Zaak Boas

Eén va de grotere schandalen

Roger Boas

Zakenman Roger Boas sleept met zijn bedrijf Asco in de jaren zeventig heel wat grote legerbestellingen binnen. Meer dan één is daarover erg verbaasd, meer dan één wijst erop dat het succes van Asco wordt geboekt in de periode dat Paul Vanden Boeynants minister van Landsverdediging is. Journalisten en politici wijzen op nauwe banden tussen Boas en Vanden Boeynants en uiten twijfels over de objectieve aard van de toewijzing van deze contracten. De betrokkenen zelf ontkennen elke beïnvloeding. Net voor het contract over ene kleine twaalfhonderd pantserwagens, een contract van ruim twintig miljard frank, definitief ondertekend zou worden, beslist Vanden Boeynants toch maar ontslag te nemen als minister van Landsverdediging.

Roger Boas

Roger Boas

Een zware aanklacht komt van Joseph Beherman die verklaart dat hij slechts in aanmerking kwam voor een contract op voorwaarde dat Asco mocht toeleveren. En de zwaarste klacht is heel zeker van de ondernemer Louis Sik. Die verkondigt dat Vanden Boeynants zozeer achter Boas staat omdat die laatste hem maar liefst achthonderdvijftig miljoen frank zou hebben gegeven. Maar hoe betrouwbaar is Sik?

Ondanks de twijfels hangt eind van de jaren tachtig toch de opheffing van de parlementaire onschendbaarheid van Vanden Boeynants in de lucht. Net dan ontvoert de bende van Patrick Haemers de oud-premier, ook wel een heel toevallige en voor hem gelukkige samenloop van omstandigheden, merken sommige op. Als Vanden Boeynants een maand later opduikt valt niemand hem nog lastig over de beschuldigingen van Sik.

Voor Boas zijn de problemen echter nog niet voorbij. Eind 1991 moet hij voor de rechtbank verschijnen. Wat hem ten laste wordt gelegd is niet mis: schriftvervalsing en oplichting in verband met een contract voor de levering van elfhonderd negenentachtig pantserwagens evenals fiscale fraude. Het Openbaar Ministerie spreekt van een poging tot oplichting van de Belgische staat en verwijt ook Vanden Boeynants en zijn opvolgers op Landsverdediging José Demarets, Charles Poswick en Freddy Vreven dat ze te hoge facturen van Asco hebben betaald.

Maar, anders dan in de zaak Agusta of de zaak Dassault, blijven de politieke verantwoordelijken, juridisch buiten schot. Boas zelf wordt op 23 januari 1992 schuldig bevonden aan valsheid in geschrifte en het gebruik daarvan om de fiscus te bedriegen. Hij wordt veroordeeld tot vijftien maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en vijfhonderdduizend frank boete. Aan de fiscus moet hij zelfs honderdtachtig miljoen frank en hij mag niet meer langer zijn bedrijf leiden.

De brief van Louis Sik

Op 8 juli 1988, twee maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen, arriveerde er een brief op het kabinet van Charles-Ferdinand Nothomb, de toenmalige voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Het waren vijf zorgvuldig getikte vellen en de afzender was procureur-generaal Victor van Honsté. De hoogste magistraat van Brusel bracht de Kamervoorzitter ervan op de hoogte dat ene Louis Sik, een gewezen kaderlid van een van de bedrijven van wapentrafikant Roger Boas, minister van Staat Paul Vanden Boeynants beschuldigde van corruptie.

VDB zou als minister van Landsverdediging 850 miljoen smeergeld hebben gekregen van Boas, in ruil voor twee grote bestellingen van het Belgisch leger. Voor nog wat kleinere opdrachten zou de wapenfabrikant de minster een paar keer twintig miljoen cash hebben toegestopt. Omdat het ging over malversaties die VDB tijdens zijn ministerschap zou hebben gepleegd, was het de taak van het parlement om een onderzoek in te stellen en eventueel VDB’s onschendbaarheid op te heffen.

VDB ging gewoon door met zijn verkiezingscampagne, in de hoop dat de affaire niet zou uitlekken in de pers. Ydele hoop natuurlijk, op 21 september 1988, amper enkele weken voor de stembusslag, pakte het weekblad Knack uit met de inhoud van de brief van Van Honsté, en met nieuwe details over de vermeende corruptiezaak. VDB was nu wel verplicht om te reageren. Eerst liet zijn vriend Roger Boas de pers bij zich komen.

Hij zei: ‘Die Louis Sik is een perfide leugenaar, ik heb hem zelf ontslagen omdat hij had geknoeid met onze financiën, en hij is zenuwziek.’ Een week later floot VDB hetzelfde deuntje op zijn eigen persconferentie. Hij voegde er nog aan toe dat het smeergeld dat hij volgens Sik zou hebben gekregen in geen enkele verhouding stond tot de opdrachten die hij en zijn opvolgers op Landsverdediging aan Boas hadden toevertrouwd.

VDB vroeg zich ook af waarom het gerecht dit zogezegde corruptieschandaal uitgerekend in de weken voor de verkiezingen te voorschijn had getoverd. Hij gaf zelf het antwoord: “Het is een politiek complot tegen VDB”. Nog in het najaar van 1988 werd het dossier doorgeschoven naar een speciale Kamercommissie voorgezeten door VDB’s partijgenoot Nothomb. Maar op het moment dat de discussies binnen die commissie moesten beginnen, in januari 1989, was VDB ineens ontvoerd.

VU-parlementariër Hugo Coveliers, lid van de commissie: “De hoofdfiguur uit het dossier dat we moesten behandelen was weg, maar zijn afwezigheid was zo voelbaar, dat ze de stemming in de commissie – en ook het eindrapport – in een bijna dwingende mate heeft beïnvloed. De meeste commissieleden hadden zoiets van ‘Och god, de arme stakker is misschien al dood, het zou van weinig fijngevoeligheid getuigen als wij nu nog eens extra op zijn graf gaan dansen.’ Ik mag dus zeker niet zeggen dat wij die affaire grondig hebben uitgespit. Wat dat betreft kwam de ontvoering voor VDB op het juiste moment…”


Lees meer op het forum » ASCO