Feiten

De moord op Alfred Vlassenroot

Het laatst etentje met Clémentine

‘ATELIERS VLASSENROOT’. Moord of niet, de reusachtige letters in blauw neonlicht zijn altijd blijven branden. ‘ATELIERS VLASSENROOT’, zo lees je vandaag nog vanaf de autosnelweg ter hoogte van Groot-Bijgaarden. De ateliers Vlassenroot bestaan sedert 1926 en hebben in de staalverwerkende industrie een wereldwijde reputatie verworven van kwaliteit en precisie. Nieuwe werkplaatsen kwamen er in 1966 en waren het levenswerk van Freddy Vlassenroot. Het bedrijf gonsde dag en nacht van de bedrijvigheid. Vlassenroot kwam er elke dag, ook ’s avonds, wanneer de late shift begon. De brutale dood van Freddy Vlassenroot betekende niet het einde van de ateliers Vlassenroot. Het bedrijf heet nu ‘Staalservice Center’ met ‘No Limits in Steel’ als veel- of weinigzeggend logo.

De naam Vlassenroot staat van maandag 20 februari tot vrijdag 3 maart 1989 op de Franstalige affiche van het Hof van Assisen van Brabant. Tot eind 1994 is Brabant nog een grote provincie, nadien gesplitst in Vlaams- en Waals-Brabant. Justitie maakt op dat moment een crisis door, zeker daar in dat nog ‘ene’ Brabant. Tekort aan tweetalige mensen en middelen heet het om een scheve rechtsgang te verklaren.

Niemand durfde toen hardop te zeggen dat de onbekwaamheid van politiek benoemd personeel justitie ongeneeslijk ziek dreigde te maken. En wellicht daarom is de zaak-Vlassenroot altijd een troebele affaire gebleven. De vele onbeantwoorde vragen waren er al tijdens het vooronderzoek. Zo veel vragen dat het ruim drie jaar duurde vooraleer vier beschuldigden voor hun rechters konden verschijnen. Ieder van hen heeft een rol gespeeld in de bloedige feiten van woensdagavond 15 januari 1986.

Scheiden doet meer dan leiden

Op die woensdagavond is Freddy Vlassenroot (65) rond kwart over negen met zijn Mercedes gearriveerd bij zijn fabriek in Groot-Bijgaarden, zoals altijd. Hij kijkt op zijn kantoor of er dringende oproepen of faxen zijn en vertrekt even later. Vlassenroot is een bijzonder stipt man, met vaste gewoonten en een vast tijdgebruik. Hij heeft die avond, zoals iedere woensdagavond, een etentje gehad in een sjiek restaurant te Knokke.

Een peperduur etentje zonder woorden en zonder romantiek. De vaste klanten van het restaurant kennen dit ritueel. Vlassenroot verschijnt hier iedere woensdagavond, samen met de verzuurde Clémentine Lecrerc (71), zijn wettige echtgenote. Ooit was ze zijn dactylo bij de firma Vlassenroot en de jonge Freddy Vlassenroot was gevallen voor de charmes van deze rijpere vrouw. Dit is lang geleden.

Het koppel leeft nu al jaren feitelijk gescheiden en is nooit geraakt over een boedelverdeling. Clémentine verblijft met hun dochter Louise-An in een luxueuze villa in Sint-Pieters-Woluwe. Freddy heeft al zeventien jaar een relatie met de jonge Jacqueline en woont met haar in een riante villa in Sint-Genesius-Rode. Doordat Clémentine en de echtscheiding weigert en voor vijftig procent aandelen bezit in ‘Ateliers Vlassenroot’, eist ze dat hij eenmaal per week met haar in Knokke aan een rijk gedekte restauranttafel zit, zoals vroeger. Alleen om over zaken te praten en om documenten te tekenen. Vlassenroot is vijfenzestig jaar geworden en wil het kalmer aan doen.

Dit betekent concreet dat hij vaker kan optrekken met Jacqueline en de twee kinderen die hij bij haar heeft. Clémentine zit met de dwanggedachte dat Vlassenroot een financiële constructie in Zwitserland heeft opgezet om Jacqueline en de kinderen te bevoordelen, ten nadele van Clémentine en hun dochter. Ze vermoedt dat hij gebruik wil maken van een opgefriste wet die de ontbinding van het huwelijk mogelijk maakt op basis van vijf jaar feitelijke scheiding. Op het laatst gelooft ze zelfs dat Vlassenroot zijn bedrijf bankroet wil laten gaan omdat hij op die manier ook bedrijfseconomisch van haar verlost zou zijn.

