De CCC plaatste 40 jaar geleden hun eerste bom in Evere

De eerste bom van de Cellules Communistes Combattantes (CCC) ontplofte 40 jaar geleden, op 2 oktober 1984, in Evere. Die dag richtte de clandestiene extreemlinkse organisatie zich op Litton, een Amerikaans bedrijf in militaire elektronica. Daarna volgden meer aanslagen, waarbij bedrijven die met de NAVO samenwerkten werden geviseerd, met uitsluitend materiële schade als gevolg.

De CCC zou in totaal 21 aanslagen opeisen, in een tijd die gekenmerkt werd door de Koude Oorlog, demonstraties tegen Europese raketten in Europa en de Bende van Nijvel. In oktober 1984 nam de CCC het op tegen de hoofdkwartieren van de PRL (nu MR) en de CVP (nu CD&V) van premier Wilfried Martens. Daarna volgde de “Operatie Mammoet”, een grote golf van huiszoekingen binnen extreemlinkse bewegingen, die er echter niet in slaagde de CCC te pakken te krijgen. De bekende leden waren Pierre Carette, Bertrand Sassoye, Didier Chevolet en Pascale Vandegeerde.

Op 11 december 1984 viel de CCC pijpleidingen van de NAVO aan, tegelijkertijd op vier verschillende locaties. De acties van de groep namen een dramatische wending op 1 mei 1985. Een bestelwagen met explosieven ontplofte in de buurt van het hoofdkwartier van de Federatie van Belgische Ondernemingen (FEB) in de Stuiversstraat in Brussel. Twee brandweerlieden kwamen hierbij om het leven.

Na een laatste aanslag op een NAVO-pijpleiding in Wortegem-Petegem op 6 december 1985, werden Pierre Carette, Bertrand Sassoye, Didier Chevolet en Pascale Vandegeerde tien dagen later in Namen gearresteerd. Op 21 oktober 1988 werden de vier leden van de CCC tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld.

In 1996 kwamen ze in aanmerking voor voorwaardelijke vrijlating, maar ze moesten wachten tot het jaar 2000 voordat Pascale Vandegeerde, Didier Chevolet en Bertrand Sassoye de gevangenis konden verlaten. Pierre Carette werd in 2003 vrijgelaten na zijn derde verzoek om voorwaardelijke vrijlating. Pascale Vandegeerde overleed in december 2022 op 64-jarige leeftijd.

Bron » Belga

Bende-slachtoffer David Van de Steen (48) wil erkenning als terreurslachtoffer: “We hebben niks om op terug te vallen”

“De wonden gaan niet weg, dit is levenslang”, getuigt Bende-overlever David Van de Steen (48). De man raakte zwaargewond en verloor zijn ouders en zus bij de overval van de Bende van Nijvel op de Delhaize-supermarkt in Aalst, op 9 november 1985. Hij roept nu op om alle slachtoffers van de Bende van Nijvel te erkennen als terreurslachtoffer.

“De Bende-slachtoffers, die hebben eigenlijk niks om op terug te vallen”, zegt Van de Steen. “De Bende heeft families verscheurd en mensen kapotgemaakt. Maar we zijn niet erkend als slachtoffer. Na 40 jaar werd beslist om het onderzoek afgesloten en wij blijven gewoon achter met de littekens, de miserie en verwondingen. En hoe ouder we worden, hoe meer die verwondingen ons hinderen. Maar in de ogen van de overheid zijn we onzichtbaar.”

“Ik ben erkend als invalide, maar moet steeds terug om dat te bewijzen. Als je dan met uw klachten naar een arts gaat van de ziekteverzekering (RIZIV), zijn ze ongelofelijk streng en vergeten ze de psychologische strijd van de zaak.” Daarom pleit Van de Steen dat de slachtoffers erkend worden als terreurslachtoffer. Zo krijgen ze het statuut van nationale solidariteit, een herstelpensioen en de terugbetaling van hun medische verzorging. “Zo blijft het statuut van invalide ook gelden, zonder dat de slachtoffers te maken krijgen met de willekeur van artsen. Ik kreeg al van heel wat slachtoffers en nabestaanden te horen dat ze hier ook achter staan. Ik doe dan ook een oproep naar de huidige en toekomstige regering. Negeer ons niet, geef ons waar we recht op hebben.”

Bron » Het Laatste Nieuws

Kunnen historici dossier Bende van Nijvel wel ophelderen?

Het gerechtelijk onderzoek naar de misdaden van de Bende van Nijvel is bijna definitief afgesloten. In het parlement wordt ervoor gepleit om historici en criminologen het onderzoek te laten doorlichten.

