Joseph-Désiré Mobutu regeerde 32 jaar lang met ijzeren vuist over Congo of Zaïre, zoals hij zijn land liever noemde. Zijn bewind werd gekenmerkt door corruptie en zelfverrijking, maar hij kon het immense land ook bijeenhouden en het een gevoel van eigenwaarde geven. Hoewel dat laatste uiteindelijk een lege doos bleek. Mobutu wordt in 1930 geboren in Lisala, in de noordelijke Evenaarsprovincie. Als kind gaat hij naar school bij de paters kapucijnen, en vanaf 1950 kiest hij voluit voor een militaire carrière. Hij is ook actief als journalist, onder de schuilnaam J. Debanzy.
Op het einde van de jaren 50 wordt hij Lumumbist nadat hij een vurige toespraak van Patrice Lumumba heeft bijgewoond. In diezelfde periode reist hij ook af naar België, waar hij als journalist de rondetafelconferentie over de onafhankelijkheid bijwoont. Op een bepaald moment stelt Lumumba hem zelfs aan als zijn secretaris.
In het pas onafhankelijke Congo maakt Mobutu spectaculair carrière. Als stafchef van het leger pleegt hij een staatsgreep op 27 augustus 1960. Lumumba wordt afgezet en uitgeleverd aan Katanga, waar hem een ongewisse toekomst wacht. Na de uitschakeling van Lumumba trekt Mobutu zich terug uit de politiek, maar achter de schermen blijft zijn invloed groot. Na de nederlaag van de Katangese gendarmes en het einde van het Katangese rijk van Moïse Tsjombe wordt hij zelfs de verpersoonlijking van de nationale eenheid.
In 1965 stelt Mobutu een tweede keer orde op zaken in het woelige Congo. Deze keer trekt hij zich niet meer terug, maar schaft hij het parlement en het meerpartijenstelsel af. Zij eigen Mouvement Populaire de la Révolution (MPR) is voortaan de enige toegelaten partij. De “maarschalk” of “gids” ontpopt zich tot een wrede dictator, die er niet voor terugschrikt zijn tegenstanders te elimineren of studentenoproer hardhandig te onderdrukken. De doden verdwijnen in massagraven.
Vanaf 1971 begint Mobutu met zijn “authenticiteitscampagne”. Op “la journée des trois Z” krijgen land, rivier en munteenheid de naam “Zaïre”. De naam is afgeleid van de naam van de rivier in een van de lokale talen. De zaïrisering heeft vooral tot doel het gevoel van Afrikaanse eigenwaarde op te krikken. De bedrijven worden genationaliseerd en komen onder Afrikaans bestuur. Mobutu verandert zijn eigen naam in “Sese Seko Nkuku Ngbendu wa Za Banga” (“de eeuwige krijger die door volharding zal zegevieren en van verovering naar verovering zal gaan”) en verbiedt alle Europese namen. Vanaf 1972 wordt het dragen van de “typisch Afrikaanse” abacost gepromoot: de naam is een Franse afkorting van “à bas le costume”.
De corruptie viert intussen hoogtij. Mobutu bouwt een poepchic paleis in zijn Evenaarsprovincie, heeft verschillende luxevilla’s in Europa en bekostigt zijn extravagante levensstijl door de staatsinkomsten af te romen. De gewone Congolees ziet het aan met lede ogen en verarmt. Mobutu kan tijdens zijn schrikbewind profiteren van de Koude Oorlog. Zijn land bezit enorme grondstoffenvoorraden, onder meer ook uranium. Hij verzekert zich van de steun van vooral de Verenigde Staten, Frankrijk en België. Het westen is opgezet met een stabiele bondgenoot in Centraal-Afrika en kijkt discreet de andere kant op voor de uitwassen van de dictatuur van de man die zich ook graag “maarschalk”, “gids” of zelfs “luipaard” laat noemen.
Het tij keert en het einde wenkt
Na de val van de Berlijnse Muur verandert het politieke klimaat. Het communistische Oostblok valt uiteen en het westen heeft niet langer regimes nodig zoals dat van Mobutu. Afrika wordt overspoeld door een soort democratiseringsgolf, en daar ontsnapt Congo niet aan.
Mobutu denkt nog even dat hij de oppositie aan het lijntje kan houden door de eenpartijstaat af te schaffen en een nationale conferentie samen te roepen. Een schijnvertoning, zo blijkt, want in de praktijk blijft de dictator de touwtjes in handen houden, ook al omdat de oppositie hopeloos verdeeld is. Toch verliest de president steeds meer bondgenoten.
In 1994 moet hij zich laten behandelen voor prostaatkanker. Na zijn terugkeer uit het Zwitserse ziekenhuis is de oude gids duidelijk erg verzwakt. Inmiddels is er in het oosten van Congo een rebellie uitgebroken onder leiding van Laurent-Désiré Kabila, met steun van buurland Rwanda.
Het Mobutu-regime blijkt danig verzwakt en stort ineen als een kaartenhuisje, de rebellen trekken de hoofdstad Kinshasa binnen en de “président-fondateur” vlucht naar Marokko. Hij laat een land in puin achter waar corruptie een levensstijl is geworden en sterft enkele maanden later aan de gevolgen van kanker in de Marokkaanse hoofdstad Rabat.
Bron » De Redactie | Rik Arnoudt | Oktober 2010