Affaires

De Staatsveiligheid in opspraak

Zat de Staatsveiligheid achter de moord op FN-ingenieur Juan Mendez? Huurde de Staatsveiligheid in de jaren ’80 geheime garageboxen om “hete” wapens te verbergen? De Staatsveiligheid betrokken bij extreem-rechts gespuis? De Staatsveiligheid achter de brandstichting van een blad dat onthullingen zou doen over seksfuiven in Brussel? Nooit kenden we de waarheid.

De Staatsveiligheid is in het verleden vaker in opspraak gekomen. Zo onder meer in het kader van de twee parlementaire onderzoekscommissies naar de Bende van Nijvel. Na de eerste commissie moest administrateur-generaal Albert Raes van de Staatsveiligheid ontslag nemen nadat heel wat vuile was over zijn dienst in het parlement was naar buiten gekomen. Maar telkens de Bendecommissie dichter bij de waarheid dacht te komen, werd ze afgeblokt.

Commissielid Hugo Coveliers schreef het in zijn boek over de Bendecommissie ooit als volgt: “Telkens de nevel even optrok, werd er plotseling weer mist over de commissie geblazen. Soms hoopte ik dat een ventilator de mist zou doen optrekken. Maar bestaat zo’n ventilator in België wel en kan men hem wel aan de gang krijgen?” Blijkbaar niet, dus. Er waren nogal wat affaires in de welke de Staatsveiligheid, of althans agenten ervan, werden genoemd.

Neem de Roze Balletten, seksfuiven in de vroege jaren tachtig met hoogwaardigheidsbekleders – zelfs koning Albert II ging over de tongen – waaraan minderjarigen zouden hebben deelgenomen. De Balletten worden door de Bendespeurders beschouwd als een cowboy-verhaal, puur fantasie. En als de Balletten al zouden hebben bestaan, dan was er geen verband te leggen met de Bende van Nijvel.

Staatsveiligheid als link?

Het zou best kunnen dat er geen direct verband is. Maar wat als er een indirect verband zou zijn? En wat als de Staatsveiligheid daarbij de schakel zou zijn? Enkele feiten kort op een rij:

  • De centrale figuur in het dossier van de Roze Balletten is Josianne Jeuniau, de minnares van een agent van de Staatsveiligheid.
  • Het linkse weekblad Pour wil onthullingen doen over de Balletten. Er wordt brand gesticht in de lokalen van het blad, exact daar waar het dossier zich bevindt. Een agent van de Staatsveiligheid is in de buurt.
  • Ook Paul Latinus is in het bezit van een kopie van het gerechtelijke dossier van de Balletten. Latinus heeft een hele stapel dossiers, maar dat van de Balletten beschouwt hij als zijn levensverzekering. Hij wordt op 24 april 1984 thuis dood aangetroffen. Officieel gaat het om zelfmoord, maar daar twijfelen velen aan. Goed om weten, Paul Latinus trad jarenlang op als informant van de Staatsveiligheid. Hij was ook het hoofd van de rechtse privé-militie Westland New Post (WNP) die lessen kreeg van een agent van de Staatsveiligheid. Sommige bronnen beweren dat de WNP bewakingsopdrachten uitvoerde tijdens de Roze Balletten.
  • De Balletten, de brand bij Pour, de dood van Latinus, WNP. De dossiers werden in de beide Bendecommissies tegen het licht gehouden. Maar een verband werd nooit gevonden met de Bende van Nijvel. Ook de moord op Juan Mendez werd door de Bendecommissies uitgebreid behandeld. De moord is nooit officieel toegeschreven aan de Bende van Nijvel. Maar wat als er toch een indirect verband zou zijn. En alweer ging de Staatsveiligheid over de tongen.