Eind juni maakte het federaal parket bekend dat er na veertig jaar een einde komt aan het onderzoek in het dossier van de Bende van Nijvel. Volgens het parket zijn er geen ernstige sporen meer die onderzocht kunnen worden. Maar door een recente wetswijziging kan het dossier niet verjaren. Als er nieuwe elementen opduiken, kan het dossier opnieuw geopend worden.

Stefaan Van Hecke (Groen) pleitte er vorige week in het federaal parlement voor om een taskforce op te richten bestaande uit historici en criminologen die het dossier moeten doorploegen op zoek naar elementen die door de onderzoekers over het hoofd werden gezien of die gelinkt kunnen worden aan andere bronnen.

“Dat is misschien het enige pad dat we kunnen bewandelen om de antwoorden te vinden waar de samenleving al decennialang naar op zoek is”, aldus Van Hecke. Bij de overvallen begin jaren 80 die toegeschreven worden aan de Bende van Nijvel vielen 28 doden. De daders zijn tot op vandaag onbekend.

Beroepsgeheim

De ontslagnemende minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) antwoordde in de Kamer dat hij een voorstander is van dergelijk historisch en academisch onderzoek. “Maar om het dossier te kunnen openstellen voor historisch onderzoek zal een wettelijk ingrijpen nodig zijn. Zodra het gerechtelijk onderzoek is afgesloten, zijn de regels over het geheim van het strafonderzoek niet meer van toepassing. Maar het beroepsgeheim en de GDPR-regels blijven dat wel. Het parlement zal daar moeten over nadenken en initiatieven moeten nemen om daar een mouw aan te passen.”

Het gerechtelijk onderzoek is vandaag nog niet definitief afgesloten. Het federaal parket moet een eindvordering voorstellen aan de raadkamer en dan krijgen de burgerlijke partijen nog de kans om bijkomende onderzoeksdaden te vragen. Als die fase helemaal achter de rug is, zouden de historici en criminologen aan het werk kunnen gaan.

Bron » De Standaard | Mark Eeckhaut

Van Tigchelt is voorstander om dossier te laten onderzoeken door academici: “Elk initiatief om waarheid te achterhalen, verdient onze steun”

Eind juni kondigde het federaal parket aan dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel na veertig jaar werd stopgezet. Nu gaan er stemmen op om historici en academici een blik te laten werpen op het Bende-dossier. Minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open Vld) is alvast voorstander. “Elk initiatief dat er toe kan bijdragen om ons dichter bij de waarheid te brengen, verdient onze steun.”

“Ik vind dat de overheid het initiatief moet nemen voor een taskforce van historici en criminologen om het Bendedossier opnieuw te onderzoeken.” Dat zei historicus Emmanuel Gerard (72) twee maanden geleden in het weekblad Knack, nadat het federaal parket had aangekondigd dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel zou worden stopgezet, veertig jaar na de feiten. Bij de bendeterreur tussen 1982 en 1985 vielen 28 doden en 40 gewonden.

“Het is belangrijk dat wetenschappers een openheid van geest bewaren en niet een bepaalde tunnelvisie volgen. Ik denk dat men alle mogelijke hypotheses nog eens rustig moet kunnen bekijken”, zei professor Gerard nog. Gerard leidde zelf vanaf 2011 een wetenschappelijke commissie die moest onderzoeken waarom het gerechtelijk onderzoek naar de moord op de politicus Julien Lahaut in 1950 op niets was uitgedraaid.

Bespreekbaar

Het idee voor een taskforce van professor Gerard inspireerde volksvertegenwoordiger Stefaan Van Hecke (Groen) tot een parlementaire vraag aan minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open Vld). Het stopzetten van het onderzoek mag volgens hem niet leiden tot een eeuwigdurende geheimhouding van het onderzoek. Van Hecke steunt het idee van een taskforce die het dossier kan doorploegen naar elementen die de onderzoekers misschien over het hoofd hebben gezien.

Justitieminister Van Tigchelt is niet gekant tegen het idee van een taskforce, zo schrijft hij in zijn antwoord aan Van Hecke. Het niet-ophelderen van de misdaden die toegeschreven worden aan de Bende van Nijvel, is een litteken voor ons land. Niet het minst voor de slachtoffers en nabestaanden, maar ook voor justitie. Elk initiatief dat er toe kan bijdragen om ons dichter bij de waarheid te brengen, verdient onze steun. Ik ben dus voorstander van een historisch en academisch onderzoek over het dossier van de Bende van Nijvel. Ook het openbaar maken van het strafdossier en eventueel rapporten van de inlichtingendiensten bijvoorbeeld, is voor mij bespreekbaar.

