De ontvoering van Aldo Moro
16 Maart 1978
Op 16 maart 1978 ontvoeren de Rode Brigades de christen-democratische voorman en ex-premier Aldo Moro. Tijdens de ontvoering vermoorden ze zijn chauffeur en vier van zijn lijfwachten. Aldo Moro leidde in 1964 een centrum-linkse regering die zwaar in moeilijkheden kwam door geruchten over een mogelijke staatsgreep. Later bleek dat het toch meer dan geruchten waren.
Giovanni De Lorenzo, van 1956 tot 1962 baas van de geheime dienst Sifar, later commandant van de carabinieri, sloot een geheim akkoord met de CIA ‘om met alle mogelijke middelen de invloed van de communisten terug te dringen’. Toen de regerende socialisten een plan voor stedelijke hervorming wilden uitvoeren, werd dat uitgelegd als een aanslag op het privé-bezit en werd het plan Solo in werking gesteld.
Het dreigement van een staatsgreep volstond blijkbaar en de socialisten trokken hun plan in. Eind 1970 waren agenten van de geheime diensten betrokken bij een poging tot staatsgreep van de zwarte prins Borghese en bij de oprichting van een parallelle, ondergrondse geheime dienst, de ‘Rosa dei venti’. De geheime dienst SID hield zich toen bezig met het saboteren van politie onderzoeken naar aanslagen, onder meer door valse sporen te creëren.
De ontvoering van Aldo Moro was zestien jaar later nog verre van opgehelderd. Pas toen bekende een overloper van de maffia dat er onder de ontvoerders een maffiabaas was die, voor rekening van een generaal van de geheime diensten, in de Rode Brigades, de ontvoerders dus, infiltreerde. Het maakte de ontvoering van Moro nog mysterieuzer.
9 Mei 1978
Moro was op het ogenblik van zijn ontvoering volop bezig met een verdere toenadering tot de PCI, de Italiaanse communisten. In brieven tijdens zijn ontvoering smeekte hij zijn partij met de ontvoerders te onderhandelen. De regering hield het been stijf. Na 55 dagen werd Aldo Moro vermoord, zijn lijk werd gedropt tussen de Via delle Botteghe Oscure en de Piazza Gesu in Rome. In de eerste is de zetel van de PCI, de Italiaanse socialisten en in de tweede die van de DC, de christen-democraten.
Theorieën omtrent de moord
Ten aanzien van de moord op Moro bestaan verschillende samenzweringstheorieën, onder meer van de vermoorde journalist Mino Pecorelli. Een van die theorieën brengt de moord in verband met de plannen van de zogenaamde Committee of 300 en de betrokkenheid van een van de leden, Henry Kissinger. De weduwe van Moro, Eleanora Moro legde in 1982 een verklaring af in de rechtbank.
Ze verklaarde dat tijdens een bezoek van Moro aan de Verenigde Staten Henry Kissinger, de toenmalige adviseur van Nixon, Moro in het hotel opzocht en hem bedreigde: “Je stopt met deze politiek of je zult er flink voor boeten”. Gedoeld werd op het streven van Moro om communisten in de regering op te nemen. Ook zou zijn politiek indruisen tegen het streven van de Club van Rome Italië te deïndustrialiseren en de bevolkingsgroei in te dammen. Volgens deze theorie staat de Club van Rome ten dienste van de Committee of 300. Sinds 3 augustus 1990 is betrokkenheid van regering via de geheime Gladio niet uit te sluiten.