De oprichting van de cirkel
Op 3 april 1969 werd in Brussel de Cercle des Nations opgericht. Die exclusieve kring wou een ontmoetingsplaats zijn voor ambassadeurs, zakenlui, politici en andere hoogwaardigheidsbekleders die actief waren in de hoofdstad van Europa. In de praktijk werd het prachtige pand aan de Rooseveltlaan een clublokaal voor al wat in Brussel rijk en rechts was. De vereniging werd geleid door een aantal gewezen studenten van Leuven, afkomstig uit vermogende families.
Aan de katholieke Alma Mater hadden ze met lede ogen moeten aanzien hoe de kinderen van ‘meiden en knechten’ de collegezalen inpalmden, hoe geestelijken hun traditionele gewaden en riten overboord gooiden en hoe de Franstalige afdeling gedwongen werd Leuven te verlaten. In hun voordrachten zongen ze lof van gespierde politieke regimes, zoals dat van de Griekse kolonels.
Paul Vanden Boeynants trad toe tot het erecomité van de Cercle. “De Cercle des Nations? Ik ben daar, als ik mij niet vergis, een keer gaan dineren. O ja, en ik ben er ook eens naar een toespraak van Jacques Chirac gaan luisteren.” Vreemd. Serge de Ceuninck, een van de beheerders van de Cercle, heeft tijdens een fraude-proces waarin hij samen met enkele andere bestuurders van de club terecht stond, verklaard dat VDB er om de haverklap binnenviel.
Het World Trade Center
Anderhalve maand na de oprichting van de Cercle des Nations, werd de World Trade Center Club of Brussels boven de doopvont gehouden. VDB, inmiddels benoemd tot schepen van Openbare Werken van Brussel, werd er de voorzitter van. Dat clubje was dan weer bedoeld als steuncomité voor de megalomane plannen van de toenmalige immobiliënkoning Charlie de Pauw, CDP voor de vrienden.
Die wou in de verkommerde volksbuurt rond het Noordstation een gigantisch kantorencomplex van ijzer, beton en glas neerpoten. Dat World Trade Center moest van Brussel de echte hoofdstad van Europa maken en de welig tierende prostitutie uit het Noordkwartier verbannen. Al in 1969 werden de eerste buurtbewoners, onder wie wellicht talloze VDB-kiezers, uit hun woningen gedreven.
Maar het oorspronkelijke plan is nooit helemaal gerealiseerd en de hoeren zijn gebleven. Aanvankelijk verloopt alles zoals gepland. Maar dan stort de Brusselse immobiliënmarkt in elkaar. De Pauw moet dringend op zoek gaan naar geld om zijn project te kunnen afwerken. De PS’er Guy Mathot is van 1977 tot 1980 minister van Openbare Werken. Tijdens zijn ambt ontmoet hij de Brusselse immobiliënkoning.
In 1979 klopt De Pauw aan bij Mathot, die verantwoordelijk is voor de huisvesting van de administratie van Openbare Werken. De zaak wordt geregeld, Openbare Werken zal tot het jaar 2006 de hele derde WTC-toren huren voor een miljoen frank per dag. Geen enkel lid van de regering maakt bezwaar als Mathot zijn voorstel voorlegt aan de ministerraad.