De moord op Juan Mendez

15 mei 1985. In ons land heerst een controverse over het bezoek van paus Johannes Paulus de dag nadien aan ons land. Sommige vinden hem dan al heiligen, anderen vinden hem maar een schurk. Politie-agenten van Overijse ontdekken dat er is ingebroken in de villa van Juan Mendez. Er zijn tientallen wapens gestolen. Mendez, een handelsingenieur van opleiding, is een wapenfreak. Hij werkt bij de Belgische wapenfabrikant FN Herstal als vertegenwoordiger voor Latijns-Amerika en Portugal. De internationale wapenhandel hangt aan elkaar van het gesjoemel met valse uitvoercertificaten om daarmee wapenembargo’s te omzeilen. Bij FN wordt door het personeel wapens gestolen dat het een lieve lust is. En Mendez is van geen van die zaakjes vies.

Het onderzoek naar de inbraak is niet veel soeps. Er wordt bijvoorbeeld niet onderzocht wat Madani Bouhouche de dag van de inbraak heeft gedaan. Bouhouche is een intieme vriend van Mendez. Hij was een van de weinige die wisten dat Mendez een gepantserde deur had besteld om zijn wapencollectie te beveiligen. Die deur zou overigens de dag na de inbraak worden geplaatst. Bouhouche is in die periode aan lager wal geraakt. In het begin van de jaren tachtig werkte hij nog bij de Rijkswacht. Daar leerde hij zijn later kompaan Robert Beijer kennen. Het duo wordt later verdacht van een wapendiefstal bij de elitegroep Dyane van de Rijkswacht en van een aanslag op majoor Vernaillen.

FN-vertegenwoordiger Juan Mendez.

FN-vertegenwoordiger Juan Mendez.

Wanneer Bouhouche en Beijer opstappen bij de Rijkswacht starten ze een detectivebureau. Na dit avontuur opent Bouhouche een wapenwinkel. Hij helpt Mendez bij het registeren van gestolen wapens. Een eveneens interessante figuur in het verhaal is Jean Bultot, adjunct-gevangenisdirecteur, een goede kennis van Mendez en lid van dezelfde schietclub als Bouhouche en Beijer. Zes maanden na de inbraak, in november 1985, is Mendez op zakenreis in Panama. Hij verneemt dat de Bende van Nijvel in Aalst heeft toegeslagen. In een lokale krant ziet hij een foto van de soort wapens die is gebruikt bij de overval in Aalst. Zijn adem stokt.

Hij neemt een kalmeermiddel en belt naar België om te weten te komen of er in Aalst toevallig wapens zijn gebruikt die mogelijk afkomstig zijn uit zijn verzameling. Hij belt naar de Practical Pistol Shooting Club waar hij lid van is. Jean-Paul Dumont, advocaat van Bouhouche, liet zich daarover ooit het volgende ontvallen: “Toen heeft Mendez zijn doodvonnis getekend. Wie weet wie toen de telefoon heeft afgehaakt, weet wie zijn moordenaar was. En dat was niet Bouhouche.” Op 7 januari 1986 wordt Mendez vermoord aangetroffen achter het stuur van zijn auto.

Onderzoek naar wapens? Liever niet

Pas na de moord op Mendez zal het gerecht zich echt gaan interesseren voor de inbraak, acht maanden eerder bij de handelaar van FN Herstal. Het onderzoek wordt gevoerd door de BOB van Waver. Die roept al daags nadien op 8 januari de versterking in van adjudant Pierre-Yves Fievet, alom gekend als de grote specialist in wapentrafieken. Fievet ontdekt dat Mendez met louche zaken bezig is en dat hij is vermoord op de plaats waar hij meestal zijn klanten ontmoet. Bovendien heeft Fievet vernomen dat Mendez betrokken was bij een wapentrafiek naar Nicaragua. In Nicaragua heerst in die periode een gewelddadige strijd tussen de Sandinisten, die aan de macht zijn, en de contra’s. Later zal in het kader van de zogenaamde Iran-contra-affaire blijken dat de contra’s in het geheim werden gefinancierd door de VS.

