Nederland

Inleiding

Het netwerk in Nederland

Ook Nederland kende een Stay-Behind organisatie. Feitelijk was sprake van twee organisaties – namelijk Operatiën & Inlichtingen, later A en B genoemd – welke op den duur wel door één persoon werden gecoördineerd maar elk een eigen taak hadden. De oorsprong van deze organisaties lag in de Tweede Wereldoorlog. Tot ongeveer het midden van de jaren tachtig werden ze O&I genoemd.

Oorspronkelijk was O&I alleen bedoeld voor het zeer noodzakelijke berichtenverkeer met de regering in ballingschap, maar werd geleidelijk ook een gevechtsorganisatie. De beide takken waren sterk gecompartimenteerd, mede als gevolg van de lessen die uit het Englandspiel waren getrokken. Er bestond wel coördinatie aan de top, maar van een hechte samenwerking tussen beide organisaties, laat staan van integratie, was geen sprake.

Vanaf 1956 was de coördinatie in handen van de coördinator inlichtingen en veiligheidsdiensten die deel uitmaakte van het Kabinet van de minister-president. O&I werd gefinancierd door het ministerie van Defensie en geleid door leden van de Raad van State, onder anderen de oud-verzetslieden Marinus Ruppert en Theo van Lier. Ten tijde van de opheffing in 1992 was minister van Staat Max van der Stoel de coördinator.

De eindverantwoordelijkheid voor “het instellen, wijzigen en opheffen van een organisatie in vredestijd, belast met de voorbereiding van een stay-behind organisatie in oorlogstijd” werd gedeeld door de Minister-president en de Minister van Defensie. De uitvoeringsorganisatie was formeel ondergebracht bij de Generale staf van de krijgsmacht en maakte gebruik van de huisvesting (villa Maarheeze in Wassenaar) van de Inlichtingendienst Buitenland (IDB).


Bron » Wikipedia