KGB

Guy Binet

De Rode Kolonel

Een kolonel van de luchtmacht weigerde kabinetschef te worden van een PS-minister van Defensie. Een jaar later werd hij opgepakt wegens spionage voor de GRU, de militaire inlichtingendienst van de Sovjet-Unie. Met dank aan het Defense Intelligence Agency (DIA), de Amerikaanse militaire geheime dienst, die hem had ontmaskerd. Achter gesloten deuren werd de rode kolonel veroordeeld tot twintig jaar dwangarbeid. Na zes jaar kwam hij voorwaardelijk vrij en verdween in de anonimiteit.

Gustave ‘Guy’ Binet leek voorbestemd te zijn om een schitterende carrière te maken. Hij was geboren in 1934 in Hastières als jongste in een gezin van tien kinderen. Twee van zijn broers waren tijdens de Tweede Wereldoorlog werkweigeraars. Zijn vader, een schaliedekker, werd daarom door de Duitsers aangehouden. Een oom van hem stierf in een concentratiekamp. Op de lagere school en in de humaniora op het atheneum van Dinant was Binet altijd de eerste van de klas. In 1960 werd hij beroepsmilitair bij de zeemacht, drie jaar later stapte hij over naar de telecommunicatiedienst van de luchtmacht. In de jaren zeventig werd Binet bevorderd tot commandant en majoor. Hij haalde zijn brevet militaire administratie (BAM) en kreeg leidende functies in het budgetbeheer van de luchtmacht.

Zijn loopbaan kreeg pas echt vaart toen Binet, na het overlijden van zijn vader, zijn katholiek geloof verloor. In 1976 werd hij lid van de vrijmetselaarsloge en sloot zich aan bij de machtige Parti Socialiste (PS). Hij klom op tot luitenant-kolonel en ten slotte kolonel, en promoveerde naar de dienst planning en programmatie van de Generale Staf in Evere. Ondertussen werd hij militair adviseur van de PS, als opvolger van de overleden luchtmachtgeneraal Guy Sokay.

Binet behoorde tot de soquettes rouges, hoge officieren met PS-etiket die vooral oog hadden voor de politiek-industriële belangen van Waalse luchtvaartbedrijven zoals Sabca en Sonaca. Eind jaren tachtig zat Binet op een sleutelpositie als chef van de SDAV, de aankoopdienst van het vliegend materieel, een afdeling van de algemene aankoopdienst van het leger. In die tijd werd er achter de schermen druk gelobbyd door de potentiële leveranciers van nieuwe antitankhelikopters voor de landmacht. Het was een dossier waarvoor kolonel Binet vanzelfsprekend belangstelling moest hebben. Hij toonde zich van meetaf aan een voorstander van Agusta, wellicht omwille van de fabelachtige economische compensaties die de Italiaanse constructeur voor Wallonië in het vooruitzicht stelde.

Een ander belangrijk contract dat in die periode werd voorbereid, was de aankoop van electronische waarschuwings- en beveiligingsssystemen voor de F16-gevechtsvliegtuigen. Voor dat ECM-contract wierp de Franse groep Dassault zich op als leverancier. Ook dat dossier werd door Binet behandeld. Toen in mei 1988 de PS opnieuw in de regering stapte, kreeg Guy Coëme (PS) de portefeuille van Defensie. Toenmalig PS-voorzitter Guy Spitaels vroeg Binet om kabinetschef van Coëme te worden, maar die bedankte vreemd genoeg voor de eer. Kolonel André Bastien, ook een soquette rouge, kreeg uiteindelijk de functie. Niemand begreep waarom Binet neen had gezegd. Wist de kolonel op dat moment al dat er hem iets ernstig boven zijn hoofd hing?

Wenen

Twee jaar eerder, in 1986, was Binet door agenten van het Defense Intelligence Agency (DIA) opgemerkt in Wenen. Daar had hij zijn eerste ontmoeting met een agent van de GRU. De Amerikanen die de GRU-agent schaduwden, observeerden de ontmoeting en namen foto’s van het voor hen onbekende contact. “De foto met het tweetal werd door de Amerikanen aan verschillende westerse inlichtingendiensten voorgelegd, in de hoop dat de onbekende man zou kunnen worden geïdentificeerd. Na verloop van maanden kwam men in Brussel bij de militaire veiligheid tot de ontdekking dat het kolonel Binet betrof.

In december van dat jaar begon de Belgische militaire inlichtingendienst SDRA een discreet onderzoek. Zijn omgeving werd ondervraagd en Binet werd vanaf een bepaald moment dag en nacht geschaduwd. Erg professioneel kan die schaduwoperatie niet geweest zijn, want in de zomer het target ontdekte dat hij in de gaten werd gehouden. “Je me savais surveillé par le SGR depuis mi 1987”, zei hij later aan het gerecht. Dat verklaarde allicht zijn weigering om kabinetschef te worden.

Alles lijkt erop te wijzen men, op vraag van de Amerikanen, Binet nog een tijd heeft verder laten spioneren om de GRU-officier in Brussel op heterdaad te kunnen betrappen. Uiteindelijk duurde het nog tot zaterdag 2 september 1988 vooraleer Binet werd aangehouden, dus zowat twee jaar nadat het DIA hem had ontmaskerd. Een dag later werd zijn case officer, een medewerker van de militaire attaché op de ambassade van de USSR in Brussel, op heterdaad betrapt toen hij niets vermoedend een nieuwe reeks microfilms, afkomstig van Binet, ging ophalen uit een dode brievenbus in Ottignies.

