Getuige X2
Naast Regina Louf en Nathalie W waren er nog vijf anderen. Hoewel slechts een handvol speurders, magistraten en journalisten weten wie ze zijn, geldt de noemer ‘de X’en’ in de ogen van een groot deel van de publieke opinie als een synoniem voor rariteitenkabinet. Alle zeven meenden ze dat de zaak-Dutroux de tijd rijp had gemaakt om met tot dan toe diep gewantrouwde politiemannen over hun verleden te praten. “We hadden eigenlijk maar een ding met elkaar gemeen”, zegt getuige X4. “We wilden anoniem blijven, in het belang van onszelf en onze naasten die vaak nog geen fractie afwisten van ons verleden.”
Elk groot strafonderzoek bestaat grotendeels uit getuigenissen. In elk onderzoek waar het vermoeden bestaat dat het mikpunt een gevaarlijke bende is waarvan nog enkele leden vrij rondlopen, duiken er anonieme getuigen op. Komt het tot arrestaties, dan krijgen de verdachten immers toegang tot het gerechtelijke dossier en kan de getuige gevaar lopen. Elk groot strafrechtelijk onderzoek heeft z’n As, z’n B’s of z’n X’en. Om een nog op te helderen reden is op zeker ogenblik echter beslist dat het in de zaak-Dutroux anders moest, dat er in deze zaak geen plaats was voor getuigen.
Dat wist X2 niet toen ze op een goede dag tijdens een vergadering met aan het parket van Neufchâteau verbonden politiemensen hoorde praten over X1. “Ze kromp in elkaar”, herinnert een van de aanwezigen zich. X2 werkt voor een politiedienst en was betrokken bij een deel van een onderzoek-Dutroux. De Waals-Brabantse vrouw stond bekend als erg bekwaam, gemotiveerd en opgewekt. “Het is de stomste beslissing van mijn leven geweest”, zegt ze later. Ze sprak met eerste wachtmeester Michel Clippe, die ze goed kende. Hij overhaalde haar. Procureur Bourlet was een van de weinigen die wist wie X2 was, en hoe ze in die rol was verzeild geraakt.
Haar eerste inbreng in het onderzoek vindt plaats op 6 november 1996. Ze rijdt die dag met twee speurders naar Knokke en wijst er enkele villa’s en hotels aan waar ze in het begin van de jaren tachtig aanwezig zegt te zijn geweest tijdens seksfuiven. X2 kwam daar niet als het willoze kind dat haar lotgenote X1 blijkbaar was, eerder als toeschouwster, meegebracht door een volwassene. Het kan niet helemaal dezelfde wereld zijn geweest. Slechts één van de door X2 aangewezen plekken, een villa, komt tevens voor in de getuigenis van X1. Het milieu waarin ze de daders situeert, doet daar anders wel sterk aan denken.
Haar ‘minnaar’, een veel oudere man, had haar overtuigd – soms met argumenten, soms met brute fysieke kracht – dat dit ‘zo hoorde’. Ze keek toe hoe enkele topbankiers en magistraten in Knokke de stress van zich af neukten. Een van hen was O., een van de machtigste mensen van België, die ook in het relaas van X1 een prominente rol speelde. Te oordelen aan hoe X2 het zich herinnert, speelde het zich niet alleen af in de geheime geborchten van goed bewaakte villa’s. Er was zo’n feest, weet ze nog, waar zowat iedereen binnenkon die ervan afwist en tweeduizend frank wou neertellen. De enige voorwaarde was dat je iemand meebracht.
In de loop van de elf verhoren ontrolt zich de film van hoe België in de jaren tachtig blijkbaar is bestuurd. Ons kent ons. Tal van de door haar genoemde namen keren terug in andere getuigenissen. Van advocaat W, waar Jean-Paul Raemaekers over sprak, tot een van de hoofdonderzoekers in het oude dossierVan Hees en de in opspraak gekomen Brusselse substituut Claude Leroy. Ook Michel Nihoul heeft ze een paar keer gezien – al aanzag ze hem nog als een van de meest minzame van al die mensen. Voorts waren er die GP’er die in het Neufcháteau-onderzoek actief was, enkele toppolitici en een Bekende Vlaming.
