ze vonden dat zo belangrijk dat ze het risico namen om tijd te verliezen op de plaats van de misdaad. Het was dan ook niet zomaar een achterbank. Ze legde een rechtstreekse band tussen de moord op Van Camp, waarvan Johnny verdacht werd, en de nieuwe roofmoord in de Delhaize van Beersel, waarmee hij niks te maken kon hebben, want hij zat in de gevangenis. Ballistisch was dat verband er niet.

Het gevolg valt te raden. Volgens het verslag van de tweede parlementaire onderzoekscommissie werd Philippe De Staerke maar zeer kort gearresteerd voor de moord op Van Camp. De onderzoeksrechter liet het spoor-De Staerke vallen. De achterbank die zo mooi uit de hemel kwam vallen, was een godsgeschenk.


Bron » Beetgenomen | Hilde Geens | 2013