De VS zijn bank dat het land onder communistische invloed zal vallen. De contra’s financierden hun wapenbehoeften ook met cocaïne afkomstig uit Colombia. De leveringen van wapens en drugs gebeurden vaak in Costa Rica, een land zonder leger, maar waar Mendez in de weken voor zijn dood eveneens verbleef. Het onderzoek naar de moord op Mendez had mogelijk aan het licht gebracht dat FN Herstal betrokken was bij de vuile handel van de contra’s. Maar niet dus. Al twee weken na de start van zijn onderzoek wordt Fievet ontboden bij de onderzoeksrechter Schlicker en de procureur des konings Jean Deprêtre van Nijvel. Hij krijgt van hen te horen dat hij zich beter niet langer meer met het onderzoek inlaat.

De moord op Mendez zal uiteindelijk nooit opgehelderd worden. Te noteren: het was ook Deprêtre die het onderzoek naar de Balletten zou torpederen. En hij was het ook die de twee BOB”ers van de Rijkswacht van Waver, Balfroid en Bihay, uit het onderzoek zal wippen naar de overval van de Bende van Nijvel op de wapenhandel Dekaize in Waver. De speurders zijn op het spoor gekomen van een wapen-voor-drugtrafiek tussen ons land en Libanon. Van hieruit worden wapenleveringen georganiseerd naar de falangisten in Libanon. Daar heerst sinds 1975 een burgeroorlog. De falangisten betalen met drugs uit de Bekavallei, een plaats waar hevig gevochten worden.

De BOB’ers wordt uit het onderzoek geweerd. Ze worden afgeschilderd als fantasten. Hun hypothese is inderdaad spectaculair. Brussel: broedplaats voor wapenhandelaars en draaischijf van de drughandel in Europa. Maar onderzoek naar wapentrafieken, heeft men in ons land kennelijk niet graag. Dat kan vervelende zaken aan het licht brengen, zoals die van de sigarettensmokkel in de jaren zeventig in de haven van Antwerpen. Onder het toeziende oog van de Staatsveiligheid (jawel) werden toen sigaretten verhandeld waarvan de opbrengst moest dienen voor de wapenaankopen van de Spaanse terroristen van de ETA.

Robert Beijer klapt uit de biecht

Het onderzoek naar de moord op Mendez slabakt. Tot Robert Beijer in augustus en september 1987. Beijer en zijn kompaan Bouhouche zitten in de cel. Beijer begint informatie te lossen bij commissaris Jean-Pierre Doraene van de gerechtelijke politie. Beijer vertelt dat hoge officieren van de rijkswacht betrokken waren bij de voorbereiding van een staatsgreep in ons land. Hij brengt de politiemensen naar een bergplaats in zijn kelder waar ze onder meer wapenlopen ontdekken. Bouhouche huldigt zich, zoals sinds zijn aanhouding in januari 1986, in stilzwijgen. Maar in december 1987 komt ook zijn tong wat losser. Twee gestolen wapens uit de collectie van Mendez zijn teruggevonden in een garage die werd gehuurd door de gangsterbende van Patrick Haemers, de grand blond die in oktober 1986 is aangehouden.

Robert Beijer

Robert Beijer

Bouhouche belooft onthullingen te doen over de diefstal bij Mendez en zijn moord, over Bultot en de Bende van Nijvel en over de moord op Paul Latinus. In januari 1988 vinden de speurders bij Bouhouche thuis in de diepvriezer een pot ingevroren bolognaisesaus met daarin verborgen het wapen waarmee Mendez mogelijk is vermoord. Bouhouche onthult aan Doraene een bergplaats in Brussel die door Mendez was gehuurd en waar een R4 wordt aangetroffen met in de koffer een hele hoop explosieven. Hij wijst ook een bergplaats aan waar wapens worden teruggevonden die in 1982 bij de groep Dyane uit de rijkswachtkazerne zijn gestolen. Er worden nog bergplaatsen gevonden: garageboxen, appartementen en postbussen die kennelijk al sinds 1981 onder valse namen werden gehuurd door Beijer en Bouhouche. De bergplaatsen dienden voor het verstoppen van gestolen wapens en auto’s.