X2 vindt van zichzelf dat ze ‘maar weinig gezien’ heeft. Slechts enkele keren was ze ooggetuige van gebeurtenissen waarover ze zich achteraf grote vragen stelde. Het meisje van vijftien of zestien dat tijdens een orgie in een kasteel ‘naar de SM-kamer’ werd meegetroond en nooit meer werd teruggezien. Eva. X2 had haar al meermaals ontmoet in het circuit. Eva sprak met haar vaak over vreselijke dingen die gebeurden op het domein van een adellijke dame in het Brusselse. Jonge kinderen waren er tijdens dit soort gelegenheden bijna altijd, zegt ze. Niemand wist waar ze vandaan kwamen, en niemand stelde zich daar ook vragen bij.
De band tussen X2 en haar ondervragers is niet zo emotioneel als tussen adjudant De Baets en X1. Met hoofdondervrager Christian Pirard kan ze goed opschieten, met zijn collega Luc Delmartino iets minder. “Ik weet het niet, die vent leek mij behoorlijk geobsedeerd”, zegt ze later. “Ik vertelde iets over de penis van een dader en was al over iets anders bezig toen hij weer tussenkwam: hoe lang was die penis precies? Ik toonde het met mijn vingers. Hij vroeg of ik zeker was, haalde er een meetlat bij. Voor hem leek het wel een spelletje.”
Naar analogie met de andere X-getuigen wordt eind maart een psycholoog aangetrokken die bijstand zal verlenen tijdens de verhoren. Het draait erop uit dat zij de psy moet zitten opbeuren. De man is depressief geworden van wat hij heeft gehoord. X2 heeft niet alles zelf gezien, vertelt zaken die ze tijdens de feesten gehoord heeft van andere meisjes. Ze heeft, zegt ze, ‘maar’ vier jaar in dat milieu gezeten, van 1984 tot 1988. Tijdens een bijeenkomst van deze lui in een kasteel in de Ardennen hoorde ze in het park vreemde kreten van kinderen. “Het was verschrikkelijk, het was onbeschrijfelijk”, zegt ze. Uit de toespelingen die ze hoorde maken, deduceerde ze dat het hier ging om een jacht op kinderen.
Zonder enige zekerheid te hebben dat ‘Eva’ de echte naam kan geweest zijn, gaan de speurders van de antenne-Neufchâteau in het rijksarchief op zoek naar in de jaren tachtig overleden kinderen die die voornaam droegen. Lange lijsten van Eva’s laten veel mogelijkheden open, maar leveren nooit iets op. Halfweg de maand mei zet X2 elke medewerking aan het onderzoek stop. Ze wil niet meer worden verhoord. De directe aanleiding is dat de oversten van Michel Clippe hebben ontdekt dat hij en X2 hun onderlinge contacten niet hebben onderbroken.
“Achteraf is dan in de pers geschreven dat ik zijn minnares was, dat hij mijn ondervragingen leidde”, zegt X2. “Dikke bullshit. Hij heeft me nooit verhoord, hij heeft zelfs nooit iets te maken gehad met de verificaties van mijn verklaringen. Hij was een vriend die ik al lang kende. Ik had zijn morele steun nodig. Toen ik zag hoeveel moeilijkheden hij kreeg, en hoe mijn eigen dossier evolueerde, heb ik besloten om ermee te stoppen. In elk geval zag je toen al heel duidelijk dat die mensen rond De Baets collectief met hun koppen tegen de muur aan het lopen waren. Ze hadden geen schijn van kans.”
Clippe wordt uit de antenne-Neufchâteau verwijderd. X2 tracht te doen alsof ze nooit X2 geweest is. Het is vooral op grond van haar getuigenis dat Bourlet begin 1997 heeft verklaard dat het onderzoek in de zaak-Dutroux ‘een werk van jaren’ kan worden. Niemand heeft de speurders een scherper inzicht bezorgd in het onmogelijke van de missie waarmee ze zichzelf hebben belast dan zij. Ze kent het politie- en justitiewereldje door en door, getuigt over hoe het onderzoek naar de Bende van Nijvel vakkundig werd verknald, hoe men de gerechtelijke realiteit steeds verder weg deed evolueren van de echte. “En dat gebeurde hier opnieuw”, blikt X2 terug. “De enige vraag die mij vandaag in dat verband nog bezighoudt, is hoe ik toen zo naïef kon zijn. Je m’en fous. Het was zo voorspelbaar.”
Bron: De X-dossiers: wat België niet mocht weten over de zaak Dutroux | Annemie Bulté, Douglas De Coninck en Marie-Jeanne Van Heeswyck