9 November 1985
De aanslag
Even na halfacht draaide het schutterscommando, vermoedelijk in een antracietgrijze of groene Golf GTI, de parking van het warenhuis op. De gangsters hadden hun zwartgemaakte gezicht gecamoufleerd met sjaals, zonnebrillen en zwartepietpruiken, en droegen een half wapenarsenaal met zich mee. Een jongen van tien, die zijn ouders en zus voor zijn ogen had zien afslachten op het parkeerterrein maar zelf nog naar binnen was kunnen vluchten, verklaarde zeven jaar geleden dat de moordenaar op hem geschoten had met een slordig afgezaagde tweeloop. Tegenover Humo preciseerde hij in diezelfde periode dat de mantel van de man alleen bovenaan was dichtgeknoopt en bij elke stap openviel. Zo had de jongen kunnen zien dat er vermoedelijk granaten aan zijn riem hingen.
De moordenaar van zijn ouders en zus was heel groot. Er hing een machinegeweer aan zijn schouder en uit zijn vest stak de kolf van een revolver. Een ander slachtoffer was het opgevallen dat de gangster bovendien twee dolken droeg, één die aan een soort snoer om zijn hals hing, en een soort werpmes dat hij in zijn riem had zitten. De jongen was een van de zeldzame getuigen die de schutters zowel op het parkeerterrein als binnen in de Delhaize had gezien. Hij wist zich haarscherp te herinneren dat hij vier en niet drie gangsters door het warenhuis had zien stormen.
“Ik heb die mannen zien binnenkomen. Ze hebben mensen mishandeld, geschopt en geslagen, op alles geschoten wat bewoog … Een paar mannen waren dieper de Delhaize binnengegaan en haalden in de rekken sigaretten en drank. Die stopten ze in jutezakken met het logo van De Post. Gedurende een tweetal minuten hebben ze geschoten en mensen mishandeld. Daarna zijn ze allevier buitengegaan, maar de laatste gangster stopte voor mij en richtte heel bewust zijn wapen op mij. Ik herinner me zijn grijns, die kon ik zien omdat zijn sjaal een beetje was afgezakt. Ze hadden gezegd dat we niet mochten kijken. Ik heb wel gekeken. Dat beeld zal ik nooit vergeten. Ik herinner me elk detail. Ze hadden verschrikkelijk veel drank en sigaretten meegenomen. Ze spraken gebroken Frans, eigenlijk een beetje van alles door mekaar. Ik denk dat ze eigenlijk Vlaams spraken, maar dat wilden camoufleren.”
Paul Bekaert, destijds onderdirecteur van de Aalsterse Delhaize, heeft andere herinneringen. “Ik heb maar drie gangsters gezien. Een van hen droeg het geldkoffertje, waar zowat vijftigduizend frank munten inzat en dat alleen opzij ‘oren’ had. Het woog misschien tien kilo, hij had dus beide handen nodig om ermee te zeulen. De andere droeg een papieren zak waarin de bankbiljetten zaten, en de derde had die riotgun, waarmee hij op ons schoot. Er zijn bij mijn weten ook geen sigaretten of drank gestolen. Ik vermoed dat die jongen zich vergist heeft en die bruine papieren zak met het rode logo van Delhaize erop verward heeft met een postzak.” Iedereen kan zich vergissen. In dit geval misschien de onderdirecteur?
“Een film in mijn hoofd”
Gewezen Deltaspeurders herinneren zich dat het geldkoffertje, dat later opgevist is in Ronquières, wel een handvat aan de bovenkant had. Andere getuigen bevestigen dat ze een gangster een of zelfs twee zware bruine zakken zagen voortslepen. En de jongen blijft bij zijn verklaring van zeven jaar geleden. “Die overval zit als een film in mijn hoofd, ik zie alles nog voor me alsof het gisteren gebeurd is.”
“Patrick Haemers, ik heb hem herkend omdat zijn sjaal was afgegleden, heeft een jutezak waar de zwarte hoorn van De Post opstond neergezet om op mij te schieten. En hoe hij toen lachte, dat zal ik nooit vergeten.” De jongen, die in zijn dij werd geraakt en daar een blijvende handicap aan heeft overgehouden, is niet de enige Aalstenaar die blijft volhouden dat hij vier schutters heeft gezien. Mensen die tijdens de slachting tijdig van het parkeerterrein konden wegvluchten, verklaren met grote stelligheid hetzelfde.
Nog een argument voor het feit dat er meer dan drie gangsters aan het werk waren, sommige getuigen houden vol dat de overvallers sjaals, donkere brillen en zwartepiet-pruiken droegen, andere beweren dan weer dat ze alleen maar bivakmutsen ophadden. De uitleg van Jumet is simpel, de gangsters kleedden zich om tijdens hun overvallen. Maar je zou je afvragen of die uiteenlopende beschrijvingen er niet simpelweg op wijzen dat een paar schutters bivakmutsen droegen, en de andere sjaals en pruiken. Na de overval stoof een metaalkleurige Golf GTI met drie inzittenden weg, een achterdeur nog open, in de richting van Ninove.
Het moet daar heel benauwd geweest zijn in dat kleine Golfje, met de oude man aan het stuur, de reus vooraan naast hem, en de als gek om zich heen schietende killer tussen de Ingrams, riotguns en Thompson-machinegeweren, de dolken en granaten, het geldkoffertje, de postzakken met drank en sigaretten, en daar ergens tussenin – vermoedelijk achtdubbel geplooid want geen van de achtervolgende agenten heeft hem zien zitten – de vierde dader.
Maar stel dat Jumet gelijk heeft, en dat er maar drie gangsters waren, dat veronderstelt dat ze hun speciaal voor de overval omgebouwde vluchtwagen tijdens de overval onbewaakt achtergelaten hadden op het parkeerterrein. Niet echt briljant van een Bende die nu al twintig jaar de hele Belgische justitie te slim afblijft. Is het niet veel logischer dat bij de overval in Aalst minstens een tweede wagen werd gebruikt, de Mercedes met Nederlandse nummerplaat of de bleke Taunus, en dat er in die wagen net als in de Golf GTI een chauffeur is blijven wachten terwijl de vier schutters binnen hun slag sloegen?