Une organisation structurée

Bouhouche verbiedt dat het wordt opgetekend in een proces-verbaal, maar hij vertrouwt de speurders wel toe dat de schuilplaatsen werden gehuurd in opdracht van een organisation structurée. Meer wil Bouhouche er niet over kwijt. Gaat het misschien over dezelfde nébuleuse waarover sprake is in een confidentiële nota over het crisisoverleg (in januari 1986) tussen de kabinetschef van minister van justitie Jean Gol en het hoofd van de Staatsveiligheid Albert Raes?

De nota die door P-magazine aan het licht werd gebracht leert dat in België in die tijd een criminele organisatie actief is die dingen doet waarbij de realiteit de fictie overtreft. De organisatie werkt in opdracht maar doet niet wat men vraagt. Ze doet veel te veel. Het loopt uit de hand.

Beijer is meer loslippig dan Bouhouche. Bijer vertelt dat de autoboxen werden gehuurd in opdracht van de Staatsveiligheid en meer bepaald van Albert Raes en agent Christian Smets. Later, in januari 1988, zal Bouhouche toegeven dat hij zijn metgezel Beijer in contact heeft gebracht met Albert Raes. Dat hij en zijn kompaan bergplaatsen zouden gehuurd hebben op verzoek en met het geld van de Staatsveiligheid, ontkent hij in alle toonaarden.

Nu zou men minstens verwachten dat het gerecht alle hens aan dek zou roepen om te onderzoek of de Staatsveiligheden, of leden ervan, wel degelijk betrokken waren bij de huur van de schuilplaatsen. Niets van dat. Het is wachten tot het proces van Bouhouche-Beijer voor het hof van assisen in het najaar 1994 om meer te weten te komen over het niet-onderzoek.

Een huiszoeking die er geen is

Zo is er de verklaring van adjudant-chef Guy Goffinon van de BOB tijdens het proces van Bouhouche-Beijer. “Na de onthullingen van Beijer over de Staatsveiligheid, heeft onderzoeksrechter Hennart, mij verboden door te gaan met het onderzoek naar de Veiligheid, met het onderzoek naar extreemrechts en naar mogelijke verbanden met de Bende van Nijvel”, zei Goffinon. “Op bevel van de onderzoeksrechter heb ik zelfs het verhoor van commissaris Massart van de Staatsveiligheid moeten stopzetten. Ik begreep dat niet. Ik had immers zeer preciese onderzoeksopdrachten gekregen. Toch moest ik stoppen. Dat is de reden waarom ik uit het onderzoek ben gestapt.”

Het kan nog straffer. Na de onthullingen van Beijer over de betrokkenheid van de Staatsveiligheid, kan het parket van Nijvel niet anders dan verder onderzoek te bevelen. Zo moet er nagegaan worden of bij de Staatsveiligheid wel degelijk een zwarte kas bestaat, of heeft bestaan, om geheime bergplaatsen te huren. Dat ze door Beijer en Bouhouche werden gehuurd staat vast. Maar evenzeer staat vast dat ze de huurgelden nooit zelf hadden kunnen betalen. Wie betaalde dan? Als Beijer de waarheid spreekt, moeten hij en/of Bouhouche ergens voorkomen op de lijst van medewerkers en/of informanten van de Staatsveiligheid. De zaak is danig gevoelig dat ook drie leden van het ondertussen opgedoekte Hoog Comité van Toezicht worden opgetrommeld om aanwezig te zijn bij de huiszoeking bij de Staatsveiligheid.

Francis Dorpe is een van de drie. De huiszoeking levert geen bewijzen op van de band tussen Beijer en de Staatsveiligheid. Het tegengestelde zou verbazen, want als het onderzoek erop gericht was niets te ontdekken, dan had de onderzoeksrechter de zaken niet beter kunnen aanpakken. Men zou verwachten dat een huiszoeking liefst bij verrassing gebeurt. Niet hier. De Staatsveiligheid wordt enkele dagen op voorhand op de hoogte gebracht. Wanneer de delegatie neerstrijkt in het kantoor van de sectie-Info van de Staatsveiligheid, waar de lijsten met de informanten zich bevinden, gebeurt het volgende.

