Proloog

De verkenning

Kwamen de gangsters op 31 oktober de omgeving van de Delhaize verkennen?

Het is niet onwaarschijnlijk dat de politie van Aalst op 31 oktober een gouden tip heeft gekregen in verband met de bloedige overval in de Delhaize. Die avond heeft zich in de Frans Blanckaertdreef een eigenaardige zaak voorgedaan die rechtstreeks verband zou kunnen houden met de overval nauwelijks een week later. Als dit zo is, heeft de motorbrigade van de politie die dag drie gruwelijke moordenaars aan de neus zien voorbijgaan toen zij in Aalst hun slag kwamen voorbereiden.

Het verhaal is van Luc en Suzy, beiden uit Zele maar woonachtig in Hamme. Hun belevenis heeft Luc de betrokken dag overgemaakt aan de politie. Dat vergde veel moeite omdat de planton de zaak eerst op een lachertje nam. Luc en Suzy zijn joggers en komen geregeld naar het stadspark en meer bepaald de sportterreinen van het Osbroek om er rondjes te lopen. Die dag staat het hekken van de nieuwe ultramoderne atletiekpiste open en beslissen ze daar te trainen. Het is acht uur ’s avonds en dus donker.

Naast de pleinen loopt de Frans Blanckaertdreef, een paar honderd meter lang en lijnrecht lopend van de Parklaan naar de drassige bossen van het domein. Het is een lange dreef met bomen aan de beide kanten. Verlaten, geen omwonenden, maar verlicht met een hele reeks lantaarnpaaltjes. Ze lopen rondjes op de piste en merken op een bepaald ogenblik een man uit het achteraan gelegen bosje komen. Een ongure verschijning, handen in de zakken van een lange vest. Een hoed. Over een tijdspanne van een viertal rondjes zien ze het volgende. De man stapt heen en weer, honderd meter de dreef in en terug, verschillende keren. Ook hij houdt de lopers in de gaten. Een beige Ford Taunus nadert dan en wordt niet ver van het hekken geparkeerd. De chauffeur blijft zitten en heeft een kort gesprek met de eerste, die opnieuw weg stapt. De chauffeur verliest Luc en Suzy niet uit het zicht.

Het koppel krijgt schrik en beslist te vertrekken. Als de Taunus-bestuurder merkt dat de joggers de piste verlaten, springt hij uit de wagen en duikt hij weg tussen de nabije struiken. In looppas gaan Luc en Suzy naar de eigen wagen, die heel wat verder ter hoogte van de cafetaria staat. Ze keren zich daarbij gestadig om en zien dat de eerste man hun doen en laten blijft volgen. Nieuwe verrassing ter hoogte van de ingang van het Osbroekpad. Een derde man komt uit dit pad gerend. Terwijl ze iets later met open deuren en op de voorbank gezeten van schoeisel veranderen, komt de derde man naar hen toegestapt. Op enkele meter van hen stopt hij, waarop Luc in een Zeels accent zegt: “Is er iets man, of moet ik eens achter u zitten?” De kerel draait zich om en loopt naar de Taunus toe.

De atletiekpiste in het Osbroekpark in Aalst.

De atletiekpiste in het Osbroekpark in Aalst.

Te vreemd

Voor Luc is dit gebeuren te vreemd om niet te melden. Hij begeeft zich naar het politiecommissariaat waar hij na een tijdje zijn verklaring doet. Er gaat een tijdje verloren voor de commissaris van dienst beslist om een patrouille uit te sturen. Luc volgt in het bureel de gesprekken over de zender. Twee agenten vatten post aan het benzinestation recht over de ingang van de dreef. Ze bevestigen de aanwezigheid van de auto. Tien minuten later nieuwe oproep: er loopt iemand met een wit-oranje sjerp, een hoed en een regenvest. Vijf minuten stilte waarop de vraag of misschien een identiteitscontrole gewenst is. De commissaris bevindt zich op de eerste verdieping. Het duurt enkele minuten voor hij bevel gevel geeft tot controle. Inmiddels opnieuw een oproep: de Taunus is weggereden.

Het verband tussen dit verhaal en de overval is niet onmogelijk. Wie de toestand daar kent, weet waarom. Het Osbroekpark geeft immers toegang tot een bredere weg, berijdbaar door auto’s. Toch wordt dat baantje niet gebruikt. Het belangrijke is dat dit pad van de Osbroekwandeling zo’n kilometer verder rechtstreeks toegang verschaft tot de parking van de Delhaize. Wat meer is, het wandelpad heeft buiten de parking twee andere toegangs- of uitvalswegen. Aan de ene kant mondt het baantje uit aan de Parklaan. Dichterbij is er de toegang aan de Ninoofsesteenweg, achter het rusthuis.

Hebben de gangsters op 31 oktober de situatie komen bestuderen? Wisten de gangsters dat zelfs in de veronderstelling dat de politie of rijkswacht de normale uitrit van de parking blokkeerde – wat daadwerkelijk het geval had kunnen zijn – er een noodweg naast de dieper gelegen bossen bruikbaar was? Helemaal niet denkbeeldig. Overigens hebben bepaalde getuigen van de overval gesproken van vier en niet zoals algemeen aangenomen drie gangsters. Toch zijn kroongetuigen unaniem dat slechts drie personen in de grijze Golf GTI op de vlucht gingen. Waar was de vierde? De vluchtweg via het Osbroekpark zou in dit verband de enige mogelijke uitleg zijn voor een vierde verdwenen boef.

In elk geval houdt de politie van Aalst aan het raadselachtige gebeuren van 31 oktober een gedetailleerde persoonsbeschrijving over van drie minstens verdachte personen. Luc en Suzy zagen ze goed: de eerste als een erg grote, struise, geblokte man met lederen vest, weinig behaard. De Taunusbestuurder met een dikke ronde kop, zwart haar en een snor, van het Italiaanse type, “Clayton uit Dallas, maar jonger”. De derde, die uit het pad kwam gelopen als de oudste van de drie, 45-50 jaar met een scherp gezicht. Toen Luc ons vroeg of er van een van de daders een beschrijving was gegeven en geantwoord werd: een man van 1.90 m, bonkte hij op tafel: “Ziet ge Suzy. De man van de dreef!”