De naam van de GRU-man werd nooit bekend gemaakt. Of hij werd uitgewezen is evenmin bekend. Het was minister Coëme die de vangst enkele dagen later bekend mocht maken op een persconferentie. “We zijn er zeker van dat Binet reeds achttien maanden spioneerde. Vermoedelijk was hij reeds twee jaar aan het werk als agent van het Oostblok”, verklaarde de minister. “Het is, denk ik, de eerste zaak van deze soort in België.” (Coëme vergiste zich. Binet was niet de eerste Belgische militair die sinds 1945 betrokken raakte in een spionagezaak. In 1969 besloot luchtmachtadjudant Johannes Van Engeland, secretaris van de militaire attaché op de Belgische ambassade in Moskou, over te lopen naar de Sovjet-Unie.)

De uitschakeling van Binet veranderde niets aan het beslissingsproces voor de grote aankoopdossiers. Als chef van de SDAV werd hij gewoon vervangen door kolonel Armand Fournier, alweer een andere soquette rouge. De regering besliste vervolgens helikopters te bestellen bij Agusta en het ECM-contract ging naar Dassault. De gevolgen van deze beslissingen waren dramatisch. Na de moord op PS-peetvader André Cools in 1991 besloot het Luikse gerecht immers de Agusta-zaak uit te spitten. Ten onrechte bestond het vermoeden dat in dat dossier het motief voor de moord kon worden gevonden.

Omdat het een moordonderzoek betrof, was het gerecht in staat om het Zwitserse bankgeheim te kraken. Zo ontdekten de speurders dat de Vlaamse socialistische partij smeergeld had gekregen van Agusta, en dat hetzelfde corruptiecircuit ook had gediend om smeergeld van Dassault naar de PS te sluizen. Een reeks ministers en kopstukken van beide partijen moesten ontslag nemen, een aantal onder hen werden in 1998 door het Hof van Cassatie veroordeeld.

Waarom?

Wat had Binet bewogen om zijn mooie carrière te verkwanselen door te gaan spioneren voor de Russen? Het bleek een mix te zijn van persoonlijke problemen, politieke motieven en ordinair geldgewin. Het was bewezen dat Binet meer dan 4,4 miljoen frank (110.000 euro) kreeg van de Russen. Dat geld werd op aangeven van Binet teruggevonden op een Luxemburgse bankrekening.

Maar tijdens het proces bleek dat hij vooral gedreven werd door de zware ontgoochelingen die hij opliep als echtgenoot en als officier. “Hij was geschokt door wat hij de schijnheiligheid van de wereldpolitiek en van de grote naties noemde en meende dat men nationaal en internationaal te weinig deed voor de vrede. Deze Belgische spion ageerde duidelijk minder om het geld dan uit pessimisme en wraak.

De moeilijkheden waren al begonnen in de jaren zestig. “Zijn jongere vrouw was een overtuigde ecologiste en vooral een verwoede pacifiste. Onvermijdelijk kwam het tot discussies tussen de militair en de pacifiste. Hoe meer succes hij als militair had, hoe pijnlijker het werd in zijn gezin. In 1983 gingen hij en zijn vrouw uiteen en in 1985 volgde een definitieve scheiding.”

Voor zijn arrestatie waren alle rapporten over Binet waren nog vol lof. Men zei over hem dat hij een intelligent, briljant officier was, bekwaam, opbouwend, sportief, evenwichtig, loyaal, sociaal, gematigd enz. In een psychiatrisch rapport dat na zijn arrestatie werd opgesteld, werd hij nochtans onvolwassen, naïef en egoïstisch genoemd.

“Binet heeft een sterke geldingsdrang en wordt wrevelig als aan die drang niet wordt voldaan. Hij heeft een grote eigendunk, is pessimistisch, masochistisch, egocentrisch, onzeker. Hij denkt dat er te weinig gedaan wordt voor de samenhorigheid onder de volkeren, dat de wereldpolitiek schijnheilig is, dat het niet opgaat miljarden te besteden aan de militaire verdediging en de uitrusting van het Westen terwijl de Derde Wereld ten onder gaat. Hij is tegen de politieke blokken en diep ontgoocheld over de wereld waarin hij leeft.”

In een verrassend zwaar arrest veroordeelde het krijgshof Binet op 27 juni 1989 tot twintig jaar dwangarbeid wegens hoogverraad, de juridische term voor inbreuken op de externe veiligheid van de staat door een militair. De openbare aanklager had slechts vijftien jaar gevorderd. Zijn advocaten hadden tevergeefs gepleit dat hun cliënt in de val werd gelokt en dat de GRU zijn kinderen had bedreigd. De kolonel werd gedegradeerd en levenslang ontzet uit zijn burgerrechten. Eind 1994 werd hij voorwaardelijk vrijgelaten uit de gevangenis van Nijvel, nadat hij minder dan een derde van zijn straf had uitgezeten. Binet trok zich daarna terug in de Ardennen en heeft nooit met de pers willen praten. Hij is intussen overleden.


 

Bron » Apache | 2011