Inleiding
Wapenhandelaar Daniel Dekaise
In september 1982 houdt wapenhandelaar Daniel Dekaise al sedert vier jaar een kleine wapenhandel open in de Rue de Bruxelles, in het centrum van Waver. Deze wapenhandel is de verwerkelijking van een jongensdroom. Daniel Dekaise werd als wapenhandelaar geboren, zoals andere zonder twijfel arts, advocaat of journalist moesten worden, uit passie. In september 1982 is Daniel Dekaise een jong gezinshoofd. Hij is zeventwintig, getrouwd met een Zwitserse en heeft kinderen.
In het wapenmilieu geniet hij vooral de reputatie van een uitzonderlijk begaafd manusje-van-alles. De tijd is nog niet aangebroken dat men over Daniel Dekaise zal spreken als zakenman die vele belangrijke zaken tegelijk bereddert. In 1982 is Daniel Dekaise nog lang niet de handelaar die voor zaken naar Egypte trekt. Of diegene die voor het Speciaal Interventie Esquadron van de Belgische rijkswacht, ook wel groep Dyane genoemd, gewaardeerd wordt om de kwaliteit van zijn materiaal en om de genialiteit van zijn uitvindingen.
De man die verscheidene gemeentelijke politiekorpsen van wapens voorziet, die zich klaarmaakt om de grootste schietstand van Waals Brabant te openen en die voor de gerechtelijke politie een nieuw interventiewapen op punt stelt, de ‘750 police’. In september 1982 zegt men van Daniel Dekaise vooral dat hij ontzettend begaafd is. Hij is van het soort dat in staat is een stuk blik in een oorlogswapen om te toveren. Zijn klantenbestand bestaat zowel uit jagers als uit jonge vrouwen die op zoek zijn naar een wapen, waarvan Dekaise weet dat het nooit gebruikt zal worden.
Onder zijn cliënteel vindt men ook militairen, detectives, politiemannen, rijkswachters en vreemde personages met een vreemde tongval. Ook de gewezen wachtmeester van de Brusselse BOB behoort sedert vele jaren tot zijn cliënteel. Hij werd in 1981 uit de Brusselse BOB ontslagen en in januari 1986 aangehouden in het kader van de in Rosières gepleegde moord op ingenieur Juan Mendez, verantwoordelijke van de Fabrique National van Herstal voor de wapenverkoop van Latijns-Amerika.
De gebrilde en fijn besnorde Daniel Dekaise is een gepassioneerde die de muren van zijn zitkamer versiert met oude Mausers en kalashnikovs. Hij hield zich destijds vooral bezig met het vervaardigen van geluidsdempers voor korte wapens en het ontwerpen van eigenaardige buizen van het soort antitankwapens. Ook onderzoekt hij de mogelijkheid om een machinepistool op zo’n wijze in een diplomatenkoffertje te monteren, dat de gebruiker kan vuren zonder het koffertje te moeten openen. De zevenentwintigjarige Daniel Dekaise is een bepaald soort Belgisch genie, die eerder geamuseerd dan verbaasd is, wanneer hij te weten komt dat men wapens, die door zijn handen gepasseerd zijn, heeft teruggevonden bij Jean-Marc Rouillan en Nathalie Mernigon, de historische leiders van de Franse terreurgroep Action Directe …
30 September 1982
De overval op de wapenhandel
Ter hoogte van wapenhandel Dekaise is de Rue de Bruxelles smal, mag ze vanuit slechts een richting bereden worden en staan veel auto’s geparkeerd. Die donderdag is Daniel Dekaise bezig met twee klanten, Gerard Gradzki uit Louvain-La-Neuve en Cyrille Seykens uit Villers-La-Ville. Zijn echtgenote is boven. Om 10u25 slaat het leven van de Waals Brabantse wapenhandelaar om in een nachtmerrie. Twee individuen die uit een blauwe wagen gestapt zijn, duiken in de winkel op en zwaaien dreigend met wapens.
De gangsters lieten niets aan het toeval over. De twee aanwezige klanten moesten op de grond gaan liggen. De gangsters schonken niet de minste aandacht aan het geld, maar namen uit het uitstalraam en uit de uitstalrekken een vijftiental wapens en borgen die weg in twee reistassen. De lijst ziet er als volgt uit: kaliber 357 Magnum, een Ruger en drie Colts kaliber 45, twee Smith & Wessons van 9 mm, een pistool FN kaliber 22, een Beretta en een machinepistool Ingram kaliber 9×19, een tweede Ingram kaliber 38, een Bernadelli van 7.65 mm en een Ruger kaliber 44 Magnum.
