Oprichting: 14 Juni 1972
Wanneer Vanden Boeynants in 1972 samen met de societyfiguren Paul Vankerkhoven, baron Benoît de Bonvoisin, Edmond Nerincx, ridder Jean Breydel en André Saint-Rémy aan de wieg staat van het Centre Politique des Indépendants et Cadres Chrétiens, CEPIC, gaat hij niet met zomaar om het even wie scheep. Baron Benoît de Bonvoisin, alias de Zwarte Baron, is in dit gezelschap allicht het meest beruchte personage.
De Zwarte Baron
Benoît de Bonvoisin is de kleinzoon van Alexandre Gallopin, directeur en gouverneur van de Société Générale. Zijn vader, baron Pierre de Bonvoisin, was van 1951 tot 1962 directeur van de Société Générale en gedurende vele jaren lid van de Bilderberggroep. De bijnaam van Benoît de Bonvoisin, ‘de Zwarte Baron’, heeft te maken met het feit dat hij aan Franstalige kant een van de belangrijkste financiers is van extreem-rechtse organisaties.
In de jaren zeventig is de Bonvoisin ‘politiek adviseur’ van Paul Vanden Boeynants. Ook dan al is hij echter in het geheim een van de belangrijkste betaalmeesters van het Front de la Jeunesse en de man die de touwtjes van Nouvel Europe Magazine in handen houdt. Midden de jaren zeventig ligt de Zwarte Baron ook aan de basis van de oprichting van de 'Mouvement des Forces Nouvelles', de politieke emanatie van het Front de la Jeunesse. Albert Lambert, een zakenvriend van de baron, wordt de eerst voorzitter van Forces Nouvelles.
In het najaar van 1975 organiseert de baron, samen met Emile Lecerf, Francis Dossogne en Albert Lambert, een bijeenkomst van Eurorechts in zijn kasteel in Maizeret. Op de lijst van de genodigden staan kopstukken van de Italiaanse MSI en Ordine Nuovo, de Franse Parti des Forces Nouvelles, het Britse National Front en het Spaanse Fuerza Nueva. Op de agenda staat de uitbouw van Eurodroite en de bestrijding van de communistische subversie.
Het hoofddoel van het CEPIC was de infiltratie van hoog tot laag in de PSC om zo op alle niveaus de invloed van de arbeidersvleugel te neutraliseren. Het CEPIC nam daarbij vooral de verdediging op van de vrije onderneming en het unitaire België. Het CEPIC beschouwde zichzelf ook als ‘het laatste bolwerk tegen de materialistische, collectivistische en subversieve golf die België en de christelijke westerse beschaving bedreigt’.
Het eerste congres
Nadat de organisatie op 14 juni 1972 door het directiecomité van het PSC als een volwaardig onderdeel van de partij erkend werd, nam de infiltratie van het CEPIC in de PSC spoedig het karakter aan van een werkelijke strijd om de macht die samenviel met een toenemende verrechtsing. De CEPIC-infiltratie was hoedanook een succes.
Twee weken na het eerste congres van Forces Nouvelles, op 13 december 1975, hield ook de CEPIC zelf zijn eerste nationale congres, maar dan in Luik. Beide congressen wilden op hun manier de politieke uitdrukking zijn van de zwijgende meerderheid, die zich eindelijk organiseert. De Bonoivsin was betrokken bij beiden.
Het einde: 28 Oktober 1982
Door het uitlekken van de CEPIC-nota in het voorjaar van 1981 wordt het doodvonnis van het CEPIC getekend. Gérard Deprez, voorzitter ad interim na het vertrek van Vanden Boeynants, heeft de boodschap begrepen en zal na zijn definitieve verkiezing tot voorzitter in januari 1982 afrekenen met het CEPIC.
Tijdens die verkiezing moet hij het overigens opnemen tegen een CEPIC-kandidaat, Paul Vankerkhoven. Diens nederlaag, hij behaalt 18.4 procent van de stemmen, betekent de doodsteek voor het CEPIC.
Op 28 oktober 1982 verdwijnt het CEPIC van het politiek toneel. Dezelfde dag nog wordt door de ex-CEPIC-bestuurders George Henrard, Breydel, Nerincx, Verdin en een aantal medestanders het rechtse partijtje Parti Libéral Chrétien opgericht. Hoewel ongeveer tachtig procent van de gewezen CEPIC-leden mee overstapt naar de PLC, is de formatie geen grote toekomst beschoren.
In november 1983 stapt de volledige leiding van PLC over naar de PRL van Jean Gol. Vanaf dan glijdt de PLC af naar de status van een extreem-rechtse groupuscule die nog slechts in enkele grootsteden een sluimerend bestaan leidt.