Jean-Claude Estievenart
De geweldenaar
Jean-Claude Estievenart (62), die er ooit van verdacht werd lid te zijn van de Bende van Nijvel, verhing zich in de nacht van zondag 24 op maandag 25 februari 2008, in zijn cel in de gevangenis van Bergen. Hij had normaal vanaf maandag samen met zijn medeplichtige David Deklerk moeten terechtstaan voor roofmoord. De twee verdoofden hun dronken slachtoffer Michaël Noël in februari 2006 door kalmeermiddelen in zijn drankje te mengen. Vervolgens staken ze het appartement in brand met hun slapende slachtoffer er nog in. Het vooruitzicht om op zijn 62ste nog jaren de cel in te moeten, was er voor Estievenart te veel aan. Hij maakte er zelf een einde aan.
Estievenart was een weeskind uit een gezin van tien. Hij kwam al heel vroeg in een home in Woutersbrakel terecht. Tot 1965 werkte hij in de mijnen van de Borinage maar daarna raakte hij op het slechte pad. Hij pleegde tal van gewapende overvallen, onder meer op de fabriek Carbo-Chimique in Tertre. Hij werd in heel België bekend toen hij samen met zijn kompanen van de ‘Bende van de Borinage’ – Michel Cocu, Michel Baudet, Adrien Vittorio en Kaci Bouaroudj – terechtstond voor het hof van assisen in Bergen voor een aantal overvallen die toegeschreven werden aan de Bende van Nijvel. Ook Josiane Debruyn, de echtgenote van Estievenart, moest mee terechtstaan.
Voor assisen werd Estievenart de ‘de geweldenaar, de werker, het grote hart en de grote mond’ van de bende genoemd. Hij was zeer verstandig en sluw. Hij praatte, zo werd gezegd, iedereen onder tafel. De overvallen van de Bende van de Borinage vielen nochtans niet op door hun sluwheid maar wel door de dosis geweld die gebruikt werd voor een buit die totaal niet in verhouding stond.
Het Nijvelse gerecht en vooral procureur Jean Deprêtre waren er onder meer daarom van overtuigd dat de ‘Borains’ minstens achter een aantal van de overvallen van de Bende van Nijvel zaten. Meer bepaald achter de hold-up op de Colruyt in Halle op 3 maart 1983, waarbij de zaakvoerder neergeschoten werd, de hold-up op de Delhaize in Genval op 11 februari 1983 en een overal op de Colruyt in Nijvel op 16 september 1983, waarbij drie doden vielen. Cocu bekende zelfs maar later trok hij zijn bekentenissen weer in. Het enige materiële bewijs was de expertise van een vuurwapen ‘Rüger SP 38’ die expert Claude Dery had gemaakt. Dat wapen was, aldus Dery, met 99 procent zekerheid, bij de overvallen in Halle en Genval gebruikt.
Het wapen bleek gekocht door Cocu en later doorverkocht aan Estievenart. Het bleef lang verstopt in een pot spaghetti. De expertise van Dery werd op het proces tegengesproken door een reeks andere experts en de jury sprak de Bende van de Borinage uiteindelijk vrij van de misdaden van de Bende van Nijvel. Estievenart is nooit meer op het rechte pad geraakt. Als hij nog geheimen kende over de Bende van Nijvel, dan heeft hij die meegenomen in zijn graf.
Bron » De Standaard | Februari 2008 | Mark Eeckhaut