Het proces van de eeuw
Inleiding
Op 5 september 1994 startte de assisenzaak tegen Bouhouche en co. Het werd het langste proces uit de annalen van de Beglische justitie. Bouhouche stond in de herfst van 1994 terecht met zijn kompanen voor veertien misdaden, waaronder de moorden op Juan Mendez, Suleiman Ahmad en Francis Zwarts, en een serie diefstallen. Er werden 179 mensen opgeroepen om te getuigen voor het Openbaar Ministerie.
Onder hen waren zeven onderzoeksrechters, meer dan vijftig politiemensen en zevenentwintig experts. De verdachten werden verdedigd door zestien topadvocaten. Een van de gestolen Cartier-horloges, werd voor de tweede keer gestolen, nu tijdens het proces, vertelde Elive Zwarts. Toen er uitspraak werd gedaan, zag ze de vier vrouwelijke juryleden, die voortdurend oogcontact hadden gehad met de beschuldigden, huilen.
Een indrukwekkende reeks misdaden
In dezelfde zaal van het imposante Brusselse justitiepaleis waar maanden voordien de bende van wijlen Patrick Haemers is veroordeeld, staan de gewezen rijkswachters Madani Bouhouche, Robert Beijer, Christian Amory en de ‘journalist’ René Chang terecht voor het Hof van Assisen. Een beschuldigde ontbreekt op het appél, Jean-François Buslik, een vriend van Bouhouche.
Nadat de voorzitter Pierre Maffei op de eerste dag diens afwezigheid had opgemerkt, liet hij een bevelschrift aan de ingang van de rechtszaal ophangen. Buslik werd daarin met nadruk aangemaand om zich binnen de tien dagen bij het gerecht aan te bieden. Zo niet verliest hij gedurende de duur van het proces zijn rechten als Belgisch staatsburger. Buslik heeft geen rechten als Belgisch staatsburger. Hij is een Amerikaan.
Bouhouche en Beijer zijn de hoofdbeklaagden. Ze moeten zich verantwoorden voor een indrukwekkende reeks misdaden: de bomaanslag op een voertuig van de rijkswacht, de aanslag op rijkswachtkolonel Vernaillen, de diefstal van wapens van het Speciaal Interventie Esquadron, de moord op Francis Zwarts, de diefstal van een grote hoeveelheid wapens bij Juan Mendez, de moord op Mendez en de moord op een Libanees zakenman Suleiman in Antwerpen.
Tijdens het onderzoek is eveneens aan het licht gekomen dat het tweetal zijn diensten heeft aangeboden aan minister van Staat Paul Vanden Boeynants, wiens gerechtelijke dossiers ze op het justitiepaleis wilde stelen en aan de voormalige socialistische minister van Justitie Philippe Moureaux, aan wie ze geheime politieke fiches van de rijkswacht wilde verklappen. Ook bestonden er plannen om wapenexpert Claude Dery te vermoorden.
“Bouhouche was er niet bij”
Robert Beijer vraagt het woord. Zonder een concrete aanleiding begint hij over de Bende-raid in Aalst. “Bouhouche was er niet bij”, zegt Beijer. “Ik zat die avond in een restaurant. Ik hoorde toevallig dat de Bende had toegeslagen in de Delhaize in Aalst. Ik heb onmiddellijk naar Bouhouche getelefoneerd. Hij was thuis.” “Die uitspraak is moeilijk te controleren”, meent een Bende-speurder. “Wanneer telefoneerde Beijer precies naar Bouhouche? Bovendien is de afstand tussen Aalst en het Brusselse niet zo groot. We hebben de vluchtroute die de overvallers na de gruweldaad hebben afgelegd, kunnen reconstrueren.”
“De afstand tussen de Delhaize en de Doorn, de plek in Aalst waar de overvallers gepasseerd zijn om in de richting van Ninove te verdwijnen, kun je als een bedreven autobestuurder in een snelle Golf heel vlug afleggen. De politiepatrouille die daar na de overval post vatte, was pas om 20 uur ter plekke. Het kan dus dat de overvallers al voorbij gereden waren. Bouhouche kon wel degelijk thuis zijn.” Overigens kende Beijer zelf de omgeving van de Aalsterse Delhaize vrij goed. Tijdens het onderzoek hebben de speurders bij hem foto’s van het Delhaize-gebouw en de onmiddellijke omgeving gevonden.
De uitspraak
Madani Bouhouche en Robert Beijer zijn van veel beticht, maar voor relatief weinig veroordeeld. Na een megaproces voor het Brusselse assisenhof kreeg de een op 13 februari 1995 twintig jaar dwangarbeid en de ander veertien jaar gevangenisstraf. Van de lange lijst van betichtingen waarmee het proces vijf maanden eerder was begonnen, bleven er aan het eind twee over: de moorden op diamantair Ali Suleiman Ahmad en op Sabena-agent Francis Zwarts.
Rond alle andere feiten, van de aanslag op Vernaillen tot de moord op FN-ingenieur Juan Mendez, wisten hun advocaten voldoende twijfel te zaaien om de aanklachten te laten sneuvelen. Het volledige proces tegen Madani Bouhouche en Robert Beijer en de bende die ze hadden opgebouwd duurde zes maanden. Meteen het langste uit de Belgische assisengeschiedenis.