Dat is ten minste wat Francis Dorpe tijdens het proces van Bouhouche en Beijer komt vertellen. De leden van het Hoog Comité werden volgens hem door de onderzoeksrechter gesommeerd om tijdens de huiszoeking in het kantoor van Raes, buiten in de gang te wachten. De onderzoeksrechter gaat binnen in zijn eentje en komt met lege handen terug. Enkele dagen later is er een tweede huiszoeking. “Ik heb mijnheer Raes toen in opdracht van de onderzoeksrechter moeten verwittigen van onze komst,” aldus Dorpe. Alweer geen resultaten.

Een “ruimere defensieopdracht”

De speurders krijgen in de zaak-Beijer dus geen tastbaar materiaal in handen, maar wat ze nu wel weten is dat Raes blijkbaar over aanzienlijke geldbedragen kon beschikken waarvoor hij aan de boekhouder van de Staatsveiligheid zelfs geen bewijsbriefjes moest afleveren. Zo is er een bedrag van 10,8 miljoen frank die de Staatsveiligheid jaarlijks ter beschikking had voor Gladio. Tijdens het bezoek van het gerecht aan de Staatsveiligheid vraagt Alain Wellemans van het Hoog Comité uitleg over deze uitgavenpost. Het antwoord van de boekhouder is kort, en vaag: “Het gaat over de financiering van een missie die kadert binnen een ruimere defensieopdracht.”

Dat Wellemans niet verder stilstaat bij deze uitgavenpost, is logisch. Op dat moment is bij ons nagenoeg niets geweten over Gladio. Dat zal medio 1990 wel veranderen. Dan barst in Italië het Gladio-schandaal in volle hevigheid los. Italië verneemt het bestaan van een stay-behindnetwerk dat al jaren in het grootste geheim opereerde. Gladio is een soort geheime weerstandsorganisatie, die is opgezet tegen een mogelijke inval van het Russische leger in het westen. Het netwerk is na de Tweede Wereldoorlog opgezet en beschikt onder meer over geheime wapenopslagplaatsen. De Italiaanse president Francesco Cossiga haast zich om de bevolking gerust te stellen: het gaat om niets meer dan en groep vaderlandslievende democraten. Maar gaandeweg wordt duidelijk dat het niet zomaar gaat om een stelletje nostalgische oud-strijders die met een alpinomutsjes en roestige wapens soldaatje spelen.

Gladio blijkt een supergeheime organisatie te zijn die in Italië eerder voor de Amerikaanse inlichtingendiensten en voor rechts gespuis allerhande werkt, dan voor de Staat. Zou Gladio ook bij ons bestaan, vragen velen zich af. Premier Wilfried Martens doet of zijn neus bloedt, maar in november 1990 wordt in de senaat toch een onderzoekscommissie opgericht die moet nagaan of ook bij ons een clandestien internationaal inlichtingennetwerk actief was, en is. En zowaar, het bestond; maar niet onder de naam-Gladio. Het gaat om twee netwerken. Het eerste – Sectie Training en Communicatie in geval van Mobilisatie, kortweg STC/Mob – valt onder de Staatsveiligheid.

Het tweede is een afdeling van de inlichtingendienst van het leger, de zogenaamde Service de Documentation, de Renseignement en d”Action. Dit netwerk heet de SDRA VIII. Ook hier is het de bedoeling van de stay-behindnetwerken om politieke leiders in geval van bezetting het land uit te helpen, om informatie in te winnen, om geheime agenten bij te staan, om geheime opslagplaatsen aan te leggen enzovoort. De senaat levert een lijvig rapport uit dat ondanks de pagina’s uitblinkt in lichtheid. Gladio wordt geruisloos van de politieke agenda afgevoerd, wat velen goed zal uitkomen.