De man die altijd op tijd is

De bijeenkomst tussen beide echtgenoten verloopt ook die woensdag volgens een vast ritueel en rond halftien ’s avonds is Freddy dus nog even ‘op de zaak’. Hij weet niet dat hij al enkele weken in opdracht van zijn wettelijke vrouw wordt geschaduwd door louche figuren, die al gauw weten dat hij altijd op hetzelfde uur op altijd dezelfde plaats voorbijrijdt. Om toe te slaan, kiezen ze een smalle eenrichtingsstraat uit aan het bos van Verrewinkel.

Deze biotoop ligt in Ukkel, op de grens met Sint-Genesius-Rode, een van de mooiste en vooral stilste plekjes van Brussel, anno 1986 dan toch. De Perckstraat kronkelt door het landschap. Enkele honderden meters zijn onbebouwd en pikdonker. Voor Freddy Vlassenroot is dit de kortste weg van zijn fabriek naar de villa waar hij met Jacqueline woont. Ze zijn met drie en ze zijn die avond op moordpad. Eén man zit in een auto, vooraan in de Perckstraat. Met een walkietalkie – de gsm bestond nog niet – verwittigt hij de twee mannen die zich in het donkerste gedeelte van de straat verschuilen.

Eén van hen zet zich met zijn auto dwars over de weg en Vlassenroot kan niet anders dan stoppen met zijn Mercedes, waarna de andere man kordaat op het voertuig af stapt en met een riotgun viermaal door het venster aan de kant van de bestuurder schiet. Vlassenroot wordt in borst en hoofd getroffen en bloed dood terwijl hij languit op de passagierszetel wegzakt. Niemand heeft de feiten zien gebeuren, maar men kan zich moeiteloos voorstellen hoe het er aan toe is gegaan op deze koude winteravond. Domenique Severin is de eerste die opmerkt dat er iets is gebeurd. Uit haar proces-verbaal:

“Die avond, om vijf over tien, reed ik door de Perckstraat, in de richting van de Steenweg op Waterloo, waar ik mijn vriend Philippe ging halen. Op dat ogenblik zag ik een Mercedes staan. Ik zag dat er iets aan de hand was, want het venster aan de bestuurszijde was verbrijzeld. De motor draaide want ik zag in de koude dat er veel rook uit kwam. De lichten brandden. Ik heb niet gezien wat er is gebeurd, maar onderweg heb ik een witte auto gekruist die zeer snel achteruitreed.”

In de betere Brusselse kringen weet men dat Clémentine de ondergang van Freddy heeft gezworen. Een Freddy die even trots is op zijn jonge Jacqueline als op zijn ateliers, zijn villa’s, zijn twee Rolls Royces en twee Mercedessen. Vanaf de eerste dag na de moord weegt dan ook een zware verdenking op Clémentine. Iedereen herinnert zich hoe ze haar echtgenoot ooit in de gevangenis heeft doen belanden.

Ze had de rijkswacht een sterk verhaal verteld over hoe hij haar had willen vermoorden. Ze beweerde dat hij met een pistool voor haar had gestaan met de eis bepaalde documenten over de uitbreiding van de fabriek te ondertekenen, maar ze was kunnen ontkomen. Niets of niemand kon haar verhaal ondersteunen en Vlassenroot kwam ’s anderendaags weer vrij. Nu verbergt Clémentine niet eens da de dood van Vlassenroot, zo noemt ze hem, haar pleziert. Het personeel van de firma en haar dochter zien hoe de ochtend na de feiten een privé-detective naar het bedrijf komt.

Hij wordt door haar ontvangen in een soort woonkamer die ze er heeft laten installeren. Van hieruit kan ze constant het bedrijf en haar man controleren. Ze heeft er een piano gezet en ze zit hier meestal boeken te lezen. “Om te verhinderen dat Jacqueline hier haar intrede zou doen.” Vrij vlug ziet men de man weer wegrijden, alsof hij iets is komen halen. De man doet geen enkele moeite om niet gezien te worden. De speurders kunnen makkelijk achterhalen dat hij Herman Van Herzele heet een twee beroepen combineert. Hij is brandweerman bij de stad Brussel en privé-detective. Hij is ook ooit nog een tijdje beroepsrenner geweest.