Competente onderzoekers

“Voor het zover is, moeten wel nog enkele hindernissen uit de weg worden geruimd. Het strafdossier moet eerst officieel worden afgesloten. Uiteindelijk zal het Hof van Cassatie moeten beslissen over het einde van het onderzoek. Er is dus nog een lange weg te gaan. Bovendien moet de openstelling van het strafdossier voor historisch onderzoek ook wettelijk geregeld worden. Het beroepsgeheim en de privacyregels blijven wel nog gelden. Daar moet vanuit het parlement over worden nagedacht en moeten initiatieven over worden genomen”, zegt minister Van Tigchelt.

De minister besluit zijn antwoord aan Van Hecke: “Ik begrijp en deel de frustratie, en zelfs de woede, van de slachtoffers en de bevolking in het algemeen over dit dossier al te goed. Ik ben er wel van overtuigd: het is met dit onderzoek niet misgelopen de laatste jaren, maar wel de eerste jaren van het onderzoek. Ik durf zelfs zeggen dat het onderzoek, toen het in 2017 werd overgenomen door het federaal parket, degelijk is gevoerd, door competente magistraten en onderzoekers.”

Bron » Het Laatste Nieuws

Politiewaakhond wil agenten vaker doorlichten: “We moeten alert zijn voor corruptie binnen het korps”

De inspectiedienst van de politie vraagt dat, in de strijd tegen corruptie , alle 50.000 agenten geregeld worden doorgelicht. Nu gebeurt dat alleen bij de aanwerving.

De Algemene Inspectie van de lokale en federale politie (AIG) is, naast het Comité P, een van de toezichtsdiensten die bij het Belgische politieapparaat naar mistoestanden speurt. De AIG vraagt aan de onderhandelaars van de volgende federale regering dat ze van de integriteit van het Belgische politiepersoneel een speerpunt maakt. Dat zegt inspecteur-generaal Thierry Gillis. Volgens Gillis is er meer alertheid nodig, “nu crimi­nele of zelfs terroristische organisaties onze burgermaatschappij proberen binnen te dringen. Het valt niet uit te sluiten dat dergelijke organisaties ook in onze politie- en inlichtingendiensten infiltreren”, zegt Gillis.

De meest opvallende maatregel waar de AIG voor pleit, is dat alle 50.000 agenten geregeld aan een screening worden onderworpen. “Nu wordt zo’n integriteitsscreening enkel uitgevoerd tijdens de aanwervingsprocedure”, aldus de inspectiedienst. Het AIG pleit voor geregelde screenings doorheen de loopbaan, of ook wanneer iemand promotie maakt of van dienst verandert. Bijvoorbeeld wanneer iemand voor een delicate dienst zoals een anti-terrorismedienst of drugssectie gaat werken, of corruptieonderzoeken verricht.

De toezichtsdienst voelt zich gesterkt in zijn standpunt doordat Defensie recent de beslissing nam om voortaan álle 25.000 militairen elke vijf jaar aan een grondige veiligheidsscreening te onderwerpen. Dat zou een opdracht zijn voor de militaire inlichtingendienst ADIV. De aanleiding was de onopgemerkte radicalisering van de Limburgse militair Jürgen Conings. Wie negatief uit de screening komt, riskeert ontslag uit het leger of ziet zijn of haar promotie of overplaatsing gedwarsboomd.

Eén klachtenloket

Om wantoestanden bij de politie efficiënter aan te pakken, pleit de AIG ook voor één centraal meldpunt waar burgers terechtkunnen. Nu lopen mensen soms wat verloren met een klacht over de politie: moeten ze die bij het desbetreffende korps zelf indienen, bij de burgemeester, de federale politie of het Comité P? Daardoor gaan belangrijke klachten soms verloren, vreest de toezichtsdienst. Die wil ook af van korpschefs van bijvoorbeeld lokale politiezones die al vijftien jaar lang op dezelfde stoel zitten. “Dergelijke mandaten zouden moeten beperkt worden tot maximum vijf jaar. Het is erkend dat door jobrotatie de integriteit van een organisatie stijgt.”

Ontslagnemend minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) zegt werk te willen maken van een betere screening van politiemensen. Volgens haar kabinet waren tijdens de regering-De Croo de eerste voorbereidingen daarvoor gestart.

De politievakbonden reageren lauw op het voorstel. “De politie is al onderbemand, ook de inspectiediensten zitten op hun tandvlees. Is dat dan realistisch?” Volgens de liberale politievakbond VSOA zijn “politiemensen vandaag al de best bewaakte burgers: met camera’s, met bodycams, zelfs elke toets die een agent op zijn klavier induwt, wordt geregistreerd”, zegt ondervoorzitter Vincent Houssin.“Uiteraard is corruptie uit de boze: zijn er aanwijzingen, dan moet er keihard worden opgetreden. Maar dat is nog iets anders dan dat constant alle agenten op de vingers worden gekeken.”

Bron » De Standaard