Punt 22 FN-pistool

Maar tijdens het proces Bouhouche-Beijer in 1994 staat Gladio eventjes opnieuw centraal. Totaal onverwacht maakt Beijer tijdens het proces bekend dat hij een nieuwe geheime wapenbergplaats wil onthullen. “Tijdens eerdere ontdekkingen hebben de speurders spullen toegevoegd die er aanvankelijk niet lagen. De enige bedoeling was om mij te compromitteren,” zegt Beijer. “Nu eis ik dat de opsporing gebeurt door een politieman die op geen enkele wijze betrokken is geweest in mijn onderzoek, in dat van Mendez of dat van de Bende van Nijvel.” Beijer zegt een schuilplaats te zullen onthullen waar “hete” wapens verborgen liggen.

Die wapens lagen oorspronkelijk in een garage die hij huurde voor de Staatsveiligheid, beweert hij. Beijer vond die daar in een grote plastic zak. Hij zou ze nadien door een vriend hebben laten weghalen en doen begraven in een bos in Sart-Dames-Avelines. Beijer zegt dat hij niet weet van waar de wapens afkomstig zijn. En zowaar. Op de plaats die hij aanwijst, graven de speurders wapens en explosieven op. Die zijn in zeer slechte staat. Een professor van de militaire school krijgt opdracht de vondst te onderzoeken. Verschillende wapens blijken afkomstig van de roven bij het Speciaal Interventie Escadron van de rijkswacht en van de wapendiefstal bij Juan Mendez.

Er bevindt zich ook een punt 22 FN-pistool tussen de wapens. Het is een kaliber dat nooit door Beijer en Bouhouche is gebruikt. Het wapen wekt bijzondere aandacht op. Het punt 22-pistool is een wapen voor beroepskillers die hun slachtoffers van dichtbij willen afmaken. Het werd verschillende keren door de Bende van Nijvel gebruikt: voor de liquidatie van het koppel Fourez-De Wit (september 1983, Nijvel), van de huisbewaarder van de Auberge du Chevalier (december 1982, Beersel), van de taxichauffeur Constantin Angelou (januari 1983, Bergen). Nooit werd dit wapen door de bendespeurders teruggevonden, ook niet tussen de vele bendewapens die in 1986 aan het hellend vlak van Ronquières uit het water werden gehaald.

Had Beijer de speurders met zijn spectaculaire onthulling op het spoor gezet van de Bende? Als zijn verhaal klopte dat het punt 22 FN-pistool door de Staatsveiligheid in een garage was gezet en als het zou gaan om een wapen van de Bende, dan zou het onderzoek naar de Bende regelrecht naar de Staatsveiligheid leiden. Nooit zou worden vastgesteld dat het wapen dat in het bos werd gebonden, het pistool was dat door de Bende was gebruikt.

Oeps, vergeten te onderzoeken

Ook Albert Raes en commissaris Smets moesten als getuige verschijnen voor het Hof. Contacten met Beijer? Nooit van zijn leven. Wat zouden ze? Maar voor hetzelfde Hof wierp de gewezen inlichtingenagent Michel Dufrasne nog een ander licht op de zaak. Volgens hem had Raes in 1982 wel degelijk een beroep gedaan op een speciale sectie die belast was het uitvoeren van de vuile zaakjes die het daglicht schuwden. Raes ontkent staalhard. Op dat ogenblik staat Raes niet langer aan het hoofd van de Staatsveiligheid. Hij is na afloop van de tweede parlementaire onderzoekscommissie gedwongen geweest ontslag te nemen. Ook zijn opvolger, Stephane Scheweback, komt getuigen. Of de Staatsveiligheid externe mensen heeft gebruikt voor het uitvoeren van bepaalde opdrachten, wil de voorzitter weten.