In een als geheim bedoeld rapport aarzelt de BOB van Waver niet sommige wapens, die door wapenhandelaar Daniel Dekaise bewerkt en verbeterd werden, als ‘prototypes’ te kenmerken. Het ziet ernaar uit dat de boeven een gerichte keuze hebben gemaakt uit de wapens op de toonbank en in het uitstalraam. Vandaar bijvoorbeeld dat ze een machinepistool verkozen boven een Walther. Een van de twee mannen had een bivakmuts over zijn hoofd getrokken. Hij was het die Daniel Dekaise van dichtbij toeschreeuwde: “Neerliggen of je crepeert …” Dan, tegen zijn medeplichtige wiens gezicht deels onbedekt was: “Kom, we gaan er vandoor, we hebben wat we zochten …”
In het centrum van Waver kan men op een marktdag geen hold-up plegen zonder dat de rijkswacht het te weten komt. Voorbijgangers die een onderkomen hebben gezocht in een garage hebben alles gezien en brengen via 901 de rijkswacht op de hoogte. Op hetzelfde ogenblik rijdt in de buurt van de Rue de Bruxelles een politiewagen van Waver rond om oproepbiljetten voor de nakende verkiezingen uit te delen. De bestuurder van de politiewagen, agent Claude Haulotte, wordt door twee voorbijgangers gealarmeerd. Claude Haulotte is een uitstekend schutter die al meer dan een succesvolle interventie heeft uitgevoerd, maar vanachter hem knalt een schot, waarschijnlijk afgevuurd vanuit de Santana. De politieman wordt getroffen en wordt door de daders afgemaakt met een kogel in het hoofd.
De boeven van wapenhandelaar Dekaise zijn moordenaars geworden die onmiddellijk begrijpen dat ze vliegensvlug moeten verdwijnen. Een van hen klautert in de combi, die de weg voor de Santana verspert, en verplaatst de politiewagen. De jacht is open. Alle ploegen van de rijkswacht van Waver zitten de vluchtelingen op de hielen. Sommige slaan de weg naar Namen in, anderen nemen rijksweg 4 richting Brussel. In Waals Brabant en Brussel wordt de alarmtoestand afgekondigd, alle politie-eenheden van de hoofdstad worden ingeschakeld. Twee leden van de BOB, onderluitenant Roland Campinne, 49 jaar, en eerste wachtmeester Bernard Sartillot, 42 jaar, zullen deelnemen aan het speurwerk. Ze proberen de vluchtelingen de weg af te snijden. Volgens een foutieve radiomelding zouden de bandieten zich verplaatsen in een Audi 80.
Het vuurgevecht met de BOB
Wanneer de doders na de overval in Waver wegvluchten richting Brussel, namen twee leden van de BOB van Waver deel aan een achtervolging van de gangsters. Ze reden in een anonieme dienstwagen van de rijkswacht, een Renault R4. Aan een overweg werd deze wagen ingehaald door een donkerblauwe wagen met een Franse nummerplaat. Ze konden die snelle wagen niet volgen, maar ze zagen dat hij niet de richting van de autoweg nam, maar wel naar Tombeek reed. De BOB’ers reden ook in die richting en zagen dan tot hun grote verbazing de blauwe wagen wegrijden van een parkeerterrein, maar ditmaal met een Belgische nummerplaat: DSN 237. Zij gaven dit onmiddellijk door en gingen dan achter de blauwe wagen aan.
Te Overijse reed de wagen vlot door de smalle straatjes waaruit bleek dat de bestuurder of een van de inzittende daar zeer goed bekend was. De achtervolging ging verder tot in Hoeilaart. De man op de achterbank in de donkerblauwe wagen keek enkele keren om naar de R4 die hen volgde. Bij het binnenrijden van Hoeilaart werd de blauwe wagen opgehouden door een file die het kruispunt van de Biesmanslaan, waar de file stond, met de Koldamstraat moest oversteken. Het was toen ongeveer 10u50. Toen de file terug op gang kwam, hebben de twee rijkswachters gebruik gemaakt van een tussenruimte die openbleef om de achtervolgde wagen de weg af te snijden, door de R4 over het gevolgde baanvak te plaatsen. Een van de BOB’ers is uitgestapt met zijn pistool in de hand. Maar de passagier die in de geblokkeerde wagen zat, hief een pistool in zijn richting. Ze waren toen zes tot zeven meter van elkaar verwijderd. Ze schoten gelijktijdig.
De BOB’er heeft zijn lader leeggeschoten. Hij werd echter door vier kogels getroffen. Daarop heeft hij dekking gezocht. De andere BOB’er heeft zich verdekt achter de R4 opgesteld en eveneens zijn lader leeggeschoten. Net toen hij vaststelde dat hij zijn reservelader niet bij had, werd hij in de rug getroffen door een kogels uit een jachtgeweer dat de passagier, op de achterbank, in de blauwe wagen hanteerde De persoon was uit de wagen gestapt met de bedoeling de BOB’er te raken. De blauwe wagen is daarna weggereden voorbij de R4 richting Groenendaal. De schutter met het geweer heeft achteraan plaatsgenomen toen de wagen al aan het rijden was, net zoals in Waver. Getuigen van deze schietpartij denken dat de passagier die vooraan zat, gekwetst was. Deze blauwe wagen bleek een VW Santana te zijn die ’s avonds werd teruggevonden in het Zoniënwoud.