Er volgt een lapsus die lang blijft nazinderen: “Ik heb een einde gesteld… euh… enfin, ik heb nooit toegelaten dat er met onderaannemers zou gewerkt worden.” Dus toch een geheime sectie om smerige klussen te klaren? Tot slot wordt ook Luc Parewijck, de boekhouder van de Staatsveiligheid, opgeroepen. Of er in de onkostennota’s van Raes sporen zijn te vinden over het huren van garageboxen? Parewijck: “Wat het huren van garages betreft, moet u niet in mijn boekhouding zoeken. Die uitgaven van de Staatsveiligheid worden geboekt door het departement-gebouwen van het ministerie van justitie.”

Oesje, dat was is nu net iets wat onderzoeksrechter Hennart over het hoofd had gezien. Een mens kan niet aan alles denken. Jammer. Was de minister van justitie immers niet Jean Gol die, blijkens de geheime nota uit januari 1986 op de hoogte was van het bestaan in ons land van een gevaarlijke nébuleuse? Dat hij in dat verband instructies gaf aan Albert Raes? Jean Gol zal trouwens door Jean Bultot worden aangewezen als iemand die zijn hand niet omdraaide “voor smeerlapperijen”.

Run for your life

Tijdens het assisenproces van Beijer en Bouhouche wordt ook Bultot opgeroepen om te getuigen. “Ik was zelf zeker geen koorknaap, maar koelbloedig kinderen neerschieten? Wie doet zoiets nu? Daar moet je geschift voor zijn. Dit is blinde terreur. En daar ging het met de Bende van Nijvel nu net om”, zei Bultot ons op een dag tijdens een urenlang gesprek. Het moet gezegd: Bultot heeft niet de look van een koele killer, maar dat zegt natuurlijk niets. Bultot is een man met een kronkelig parcours. Begin april 1985, wanneer van de Bende van Nijvel al anderhalf jaar geen sprake is, loopt hij tegen de lamp wegens de heling van kasbons die in een pastorie van Wieze zijn gestolen. Hierdoor wordt Bultot in verband gebracht met de gewelddadige gangsterbende van Philippe De Staerke.

Bultot is lid geweest van de Belgian Practical Shooting Club en dat zijn gedachtegoed nogal rechts van het centrum ligt is voor niemand een geheim. Bovendien is hij een kennis van Juan Mendez, niet zo close als Bouhouche, maar toch. De heren kennen elkaar, wat niet vreemd is voor wapenfreaks. Soort zoekt soort. Op 16 november 1985, enkele dagen na de aanslag op het Delhaize-warenhuis in Aalst, wordt Bultot aangehouden na een huiszoeking waarbij verboden wapens worden gevonden. De aanhouding heeft niet met de Bende te maken. Een maand later is Bultot vrij. Nog eens drie weken later wordt Mendez vermoord. Enkele weken later wordt Bouhouche een eerste keer aangehouden op verdenking van de moord op Mendez. Het is dan 26 januari 1986.

Daags nadien maakt Bultot zich samen met zijn vrouw Arlette en zijn zoontje spoorslags uit de voeten. Ze laten zich naar Parijs rijden en nemen een vlucht naar Paraguay. Daar wordt hij erkend als politiek vluchteling. En daar wordt hij in oktober 1987 in het kader van een rogatoire commissie door enkele Bendespeurders gedurende enkele dagen urenlang verhoord. Bultot vertelt dat hij zich op 26 januari uit de voeten maakte op aanraden van Claude Leroy. Straffe kerel, die Leroy. Een man met een snelle carrière. Nadat hij een paar jaar op het Brusselse parket had gewerkt, werd hij eind 1981 door de nieuwe minister van justitie Jean Gol, aangetrokken als kabinetsmedewerker.

Hij werd Gols belangrijkste adviseur op terreinen als vrijlatingen en uitleveringen en kwam in die functie dus geregeld in contact met de gevangenisdirecteur Bultot. In de zomer van 1983 werd Leroy in Brussel benoemd tot eerste substituut procureur des konings. Toen uitlekte dat hij vanuit die functie gevoelige gerechtelijke informatie lekte naar de misdaadwereld, brak in 1985 een schandaal los. In maart werd Leroy gearresteerd en reeds in december veroordeeld tot anderhalf jaar cel. Maar lang zal hij niet brommen. Leroy behoudt zijn contacten.

“Mendez vermoord door de Staatsveiligheid”

Het is Leroy die Bultot de raad geeft om te vluchten, wil hij niet eindigen zoals Mendez. De speurders willen daar tijdens het verhoor in Paraguay uiteraard meer over weten. Speurders: Waarom hebt u gezegd dat u schrik had dat de gerechtelijke politie u zou afschieten. Dat het dit keer de beurt was geweest van Mendez, en dat u nog wel zou volgen? Bultot: “Ik heb nooit gezegd dat de GP Mendez heeft neergeknald. Ik heb gezegd dat het waarschijnlijk de Staatsveiligheid was geweest die Mendez naar de andere wereld heeft geholpen.”

Volgens Bouhouche is Mendez vermoord door Bultot. De speurders leggen hem dat voor. Bultot: “Volgens mij is Bouhouche iemand die voor de Staatsveiligheid werkt en die door deze dienst betaald wordt voor bepaalde karweien. Als Bouhouche mij citeert als verdachte in het kader van de zaak-Mendez, dan is dat zeker omdat de Staatsveiligheid hem gevraagd had dat te doen… Ik denk dat alles ondernomen is om de opzoekingen mijn richting uit te duwen. Het vooropgestelde doel is Bouhouche vrij te pleiten en mij als doelwit aan te duiden. Zolang Bouhouche zal zwijgen over wat werkelijk waar is, zal hij verzekerd zijn van hulp vanwege zijn opdrachtgevers.”

Misschien zag Bultot de zaken wel juist. Want hoe anders te verklaren dat Bouhouche zijn laatste levensjaren onverstoord kon doorbrengen in Frankrijk, waar hij in november vorig jaar overleed bij het vellen van een eik? Bultot: “Volgens mij moet de dood van Mendez gekoppeld worden aan de zin die hij uitsprak enkele dagen voor zijn dood, en die naar de inhoud ongeveer zo klonk: “… het is weeral Jean Gol die verantwoordelijk is voor al die smeerlapperij…” Ik ben van mening dat Mendez op bepaalde dingen is uitgekomen, gespeeld op zeer hoog niveau en dat hij het zwijgen diende opgelegd te worden. Misschien is het via zijn beroep geweest dat hij bepaalde zaken heeft vernomen. Gans de zaak speelt zich immers af in een context waarin hooggeplaatste personen zijn betrokken.”.

Het is niet het enige wat Bultot over Gol weet te vertellen. In de periode dat hij zijn verklaringen aflegt, kan zijn getuigenis nog als ongeloofwaardige cafépraat van de hand worden gedaan. Maar is dat nu nog? Bultot: “Uit verschillende bronnen, zowel uit de omgeving van het ministerie van justitie, mijnheer Jean Gol, als van gedetineerden en ook van wat er door bepaalde onderzoekers van het arrondissement Nijvel aan mij werd toevertrouwd, heb ik vernomen dat bepaalde gerechtelijke dossiers aan de heer Gol werden overgemaakt.

Na een selectie ontmoette hij de personen daarin vermeld op discrete plaatsen om met deze personen te onderhandelen. Wanneer ik zeg onderhandelen, betekent dat niet noodzakelijk het verwijderen tegen betaling van bepaalde stukken uit dat dossier. Volgens mijn bronnen is dat het geval geweest voor het dossier van de Roze Balletten, Vanden Boeynants en Guy Mathot.” Jean Bultot zit vandaag ergens in Zuid-Afrika waar hij schietinstructeur is. Robert Beijer woont in Thailand en zou aan een boek werken over de valse sporen in het onderzoek naar de Bende van Nijvel.


 

Bron » P-magazine | René De Witte